Verslag van de informele videovergadering van de Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 17 juli 2020
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Brief regering
Nummer: 2020D31334, datum: 2020-08-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-31-572).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-572 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.
Onderdeel van zaak 2020Z14629:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-09-01 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-08 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-10-01 14:00: Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 13 oktober 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-01-27 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 572 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 augustus 2020
Bijgaand ontvangt u het verslag van de informele videovergadering van de Raad WSBVC 17 juli 2020.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
VERSLAG INFORMELE MINISTERIËLE VIDEOCONFERENTIE WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID 17 juli 2020
Het Duitse voorzitterschap heeft een informeel video-overleg georganiseerd op 17 juli jl. waarin lidstaten gesproken hebben over de sociale dimensie van het herstel van Europa. De Duitse federale Minister van Arbeid en Sociale Zaken Hubertus Heil zat de Raad voor.
Tijdens de Raad gingen de verschillende lidstaten na de plenaire opening uiteen in drie parallelle break-out sessies. Tijdens de eerste break-out sessie werd gesproken over de bijdrage van sociale zekerheid aan het herstel van de COVID-19 crisis, met een focus op werkloosheidsverzekering en minimuminkomensregelingen. Het onderwerp van de tweede break-out sessie was de rol van gezond en veilig werken bij het herstel van de COVID-19 crisis. Break-out sessie drie, de sessie waar Nederland in zat, stond in het teken van arbeidsmigratie en betere handhaving van de rechten van mobiele EU-werknemers en seizoenarbeiders. Tijdens de break-out sessies kregen lidstaten de gelegenheid om hun visie te delen op de thema’s.
Tijdens de break-out sessie over arbeidsmigratie gaven de meeste lidstaten aan dat naast nationale actie, ook Europese samenwerking nodig is om de rechten van mobiele EU-werknemers en seizoenarbeiders beter te handhaven. De Europese Commissie publiceerde kort voor de vergadering nieuwe richtsnoeren hierover. Deze werden door de lidstaten verwelkomd. Veel lidstaten kennen dezelfde uitdagingen t.a.v. de woon- en werkomstandigheden van arbeidersmigranten. Daarom is samenwerken belangrijk. Een betere informatievoorziening voor arbeidsmigranten en, naast nationale handhaving, een grotere rol voor de ELA (Europese Arbeidsautoriteit) werd door veel lidstaten ondersteund.
Nederland heeft aangegeven dat de bescherming van arbeidsmigranten hoge prioriteit heeft. Nederland heeft ingebracht dat de wettelijke positie van arbeidsmigranten de afgelopen jaren is verbeterd, mede dankzij de herziening van de detacheringsrichtlijn en de handhavingsrichtlijn. Maar alleen wetgeving is niet genoeg en daarom kiest Nederland voor gecoördineerde actie, waarin autoriteiten op alle niveaus hun verantwoordelijkheid nemen om de positie van arbeidsmigranten waaronder seizoenarbeiders te verbeteren. Het is in dit kader belangrijk om ook over de grenzen samen te werken, om uiteindelijk een eerlijke, interne markt te creëren. Nederland heeft het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten toegelicht, dat met korte- en langetermijn aanbevelingen komt op het gebied van werk, huisvesting, transport en gezondheidszorg. Net als in de nationale context, heeft Nederland opgeroepen om alle aspecten van arbeidsmigratie mee te nemen in de Raadsconclusies die onder Duits voorzitterschap zullen worden opgesteld. Daarbij zou volgens Nederland het doel moeten zijn om in de EU veilige ketens van mobiele arbeid te scheppen. En dat gaat het beste als bestaande regels goed worden gehandhaafd, en als lidstaten in Europa beter samenwerken. Hier is ook volgens Nederland een rol weggelegd voor de Europese Arbeidsautoriteit (ELA).
Op 2 en 3 november 2020 vindt er een Informele Raad WSBVC plaats in Berlijn.
De aanvullende richtsnoeren van de Commissie t.a.v. seizoenarbeiders in de EU:
Als opvolging op haar eerdere mededeling met richtsnoeren «betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers tijdens de uitbraak van COVID-19» heeft de Commissie aanvullende richtsnoeren uitgebracht met de titel: «Richtsnoeren ten aanzien van seizoenarbeiders in de EU in het licht van COVID-19». De richtsnoeren beschrijven de rechten en plichten van verschillende groepen mobiele werknemers (EU-burgers gebruik makend van het vrij verkeer van werknemers, seizoenarbeiders uit derde landen, gedetacheerde seizoenarbeiders). Ook beschrijven de richtsnoeren de verschillende problemen rondom het werken en wonen in een andere lidstaat, alsook rondom sociale zekerheid.
De geschetste problemen komen overeen met de recente analyse die ook gedaan is door het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten. Het kabinet herkent zich hierin. De mededeling roept lidstaten op om mobiele werknemers te beschermen en geeft daarnaast de acties aan die de Commissie zelf zal oppakken, zoals goede samenwerking met de Europese Arbeidsautoriteit, het betrekken van de Europese sociale partners bij de thematiek en het bevorderen van samenwerking tussen de lidstaten op dit terrein.
Gelet op het feit dat de mededeling beschrijvend van aard is en geen nieuwe initiatieven bevat zal geen BNC-fiche opgesteld worden. Er worden mede naar aanleiding van de richtsnoeren Raadsconclusies opgesteld. Ik informeer uw Kamer over de inhoud en strekking van deze Raadsconclusies in de Geannoteerde Agenda van de aankomende Raden.