Voorhang geactualiseerde Regeling bekostiging exploitatiekosten vo voor de kalenderjaren 2020 en 2021
Voortgezet Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2020D30369, datum: 2020-07-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31289-428).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31289 -428 Voortgezet Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2020Z14260:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-03 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-09-24 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 428 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juli 2020
Bijgaand stuur ik u de Regeling tot wijziging van de Regeling bekostiging exploitatiekosten vo en de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast vo in verband met het vaststellen van de bedragen voor de kalenderjaren 2020 en 20211. Met deze wijzigingsregeling worden de twee regelingen geactualiseerd die de basisbekostiging voor scholen in het voortgezet onderwijs bepalen. Hiermee worden de definitieve bedragen voor het jaar 2020 en de voorlopige bedragen voor het jaar 2021 openbaar gemaakt.
Achtergrond en uitvoering van de voorhangprocedure
De actualisatie van de Regeling bekostiging exploitatiekosten vo wordt jaarlijks voor 1 oktober gepubliceerd in de Staatscourant. Conform artikel 121, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs treedt deze regeling niet eerder in werking dan nadat vier weken zijn verstreken na het overleggen aan de Tweede Kamer en gedurende die termijn niet door of namens de Tweede Kamer de wens tot overleg over de regeling te kennen wordt gegeven, dan wel met de Tweede Kamer overleg is gevoerd.
De twee regelingen voor de basisbekostiging van het voortgezet onderwijs worden jaarlijks met één wijzigingsregeling aangepast. De leidende gedachte hierachter is om de sector in één keer inzichtelijk te maken met welke bedragen in het lopende en komende kalenderjaar zal worden gewerkt in de basisbekostiging van het voortgezet onderwijs. De hierboven geschetste voorhangprocedure ziet specifiek op de wijzigingen in de Regeling bekostiging exploitatiekosten vo. Om de wijzigingen in deze regeling op een overzichtelijke wijze aan uw Kamer voor te leggen, informeer ik uw Kamer met deze brief specifiek over de wijzigingen in deze regeling. Daarbij wijs ik uw Kamer erop dat de integrale Regeling bekostiging exploitatiekosten vo te raadplegen is via wetten.overheid.nl.
Bedragen Regeling bekostiging exploitatiekosten vo voor 2020 en 2021
De bedragen in de Regeling bekostiging exploitatiekosten vo voor het kalenderjaar 2020 zijn aangepast aan de kabinetsbijdrage voor prijsontwikkeling in 2020. De voorlopige bedragen voor het kalenderjaar 2021 komen overeen met de definitieve bedragen voor het kalenderjaar 2020.
De bekostiging voor exploitatiekosten in het voortgezet onderwijs bestaat uit een vast bedrag per school (bestaande uit twee componenten) en een bedrag per leerling. Het bedrag per school neemt toe naar € 19.755,83. Het bedrag per school in het kader van de normatieve ruimtebehoefte neemt toe naar € 18.035,51. Het bedrag per leerling is afhankelijk van de schoolsoort en het leerjaar, de afdeling en het profiel. Scholen ontvangen voor leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen, gezien de aard van het onderwijs, een hogere bekostiging voor exploitatiekosten dan leerlingen in het algemeen vormend onderwijs. De opgehoogde leerlingafhankelijke bedragen voor de kalenderjaren 2020 en 2021 zijn weergegeven in onderstaande tabel. Ter vergelijking zijn de voorlopige bedragen voor het kalenderjaar 2020 in de rechterkolom opgenomen.
1 | vwo, havo, mavo of vbo | 1 en 2 | € 838,19 | € 823,76 |
2 | vwo, havo of mavo | 3 t/m 6 | € 693,59 | € 681,66 |
3 | mavo/vbo (gl) | 3 en 4 | € 1.037,80 | € 1.019,95 |
4 | vbo | 3 en 4: groen | € 1.243,15 | € 1.221,76 |
5 | vbo | 3 en 4: overige profielen | € 1.932,86 | € 1.899,61 |
6 | vbo | 3 en 4: grafisch, nautisch | € 2.570,13 | € 2.525,92 |
7 | praktijkonderwijs | [n.v.t.] | € 1.281,08 | € 1.259,05 |
Naast bovenstaande bedragen ontvangen scholen een bedrag per leerling voor lesmateriaal. Dit bedrag is opgehoogd naar € 321,88. Het ondersteuningsbedrag voor exploitatiekosten voor leerlingen in het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs is opgehoogd naar € 186,10. De aanvullende bekostiging voor exploitatiekosten voor nevenvestigingen met spreidingsnoodzaak en uitzonderingsscholen onder de opheffingsnorm zijn eveneens opgehoogd en worden vastgesteld op € 18.035,51 respectievelijk € 12.698,30.
Tot slot
Met de publicatie van deze wijzigingsregeling in de Staatscourant is de geactualiseerde Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast vo in werking getreden. De geactualiseerde Regeling bekostiging exploitatiekosten vo treedt, conform artikel 121, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs pas in werking na de voorhangprocedure van deze regeling in uw Kamer.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