[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over voortgang in het onderzoek naar Fraude Signalering Voorziening (FSV) (Kamerstuk 31066-650)

Belastingdienst

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2020D29419, datum: 2020-07-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-682).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -682 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2020Z13852:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

31 066 Belastingdienst

Nr. 682 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 21 juli 2020

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd over de brief van 26 mei 2020 inzake «Voortgang in het onderzoek naar Fraude Signalering Voorziening (FSV)» (Kamerstuk 31 066, nr. 650).

Op 4 juni 2020 zijn de vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd. Bij brief van 10 juli 2020 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder

Adjunct-griffier van de commissie,
Freriks

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief en de offerteaanvraag over de Fraude Signalering Voorziening (FSV). Deze leden vinden het een zeer kwalijke zaak dat de Belastingdienst jarenlang gebruik heeft gemaakt van de FSV terwijl niet duidelijk lijkt te zijn dat FSV voldoet aan de AVG. Deze leden hebben hierover verschillende vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie vragen een uitgebreide toelichting op de manier waarop FSV heeft gewerkt. Wanneer kwam iemand op de FSV-lijsten en waarom? Hoeveel mensen en hoeveel unieke BSN’s staan op de FSV-lijsten? Kan het kabinet uitzoeken of de mensen in de CAF-zaken ook allemaal op de FSV-lijsten staan? Hoeveel mensen hebben bij de Belastingdienst navraag gedaan of zij op de FSV-lijst staan? Hoe gaat de Belastingdienst hiermee om? Welke gegevens over individuen worden opgenomen in de FSV-lijst(en)? Hoeveel medewerkers hebben door de jaren heen toegang gehad tot FSV?

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief over de voortgang over de aandacht voor de behandeling van persoonsgegevens binnen de Belastingdienst. Het is goed dat de Belastingdienst sessies organiseert over de AVG en het werken met persoonsgegevens. Wel is de vraag hoe het kan dat de Belastingdienst veel aandacht besteedt aan de behandeling van persoonsgegevens door de dienst, maar dat de FSV-applicatie nog tot vrij recent heeft kunnen bestaan. Kan de Staatssecretaris dit verklaren?

De leden van de VVD-fractie vragen waarom pas op 27 februari 2020 is besloten FSV te stoppen. Hoe kan het dat de Functionaris Gegevensbescherming (FG) binnen een dag advies kon geven? Waarom is de FG zo laat geïnformeerd over het bestaan van FSV?

De leden van de VVD-fractie lezen in de bij de Belastingdienst interne werkinstructie «bepalen Opzet of Grove Schuld» (Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 544) dat het team Fraude bij opzet of grove schuld het BSN moet toevoegen aan FSV mocht blijken dat dit nummer er nog niet in staat. Op basis waarvan toetst het team Fraude of er sprake is van opzet? Komt ook het BSN van mensen die team Fraude wel behandelen, maar waarbij geen bewijs wordt gevonden voor opzet, terecht in FSV? Wat gebeurt er wanneer blijkt bij het onderzoek van team Fraude dat de persoon in kwestie al in FSV staat? Verliest deze dan automatisch het recht op een persoonlijke betalingsregeling? Zo nee, zo ja, graag een toelichting.

De leden van de VVD-fractie lezen (bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 604) dat FSV behoort aan de directie MKB, maar lezen in de eerdere toegestuurde tijdlijn dat de directeur Grote Ondernemingen eigenaar is van de applicatie. Kan de Staatssecretaris toelichten onder welke directie de FSV-applicatie valt en waarom er door de directeur Grote Ondernemingen moest worden besloten tot een nader onderzoek naar de applicatie FSV, gezien het feit dat er in FSV vooral individuele persoonsgegevens staan?

De leden van de VVD-fractie lezen in de notitie Fraude meldpunten Belastingdienst dat binnengekomen meldingen niet eenduidig worden geregistreerd, maar worden deze meldingen, ook al zijn deze niet terecht, niet alsnog geregistreerd in FSV? De leden vragen wat de relatie is tussen FSV en de verschillende fraudemeldpunten en het verschil tussen FSV en het «zaakvolgsysteem». Deze leden lezen in de notitie dat het fraudesysteem binnen de Belastingdienst verschillende hiaten vertoont. Wat is er met deze conclusies gedaan? Op welke manier wordt het gehele systeem van de verschillende fraudemeldpunten verbeterd en waarom op deze manier? Hoe wordt voorkomen dat hieruit een volgende FSV-gerelateerde lijst ontstaat?

De leden van de VVD-fractie vragen of de ADR en de Adviescommissie uitvoering toeslagen (AUT) zijn geïnformeerd over het bestaan en het uit de lucht halen van FSV. Zo ja, wat waren hun reacties? Zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie vragen of bij de Staatssecretaris bekend is of FSV door de Autoriteit Persoonsgegevens wordt meegenomen in het onderzoek naar het gebruik van tweede nationaliteit door de Belastingdienst.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

Met interesse hebben de leden van de PVV-fractie kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van financiën d.d. 26 mei 2020 inzake de Voortgang in het onderzoek naar Fraude Signalering Voorziening (FSV).

Naar aanleiding van deze brief hebben de leden van de PVV-fractie nog enkele vragen.

Hebben de andere marktpartijen, genoemd in de offerteaanvraag FSV, eveneens gereageerd?

Op welke gronden is de opdracht aan KPMG Advisory N.V. gegund en niet aan een andere marktpartij?

Bood KPMG Advisory N.V. iets significants aanvullend ten opzichte van andere marktpartijen?

Op welke manier zal het onderzoek verricht worden; betreft het een papieren onderzoek of zal er eveneens onderzoek plaatsvinden op de werkvloer?

In het begin van de zomer zal de Staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over de eerste uitkomsten van het onderzoek uit fase I alsmede overgaan tot beantwoording van Kamervragen. Kan de Staatssecretaris aangeven wat wordt verstaan onder: «begin van de zomer»? Is dat 22 juni of is medio juli in de ogen van de Staatssecretaris eveneens nog het begin van de zomer?

In fase II zal een externe partij onderzoek verrichten naar de mogelijke effecten op de beoordeling van burgers en bedrijven, zo lezen de leden van de PVV-fractie. Hierbij worden eveneens partijen buiten de gebruikelijke raamovereenkomst betrokken. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom een dergelijk inkooptraject minimaal vier maanden gaat duren? Kan het inkooptraject niet versneld worden?

Is er al een offerteaanvraag opgesteld voor fase II? Zo ja, waar kunnen de leden van de PVV-fractie die vinden c.q. inzien?

Wordt of is de offerteaanvraag publiekelijk gepubliceerd? Zo ja, waar?

Van welke marktpartijen heeft de Staatssecretaris reeds offertes ontvangen?

Kan de Staatssecretaris aangeven of het onderzoek naar FSV van invloed is op de compensatieregeling c.q. de Wet hardheidsaanpassing Awir in het kader van de kinderopvangtoeslag? Zo ja, op welke wijze is het van invloed?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretarissen over de aanbesteding van het onderzoek naar FSV. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie merken allereerst op dat de meeste onderzoeksvragen, namelijk de werking van FSV, het effect van FSV voor burgers en bedrijven en of er met FSV vergelijkbare applicaties bestaan, eigenlijk vragen betreffen waarop de Belastingdienst het antwoord zelf weet of die de dienst kan onderzoeken en een derde niet. Is er al intern onderzoek gedaan door de Belastingdienst naar deze onderzoeksvragen? En waarom is er niet voor gekozen om het onderzoek door de Belastingdienst te laten uitvoeren, maar extern te laten verifiëren?

Welke vergelijkbare applicaties heeft de Belastingdienst zelf al in beeld? Graag een volledige lijst.

Dit spanningsveld zien deze leden ook terug in de nota van inlichtingen bij de aanbesteding en dit roept de volgende vragen op.

Onder punt 9 staat dat er geen forensisch onderzoek gedaan dient te worden naar recente aanpassingen van de systemen en het systeemgebruik. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom hier geen onderzoek naar gedaan wordt?

Onder punt 12 staat dat er maar vier directies gebruik maken van FSV: MKB, Particulieren, Toeslagen en CAP. Klopt het dat er dus geen onderzoek gedaan wordt naar de vraag of er breder gebruik werd gemaakt van FSV?

Indien dat klopt, weet de Staatssecretaris dan zeker dat er elders geen gebruik van gemaakt werd?

Zo nee, wil de Staatssecretaris dan de onderzoeksvraag uitbreiden en ervoor zorgen dat de hele Belastingdienst (inclusief FIOD, Douane etc.) meegenomen wordt en ook andere externe partijen waarvan de Staatssecretaris vermoedt dat de applicatie gebruikt is?

Onder punt 14 staat dat de onderzoeker geen toegang krijgt tot FSV zelf, ook niet onder strikte geheimhouding, alleen maar toegang tot de handleiding bij de FSV. De leden van de CDA-fractie begrijpen dat de bescherming van de data in FSV van groot belang is, maar zij vragen zich echt af hoe er degelijk onderzoek gedaan kan worden naar FSV, zonder toegang tot FSV. Waarom is niet gekozen tot toegang onder strikte geheimhouding? En als dat echt niet mogelijk is, waarom doet de Belastingdienst dan niet zelf onderzoek naar de werking van FSV in de praktijk? Verwacht de Staatssecretaris echt dat alle informatie over de werking en het gebruik van FSV in de handleiding beschreven staat? De leden van de CDA-fractie dringen erop aan dat er ook echt onderzoek gedaan wordt naar FSV inclusief het gebruik ervan.

En kan de Staatssecretaris deze handleiding van FSV aan de Kamer doen toekomen?

