[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Ontwerpbesluit houdende vaststelling van regels inzake de erkenning van bedrijfs- en organisatiemiddelen en bijbehorende diensten (Besluit bedrijfs- en organisatiemiddel Wdo)

Algemene regels inzake het elektronisch verkeer in het publieke domein en inzake de generieke digitale infrastructuur (Wet digitale overheid)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D29663, datum: 2020-07-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D29663).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z11637:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D29663 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 juni 2020 (Kamerstuk 34 972, nr. 48) over het ontwerpbesluit houdende vaststelling van regels inzake de erkenning van bedrijfs- en organisatiemiddelen en bijbehorende diensten (Besluit bedrijfs- en organisatiemiddel Wdo).

De voorzitter van de commissie,
Ziengs

De adjunct-griffier van de commissie,
Hendrickx

VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit bedrijfs- en organisatiemiddel Wet digitale overheid. Graag willen zij de Staatssecretaris daarover een aantal vragen stellen.

Allereerst vragen de leden van de VVD-fractie aandacht voor de prijsvorming van de eHerkenning. Waarom is ingrijpen bij de prijsvorming voor het burgermiddel in de Wet digitale overheid zelf geregeld en wordt dit voor de bedrijfs- en organisatiemiddelen nu bij AMvB gedaan? Graag krijgen zij een reactie van de Staatssecretaris.

In artikel 9 is de samenwerkingsplicht vastgelegd. Daarbij wordt informatie uitgewisseld tussen de betrokken erkende diensten. Het is niet voorzien dat bij deze samenwerking ook persoonsgegevens van gebruikers worden verwerkt. Wat betekent »voorzien» in dezen? Wordt het verwerken van deze gegevens wel op de lange c.q. langere termijn verwacht? Wat kan daar de reden van zijn? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de Staatssecretaris.

Tot slot vragen de aan het woord zijnde leden wat de relatie is tussen de toezichthouder en de conformiteitsbeoordelingsinstantie.

D66

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het genoemde ontwerpbesluit en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de D66-fractie horen graag van de Staatssecretaris welke rol de Autoriteit Persoonsgegevens heeft in de meldingsplicht in art. 8.

De leden van de D66-fractie horen graag van de Staatssecretaris hoe er gaat worden gezorgd dat de samenwerkingsplicht (art. 9) niet zal leiden tot afname van concurrentie en/of innovatie bij de authenticatie-diensten.

De aan het woord zijnde leden horen graag nog verder van de Staatssecretaris welke aanvullende eisen de Staatssecretaris van plan is om op te stellen om misbruik te voorkomen onder art. 3.