[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Mogelijkheden voor een regeling voor het laten inreizen van buitenlandse geliefden i.v.m. COVID-19

Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart

Brief regering

Nummer: 2020D30009, datum: 2020-07-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24804-140).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24804 -140 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart.

Onderdeel van zaak 2020Z14110:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 140 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juli 2020

In de brief van 10 juli jl. heb ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geïnformeerd over de mogelijkheden voor een regeling voor het laten inreizen van geliefden in een langeafstandsrelatie (Kamerstukken 24 804 en 25 295, nr. 139), nu in verband met COVID-19 een inreisverbod voor derde landen1 geldt. Enerzijds zijn er de Europese afspraken over inreisbeperkingen. Anderzijds zijn er in het vastgestelde grensbeleid uitzonderingscategorieën opgenomen, zoals ook voorgesteld door de Europese Commissie en Europees afgesproken.

Het uitgangspunt is en blijft het belang van de volksgezondheid in Nederland. In dat verband zijn er beperkingen aan niet essentiële reizen naar Nederland gesteld aan personen die onder de normale situatie/omstandigheden zonder deze beperkingen vanuit derde landen wel zouden kunnen inreizen.

De Nederlandse overheid monitort voortdurend de uitvoering van deze maatregelen, om in het licht van de omstandigheden te kunnen bepalen hoe zorgvuldig vorm te blijven geven aan de diverse afwegingen.

In het licht daarvan is opnieuw kritisch gekeken naar de inreisbeperkingen en de gevolgen daarvan voor langeafstandsrelaties, ook om te bezien of er mogelijkheden zijn om deze doelgroep tegemoet te komen.

Ik ben verheugd u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, te kunnen melden dat ik, binnen de gezondheidskaders, een mogelijkheid heb gevonden om tijdelijk te komen tot een aangepaste regeling voor geliefden in een langeafstandsrelatie, als het gaat om een bezoek voor verblijf voor een korte periode. Daarvan is sprake bij een maximale duur van 90 dagen verblijf in Nederland binnen een totaal-periode van 180 dagen. Omdat er, in lijn met de Europese afspraken over inreismaatregelen, sprake moet zijn van een duurzame relatie zullen aan de regeling de volgende voorwaarden worden gesteld:

1. Het koppel in kwestie moet aantonen dat zij een relatie hebben van minimaal drie maanden waarbij het koppel elkaar «regelmatig» in persoon heeft gezien, op een wijze zoals thans ook het geval. Daarnaast moeten de personen in kwestie een handgeschreven verklaring ondertekenen waarin zij verklaren, op straffe van meineed, inderdaad zo’n relatie te hebben.

2. In de verklaring moeten de persoonlijke gegevens, het verblijfadres en de contactgegevens in Nederland worden aangegeven. In deze verklaring moeten ook de contactgegevens van de buitenlandse partner aangegeven worden.

3. De buitenlandse partner zal voorafgaand aan zijn reis naar Nederland aantoonbaar in het bezit moeten zijn van een retourticket.

4. Voor visumplichtige buitenlandse partners geldt dat deze aan alle geldende voorwaarden moeten kunnen voldoen, inclusief het beschikken over voldoende financiële middelen voor de reis en het verblijf, en waarborgen voor een tijdige terugkeer. Dit kan ook in de vorm van een garantverklaring van de partner in Nederland. Bij de beslissing over de visumaanvraag wordt de mogelijkheid tot terugkeer betrokken.

5. Het verblijf in Nederland mag conform de huidige regelgeving niet langer zijn dan de maximale duur van 90 dagen. Als langer verblijf noodzakelijk wordt geacht dan zal een aanvraag voor lang verblijf ingediend moeten worden. Als de buitenlandse partner na de maximale duur van 90 dagen nog in Nederland verblijft en er geen verzoek om verlenging danwel aanvraag voor lang verblijf is ingediend, dan zullen binnen het huidige juridisch kader de vreemdelingenrechtelijke procedures met betrekking tot «overstay» van toepassing zijn.

6. Als de buitenlandse partner inreist vanuit een land waarvoor vanwege gezondheidsredenen een oranje reisadvies geldt en daarmee een dringend advies tot thuisquarantaine, dient betrokkene bij aankomst in Nederland 14 dagen in thuisquarantaine te gaan.

7. De hierboven genoemde bewijsstukken zoals de verklaringen, retourticket en een eventuele garantverklaring, moeten bij aankomst in Nederland aan de grensautoriteiten worden overhandigd.

De regeling zal per 27 juli a.s. in werking treden.

In aanvulling wil ik de bestaande regels herbevestigen voor Nederlanders en vreemdelingen met een Nederlandse niet-tijdelijke verblijfsvergunning die hun partner naar Nederland willen laten komen voor een langere duur dan de 90 dagen, bijvoorbeeld als zij willen gaan samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding gaan voeren. Of sprake is van samenwoning of een duurzame gemeenschappelijke huishouding wordt geverifieerd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Voor deze categorie gelden eveneens onverkort de COVID-19 voorschriften die het kabinet heeft gesteld ten aanzien van thuisquarantaine en andere voorzorgsmaatregelen. Dat houdt dus in dat wanneer zij wel mogen inreizen vanuit een land waarvoor vanwege gezondheidsredenen een dringend advies tot thuisquarantaine geldt, zij hiervoor bij aankomst in Nederland niet uitgezonderd zijn en 14 dagen in thuisquarantaine dienen te gaan.

De voorwaarden voor kort verblijf, zoals eerder in deze brief geschetst, zijn niet van toepassing op Nederlanders en personen met een Nederlandse niet-tijdelijke verblijfsvergunning die hun partner voor langere duur dan de maximale termijn van 90 dagen naar Nederland willen halen. De regels voor lang verblijf zijn daarmee ongewijzigd.

Ten slotte merk ik op dat ontwikkelingen in verband met de COVID-19 pandemie aanleiding kunnen zijn voor aanpassing of verscherping van het bovenstaande.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus


  1. Landen niet zijnde EU-lidstaten, Schengenlidstaten, het VK en de landen die expliciet zijn uitgezonderd van het inreisverbod.↩︎