Onder punt 25 staat dat er een dossier is van ongeveer 75 documenten over FSV die, na schoning van conceptversiestukken, aan de onderzoeker ter beschikking gesteld worden. Ook hierbij vragen de leden van de CDA-fractie zich af of wel echt sprake is van een onderzoek als de onderzoekers geen toegang hebben tot FSV, maar alleen tot de door de Belastingdienst ter beschikking gestelde documenten over FSV. Als je een huis koopt, vertrouw je ook niet alleen op de verkooptekst, maar ga je het huis bezichtigen. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom sprake zou zijn van een gedegen onderzoek als alleen de handleiding gelezen mag worden?

Onder punt 28 staat dat de onderzoekers de beschikking hebben over 15 ingevulde vragenlijsten. Deze vragenlijst was uitgezet bij de directeuren van GO, MKB, Particulieren, Toeslagen, CAP, DF&A en FIOD. Kan de Staatssecretaris de onder dit punt vermelde, maar niet beantwoorde, vraag beantwoorden of van elk dienstonderdeel een vragenlijst is opgenomen? Waarom wordt het onderzoek expliciet beperkt tot operationeel zijnde applicaties in gebruik bij CAP, MKB, Particulieren en Toeslagen? Zou het ook niet heel relevant zijn om bijvoorbeeld te weten welke applicaties GO en DF&A gebruiken of gebruikt hebben?

Onder punt 36 staat dit nog explicieter: applicaties die voor 25 februari zijn gesloten worden niet onderzocht. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom deze voorwaarde geldt? Acht de Staatssecretaris het niet relevant of er applicaties zijn die in de afgelopen jaren waarbij mogelijk sprake was van oneigenlijk en/of onrechtmatig gebruik van persoonsgegevens?

In meer algemene zin is het duidelijk dat FSV volstrekt niet aan de AVG voldoet. Is er juridisch advies (intern of extern) ingewonnen of er een meldingsplicht is t.o.v. alle mensen die in FSV opgenomen zijn/waren, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zo ja, hoe luidde dat advies en kan de Staatssecretaris dat aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom denkt de Staatssecretaris dat dat niet nodig is?

De leden van de CDA-fractie hebben ook kennisgenomen van het ADR-vervolgrapport over de toepassing van de AVG bij de Belastingdienst. Kan de Staatssecretaris aangeven welke applicaties toen in beeld gekomen zijn? Was de FSV-applicatie toen in beeld en hoe is die beoordeeld?

Meer in het algemeen. De leden van de CDA-fractie vragen al twee jaar lang of de Belastingdienst AVG-proof is of niet. Is op enig moment de FSV-applicatie daar in beeld gekomen? En heeft er een beoordeling plaatsgevonden of FSV AVG-proof is of niet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de voortgang in het onderzoek naar FSV.

De leden van de D66-fractie vragen waarom het (toenmalige) Ministerie van Infrastructuur en Milieu de rijksbrede raamovereenkomst auditdiensten heeft afgesloten.

De leden van de D66-fractie vragen per welke datum de eerste en tweede fase van het onderzoek afgerond zijn.

De leden van de D66-fractie vragen naar het doel van het vaststellen van de inmiddels 17 domeinarchitecturen, zoals onder andere naar voren is gebracht bij verschillende jaarplannen van de Belastingdienst. Heeft het vaststellen van deze domeinarchitecturen onder andere als doel om beter zicht te hebben op de verschillende aanwezige (ICT- en data)systemen? Zijn bij het vaststellen van de verschillende domeinarchitecturen, waaronder Toeslagen, signalen naar boven gekomen over het bestaan van soortgelijke applicaties die niet voldoen aan de privacywetgeving? Hoeveel vergelijkbare systemen zijn in aanloop naar het uitzetten van het onderzoek aan het licht gekomen?

Hoeveel signalen van mogelijke fraude zijn sinds de brief van 28 april opgepakt en gedeeld met onder andere het Openbaar Ministerie en gemeenten? Voor het delen van signalen met welke andere partijen heeft de Belastingdienst een wettelijke plicht of samenwerkingsconvenant?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie zijn zeer verbaasd dat het onderzoek weer wordt gedaan door het comfortabele netwerk van zogenaamd onafhankelijke accountants, die onderzoeken opleveren waarin altijd óf een volgende opdracht geadviseerd wordt, óf dat de conclusies geen consequenties hebben voor personen of posities. De leden van de SP-fractie vinden het heel ongezond dat de overheid werkt met een «aanbestedingspool» die bestaat uit accountantskantoren die ook meewerken aan belastingontwijking en zelfs criminele zaken faciliteren. KPMG heeft zeer recent nog een boete van 517 duizend euro gekregen van de Britse toezichthouder Financial Reporting Council (FRC) wegens een gebrek aan professionele scepsis. Hoe denkt de Staatssecretaris te kunnen verkopen dat zo een organisatie een dure opdracht krijgt? Hoe denkt de Staatssecretaris dat het onderzoek met vertrouwen kan worden tegemoet getreden? Erkent hij dat juist in deze kwestie het onwenselijk is dat accountantskantoren – die zelf geen schoon blazoen hebben en die al jarenlang bij de Belastingdienst rondlopen voor allerhande advies en onderzoek – nu uitgesloten moeten worden van verder «extern» onderzoek? Door de vele activiteiten van KPMG de afgelopen jaren binnen de Belastingdienst én de overige overheid, is er een totaal ongezonde relatie ontstaan om echt onafhankelijk te onderzoeken en te oordelen. De leden van de SP-fractie wijzen de keuze ten diepste af.

Voor de tweede fase van het onderzoek geldt, dat dit gebruikt maakt van wat KPMG nu onderzoekt. Hoe denkt de Staatssecretaris dat een onafhankelijk onderzoeker zal kijken naar de basis als dat onderzoek rammelt? Is het mogelijk dat in de tweede fase het eerste onderzoek overgedaan moet worden, om het simpele feit dat het eerste onderzoek rammelt?

De leden van de SP-fractie wijzen niet alleen de keuze van KPMG af, ze zijn ook geschrokken van de achterliggende onderzoeksopdracht. Zij vragen de Staatssecretaris wie die heeft gemaakt. Want waarom wordt er bijvoorbeeld geen forensisch onderzoek gedaan? Waarom is gekozen om dit onderzoek niet tot een formele audit te maken, maar dat het als doel heeft dat het een adviesrapport zonder verklaring oplevert (punt 42, 44)? Kan de Staatssecretaris de overwegingen toelichten? Tot slot willen de leden van de SP-fractie graag weten wat de reden is geweest achter de oplevering rond 8/15 juni? Is hierbij snelheid of kwaliteit leidend geweest? Is het de bedoeling dat de Kamer het adviesrapport ook krijgt alvorens tot de tweede fase wordt overgegaan? De leden van de SP-fractie wensen het adviesrapport te zien voordat wordt overgegaan tot de tweede fase van onderzoek.

De leden van de SP-fractie zijn ook verbaasd over de indruk dat het onderzoek toch niet gaat over álle systemen en applicaties in de héle Belastingdienst. Waar komt onder punt 12 de keuze vandaan om het onderzoek te beperken tot de vier directies die gebruik maakten van FSV (CAP, Toeslagen, MKB, Particulieren)? Waarom zijn de vragenlijsten uitgezet bij primaire procesdirecties (punt 59) waar dus niet DF&A onder valt. De leden van de SP-fractie wijzen erop dat de voorloper van DF&A, «de Broedkamer», behoorlijk onder vuur heeft gelegen en de leden vinden het zeer ongewenst als juist de systemen van DF&A buiten dit onderzoek vallen. De leden van de SP-fractie wijzen erop dat dit in strijd is met de afspraak dat er naar álle systemen in de héle Belastingdienst zou worden gekeken.

De leden van de SP-fractie hebben juist over DF&A een paar specifieke vragen naar aanleiding van de punten in de offerte. Is er in de door DF&A ingevulde vragenlijst sprake van applicaties die mogelijk vergelijkbaar zijn met FSV en die mogelijk strijdig zijn met AVG en andere wet- en regelgeving? Zo ja, om welke applicaties gaat het en welke maatregelen worden genomen? Wordt in de DF&A-rapportage melding gemaakt van applicaties, databestanden, datadumps, BSN-lijsten en query’s die in het verleden zijn gebruikt, waaronder bij voorlopers van DF&A, waaronder het Expertisecentrum Handhaving en Intelligence (EHI)? De leden van de SP-fractie willen graag weten of dergelijke informatie over burgers op enigerlei wijze thans nog in systemen van de Belastingdienst aanwezig is en door kan werken in profilering, risicoselectie, uitworp of afwijkende behandeling tot op heden ten dage. Kan de Staatssecretaris aangeven of lijsten en applicaties van het «Team Signaal & Fraude-analyse» van EHI opgeschoond zijn? En deze leden willen weten of er in dit team in de periode 2013 – 2018 (tweede) nationaliteit op enigerlei wijze is verwerkt en of er nog door dit team query’s gedraaid zijn op (tweede) nationaliteit. Tot slot willen de leden van de SP-fractie weten of het «Team Selectie en Detectie» van EHI op enigerlei wijze gegevens over (tweede) nationaliteit heeft verwerkt in de periode 2013 – 2018. Heeft (tweede) nationaliteit op enigerlei wijze een rol gespeeld bij het opstellen van (specifieke) selectie- dan wel uitval- of uitworpregels? Zo ja, gebeurde dit op eigen initiatief, of werd daartoe opdracht gegeven? De leden van de SP-fractie staan nog steeds op het standpunt dat ze willen dat de risicoselectie en de selectieregels transparant worden gemaakt.

De leden van de SP-fractie vragen waarom er geen toegang plaatsvindt tot FSV zelf. Hoe is vast te stellen dat een systeem vergelijkbaar is, als de aanleiding niet kan worden geanalyseerd? Ook vinden deze leden het vreemd dat het onderzoek alleen gaat naar applicaties die operationeel zijn en dat in ontwikkeling zijnde applicaties buiten de scope vallen (punt 28). Betekent dit dat er niet naar eerder uitgezette systemen of applicaties wordt gekeken? En ook niet naar wat nu ontwikkeld wordt? Hoe is dit te rijmen met de wens «de onderste steen boven te krijgen». De leden van de SP-fractie vragen waarom deze audit is ingeperkt tot het moment waarop FSV nog actief was. Het is toch mogelijk dat er in het verleden systemen of applicaties gebruikt werden die ook problematisch kunnen zijn voor zaken die tot op heden spelen in de levens van mensen of de situaties van ondernemers en/of bedrijven?

