[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwikkelingen verwerking productiewater Schoonebeek

Gaswinning

Brief regering

Nummer: 2020D29412, datum: 2020-07-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-794).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -794 Gaswinning.

Onderdeel van zaak 2020Z13849:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

33 529 Gaswinning

Nr. 794 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2020

Zoals toegezegd in 20171, informeer ik uw Kamer over de ontwikkelingen van de afgelopen drie jaar omtrent de verwerking van het productiewater dat vrijkomt bij de oliewinning in Schoonebeek. Op dit moment wordt het productiewater geïnjecteerd in enkele voormalige gasvelden in Twente, omdat dit tot op heden de geschikte manier van verwerking is. De verwerkingsmethode wordt iedere zes jaar geëvalueerd. De meest recente evaluatie was uitgevoerd in 2016 en beoordeeld door de onafhankelijke Commissie m.e.r.2. Ik zal conform de motie van het lid Agnes Mulder (CDA) de Nederlandse Aardolie Maatschappij (hierna: NAM) verzoeken om de aanstaande evaluatie te vervroegen en deze in 2021 uit te laten voeren door een onafhankelijke organisatie3. Een toelichting hierop geef ik in deze brief.

De samenstelling van het water dat in Twente wordt geïnjecteerd is goed bekend. Het injectiewater bestaat uit formatiewater4, gecondenseerde stoom en naar verhouding kleine hoeveelheden mijnbouwhulpstoffen. Het formatiewater heeft van nature een hoge zoutconcentratie. De samenstelling van het water is getoetst aan de Euralnormen5 en op basis hiervan kan het injectiewater worden aangemerkt als een «niet gevaarlijke afvalstof». De samenstelling van het injectiewater wordt op gezette tijden geanalyseerd en gerapporteerd.

In deze brief ga ik ook in op de volgende ontwikkelingen. Allereerst, is sinds de vorige evaluatie een gesprek op gang gekomen met de betrokken partijen om te zoeken naar alternatieven voor de huidige vorm van verwerking. Ten tweede, heeft NAM een oproep gedaan aan bedrijven en kennisinstituten om processen voor te stellen om het productiewater te verwerken. Ten derde, worden de injectie-installaties regelmatig onderhouden. Dit onderhoud leidt soms tot onrust. Ten vierde, zal ik ingaan op het voorziene voornemen van NAM om de injectiecapaciteit naar Drenthe uit te breiden.

In gesprek met betrokken partijen

In de provincie Overijssel, en vooral in Twente, zijn er zorgen over de injectie van het productiewater in de voormalige gasvelden. Mijn ministerie is daarom enige tijd na de evaluatie van 2016 weer in gesprek gegaan met de stichting Stop Afvalwater Twente en NAM. Het doel en het belang van beide partijen zijn evident. Evengoed heeft de stichting een oplossingsgerichte houding en denkt actief mee over mogelijke alternatieven voor de verwerking van het productiewater. Daar waar er eerst geen gesprek meer mogelijk was, zitten we nu samen met de NAM om tafel, en bespreken we de zorgen en ook de inhoudelijke voorstellen van de stichting. Ik streef er naar om dit actieve contact voort te zetten.

Oproep tot voorstellen verwerkingsproces

Begin 2019 heeft NAM een marktverkenning naar zuiveringstechnieken gepubliceerd. Hierin zijn verschillende zuiveringstechnieken geanalyseerd op hun geschiktheid om op grote schaal het Schoonebeekse productiewater te scheiden. Zoals reeds toegelicht aan uw Kamer6, zijn de huidige technieken hier nog niet voor geschikt. Toch heeft NAM een oproep gedaan aan bedrijven en kennisinstituten om met voorstellen te komen voor een scheidingsproces. Indien geschikt zou dit kunnen leiden tot een pilot project op het Schoonebeek-terrein. Mijn ministerie heeft regelmatig contact met NAM over dit initiatief en ik hoop dat dit zal leiden tot nieuwe inzichten voor de volgende evaluatie.

