[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de reactie inzake het conceptrapport ‘Als de prooi de jager pakt’ (Kamerstuk 31934-29)

Douane

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D30003, datum: 2020-07-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z10729:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2019-2020





31 934	Douane









	Nr. 	VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

	Vastgesteld .. 2020





De vaste commissie voor Financiën heeft op 16 juli 2020 enkele vragen
en opmerkingen aan de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en
Douane voorgelegd over haar op 11 juni 2020 toegezonden brief ‘Reactie
op verzoek commissie om het conceptrapport ‘Als de prooi de jager
pakt’’ (Kamerstuk 31934 nr. 29). 

Een deel van de vragen heeft betrekking op de laatst beschikbare versie
van genoemd conceptrapport, dat de staatssecretaris met haar brief van
11 juni 2020 ter vertrouwelijke inzage aan de Kamer had gegeven.

De staatssecretaris heeft de vragen beantwoord bij brief van …... 

Vragen en antwoorden, voor zover deze niet direct gerelateerd zijn aan
de inhoud van het conceptrapport, zijn hierna afgedrukt. 

Vragen en antwoorden, voor zover wel direct gerelateerd aan de inhoud
van het conceptrapport, betreffen vertrouwelijk met de Kamer gedeelde
informatie. Deze vragen en antwoorden worden bij het Centraal
Informatiepunt Tweede Kamer ter vertrouwelijke inzage, alleen door
leden, gelegd.







De voorzitter van de commissie,

Anne Mulder





De griffier van de commissie,

Weeber

	



	I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties





Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de brief
en het vertrouwelijk ter inzage gelegde concept-rapport ‘Als de prooi
de jager pakt’. Naar aanleiding van de brief en de toelichting op het
besluit van de onderzoekers om geen onderzoeksrapport te publiceren
hebben zij de volgende vragen.

De staatssecretaris geeft aan dat nagegaan wordt op welke wijze
aanvullend onafhankelijk onderzoek gedaan kan worden naar diverse
ervaringen met en signalen over mogelijke corruptie bij de douane en
naar mogelijkheden om bescherming tegen corruptie verder te versterken.
Is dit onderzoek reeds gestart? Zo nee, waarom niet? In de brief wordt
immers aangegeven dat dit nog voor de zomer zal plaatsvinden. Zo ja, wat
is de onderzoeksopdracht en wie voert het onderzoek uit? Heeft het
onderzoek hetzelfde tijdsbeslag? Zo nee, waarom niet?

Kan de staatssecretaris meer inzicht geven in de resultaten en verloop
van het onderzoek? Er wordt gesproken over tal van aanwijzingen,
signalen en verhalen inzake (mogelijke) incidenten die nooit in
opsporingsonderzoeken of rechtszaken hebben plaatsgevonden. Deelt de
staatssecretaris de mening dat als dit alleen in de vertrouwelijkheid
gedeeld wordt er onvoldoende urgentie gevoeld wordt hier mee aan de slag
te gaan? Zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie maken zich grote zorgen over het onvoldoende
beschikbaar zijn van schriftelijke bronnen of registraties over
vermeende zaken of onderzoeken. Kan de staatssecretaris een uitgebreide
reactie op deze constatering geven? Wat zijn de stappen die de
staatssecretaris reeds gezet heeft om dit te verbeteren?

Wat vindt de staatssecretaris van het gegeven dat verschillende
organisaties die in de Rotterdamse haven toezicht houden, handhaven en
opsporen (THOR-organisaties) formeel of feitelijk geen medewerking
hebben willen verlenen aan het onderzoek? Wat zegt dit over de cultuur
van deze organisaties? Wat zegt dit over de bereidheid om in openheid en
transparantie te willen werken aan de aanpak van integriteitsschendingen
of corruptie? Welke stappen heeft de staatssecretaris gezet richting
deze organisaties en eventueel verantwoordelijke ministeries of
moederdepartementen? Indien dit niet is gebeurd, wat is hiervan de
reden?