De leden van de SP-fractie willen tot slot wijzen op het feit dat er nog series Kamervragen openstaan van verschillende Kamerleden en dat het uitblijven van alle antwoorden die door dit onderzoek niet opgeschort hoeven te worden, een zeer onwenselijke zaak is. Kan de Staatssecretaris de Kamervragen beantwoorden voor zover de antwoorden nu wel beschikbaar zijn? Dit is van groot belang voor de positie als Kamer, de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris om informatie te verschaffen conform artikel 68 van de Grondwet, maar zeker ook voor de rechtsbescherming voor mensen die willen weten wat hun positie is als ze in FSV staan. De leden van de SP-fractie doen een dringend beroep om de Kamervragen te beantwoorden.

II Reactie van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie vragen een uitgebreide toelichting op de manier waarop FSV heeft gewerkt en vragen wanneer iemand op de FSV-lijst geplaats werd en wat de redenen hiervoor waren.

In de applicatie FSV registreerde de Belastingdienst signalen over (mogelijke) fraude. Hierbij kan gedacht worden aan contra-informatie, inkomende meldingen en renseignementen. In het KPMG onderzoek wordt ingegaan op het gebruik van FSV binnen de Belastingdienst. De kern uit dit onderzoek heb ik hieronder opgenomen.

FSV is door de directies MKB, Toeslagen en Particulieren gebruikt voor de registratie van interne en externe risicosignalen. Interne signalen zijn signalen afkomstig van andere directies of teams binnen de Belastingdienst. Externe signalen zijn bijvoorbeeld tips- en kliks of signalen van andere ketenpartners, convenantpartners of andere overheden. Daarnaast raadpleegden ook de directies Grote Ondernemingen, Centrale Administratieve Processen en FIOD (tot mei 2019) FSV.

Ook vragen deze leden hoeveel mensen en unieke BSN-nummers op deze FSV-lijsten staan.

In FSV staan zowel natuurlijk personen en rechtspersonen geregistreerd. In het vierde kwartaal 2019 is de opdracht voor het maken van schoningsprogrammatuur gegeven. De schoning is op 27 februari 2020 uitgevoerd. Bij deze schoning zijn 143.574 natuurlijke personen of rechtspersonen verwijderd. Zie hieronder een overzicht van de aantallen voor en na schoning.

Vóór schoning 244.273 85.350 6 329.629
Na schoning 133.508 52.542 5 186.055
Verwijderd 110.765 32.808 1 143.574
Onbekend/typefout

Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie of het kabinet kan uitzoeken of er overlap zit tussen de mensen in de CAF-zaken en de mensen die op de FSV-lijsten staan.

We hebben op dit moment deze informatie alleen ten aanzien van Toeslagen. Uit een check op de backup van FSV van voor de schoning in februari 2020 blijkt dat van de 310 betrokkenen in de CAF-11 zaak 52 personen opgenomen zijn (geweest) in FSV. Van de 9402 betrokkenen in overige CAF zaken zijn 2284 personen opgenomen (geweest) in FSV.

Ook vragen de leden van de VVD-fractie hoeveel mensen navraag hebben gedaan of zij op de FSV-lijst staan.

In totaal zijn er tot 8 juli jl. 123 natuurlijke personen en 29 rechtspersonen die hebben gevraagd of zij in FSV staan.

De vraag van deze leden hoe de Belastingdienst hiermee omgaat beantwoorden wij als volgt.

De Belastingdienst heeft in de afgelopen periode uiteenlopende verzoeken ontvangen van burgers die willen weten welke informatie de Belastingdienst over hen heeft. Daaronder zijn verzoeken van burgers die expliciet vragen om inzage in hun persoonsgegevens in FSV. Het inzagerecht van de AVG is een belangrijk recht voor de burger. Op deze manier kan een burger controleren of de persoonsgegevens die worden verwerkt juist zijn. Ook kan een burger, als hij vindt dat de persoonsgegevens die de Belastingdienst van hem verwerkt onjuist zijn, verzoeken om rectificatie. Belangrijk is hierbij dat de burger het eigen belang niet hoeft te motiveren. Het belang van de burger wordt aanwezig geacht. Het inzagerecht kan in uitzonderingsgevallen geweigerd worden; bijvoorbeeld als er toezichtsbelangen spelen. In het geval van (enige) twijfel ten aanzien van het wel of niet aanwezig zijn van grote toezichtsbelangen vraagt de behandelaar in alle gevallen een second opinion. Daarnaast kan een behandelaar niet individueel een weigeringsgrond aanroepen; dit gaat altijd in afstemming met collega’s die hierin zijn gespecialiseerd.

FSV kent een diversiteit aan signalen die variëren in zwaarte en belang. Persoonsgegevens kunnen bijvoorbeeld voorkomen in kliksignalen, in (lopende) onderzoeken door de Belastingdienst of het Openbaar Ministerie. De Belastingdienst ziet het belang van een juiste behandeling van deze inzageverzoeken waarbij recht gedaan wordt aan het belang van de verzoeker. Daarom is er onderzoek gedaan naar de wijze waarop de inzageverzoeken zo zorgvuldig mogelijk kunnen worden behandeld. In de behandelwijze wordt elk FSV-inzageverzoek afzonderlijk gewogen en behandeld waarbij het uitgangspunt transparantie is en zo mogelijk inzage wordt gegeven in persoonsgegevens. De Belastingdienst weegt daarbij het toezichtsbelang. Alleen bij grote toezichtsbelangen zal de Belastingdienst op individuele basis over kunnen gaan tot weigering van het FSV-inzageverzoek. De belangen van derden worden hierbij gerespecteerd.

De leden van de VVD-fractie vragen welke gegevens van individuen in de FSV-lijsten zijn geregistreerd.

Om deze vraag zo volledig mogelijk te beantwoorden wordt u verwezen naar de handleiding van het dagboek FSV. Deze wordt als bijlage naar uw Kamer gestuurd1.

De vraag van deze leden over het aantal medewerkers die toegang hebben gehad tot FSV beantwoorden wij als volgt.

Uit een eerdere telling als gevolg van de concept GEB FSV bleken er medio januari 2019 ruim 5000 medewerkers een autorisatie voor FSV te hebben voor één of meerdere rollen. In mei 2019 heeft de Belastingdienst maatregelen genomen om de risico’s van het gebruik van FSV te beperken. Door de maatregelen is bijvoorbeeld het aantal autorisaties destijds teruggebracht van ruim 5000 naar 1229 autorisaties op het moment van uitschakelen van FSV op 27 februari. Autorisaties bepalen welke medewerkers bepaalde acties kunnen verrichten in het systeem. Ook is de procedure voor het verkrijgen van een autorisatie aangescherpt.

Van de 1.229 unieke users die toegang hebben tot FSV zijn er 695 users die slechts kunnen zien of er een signaal is, maar de inhoud van het signaal is voor hen niet zichtbaar. De resterende 534 unieke users kunnen raadplegen en/of muteren.

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief over de voortgang over de aandacht voor de behandeling van persoonsgegevens binnen de Belastingdienst. Het is goed dat de Belastingdienst sessies organiseert over de AVG en het werken met persoonsgegevens.

De leden van de VVD vragen om een verklaring voor het nog recentelijk bestaan van de FSV-applicatie, ondanks de aandacht die er binnen de Belastingdienst is voor de behandeling van persoonsgegevens.

Onze ambtsvoorganger heeft in de brief aan uw Kamer van 28 mei 2019 aangegeven dat de Belastingdienst de maatregelen om de AVG te implementeren heeft kunnen realiseren, met uitzondering van de maatregel «verwijderen van verouderde gegevens»(Kamerstuk 31 066, nr. 485). In die brief is de toezegging gedaan de Auditdienst Rijk (ADR) te vragen te toetsen in hoeverre de Belastingdienst zijn oorspronkelijke aanbevelingen voor een toetsbare implementatie van de AVG heeft opgevolgd. Over de uitkomst van dat onderzoek is uw Kamer geïnformeerd in de brief van 27 februari 2020 (Kamerstuk 32 761, nr. 159).

De centrale boodschap van de ADR was dat de Belastingdienst met de aanbevelingen aan de slag is gegaan, maar dat er nog vervolgacties nodig zijn om alle bevindingen volledig op te lossen. Die boodschap heeft geleid tot het inzicht dat er meer maatregelen genomen moesten worden dan in mei 2019 werd gedacht. De Belastingdienst is aan de slag met de implementatie van deze aanbevelingen.

KPMG concludeert dat bij de Belastingdienst, organisatiebreed, in het kader van de AVG in 2018 een schonings- en archiverings-proces gestart. Dit is momenteel nog niet toereikend afgerond om te voldoen aan alle archiveringsvereisten. Daarnaast zijn rond de ingezette risicomodellen de afgelopen twee jaar aanvullende procedurele en technische waarborgen getroffen. Tevens is afgelopen voorjaar gestart met de schoning van bijvoorbeeld kopieën en downloads van FSV of andere risicoselectielijsten om lokale processen met gebruik van risicosignalen te beperken. De volledigheid van deze schonings- en archiveringsactie is door het lokale en ongestructureerde karakter nog niet geborgd.

Wij kunnen ons gezien deze onderzoeken voorstellen dat het opmerkelijk is dat momenteel nog in kaart gebracht moet worden of er eventueel met FSV vergelijkbare systemen zijn en of deze wel voldoen aan privacywetgeving.