Monitoring injectie productiewater en onderhoud injectie-installaties

De productiewaterinjectie wordt gemonitord volgens het waterinjectiemanagementplan dat als onderdeel van de vergunningsaanvraag is opgesteld. De samenstelling van het injectiewater wordt op gezette tijden geanalyseerd, evenals de drukontwikkeling in de ontvangende reservoirs. Na afloop van het jaar stuurt NAM een rapportage over deze analyses ter beoordeling naar het Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) en mijn ministerie. Ook publiceert NAM de rapportages op haar website.

Daarnaast worden de injectie-installaties regelmatig gecontroleerd en onderhouden volgens het wettelijk verplichte integriteitsmanagementsysteem. Deze werkzaamheden hebben geleid tot onrust en ook vragen aan uw Kamer7. Ik benadruk nogmaals dat dit regulier, preventief onderhoud is, wat zorgt voor het goed en veilig functioneren van de injectie-installaties. NAM is verantwoordelijk voor de veiligheid en integriteit van haar installaties en SodM ziet daar als onafhankelijk toezichthouder op toe. Op basis van de inspectiegegevens constateert SodM dat het onderhoud dat NAM doet noodzakelijk en afdoende is om het risico van lekkage op de korte en lange termijn voldoende te mitigeren.

De voorziene uitbreiding van de injectiecapaciteit in Drenthe

Uit de vorige evaluatie van de verwerkingsmethode van het productiewater uit Schoonebeek bleek dat de opslagcapaciteit in Twente op den duur niet zou volstaan. Ook bleek dat het realistisch is om nieuwe injectielocaties in Drenthe te overwegen. Sinds de herstart van de olieproductie in Schoonebeek in 2010 is nieuwe opslagcapaciteit beschikbaar gekomen in Drenthe, doordat enkele gasvelden die toentertijd nog in productie waren zijn uit geproduceerd.

Zonder vergunning mag NAM de injectiecapaciteit niet uitbreiden naar Drenthe. Zodra NAM de melding maakt dat zij voornemens is om productiewater in Drenthevelden te injecteren, zal het wettelijke traject voor de vergunningaanvraag gestart worden. Als onderdeel hiervan gaat NAM een milieueffectrapportage opstellen waarbij betrokken overheidsorganisaties, inclusief SodM, en de Commissie m.e.r. worden geraadpleegd. Zodra het hele traject is doorlopen en de complete vergunningsaanvraag is ingediend, zal ik een besluit nemen met betrekking tot de vergunningsverlenging. Veiligheid voor mens en milieu staan centraal in deze afweging.

Nieuwe evaluatie van de verwerkingsmethode in 2021

In de huidige vergunning is vastgelegd dat om de zes jaar de verwerkingsmethode van het productiewater moet worden geëvalueerd. In de evaluatie worden allerlei verschillende methodes, van het zuiveren van het productiewater tot ondergrondse injectie, naast elkaar gelegd en beoordeeld volgens een vastgestelde afwegingssystematiek. De evaluatie zal laten zien welke verwerkingsmethode het meest geschikt is. Aan de hand van de evaluatie zal ik overwegen of een besluit tot aanpassing van de huidige verwerkingsmethode nodig is.

Ik ga, mede op verzoek van uw Kamer, NAM verzoeken om de evaluatie te vervroegen naar 2021 en door een onafhankelijke organisatie te laten uit voeren. De nieuwe inzichten verkregen uit de gespreken met de stichting, bedrijven en kennisinstituten moeten in de evaluatie worden meegenomen. Na afronding zal ik deze evaluatie beoordelen en SodM daarbij betrekken. Tevens zal ik deze evaluatie onafhankelijk laten toetsen. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van het lid Agnes Mulder8.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes


  1. Handelingen II 2016/17, nr. 53, item 6.↩︎

  2. Milieueffectrapportage.↩︎

  3. Kamerstuk 33 529, nr. 759.↩︎

  4. Formatiewater is water dat oorspronkelijk aanwezig was in het reservoirgesteente en bij olie- of gaswinning wordt meegeproduceerd.↩︎

  5. Eural = Europese Afvalstoffenlijst.↩︎

  6. Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1483.↩︎

  7. Aanhangsel Handelingen II, 2019/20, nr. 1172; Kamerstuk 33 529, nr. 745.↩︎

  8. Kamerstuk 33 529, nr. 759.↩︎