De leden van de VVD-fractie constateren dat de onderzoekers aangeven
tijdens het veldwerk diep inzicht gekregen te hebben in mogelijke
kwetsbaarheden voor criminaliteit in de haven en de complexiteit voor
THOR organisaties en samenwerkingsverbanden. Wat zegt dit inzicht en
welke acties zijn uitgezet om hiermee aan de slag te gaan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

Met interesse hebben de leden van de PVV-fractie kennisgenomen van de
brief van de staatssecretaris d.d. 11 juni 2020. Zij hebben daarover
enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de PVV-fractie zijn met de staatssecretaris van mening dat
aanvullende onafhankelijke onderzoeken noodzakelijk zijn, maar dat die
onderzoeken niet de strijd tegen corruptie in de weg mogen staan. Zij
vernemen graag van de staatssecretaris welke concrete acties, lopende de
onderzoeken, genomen worden om corruptie binnen de Belastingdienst en
het Ministerie van Financiën te bestrijden. 

De leden van de PVV-fractie constateren dat de staatssecretaris omtrent
het Overzicht Integriteitschendingen Douane het volgende heeft
opgemerkt: “Het onderzoek, in opdracht van het WODC, betrof een
onderzoek naar ernstige integriteitsschendingen binnen vier
rechtshandhavingsorganisaties – de politie, Douane, Koninklijke
Marechaussee (KMar) en Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD)
– die in verband kunnen worden gebracht met georganiseerde
criminaliteit. Op 14 september 2017 is dit onderzoek, voorzien van een
beleidsreactie, mede namens de Minister van Defensie en de
Staatssecretaris van Financiën aan uw Kamer gestuurd. Daar is geen
vervolgonderzoek op uitgevoerd.” 

Kan de staatssecretaris de visie van de leden van de PVV-fractie
bevestigen dat het overzicht enkel ernstige integriteitsschendingen
weergeeft die verband houden met de georganiseerde criminaliteit en dat
derhalve het daadwerkelijke aantal integriteitschendingen hoger ligt?

Kan de staatssecretaris een overzicht doen toekomen waaruit de totale
integriteitschendingen (dus los van de georganiseerde misdaad) blijken
binnen de organisatie van de Belastingdienst als geheel, de afdeling
Toeslagen, de FIOD en de Douane?

Deelt de staatssecretaris de mening dat het woord integriteitschendingen
eufemistisch is en dat het hier gewoon om criminele activiteiten gaat?
Zeker gegeven de opsomming van de ernstige schendingen in samenhang met
het element georganiseerde misdaad.

Kan de staatssecretaris nader toelichten waarom er geen vervolgonderzoek
is ingesteld? 

De leden van de PVV-fractie constateren dat de staatssecretaris aangeeft
dat het onderzoek op 17 september 2017 naar de Kamer is gestuurd en dat
er geen vervolgonderzoek heeft plaatsgevonden. Vervolgens constateert de
PVV-fractie dat het overzicht in de brief van 20 november 2019 loopt tot
en met 2018 en dat het onderzoek in het verslag van 10 juni 2020 loopt
tot en met 2019. Kan de staatssecretaris nader toelichten waarom het
overzicht doorloopt tot en met 2019, terwijl er geen nader
vervolgonderzoek heeft plaatsgevonden? 

De staatssecretaris geeft aan dat het onderzoek voor het Openbaar
Ministerie, de Rijksrecherche, de Douane en de FIOD geen aanleiding was
tot actie, omdat de informatie reeds bekend was bij deze organisaties.
Kan de staatssecretaris verduidelijken of dat betekent dat er geen
nadere actie is ondernomen, of dat er in het geheel geen actie is
genomen? Voor zover het laatste het geval was, kan de staatssecretaris
dan toelichten waarom er überhaupt geen actie is ondernomen? 

De leden van de PVV-fractie vindt het verontrustend dat diverse
(THOR)-organisaties besloten om niet mee te werken aan het onderzoek;
deelt de staatssecretaris die mening? 

Is de staatssecretaris voornemens om in ieder geval die
THOR-organisaties die vallen onder het ministerie van Financien te
dwingen tot medewerking bij een (aanvullend) onderzoek?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie zijn geschrokken van het rapport over de
kwetsbare integriteit van de Rotterdamse zeehaven. Zij vragen of het
kabinet ook geschrokken is en welke vervolgstappen het kabinet genomen
heeft naar aanleiding van dit onderzoek.

De leden van de CDA-fractie achten de feiten en de conclusies dermate
ernstig en de onderzoekers dermate serieus, dat ook als het kabinet het
betreurt of zo dat deze studie niet voltooid is, dat er dan stappen
ondernomen moeten zijn. Zij horen graag welke dat zijn.