Wij constateren dat eerder vooral is gekeken of de Belastingdienst de juiste maatregelen en procedures voor het aantoonbaar naleven van de AVG heeft geïmplementeerd. De Belastingdienst heeft bijvoorbeeld een verwerkingenregister. We moeten echter ook constateren dat onvoldoende daadwerkelijk aan die procedures werd voldaan. Zoals is aangekondigd in de begeleidende Kamerbrief gaan we daarom alle verwerkingen valideren op opzet en bestaan. Daarbij wordt tot op het detailniveau van de in de verwerking gebruikte applicaties getoetst of de vereisten uit de AVG, Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en de archiefwet, op een juiste wijze zijn mee ontworpen en geïmplementeerd. Daarbij zullen ook de uitkomsten worden betrokken van het onderzoek dat door de ADR zal worden uitgevoerd naar de wijze van totstandkoming van risicomodellen, selectieregels, data-analyses en query’s bij de Belastingdienst, en de waarborgen daarbij. Als blijkt uit de validatie dat een verwerking niet voldoet aan deze vereisten, dan nemen we passende maatregelen en daarnaast brengen we waar mogelijk ook in kaart wat de effecten op burgers en bedrijven waren als gevolg van de tekortkoming in die verwerking. We houden er rekening mee dat deze validatie, gegeven de veelheid aan verwerkingen, minimaal drie jaar in beslag zal nemen. In de uitvoering zijn verwerkingen veelal dynamisch en is en blijft het vakmanschap hoe het werk uitgevoerd wordt. Dit is voor de AVG niet anders dan voor fiscale wetgeving.

Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie waarom pas op 27 februari is besloten om niet langer gebruik te maken van FSV.

Zoals wij eerdere hebben aangegeven had dit veel eerder moeten gebeuren. In de brief van 28 april jl. zijn wij uitgebreid ingegaan op de tijdlijn ten aanzien van FSV en de GEB (Kamerstuk 31 066, nr. 632)

Daarnaast vragen de leden van de VVD hoe het mogelijk was dat de FG zo snel, binnen een dag, advies kon geven.

De reden hiervoor was dat het de Functionaris Gegevens bescherming al vrij snel duidelijk was dat er op essentiële punten niet werd voldaan aan de AVG.

Deze leden vragen naar de oorzaak voor het laat informeren van de FG over het bestaan van FSV.

Zoals is aangegeven in de brief die wij uw Kamer 28 april jl. hebben doen toekomen, had de concept-GEB die in januari 2019 is opgeleverd al aanleiding moeten zijn om de FG te betrekken om een oordeel te kunnen geven of er nog wel zorgvuldig conform de AVG met het systeem gewerkt kon worden.

In de hierboven genoemde brief hebben wij ook aangegeven dat de omvang van het werkterrein en het belang van gegevensbescherming te belangrijk vinden om een solitaire functie zonder ondersteuning te kunnen zijn. Door meer ondersteuning te bieden voor deze functie kan de FG effectiever gebruik maken van zijn functie. Daarnaast kan dit team helpen om meer bewustzijn te creëren voor deze functie binnen de Belastingdienst. Op deze manier hopen wij te voorkomen dat de FG bij soortgelijke processen over het hoofd wordt gezien, en dat hij hierdoor in het vervolg ook tijdig wordt geïnformeerd.

De leden van de VVD-fractie lezen in de bij de Belastingdienst interne werkinstructie «bepalen Opzet of Grove Schuld» (Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 544) dat het team Fraude van Toeslagen bij opzet of grove schuld het BSN moet toevoegen aan FSV mocht blijken dat dit nummer er nog niet in staat.

De leden van de VVD-fractie vragen op basis waarvan het team Fraude toetst of er sprake is van opzet.

Voor de volledigheid: De term opzet of grove schuld in het fraudeproces verschilt van opzet grove schuld ten aanzien van betalingsregelingen.

Er zijn twee verschillende typen bepalingen van opzet of grove schuld te onderscheiden binnen het risicosignalenproces bij Toeslagen. De eerste bepaling werd vastgelegd in FSV en vond plaats bij het uiteindelijk opleggen van een eventuele sanctie door middel van een bestuurlijke boete of door strafrechtelijke vervolging en kent dan ook een grotere bewijslast dan de tweede bepaling. Deze vond plaats bij het eventueel aanbieden van een persoonlijke betalingsregeling. Hierbij werd gekeken of de schuld mogelijk is ontstaan door opzet of nalatigheid aan de kant van de burger. Bij Toeslagen vond geen verdere registratie van deze vorm van OGS in FSV plaats. De enige uitzondering hierop was dat indien er tijdens de beoordeling dermate frauduleuze zaken (opzet grove schuld in de zin van sanctie) werden ontdekt, dit aanleiding was voor een nieuw onderzoek.

In het geval dat een toeslag wordt verminderd of stopgezet naar aanleiding van een toezichtsactie kan er een schuld ontstaan van de burger aan Toeslagen. Het Belastingdienstbrede onderdeel Invordering (LIC) van de Belastingdienst verhaalt deze schuld op de burger. Deze burger kan vervolgens een persoonlijke betalingsregeling aanvragen. Voorwaarde voor het verkrijgen van deze betalingsregeling was dat de schuld niet te wijten was aan opzet of nalatigheid aan de kant van de burger, oftewel OGS. FSV kon geraadpleegd worden als iemand een persoonlijke betalingsregeling aanvroeg. Als reeds een sanctie was opgelegd, dan werd bij beoordeling of er sprake zou kunnen zijn van OGS dit meegenomen in de beoordeling.

Daarnaast kreeg invordering maandelijks de zgn. 1x1-lijst. Deze lijst diende eveneens als bron in de beoordeling van eventuele OGS. Hier ging echter altijd nog een behandeling aan vooraf. Hiermee werden de eerdergenoemde onterechte 1x1-aanduidingen in FSV eruit gefilterd. Deze beoordeling kon erin resulteren dat een burger een O/GS-kwalificatie kreeg, waardoor het voor de burger in beginsel niet mogelijk om in aanmerking te komen voor een persoonlijke betalingsregeling. De standaard betalingsregeling van 24 maanden behoorde altijd wel tot de mogelijkheden.

KPMG concludeert dat er bij de directie Toeslagen in het verleden risicosignalen zijn ontvangen die door het Fraudemeldpunt als dermate duidelijk «frauduleus» werden beschouwd, dat de aanvinkoptie «fraude» direct werd aangevinkt alvorens het signaal het volledige onderzoekstraject had doorlopen. Als gevolg van een capaciteitstekort kon het voorkomen dat een dergelijk signaal pas veel later of helemaal niet meer in behandeling is genomen. Bij het eventueel aanbieden van een betalingsregeling hebben we bij Toeslagen moeten vaststellen dat er burgers zijn die onevenredig schade hebben opgelopen doordat hen deze kwalificatie te makkelijk is gegeven. Dit is uiteraard onacceptabel.

In de debatten en brieven aan uw Kamer heb ik inzake Herstel Toeslagen benoemd dat waar Toeslaggerechtigden schade hebben ondervonden van een onterechte kwalificatie «OGS», wij voor compensatie zullen zorgen.

Daarnaast vragen deze leden of het BSN van mensen die het team Fraude, van Toeslagen, wel behandelt, maar waar bij die behandeling geen bewijs wordt gevonden voor opzet, terecht in FSV zijn gezet.

Ja dit kwam terecht in FSV. Medewerkers van het Meldpunt Fraude Toeslagen selecteren de berichten naar aard en op mogelijke bruikbaarheid voor Toeslagen. Binnengekomen berichten worden geselecteerd naar berichten die niet relevant zijn voor Toeslagen en berichten die mogelijk relevant zijn. Alle berichten waarbij mogelijk sprake is van een onrechtmatige toekenning van een toeslag worden als signaal inhoudelijk beoordeeld en zijn derhalve als mogelijk relevant voor Toeslagen aan te merken. Dit betreft ongeveer 10% van de ontvangen berichten. Pas als het signaal daadwerkelijk is opgepakt kan bepaald worden of er sprake is van recht op toeslagen en mocht dit niet het geval zijn of er opzet in het spel is. Dit kan betekenen dat pas achteraf blijkt dat het signaal onterecht erin staat.

Ook vragen de leden van de VVD of iemand die in FSV staat geregistreerd automatisch het recht op een persoonlijk betalingsregeling zou verliezen.

Nee, dit is niet het geval. KPMG concludeert in haar rapport dat in het invorderingsproces afzonderlijk opzet/grove schuld kon worden geïndiceerd buiten FSV. Deze indicatie werd, in combinatie met de opzet/grove schuld-indicatie in FSV vanuit het sanctieproces-, gebruikt om te bepalen hoe streng een burger werd bejegend. Het effect van de registratie in FSV hangt dus af van wat er uit het onderzoek van desbetreffende persoon is gebleken. Als opzet reeds is aangetoond verliest (verloor) iemand het recht op een persoonlijke betalingsregeling.

De leden van de VVD-fractie lezen in dat FSV behoort aan de directie MKB terwijl in een eerder toegestuurde tijdlijn staat dat de directeur GO eigenaar is van de applicatie. Zij vragen om een toelichting onder welke directie de FSV-applicatie valt en wat hiervoor de motivering is.

FSV is sinds begin 2018 «as is» ondergebracht in de keten Generiek Kantoor Toezicht (hierna: GKT) die onder de verantwoordelijkheid van de primaire procesdirectie Grote Ondernemingen ressorteert. GKT ontwikkelt en onderhoudt applicaties in opdracht van primaire procesdirecties. De directie MKB is de business owner van FSV. De directie die een applicatie gebruikt is verantwoordelijkheid voor het uitvoeren en opvolgen van GEB's op het eigen proces waarin de applicatie wordt gebruikt.

De leden van de VVD-fractie lezen in de notitie Fraudemeldpunten Belastingdienst dat binnengekomen meldingen niet eenduidig worden geregistreerd en vragen of de binnengekomen meldingen wanneer deze onterecht zijn niet alsnog geregistreerd worden in FSV. Tevens vragen zij naar de relatie tussen FSV, de verschillende meldpunten en een zaakvolgsysteem.

