[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Raad Buitenlandse Zaken 13 juli 2020

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2020D29861, datum: 2020-07-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2187).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2187 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2020Z14058:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2187 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2020

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli 2020.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 13 JULI 2020

Introductie

Op 13 juli vond in Brussel de eerste fysieke Raad Buitenlandse Zaken plaats sinds het begin van de COVID-19 crisis. Onder Current Affairs is gesproken over Libië, het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP), de Belgrado-Pristina dialoog, de aanstaande EU-India top, de aankomende EU-AU top, de Post-Cotonou onderhandelingen, Hongkong, Venezuela en Iran. Daarnaast schonk de Raad aandacht aan de impact van COVID-19 op Latijns-Amerika. De Raad werd afgesloten met een lunchbespreking over de EU-Turkije relatie.

Current Affairs

Libië

Hoge Vertegenwoordiger Borrell en verscheidene lidstaten spraken hun zorg uit over de situatie in Libië. De HV bevestigde het belang van en zijn steun aan het VN-geleide proces, waarover hij ook via videoverbinding met de VN Veiligheidsraad had gesproken. Daarnaast onderstreepte de HV het belang van een effectieve inzet van operatie Irini. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, spraken zich uit voor een stevige EU-rol in de regio inclusief de inzet van het EU-sanctieregime.

Tijdens het Algemeen Overleg op 1 juli jl. in voorbereiding op deze Raad zegde ik toe terug te komen op de start van de VN fact finding missie in Libië. De OHCHR is gestart met de voorbereidingen om deze missie te starten in 2021.

MOVP

HV Borrell en nabuurschapscommissaris Varhelyi gingen vervolgens in op het MOVP. Israël is nog niet overgegaan tot annexatie van delen van de Westelijke Jordaanoever, maar de dreiging hiervan blijft echter zeer zorgelijk. Nederland heeft daarom samen met meerdere andere lidstaten de Hoge Vertegenwoordiger gevraagd om opties voor een Europese respons in kaart te brengen, in lijn met de motie van het lid Karabulut (Kamerstuk 32 735, nr. 301).

Belgrado-Pristina dialoog

HV Borrell stond kort stil bij de hervatting van de dialoog tussen Servië en Kosovo en noemde het positief dat er een eerste virtuele bespreking tussen beide regeringsleiders heeft plaatsgevonden. Dit proces wordt op 16 juli, met een faciliterende rol van de EU, tijdens een fysieke bijeenkomst in Brussel voortgezet.

India (EU-India Top)

HV Borrell en Commissaris Urpilainen wezen vervolgens op de EU-India top die plaatsvindt op 15 juli en onderstreepten het belang van intensievere banden tussen India en de EU.

EU-Afrika top

De Raad stond kort stil bij de EU-Afrikarelatie. In aanloop naar de EU-AU top die gepland staat voor eind oktober stelden HV Borrell en Commissaris Urpilainen voor met Afrikaanse landen in gesprek te gaan over gezamenlijke prioriteiten voor de komende jaren. Tijdens de RBZ van september zal er, ter voorbereiding van de top, waarschijnlijk een vol agendapunt worden besteed aan de relatie EU-Afrika.

Update onderhandelingen Post-Cotonou

Onder dit informatiepunt gaf de Commissaris Urpilainen kort de stand van zaken weer met betrekking tot de onderhandelingen van het Post-Cotonouverdrag tussen de EU en de ACP-landen. Er is significante voortgang geboekt op de meeste onderwerpen, aldus de Commissaris, maar een aantal voor beide zijden belangrijke punten staat nog open, zoals de Economische Partnerschapsovereenkomsten, SRGR en migratie. Hierover worden de onderhandelingen voortgezet. De Commissaris onderstreepte pal te willen blijven staan voor de EU-kernbelangen.

Hongkong

In de Raad werden wederom stevige zorgen geuit over de Nationale Veiligheidswet voor Hongkong. Lidstaten spraken de wens uit dat de EU en haar lidstaten hun reactie coördineren. Daartoe werden verschillende voorstellen gedaan, waaronder meer coördinatie door lidstaten van visumbeleid ten aanzien van Hongkong, aanscherping van exportcontrolebeleid van militaire en dual-use goederen naar Hongkong, en versterking van mobiliteit van studenten vanuit Hongkong. Over deze en eventuele aanvullende opties zal in EU-verband nadere afstemming plaatsvinden. Overigens hanteert Nederland reeds dezelfde criteria voor de export van militaire en vergunningplichtige dual-use goederen naar Hongkong als voor de rest van China.