Verder verzoeken deze leden het kabinet ervoor te zorgen dat alle
THOR-organisaties meewerken aan dit onderzoek en dat dat het onderzoek
op een fatsoenlijke manier kan worden afgerond. Is het kabinet daartoe
bereid?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van

de SP

De leden van de SP-fractie betreuren zeer dat het conceptrapport ‘Als
de prooi de jager pakt’ niet tot openbaarheid is gekomen. De leden van
de SP-fractie vinden de integriteit van de Douane dermate van belang,
dat zij de staatssecretaris verzoeken om het hierbij niet te laten. Zij
willen graag een uitgebreid toegelicht antwoord of en welk onderzoek de
staatssecretaris toch gaat doen. In haar brief stelt de staatssecretaris
dat een onderzoek deze zomer opgestart kan worden. Wie gaat het
onderzoek doen en welke onderzoeksvragen zijn gesteld? Wanneer verwacht
de staatssecretaris resultaat van het onderzoek en wanneer zal zij de
Kamer daarover informeren? 

De leden van de SP-fractie spreken hun spijt uit dat het zolang heeft
moeten duren – van 20 november 2019 tot 11 juni 2020 – voordat er
een ander onderzoek werd aangekondigd. 

De leden van de SP-fractie zijn geschokt te lezen dat de
THOR-organisaties geen medewerking hebben verleend aan het
wetenschappelijk onderzoek, waardoor uitkomsten niet konden worden
gevalideerd of juist weerlegd. De leden vragen aan de staatssecretaris
hoe zij gaat voorkomen dat bij toekomstig onderzoek opnieuw optreedt dat
“deze organisaties geen prijs stelden op onze
onderzoeksactiviteiten”, zoals de onderzoekers het hebben genoemd in
hun toelichting op het besluit om geen onderzoeksrapport te publiceren.
Kan de staatssecretaris aangeven hoe het heeft kunnen gebeuren dat de
THOR-organisaties ‘de luiken sloten’ als er vragen kwamen naar
signalen van integriteitschendingen? Erkent de staatssecretaris dat dit
absoluut ongewenst is en dat dit eerder het beeld versterkt dat er iets
wezenlijks mis is? Zo nee, wat is dan de verklaring voor het weigeren
mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek naar de integriteit van
de Rotterdamse haven en haar THOR-organisaties? 

De leden van de SP-fractie schrikken ervan dat overheidsdiensten van het
Rijk, alsmede gemeentelijke diensten – al dan niet semipubliek –
niet meewerken aan integriteitsonderzoek. Welk publiek belang menen zij
gehad te hebben om niet mee te werken? Kan de staatssecretaris dat
handzaam op een rij zetten? Welke ambtelijk en politiek
verantwoordelijken zijn erop gewezen dat overheidsdiensten weigerden mee
te werken? Kan de staatssecretaris de antwoorden van de
verantwoordelijken verstrekken aan de Kamer? Welke stappen zijn er gezet
op politiek hoog niveau om toch deelname voor elkaar te krijgen? Is de
obstructie van Rijksdiensten en gemeentelijke diensten (al dan niet
semipubliek) onderwerp geweest van overleg op ministeries? Zo ja, welke?
De leden van de SP-fractie hebben het idee dat er collectief is
weggekeken bij de obstructie; wat kan de staatssecretaris hierover
aangeven om de leden te overtuigen dat er geen sprake is van een
toegestane doofpot? 

De leden van de SP-fractie vinden het echt heel erg kwalijk dat de
onderzoekers na drie jaar intensief onderzoek vaststellen dat enkel via
een parlementaire of statelijke onderzoekscommissie doorgedrongen kan
worden in de integriteitproblemen bij de THOR-organisaties in de
Rotterdamse haven. Zij vragen zich af hoe de staatssecretaris dit ziet
en vragen om een gedegen antwoord. 







II 	Reactie van de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en
Douane









 31934-30, 10 juni 2020, Verslag van een schriftelijk overleg over de
kabinetsreactie op de gang van zaken bij het onderzoek naar corruptie
bij Douane ‘Als de prooi de jager pakt’, pagina 4

 31934-30, 10 juni 2020, Verslag van een schriftelijk overleg over de
kabinetsreactie op de gang van zaken bij het onderzoek naar corruptie
bij Douane ‘Als de prooi de jager pakt’, pagina 7

 PAGE    

 PAGE   1