Zoals eerder is aangegeven, werden bij Toeslagen ook signalen in FSV geregistreerd die mogelijk relevant waren. Hierdoor werden soms ook berichten geregistreerd waarvan later bleek dat dit niet terecht was.

De Belastingdienst ontvangt op jaarbasis zeer veel en verschillende signalen vanuit verschillende gremia zoals burgers, overheden, ketenpartners e.d. Binnen de Belastingdienst zijn voor de beoordeling en behandeling van deze signalen diverse meldpunten ingericht. Zoals het Infodesk FIOD, Toeslagen Fraude en het Centraal Meldpunt Faillissementsfraude (CMF). De werkwijze bij de verschillende directies binnen de Belastingdienst waar de meldpunten zijn ondergebracht verschilt echter. Dit concludeert KPMG ook in haar rapport. Bij sommige meldpunten worden alle meldingen in FSV geregistreerd. Bij de directie Toeslagen landen uiteindelijk slechts 10% van de meldingen bij de Fraudepostbus Toeslagen in FSV omdat een melding eerst werd onderzocht. Niet alle meldingen leiden dus tot een registratie in FSV bij Toeslagen.

De applicatie Fraude Signaleringsvoorziening werd daarbij gebruikt om signalen van mogelijk fraude te kunnen registreren. FSV is dus een registratiesysteem maar geen zaakvolgsyteem.

Deze leden vragen wat er met de in de notitie geconstateerde hiaten is gedaan en op welke manier het systeem van de verschillende meldpunten wordt verbeterd en waarom op deze manier.

Naar aanleiding van de geconstateerde hiaten was de Belastingdienst een verkenning naar de inrichting van de informatiestromen gestart. Deze verkenning had tot doel om meer inzicht te krijgen in hoe de verschillende meldpunten zijn georganiseerd en werken en welke verbeteringen nodig waren. We hebben besloten om deze verkenning onderdeel uit te laten maken van het externe onderzoek door KPGM naar FSV en FSV-achtigen. De Belastingdienst gaat de informatiestromen verbeteren en zal daarbij gebruik maken van de constateringen en aanbevelingen uit het KPMG rapport. Daarnaast gaan we, zoals in de begeleidende Kamerbrief is aangekondigd, alle verwerkingen valideren op opzet en bestaan.

Daarnaast vragen de leden hoe wordt voorkomen dat hieruit een volgende FSV-gerelateerde lijst ontstaat.

Omdat gebleken is dat op een verschillende wijze werd omgegaan met de behandeling van signalen door de verschillende directies, is onderling afgestemd hier in vervolg op een uniforme wijze mee om te gaan. Voor de behandeling van informatieverzoeken (die verweven waren met de signalen) is inmiddels een nieuw proces ontwikkeld dat losgekoppeld is van de behandeling van signalen. Dit proces is AVG proof en wordt gebruikt om deze verzoeken te beoordelen en verwerken. Voor de behandeling van signalen is dit proces nog in ontwikkeling.

Deze leden vragen ook of de ADR en de AUT zijn geïnformeerd over het bestaan en het uit de lucht halen van FSV en hoe zij hierop hebben gereageerd.

Naar aanleiding van vragen van de Adviescommissie uitvoering toeslagen en van de ADR is zowel aan de Adviescommissie als aan de ADR op verschillende momenten een aantal documenten verstrekt. In enkele daarvan komt FSV aan de orde. In deze documenten is onder meer te lezen dat FSV een applicatie is waarin fraudesignalen worden geregistreerd en worden voorbeelden van signalen gegeven. Op 2 maart jl., de dag dat de brief aan uw Kamer is verzonden waarin het tot nader orde uitzetten van FSV is gemeld, is aan de ADR de GEB van FSV verzonden (Kamerstukken 31 066 en 32 761, nr. 604).

De AUT heeft in haar eindrapport FSV niet genoemd. De ADR heeft er op pagina 11 aandacht aan besteed: «In geval van een sterk vermoeden van fraude, wordt de behandeling overgedragen aan een fraudeteam. In dit geval werd de burger veelal opgenomen in de Fraude Signalering Voorziening (FSV).» De ADR heeft nog vragen gesteld over de GEB van de FSV welke op 5 maart jl. zijn beantwoord.

De leden van de VVD-fractie vragen of FSV door de Autoriteit Persoonsgegevens is meegenomen in het onderzoek naar het gebruik van de (tweede) nationaliteit door de Belastingdienst.

De AP zal binnenkort haar onderzoek afronden. Na afronding zal ik een kabinetsreactie sturen waarbij ik deze vraag meeneem.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de fractie van de PVV vragen of de andere marktpartijen, die in de offerteaanvraag FSV genoegd zijn, ook hebben gereageerd.

Alle aangeschreven marktpartijen, genoemd in de Offerteaanvraag nadere overeenkomst FSV Procesbeschrijving en advies, hebben gereageerd. Twee van de vijf aangeschreven partijen hebben verklaard niet in te schrijven omwille van het niet kunnen bieden van de gevraagde kwaliteit en het niet kunnen vrijmaken van de juiste expertise voor deze opdracht. De drie ontvangen inschrijvingen waren conform de aanbestedingsdocumenten.

De leden van de fractie van de PVV vragen ook naar gunningscriteria op basis waarvan de opdracht aan KPMG Advisory N.V. is gegund.

Het gunningscriterium is Beste Prijs Kwaliteit verhouding. De inschrijver met de hoogste totaalscore op prijs en kwaliteit komt voor gunning in aanmerking. KPMG heeft de hoogste totaalscore behaald.

Daarnaast vragen deze leden of KPMG Advisory N.V. «iets significants aanvullend» kon aanbieden in vergelijking met andere marktpartijen.

De inschrijvers waren gehouden aan de specificaties van de opdracht, zoals vermeld in de aanbestedingsdocumenten.

KPMG heeft, binnen de kaders van de gestelde gunningscriteria, op het totaal van prijs en kwaliteit meer geboden dan de andere inschrijvers en behaalde daarmee de Beste Prijs Kwaliteit Verhouding.

Ook vragen de leden van de fractie van de PVV op welke manier dit onderzocht verricht is.

Zoals inmiddels in het rapport staat genoemd, betreft het een papieren onderzoek (documentanalyse) in combinatie met het afnemen van interviews met ongeveer dertig functionarissen van de Belastingdienst en het laten uitvoeren en analyseren van query’s op de voor het onderzoek beschikbaar gestelde database van FSV.

In het begin van de zomer zal de Staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over de eerste uitkomsten van het onderzoek uit fase I alsmede overgaan tot beantwoording van Kamervragen.

De leden van de fractie van de PVV vragen wanneer de Kamer geïnformeerd zal worden over de eerste uitkomsten van het onderzoek uit fase I en de beantwoording van de Kamervragen.

De beantwoording van deze vraag is gelijktijdig met de brief over uitkomsten over het onderzoek naar fase I aan uw kamer gestuurd.

In fase II zal een externe partij onderzoek verrichten naar de mogelijke effecten op de beoordeling van burgers en bedrijven, zo lezen de leden van de PVV-fractie. Hierbij worden eveneens partijen buiten de gebruikelijke raamovereenkomst betrokken.

De leden van de fractie van de PVV vragen waarom vier maanden aangehouden wordt voor het inkooptraject en of dit niet versneld kan worden.

Wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van bestaande raamovereenkomsten is er sprake van een nieuwe overheidsopdracht. Deze zal, afhankelijk van de (geraamde) opdrachtwaarde, in concurrentie moeten worden uitgevraagd volgens een van de toegestane aanbestedingsprocedures. Afhankelijk van de te hanteren aanbestedingsprocedure wordt de doorlooptijd in sterke mate bepaald door onder andere de in de Aanbestedingswet voorgeschreven termijnen.

De leden van de fractie van de PVV vragen of er al een offerteaanvraag is opgesteld voor fase II van het onderzoek.

Hierop is het antwoord dat dit nog niet gebeurd. Hiervoor moest eerst het onderzoek naar fase I worden afgewacht. Naar aanleiding van de uitkomsten van fase I is nu helder wat de scope van de opdracht voor fase II moet worden. We hebben daarom in de begeleidende Kamerbrief aangegeven welke onderwerpen we in Fase II mee willen nemen.

Ook vragen deze leden of, en zo ja waar, de offerteaanvraag publiekelijk is gepubliceerd.

Afhankelijk van de te hanteren aanbestedingsprocedure kan de offerteaanvraag, op grond van de Aanbestedingswet, openbaar gepubliceerd moeten worden. Publicatie vindt dan plaats via TenderNed.

De leden van de fractie van de PVV vragen van welke marktpartijen er offertes zijn ontvangen voor de tweede fase van het onderzoek.

Op dit moment is er nog geen offerteaanvraag (voor fase II) opgesteld. De offerteaanvraag is daarom nog niet gepubliceerd. Overigens zijn de inschrijvers voor een aanbesteding pas bekend na het verstrijken van de inschrijftermijn. Pas dan mogen de offertes geopend worden.

De leden van de fractie van de PVV vragen of het onderzoek naar FSV van invloed is op de compensatieregeling in het kader van de kinderopvangtoeslag.

Zoals eerder met uw Kamer gedeeld zal de UHT voor het uitvoeren van de werkzaamheden onder andere informatie inwinnen uit basisregistraties, het eigen Toeslagen Verstrekkingen Systeem en archiefsystemen. Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat tips en kliks en aansluitend registratie in FSV geen automatisch gevolg voor de burger hadden. Tegelijkertijd moeten we concluderen dat er in het verleden ruimhartig werd omgegaan met registratie in FSV en met name het vinkje «fraude» wat aangevinkt kon worden bij het signaal. Bij UHT is de werkwijze dat bij de burgers die zich hebben gemeld voor herbeoordeling compensatie plaats vindt, tenzij er aantoonbare en goed onderbouwde argumenten zijn om dit niet te doen. Mochten er dus burgers in de herbeoordeling zijn die onterecht als fraudeur in FSV aangemerkt, worden zij tegemoet gekomen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van het CDA vragen naar de motivatie om een externe partij te betrekken bij het onderzoek naar FSV, of er door de Belastingdienst zelf onderzoek is gedaan naar de onderzoeksvragen en welke «vergelijkbare applicaties» bij de Belastingdienst in beeld zijn.