Tijdens het Algemeen Overleg op 1 juli jl. in voorbereiding op deze Raad zegde ik toe in dit verslag terug te komen op de interpretatie van artikel 38 van de Nationale Veiligheidswet voor Hongkong. Het artikel ziet inderdaad, zoals door uw Kamer werd opgemerkt, op de extraterritoriale toepassing van de strafbaarstellingen onder deze wet. De exacte implicaties daarvan moeten uit de praktijk blijken. Daar waar strafbaarstellingen uit de wet op gespannen voet staan met internationaal recht of de uitoefening van Nederlandse grondrechten, zal het kabinet geen medewerking verlenen aan de extraterritoriale toepassing van die bepalingen.

Venezuela

HV Borrell koppelde onder dit punt terug over zijn contact met het Maduro-regime over het dreigement om de EU-ambassadeur in Caracas tot persona non grata te verklaren. Aan dit dreigement is uiteindelijk geen gevolg gegeven. Daarnaast gaf HV Borrell aan op zoek te zijn naar een datum om een bijeenkomst van de International Contact Group (ICG) op minsterieel niveau te organiseren. Nederland en andere lidstaten verwelkomden dit initiatief, onder andere vanuit het belang van EU-engagement met het land en de regio.

Iran

Om te markeren dat het Joint Comprehensive Plan of Action vijf jaar geleden is getekend, stond HV Borrell kort stil bij het belang om deze overeenkomst in stand te houden.

Impact COVID-19 in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

De Raad sprak over de impact van COVID-19 in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Het continent is het nieuwe epicentrum van besmettingen met verregaande sociaaleconomische gevolgen. De verwachting is dat de pandemie de grote ongelijkheid, zwakke economische groei, maatschappelijke polarisatie en sociale onrust zal versterken. Met name kwetsbare groepen lopen risico.

De Raad onderstreepte daarbij de noodzaak om in te zetten op de bouw van partnerschappen in de regio, ter bevordering van inclusieve maatschappijen die gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden. Verscheidene lidstaten gingen in op het belang van het garanderen van fundamentele rechten. Ook werd de aanpak van klimaatverandering genoemd als belangrijk thema voor samenwerking met de regio. Ten slotte werd in algemene zin breed geconcludeerd dat de EU meer moet engageren met Latijns-Amerika om de wederzijdse belangen zeker te stellen en de zwaar getroffen regio te ondersteunen in de COVID-19 pandemie.

Turkije

De Raad sprak uitvoerig over Turkije, en de relatie tussen de EU en Turkije. Turkije is voor de EU een belangrijke partner en tegelijkertijd zijn er veel zorgen over de situatie binnen Turkije en het Turkse optreden richting andere landen. De Raad besprak dat het van belang is om de dialoog met Turkije open te houden om te vermijden dat de EU-Turkije relatie zodanig verslechtert dat dialoog en samenwerking onmogelijk worden. Wat betreft de EU is het hierbij van het grootste belang dat Turkije unilaterale acties in de Oostelijke Middellandse Zee staakt. De Raad sprak daarom ook solidariteit uit met Cyprus en Griekenland. Daarnaast benadrukte de Raad dat het van groot belang is dat Turkije bijdraagt aan een politieke oplossing in Libië binnen de kaders van het Berlijnproces.

Wat betreft de binnenlandse situatie benadrukten verschillende lidstaten waaronder Nederland de grote zorgen over de mensenrechtensituatie in Turkije.

Binnen de Raad was brede steun voor de opdracht aan de Hoge Vertegenwoordiger om opties in kaart te brengen om de spanningen tussen de EU en Turkije te verminderen. De Hoge Vertegenwoordiger zal hier de komende periode mee aan de slag gaan, vooruitlopend op een volgende bespreking over Turkije in een komende Raad.

