Het kort geding met betrekking tot onderbouwing ministeriële voernormen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D30818, datum: 2020-07-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z14449).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.L. Geurts, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.G.J. Harbers, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z14449:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: J.L. Geurts, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.G.J. Harbers, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z14449
Vragen van de leden Geurts (CDA) en Harbers (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het kort geding met betrekking tot onderbouwing ministeriële voernormen (ingezonden 31 juli 2020).
Vraag 1
Klopt het dat de vertegenwoordiger van het ministerie tijdens het kort geding op 30 juli jongstleden, dat was aangespannen met betrekking tot de voernormen, heeft verklaard dat de methode van berekening niet gedocumenteerd is, maar zit in het hoofd van één ambtenaar? Zo ja, wanneer bent u hiervan op de hoogte gesteld?
Vraag 2
Klopt het dat de manier waarop het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Bedrijveninformatienet (BIN) gebruikt heeft voor de berekening die geleid heeft tot de invulling van de voermaatregel niet beschikbaar was tijdens de rechtszaak?
Vraag 3
Klopt het dat tijdens het kort geding dan ook niet aangeven kon worden welke gegevens precies zijn gebruikt, en hoe tot de door de u voorgestelde voernormen was gekomen?
Vraag 4
Snapt u dat het voor mensen zeer vreemd over komt dat er geen onderbouwing beschikbaar is voor de ministeriële voermaatregel en dat melkveehouders daardoor niet het idee hebben dat ze serieus genomen worden?
Vraag 5
Wat zijn de gevolgen wanneer de methodiek niet reproduceerbaar blijkt te zijn, wanneer vindt het gesprek over het nalopen van de berekening plaats met de partijen die het kort geding hebben aangespannen en kan de Kamer op de hoogte gesteld worden van de uitkomsten van dit gesprek en de berekening ontvangen?
Vraag 6
Wat betekent het voor de uitvoering van de motie Geurts/Harbers als de methodiek niet reproduceerbaar blijkt te zijn?1
Vraag 7
Heeft u kennisgenomen van het feit dat rechter Hoekstra-Van Vliet tijdens het kort geding aangaf «Voor regelgeving is draagvlak belangrijk, dat krijg je alleen door proactief informatie te verstrekken. Dat lijkt me heel verstandig.»? Zo ja, welke acties gaat u ondernemen?
Vraag 8
Wilt u alle correspondentie met het Wageningen Economic Research (WEcR) die betrekking heeft op de totstandkoming van de indeling in negen categorieën waarmee het ruw eiwitgehalte in het rantsoen van de diverse typen is vastgesteld de Kamer doen toekomen?
Vraag 9
Wilt u alle correspondentie met de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) met betrekking tot analyse en normen voor eiwitgehalte voermaatregel de Kamer doen toekomen?
Vraag 10
Hoe heeft u vastgesteld dat de Regeling diervoeders in verband met stikstof algemeen bekend was zoals u aangaf in het Verslag van een Schriftelijk Overleg van 16 juni jongstleden inzake wijziging van de Regeling diervoeders 2012?2
Vraag 11
Herinnert u zich nog dat u in het verslag aangaf «...dat er geen risico's mogen ontstaan voor de diergezondheid?3
Vraag 12
Hoe beoordeelt u het feit dat de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) niet achter de huidige ministeriële voermaatregel kan staan omdat zij na doorrekening van verschillende scenario’s en op basis van wetenschappelijk inzicht concludeert dat de diergezondheidsrisico’s niet volledig zijn weggenomen?4
Vraag 13
Wat doet u met het advies van de KNMvD dat het «Daarbij is het van groot belang dat er overeenstemming is met de melkveesector. Zonder draagvlak zal de uitvoering en de naleving van de maatregel niet succesvol zijn en daarmee ook niet het gewenste effect bereiken.» en hoe gaat u er voor zorgen dat het draagvlak er wel komt?
Vraag 14
Kunt u deze vragen één voor één en binnen twee weken en liefst eerder beantwoorden?
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van het lid Madlener (PVV), ingezonden 30 juli 2020, vraagnummer 2020Z14440 en het lid Baudet (FvD), ingezonden 30 juli 2020, vraagnummer 2020Z14441
Kamerstuk 35 334, nr. 113↩︎
Kamerstuk 35 334, nr. 569↩︎
website KNMvD, 24 juli 2020, «Uitkomst van het overleg met LNV over de voermaatregel voor melkvee», https://www.knmvd.nl/uitkomst-van-het-overleg-met-lnv-over-de-voermaatregel-voor-melkvee/↩︎
Boerderij, 30 juli 2020, «LNV heeft rekenmethode voermaatregel niet vastgelegd», https://www.boerderij.nl/Home/Nieuws/2020/7/LNV-heeft-rekenmethode-voermaatregel-niet-vastgelegd-620495E/↩︎