Zoals in de brief van 28 april reeds is aangegeven hebben we tijdens de periode tussen het informeren van uw Kamer over FSV en het inhuren van een externe partij ook intern onderzoek gedaan. De onderzoeksvragen die hierbij zijn gehanteerd staan in deze brief genoemd.

Hoewel dit interne onderzoek al meer helderheid heeft gebracht, moesten we helaas ook constateren dat er nog veel onduidelijk was. Omdat wij het essentieel vonden om de onderzoeksvragen vollediger te kunnen beantwoorden is toen besloten om hulp van een externe partij in te roepen. Deze partij, KPMG Advisory N.V.,heeft in haar onderzoek ook benoemd welke vergelijkbare applicaties bij de Belastingdienst in beeld zijn gebracht.

Dit spanningsveld zien deze leden ook terug in de nota van inlichtingen bij de aanbesteding en dit roept de volgende vragen op.

De leden van de fractie van het CDA vragen naar de reden dat bij de aanbesteding is aangegeven dat er geen forensisch onderzoek gedaan dient te worden naar recente aanpassingen die in systemen zijn gemaakt en het systeemgebruik.

Gezien de korte tijd voor deze fase van het onderzoek willen we dat de externe partij in korte tijd antwoord geeft op de meest urgente vraag hoe FSV gebruikt werd en of er meer applicaties met de karakteristieken van FSV aanwezig zijn. Daarbij is een scope aangebracht tot de toezichtsprocessen, daar eventuele effecten voor burgers en bedrijven zich daar het meest laten gelden. Zoals aangekondigd komt er nog een vervolgonderzoek.

De leden van de fractie van het CDA vragen daarnaast of het klopt dat er geen onderzoek wordt gedaan naar de vraag of er bij andere directies, naast MKB, Particulieren, Toeslagen en CAP, gebruik werd gemaakt van FSV.

Uitgangspunt van het onderzoek is het mogelijke gebruik van FSV binnen de gehele Belastingdienst, dus ook andere directies dan die zijn genoemd. Op basis van de autorisaties voor FSV weten we waar deze applicatie gebruikt wordt. De scope voor het onderzoek is daarom beperkt tot de genoemde vier directies.

Hoewel het klopt dat er dus geen onderzoek is gedaan of er breder gebruik werd gemaakt van FSV, heeft KPMG wel functionarissen binnen de FIOD geraadpleegd inzake risicosignalen, ondanks dat de FIOD niet in scope is van hun onderzoek. Ook de Douane viel buiten de scope van dit onderzoek.

De leden van de fractie van het CDA vragen daarnaast of er met zekerheid gesteld kan worden dat bij de overige directie geen gebruik is gemaakt van FSV.

De applicatie FSV kan alleen gebruikt worden als een medewerker daar een autorisatie voor heeft. Op basis van de administratie van autorisaties (IMS) is er nu geen aanleiding om aan te nemen dat er bij overige directies gebruik is gemaakt van FSV.

Daarnaast vragen deze leden of bij twijfel over de directies die gebruik konden maken van FSV de onderzoeksvraag uitgebreid kan worden.

Uit het onderzoek door KPMG is niet gebleken dat er nog andere, externe partijen toegang hadden tot FSV. Wel werd er, bijvoorbeeld door het Fraudemeldpunt Toeslagen, informatie gedeeld met externe partijen. Er zijn geen nadere acties op dit moment voorzien.

Onder punt 14 staat dat de onderzoeker geen toegang krijgt tot FSV zelf, ook niet onder strikte geheimhouding, alleen maar toegang tot de handleiding bij de FSV. De leden van de CDA-fractie begrijpen dat de bescherming van de data in FSV van groot belang is, maar zij vragen zich echt af hoe er degelijk onderzoek gedaan kan worden naar FSV, zonder toegang tot FSV.

De leden van de fractie van het CDA vragen zich af waarom er niet gekozen is tot toegang onder strikte geheimhouding of, wanneer dat niet mogelijk is, voor onderzoek door de Belastingdienst zelf.

In fase I is er in eerste instantie voor gekozen om alleen onderzoek te doen naar de wijze waarop FSV gebruikt wordt door de verschillende directies en voor de verschillende signaalsoorten. Oftewel: breng de processen voor de verschillende soorten signalen in kaart. Voor dat onderzoek was geen toegang nodig tot de individuele gevallen.

De Belastingdienst heeft KPMG later wel gevraagd om onderzoek te doen naar het gebruik van nationaliteit in het vrije tekstveld. Op basis van een query heeft de Belastingdienst toegang gegeven tot de inhoud van het vrije tekstveld. Bij gegevensgerichte werkzaamheden op vastleggingen in het vrije tekstveld van – de reeds geschoonde versie van – FSV heeft KPMG vervolgens vastleggingen in kaart gebracht betreffende mogelijk gevoelige bijzondere persoonsgegevens. KPMG concludeert ook dat er geen specifiek veld in FSV is waar de nationaliteit dan wel tweede nationaliteit ingevuld werd. De enige mogelijkheid daartoe is om het vrije tekstveld te gebruiken.

De leden van de CDA-fractie vragen naar de toegang van KPMG tot FSV en dringen erop aan dat er ook echt onderzoek gedaan wordt naar FSV inclusief het gebruik ervan. Daarnaast vragen deze leden waarom sprake zou zijn van een gedegen onderzoek als alleen de handleiding gelezen mag worden.

In de offerteaanvraag hebben we de partijen gevraagd met een plan te komen om het gebruik van FSV in beeld te brengen. De handleiding is één van de vertrekpunten voor de externe onderzoeker om dat plan te kunnen opstellen. De partijen mochten daarbij zelf aangeven in de offerte wat er nog meer nodig zou moeten zijn om het gebruik goed in beeld te brengen. Op basis van het eigen plan heeft KPMG toegang gekregen tot andere basisdocumenten als Gegevensbeschermingseffectbeoordelingen (GEB's) van verwerkingen die in de loop van het onderzoek raakvlakken bleken te hebben met FSV, architecturen en een uitdraai van het register van verwerkingen. Ook heeft KPMG medewerkers geïnterviewd om het daadwerkelijk gebruik in beeld te brengen. Daarnaast heeft de Belastingdienst op basis van een query KPMG toegang gegeven tot de inhoud van het vrije tekstveld

De leden van de fractie van het CDA vragen of de handleiding van FSV met de Kamer gedeeld kan worden.

Er is een handleiding FSV van oktober 2013. Deze is digitaal beschikbaar en doe ik u hierbij toekomen.

Onder punt 25 staat dat er een dossier is van ongeveer 75 documenten over FSV die, na schoning van conceptversiestukken, aan de onderzoeker ter beschikking gesteld worden. Ook hierbij vragen de leden van de CDA-fractie zich af of wel echt sprake is van een onderzoek als de onderzoekers geen toegang hebben tot FSV, maar alleen tot de door de Belastingdienst ter beschikking gestelde documenten over FSV. Als je een huis koopt, vertrouw je ook niet alleen op de verkooptekst, maar ga je het huis bezichtigen.

Onder punt 28 staat dat de onderzoekers de beschikking hebben over 15 ingevulde vragenlijsten. Deze vragenlijst was uitgezet bij de directeuren van CAP, DF&A, FIOD, GO, MKB, Particulieren, en Toeslagen.

Daarnaast vragen deze leden of van elk dienstonderdeel een vragenlijst is opgenomen.

Ik kan bevestigen dat van de directies CAP, DF&A, FIOD, GO, MKB, Particulieren, en Toeslagen.

een ingevulde vragenlijst is ontvangen over de verkenning naar de informatiestromen.

De leden van de fractie van het CDA vragen daarnaast naar de reden om het onderzoek te beperken tot de applicaties die op dit moment operationeel zijn bij CAP, MKB, Particulieren en Toeslagen.

In onze beantwoording hebben we eerder aangeven dat we uw Kamer op korte termijn willen informeren over de mogelijke effecten op burgers en bedrijven als gevolg van de opname in FSV en soortgelijke applicaties. Wij hebben uw Kamer in een eerdere brief toegezegd alle applicaties van de Belastingdienst door te lichten op naleving van relevante wet- en regelgeving. De nu niet geraakte applicaties komen nog aan de beurt in het vervolgonderzoek. Zoals in de begeleidende Kamerbrief is gemeld, gaan we daarom alle verwerkingen valideren op opzet en bestaan.

Deze leden vragen of niet meer applicaties, ook die van andere directies en ook uit het verleden, meegenomen hadden moeten worden in het onderzoek.

Wij vinden deze inzichten inderdaad ook relevant. Daarom zijn we ook nog niet klaar met dit onderzoek.

Nog specifieker, vragen de leden van de fractie van het CDA waarom in de aanbesteding dit onderzoek is beperkt tot applicaties die voor 25 februari jl. niet waren gesloten.

Omwille van het op korte termijn informeren van uw Kamer, hebben we de scope van de opdracht aan de externe partij moeten beperken.

De leden van de fractie van het CDA vragen ook of het niet relevant wordt gevonden om ook applicaties uit voorgaande jaren mee te nemen.

Wij vinden het ook zeker relevant om te weten of daar sprake van is geweest. Daarom zijn we ook nog niet klaar met dit onderzoek.

In meer algemene zin is het duidelijk dat FSV volstrekt niet aan de AVG voldoet.

De leden van de fractie van het CDA vragen of er juridisch advies is ingewonnen nu duidelijk is dat FSV niet aan de AVG voldoet.

Het antwoord hierop is dat er is geen juridisch advies is ingewonnen.

Naar aanleiding van de vorige vraag, stellen deze leden de vraag waarom wij denken dat er geen meldingsplicht is.