Nederland heeft tijdens deze bespreking eveneens gewezen op het belang van de effectieve uitvoering van de EU-Turkije Verklaring over migratie. Daarnaast vroeg Nederland aandacht voor de Turkse bombardementen in Irak, zoals besproken tijdens het Algemeen Overleg in voorbereiding op deze Raad. Nederland volgt deze ontwikkelingen kritisch, en heeft overige lidstaten opgeroepen dit ook te doen.

Tijdens het notaoverleg Mensenrechtenrapportage van 22 juni jl. (Kamerstuk 33 735, nr. 308) zegde ik toe om schriftelijk terug te komen op de uitspraken van President Erdoğan in relatie tot het erkennen van de verschrikkelijke gebeurtenissen van 1915 als genocide. Duidelijk is dat de Turkse regering zich verzet tegen deze erkenning, en zich daar op verschillende manieren voor inspant. Ook na navraag bij de Nederlandse ambassade in Ankara, heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken geen letterlijke dreiging kunnen achterhalen zoals werd genoemd tijdens het betreffende Notaoverleg. Wat Nederland betreft is wel heel duidelijk: vrijheid van meningsuiting over deze en andere kwesties is een fundamenteel recht in Nederland, en ook in Turkije. Het kabinetsstandpunt over de verschrikkelijke gebeurtenissen van 1915 is u verder bekend.

Any other business: desinformatie

Onder Any other business lichtte Commissaris Jourova kort de recent aangenomen Joint Communication toe over desinformatie ten tijde van COVID-19. In deze Mededeling is geïdentificeerd wat de problemen zijn, wat de EU doet en nog gaat doen om desinformatie in de EU te bestrijden. De beste respons voor de EU is om burgers in staat te stellen zich goed te informeren en vertrouwen in de overheid, de vrije media en de Rule of Law te versterken.

Overig

Visumfacilitatieovereenkomst en terugkeer- & overnameovereenkomst tussen de EU en Wit-Rusland

Het kabinet maakt ook graag van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over de visumversoepelingsovereenkomst en terugkeer- & overnameovereenkomst tussen Wit-Rusland (Belarus) en de EU, die op 9 juni jl. zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Beide overeenkomsten zijn op 1 juli 2020 in werking getreden. De visumfacilitatieovereenkomst is wederkerig en voorziet onder andere in minder verplichte ondersteunende documenten bij visumaanvragen en lagere visumleges voor Wit-Russische onderdanen. Ook vervalt de wederzijdse visumplicht voor houders van diplomatieke paspoorten. De visumaanvragen worden nog immer in alle gevallen inhoudelijk beoordeeld. De visumfacilitatieovereenkomst is gekoppeld aan een terug- en overname overeenkomst. Deze bevat duidelijke verplichtingen en procedures voor EU-lidstaten en Wit-Rusland inzake de overname van onderdanen die illegaal op het grondgebied van de andere partij verblijven.

Beschikbaarheid COVID-19 vaccin in ontwikkelingslanden

Tijdens het AO voorafgaand aan de RBZ van 13 juli 2020 werd gevraagd naar de uitvoering van de motie van het lid Van Ojik c.s. over de kabinetsinzet dat er ook voor iedereen in de ontwikkelingslanden een vaccin beschikbaar komt (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1550). Een hieraan gerelateerde motie is die van het lid Kuik c.s. (Kamerstuk 33 625, nr. 310) over een solidaire verdeling van een COVID-19 vaccin. Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op het AIV-briefadvies nr. 34 «Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19» van 10 juli 20201 hecht het kabinet belang aan een eerlijke en betaalbare toegang tot vaccins, diagnostische testen en behandeling wereldwijd. Daartoe heeft Nederland aansluiting gezocht bij internationale initiatieven zoals de Access to COVID Tools (ACT) Accelerator, de Solidarity Call to Action en de WHO COVID-19 Technology Access Pool, de International Vaccine Alliance en de EU strategy to COVID-19 vaccines. Nederland draagt hier via politieke en financiële kanalen (o.a. via CEPI en Gavi) aan bij. Hiermee volgt het kabinet de lijn van de hierboven genoemde moties. In een nog te sturen brief aan uw Kamer zal uiteengezet worden welke initiatieven het kabinet onderneemt.


  1. Kamerstukken 33 625 en 25 295, nr. 320↩︎