Uitstel beantwoording vragen van de leden Alkaya en Kwint over het bericht dat voormalig Staatssecretaris van Financiën (de heer Snel) de ouders in juni 2019 al wilde compenseren
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2020D30361, datum: 2020-07-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-3586).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2020Z13786:
- Gericht aan: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3586
Vragen van de leden Alkaya en Kwint (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat voormalig Staatssecretaris van Financiën (de heer Snel) de ouders in juni 2019 al wilde compenseren (ingezonden 10 juli 2020).
Mededeling van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën, Toeslagen en Douane) (ontvangen 22 juli 2020).
Vraag 1
Kunt u verklaren waarom op de tijdlijn die naar de Auditdienst Rijk (ADR) is gegaan, alsmede naar de Kamer, geen melding is gemaakt van de poging van voormalig Staatssecretaris Snel om begin juni 2019 al een compensatieregeling aan te bieden aan de gedupeerden in de CAF 11-zaak?1
Vraag 2
Welke analyse maakte de nieuwe programmamanager Toeslagen die diep in de ouderdossiers was gedoken? Hoe kunt u verklaren dat ánderen niet tot de slotsom kwamen dat er iets grandioos was misgegaan?
Vraag 3
Hoe is het mogelijk dat er begin juni wordt geconcludeerd dat het «systemisch» is misgegaan en dat het geen uitwassen waren, maar dat in het uiteindelijke advies van de commissie-Donner II toch weer gesproken wordt over de hardheid van het stelsel?
Vraag 4
Waarom zijn de interne pogingen om de ministerraad te overtuigen na begin juni gestrand? Welke pogingen zijn er verder nog ondernomen, of is er gewacht op het advies van de commissie-Donner I?
Vraag 5
Hoe vaak is er contact geweest met de commissie-Donner ten tijde van het onderzoek?
Vraag 6
Is er met de commissie-Donner gesproken over de hoogte van de schadevergoeding (à 500 euro per half jaar)? Zo ja, over welke bedragen is er gesproken? Zo neen, hoe kunt u het verschil tussen de 5.000 euro waarover in juni was gesproken en de 500 euro per half jaar verklaren?
Vraag 7
Is er overleg geweest tussen de commissie-Donner en de landsadvocaat over de lijst van gemaakte fouten die het artikel in NRC schetst?
Vraag 8
Kunt u de interne notities die zijn opgesteld ten behoeve van de ministerraad en de adviezen van de landsadvocaat over een compensatieregeling en de lijst gemaakte fouten zo snel mogelijk naar de Kamer sturen?
Vraag 9
Erkent u dat de Kamer wederom geïnformeerd wordt door onderzoeksjournalisten over cruciale informatie en inzichten die de Kamer zijn onthouden, waarmee de controlerende taak van de Kamer ernstig in het gedrang komt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Mededeling
De vragen van de leden Alkaya en Kwint (beiden SP), ingezonden op vrijdag 10 juli, over het bericht dat de voormalige Staatssecretaris van Financiën de ouders die zijn getroffen door de problemen bij de kinderopvangtoeslag, in juni 2019 al wilde compenseren, kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn van 3 weken worden beantwoord vanwege de afstemming met andere departementen. Ik streef ernaar om de antwoorden voor het einde van het zomerreces naar uw Kamer te sturen.
NRC, 9 juli 2020 (https://www.nrc.nl/nieuws/2020/07/08/de-toeslagenbelofte-die-niet-kwam-a4005403)↩︎