FSV is een registratietool voor diverse signalen en informatieverzoeken. Voor dit soort tools is er geen meldingsplicht.

De leden van de CDA-fractie hebben ook kennisgenomen van het ADR-vervolgrapport over de toepassing van de AVG bij de Belastingdienst.

Deze leden vragen welke applicaties in het ADR-vervolgrapport over de toepassing van de AVG bij de Belastingdienst in beeld zijn gekomen.

De ADR heeft onderzoek gedaan naar de volledigheid van de maatregelen die de Belastingdienst aan het implementeren was om de AVG in te voeren. Dat onderzoek zag dus niet op individuele verwerkingen. Daarbij zijn dus ook geen applicaties in beeld gekomen.

Daarnaast vragen de leden van de CDA-fractie of de FSV-applicatie bij het ADR onderzoek in beeld was en hoe deze is beoordeeld.

Het onderzoek van de ADR zag toe op de implementatie van maatregelen en was niet toegespitst op de verwerkingen zelf dan wel de applicaties.

De leden van het CDA geven aan al langere tijd vragen te stellen over of de Belastingdienst AVG-proof is of niet en vragen of de FSV-applicatie op basis hiervan in beeld is gekomen en is beoordeeld.

Op basis van een analyse, een facultieve GEB op de informatieloketten MKB, heeft het directieteam van MKB als business owner van FSV op 20 augustus 2018 besloten tot het uitvoeren van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) op de applicatie FSV. Bij het verschijnen van de eerste conceptversie van die GEB in januari 2019 kwamen er bevindingen boven water op zowel de applicatie alsook op (een deel van) de processen waar FSV in gebruikt werd. KMPG concludeert in het onderzoek dat de AVG- en biowaarborgen waren bij FSV onvoldoende zijn geïmplementeerd. Ook ontbrak het volgens KPMG bij FSV aan een accurate toewijzing van autorisaties en aan een logging van het gebruik van FSV waardoor mutatie- en exportrechten mogelijk onrechtmatig zijn gebruikt.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie waarom eerder door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de rijksbrede raamovereenkomst auditdiensten is afgesloten.

In het kader van het Rijksbreed Categoriemanagement voor Generieke Dienstverlening, zijn de Financieel Advies en Auditdiensten door de Categoriehouder, het (toenmalige) Ministerie van Infrastructuur en Milieu, voor alle deelnemers van de rijksoverheid aanbesteed.

De leden van de D66-fractie vragen per welke datum de eerste en tweede fase van het onderzoek afgerond zijn.

Zoals wij in de brief van 26 mei jl. hebben aangegeven bestaat het onderzoek naar FSV uit twee fases. Fase I is nu afgerond en levert input voor fase II. In de brief van 26 mei hebben wij aangegeven dat wij bij dit onderzoek, conform de wens van uw Kamer, ook partijen buiten de gebruikelijke raamovereenkomst willen betrekken. Ook willen wij de concept-opzet voor het tweede fase onderzoek, die wij verwachten nog in het reces met uw Kamer te kunnen delen, graag met uw Kamer bespreken.

De leden van de D66-fractie vragen naar het doel van het vaststellen van de inmiddels 17 domeinarchitecturen, zoals onder andere naar voren is gebracht bij verschillende jaarplannen van de Belastingdienst.

De domeinarchitectuur geeft een meerjarig beeld van de ontwikkeling van het IV-landschap in het betreffende domein. Voorbeelden van een domein zijn het domein Auto en het domein Inkomensheffing. De domeinarchitectuur geeft daarbij aan welke acties er nodig zijn om de doorontwikkeling van het IV-landschap mogelijk te maken. Formele vaststelling vindt plaats nadat getoetst is of de domeinarchitectuur voldoet aan de integrale visie, kaders en richtlijnen van de belastingdienst. Na vaststelling dient de domeinarchitectuur als input voor het Belastingdienstbrede portfolio.

Deze leden vragen of het vaststellen van de domeinarchitecturen ook als doel had om een beter zicht te hebben op de verschillende aanwezige (ICT- en data-)systemen binnen de Belastingdienst.

Een domeinarchitectuur beschrijft de gewenste inrichting van het IV-landschap en de stappen die gezet moeten worden om daar te komen. Voor dat laatste is het noodzakelijk om ook de huidige situatie te kennen. Onderdeel van het opstellen van een domeinarchitectuur is dan ook het inventariseren van het huidige IV-landschap.

De leden van de D66-fractie vragen of bij het vaststellen van de verschillende domeinarchitecturen signalen naar boven zijn gekomen over meer applicaties die niet voldoen aan de privacywetgeving.

Bij het inventariseren van het huidige IV-landschap wordt getoetst of de geschetste doorontwikkeling voldoet aan de geldende privacy/ beveiligingsrichtlijnen en standaarden. Indien daarbij een situatie aangetroffen wordt die niet conform is, wordt deze gecorrigeerd.

Bij het opstellen van de reeds afgeronde domeinarchitecturen zijn geen afwijkingen op de AVG geconstateerd. Bij het KPMG onderzoek, en eerder het onderzoek van de ADR, is wel gebleken dat er applicaties en verwerkingsprocessen zijn die nog niet voldoen aan de AVG.

Deze leden vragen daarnaast hoeveel vergelijkbare systemen in de aanloop naar het uitzetten van het onderzoek zijn gevonden.

Wij zijn zelf een onderzoek gestart, maar we zijn hiermee gestopt op moment dat duidelijk werd dat voor dit onderzoek een externe partij werd ingehuurd. Op dat moment waren er nog geen vergelijkbare systemen gesignaleerd.

De leden van de D66-fractie vragen ook hoeveel signalen van mogelijk fraude sinds 28 april zijn opgepakt en gedeeld met onder andere het OM en de gemeenten.

De applicatie waarin verzoeken geregistreerd werden, was FSV. Nu FSV uitgeschakeld is, kunnen dergelijke verzoeken niet meer behandeld worden. Niet uitgesloten kan worden dat op individueel niveau een medewerker alsnog urgente meldingen afgehandeld heeft.

Deze leden vragen ook met welke partijen, naast het OM en de gemeenten, de Belastingdienst signalen deelt.

De Belastingdienst heeft convenanten met verschillende instanties. Om hier een completer beeld van de krijgen, verwijs ik u naar de volgende website: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/intermediairs/toezicht/convenanten/convenanten_met_afnemers_van_informatie/. Het uitgangspunt is echter onze geheimhoudingsplicht op basis van artikel 67 AWR, 43C UAWR en wettelijke bepalingen in categorale wetgeving. De Belastingdienst deelt geen gegevens, tenzij dit is vastgelegd in een wettelijke bepaling.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP zijn kritisch op het gunnen van de opdracht aan KPMG en vragen hoe deze keuze kan worden gemotiveerd en vragen of de onafhankelijkheid van KPMG wel gegarandeerd kan worden.

Wij zijn verplicht opdrachten eerst uit te zetten bij de mantelpartijen. De betrokken partij heeft succesvol ingeschreven op een aanbesteding en is daarmee dus één van de mantelpartijen in het perceel auditdiensten.

De leden van de SP vragen of de onafhankelijkheid van de uitkomsten van het onderzoek van KPMG wel gegarandeerd kunnen worden, of het onderzoek wel met vertrouwen tegemoet kan worden getreden en of dit onderzoek van KPMG een solide uitgangspunt kan zijn voor fase II van het onderzoek.

KPMG heeft onafhankelijk en onder eigen verantwoordelijkheid een rapport opgeleverd. KPMG heeft hierbij alle medewerking gekregen van de Belastingdienst. Het rapport is voor ons voldoende basis om onze conclusies uit de brief van 10 juli op te baseren en op basis van de bevindingen vervolgstappen te zetten.

De leden van de SP-fractie wijzen niet alleen de keuze van KPMG af, ze zijn ook geschrokken van de achterliggende onderzoeksopdracht.De leden van de SP-fractie vragen wie de onderzoeksopdracht heeft opgesteld.

De onderzoeksopdracht is opgesteld door de projectgroep die binnen de Belastingdienst belast was met het opzetten van het onderzoek naar FSV.

Daarnaast vragen de leden van SP-fractie waarom er geen forensisch onderzoek wordt gedaan.

Gezien de korte tijd voor deze fase van het onderzoek willen we dat de externe partij in korte tijd antwoord geeft op de meest urgente vraag hoe FSV gebruikt werd en of er meer applicaties met de karakteristieken van FSV aanwezig zijn. Daarbij is een scope aangebracht tot de toezichtsprocessen, daar eventuele effecten voor burgers en bedrijven zich daar het meest laten gelden. Zoals aangekondigd komt er nog een vervolgonderzoek.

De leden van de SP-fractie vragen waarom ervoor is gekozen om dit onderzoek niet tot een formele audit te maken.

Om een formele audit uit te voeren, is een toetskader noodzakelijk. Dat toetskader zou in dit specifieke geval een actueel procesontwerp moeten zijn op basis waarvan de auditor kan toetsen of de Belastingdienst werkt conform dat ontwerp. Voor de processen waarin gebruik gemaakt werd van de applicatie FSV, ontbreekt het aan actuele procesontwerpen. Daarom is gevraagd om uit te zoeken hoe FSV gebruikt werd en te adviseren over aanvullende waarborgen voor correct gebruik.

De leden van de SP-fractie vragen wat de reden is geweest achter de oplevering rond 8/15 juni? Is hierbij snelheid of kwaliteit leidend geweest?

We willen uw Kamer op korte termijn, informeren over de werking van FSV en de eerste resultaten van het onderzoek naar soortgelijke applicaties met uw Kamer delen. Ook wij zien dat dit een zeer korte periode is maar vanwege het belang is het nodig geacht een dergelijke korte doorlooptijd te moeten nemen waarbij nog steeds kwaliteit is gevraagd. Daarom is de scope gericht op alleen de toezichtsprocessen binnen de vier eerdergenoemde directies.

De leden van de fractie van de SP vragen of het de bedoeling is dat de Kamer het adviesrapport ook krijgt voordat tot de tweede fase wordt overgegaan. De leden van de SP-fractie wensen het adviesrapport te zien voordat wordt overgegaan tot de tweede fase van onderzoek.

Dit is inderdaad het geval.

De leden van de SP-fractie zijn ook verbaasd over de indruk dat het onderzoek toch niet gaat over álle systemen en applicaties in de héle Belastingdienst.Deze leden vragen zich daarom af waarom onder punt 12 de keuze is gemaakt om het onderzoek te beperken tot de vier directies die gebruik maakten van FSV.

In onze beantwoording hebben we eerder aangeven dat we uw Kamer op korte termijn willen informeren over de mogelijke effecten op burgers en bedrijven als gevolg van de opname in FSV en soortgelijke applicaties. Wij hebben uw Kamer in een eerdere brief toegezegd alle applicaties van de Belastingdienst door te lichten op naleving van relevante wet- en regelgeving. De nu niet geraakte applicaties komen nog aan de beurt in het vervolgonderzoek. Zoals in de begeleidende Kamerbrief is gemeld, gaan we daarom alle verwerkingen valideren op opzet en bestaan.

Daarnaast vragen deze leden waarom de vragenlijsten niet zijn uitgezet bij DF&A.

DF&A heeft wel een vragenlijst ontvangen en ook ingevuld voor het onderzoek naar informatiestromen. Voor het onderzoek naar de waarborgen heeft DF&A inderdaad geen vragenlijst ontvangen. De reden hiervoor is dat het startpunt van het onderzoek lag op het moment van de individuele behandeling van een signaal. DF&A houdt zich niet bezig met de individuele behandeling van belastingplichtigen. Wel is een vertegenwoordiger van DF&A geïnterviewd om zicht te krijgen op de wijze waarop signalen tot stand komen. Ook dat gespreksverslag is met de externe onderzoekscommissie (KPMG) gedeeld.

De leden van de SP-fractie wijzen erop dat de voorloper van DF&A, «de Broedkamer», behoorlijk onder vuur heeft gelegen en de leden vinden het zeer ongewenst als juist de systemen van DF&A buiten dit onderzoek vallen. De leden van de SP-fractie wijzen erop dat dit in strijd is met de afspraak dat er naar álle systemen in de héle Belastingdienst zou worden gekeken.

De leden van de SP-fractie hebben juist over DF&A een paar specifieke vragen naar aanleiding van de punten in de offerte en vragen of er in de vragenlijst die door DF&A is ingevuld applicaties worden benoemd die vergelijkbaar zijn met FSV en mogelijk in strijd met de privacywetgeving en om welke applicaties het dan gaat.

Uit een eerste onderzoek is een rapport gemaakt met daarin een lijst van applicaties, die in het KPMG rapport zijn opgenomen.

Deze leden vragen of in de DF&A-rapportage ook applicaties, databestanden, datadumps, BSN-lijsten en query’s uit het verleden worden meegenomen, waaronder van het EHI.

EHI is in 2018 opgehouden te bestaan. De onderdelen zijn toen opgesplitst en ondergebracht onder vier verschillende directies van de Belastingdienst. Producten die in de periode dat EHI nog bestond en gestopt zijn, zijn niet meegenomen in het onderzoek.

De producten die door het deel van EHI zijn meegenomen naar DF&A en in 2019 en 2020 in gebruik waren of zijn, worden meegenomen in het onderzoek. De diversiteit van de EHI producten en vertrek van veel medewerkers heeft er voor gezorgd dat het onderzoek naar de lijst van producten veel tijd in beslag neemt. Dit is de reden dat het onderzoek nog niet is afgerond.

Voor de vraag van de leden van de fractie van de SP of dergelijke informatie op het moment nog aanwezig is in de systemen van de Belastingdienst is afronding van dit onderzoek noodzakelijk. Doordat sprake is van een veelheid aan systemen binnen de Belastingdienst is het verkrijgen van een volledig beeld overigens niet eenvoudig op korte termijn te realiseren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld niet alleen om centrale risicomodellen en selectieregels, maar ook om query’s en lokale applicaties.

Wel zijn naast de reeds lopende onderzoeken inmiddels al een aantal stappen genomen die tot doel hebben om vooringenomenheid in het toezicht te voorkomen. Zo wordt het persoonsgegeven nationaliteit bij nieuwe query’s uitsluitend geleverd als hiervoor een expliciete wettelijke grondslag is en er een gegevensbeschermingsbeoordeling of Willen/Mogen/Kunnen toets is uitgevoerd. Ook voor een aantal bestaande query’s is alsnog een gegevensbeschermingsbeoordeling of een Willen/Mogen/Kunnen toets uitgevoerd waarbij onder meer het gebruik van nationaliteit wordt beoordeeld. Voor het ontwikkelen van centrale risicomodellen is in het najaar van 2019 een formeel kwaliteits-framework ingevoerd, waarin ook een controle op het voorkomen van selectiebias is opgenomen. En is de ADR gevraagd onderzoek te doen naar de wijze van totstandkoming van risicomodellen, selectieregels, data-analyses en query’s bij de Belastingdienst. Ook de uitkomsten van het onderzoek van de AP naar het gebruik van nationaliteit worden afgewacht.

De leden van de SP vragen of lijsten en applicaties van het «Team Signaal & Fraude-analyse» van EHI zijn opgeschoond.

Sinds eind 2018 is DF&A bezig om alle producten van voormalig EHI, die naar DF&A zijn gegaan en die uitgeleverd worden aan andere onderdelen van de Belastingdienst, in kaart te brengen en te analyseren op compliantie op wet- en regelgeving. Tegelijkertijd worden deze dan onder het kwaliteitsframework van de DF&A gebracht. Daarbij hoort onder andere ook een periodieke schoning van de producten. De verwachting is dat voor het eind van het jaar alle producten opgeschoond zijn.

Deze leden vragen ook op er in dit team in de periode 2013–2018 (tweede) nationaliteit is verwerkt of er op deze gegevens query’s zijn gedraaid.

Op basis van gesprekken met voormalig medewerkers is gebleken dat er in het verleden query’s op nationaliteit zijn gedraaid. Ook de uitkomsten van het onderzoek van de AP naar het gebruik van nationaliteit worden afgewacht.

Tenslotte vragen de leden van de SP-fractie of het «Team Selectie en Detectie» van EHI gegevens over (tweede) nationaliteit heeft verwerkt in de periode 2013 tot 2018 en of tweede nationaliteit een rol heeft gespeeld bij het opstellen van selectie- dan wel uitworpregels en of daartoe dan opdracht werd gegeven.

In de periode 2013–2018 vielen de selectieregels die werden gebruikt en ontwikkeld voor de inkomstenbelasting onder de verantwoordelijkheid van EHI. In één selectieregel in de selectiemodule die gebruikt werd bij de beoordeling van verzoeken voor een Voorlopige Aanslag werd gebruik gemaakt van het gegeven nationaliteit. Deze selectieregel is gebruikt voor de belastingjaren 2012 tot en met 2019 De betreffende selectieregel is uiteindelijk op 15 mei jongstleden geheel stopgezet. Hierover hebben wij uw Kamer geïnformeerd in onze brief van 11 mei 2020. In het schriftelijk overleg naar aanleiding van die brief zijn hierover vragen gesteld. In de beantwoording van deze vragen zal ik daar uitgebreid op in gaan.

Daarnaast vragen de leden van de SP-fractie waarom er geen toegang plaatsvindt tot FSV zelf.

In de offerteaanvraag hebben we de partijen gevraagd met een plan te komen om het gebruik van FSV in beeld te brengen. De handleiding is één van de vertrekpunten voor de externe onderzoeker om dat plan te kunnen opstellen. De partijen mochten daarbij zelf aangeven in de offerte wat er nog meer nodig zou moeten zijn om het gebruik goed in beeld te brengen. Op basis van het eigen plan heeft KPMG toegang gekregen tot andere basisdocumenten als Gegevensbeschermingseffectbeoordelingen (GEB's) van verwerkingen die in de loop van het onderzoek raakvlakken bleken te hebben met FSV, architecturen en een uitdraai van het register van verwerkingen. Ook heeft KPMG medewerkers geïnterviewd om het daadwerkelijk gebruik in beeld te brengen. Daarnaast heeft de Belastingdienst op basis van een query KPMG toegang gegeven tot de inhoud van het vrije tekstveld.

Ook vinden deze leden het vreemd dat het onderzoek alleen gaat naar applicaties die operationeel zijn en dat in ontwikkeling zijnde applicaties buiten de scope vallen (punt 28). Deze leden vragen of dit betekent dat er niet naar eerder uitgezette systemen of applicaties wordt gekeken of naar wat nu ontwikkeld wordt.

In onze beantwoording hebben we eerder aangeven dat we uw Kamer op korte termijn willen informeren over de mogelijke effecten op burgers en bedrijven als gevolg van de opname in FSV en soortgelijke applicaties. Wij hebben uw Kamer in een eerdere brief toegezegd alle applicaties van de Belastingdienst door te lichten op naleving van relevante wet- en regelgeving. De nu niet geraakte applicaties komen nog aan de beurt in het vervolgonderzoek. Zoals in de begeleidende Kamerbrief is gemeld, gaan we daarom alle verwerkingen valideren op opzet en bestaan.

De leden van de SP-fractie willen tot slot wijzen op het feit dat er nog series Kamervragen openstaan van verschillende Kamerleden en dat het uitblijven van alle antwoorden die door dit onderzoek niet opgeschort hoeven te worden, een zeer onwenselijke zaak is.

De leden van de SP-fractie vragen of de Kamervragen beantwoord kunnen worden voor zover de antwoorden nu beschikbaar zijn.

Met de beantwoording van de vragen uit het schriftelijk overleg hebben wij u tevens een brief gestuurd over de uitkomsten van Fase I van het FSV-onderzoek en de beantwoording op de eerder gestelde schriftelijke Kamervragen.


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