[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang CoronaMelder

Infectieziektenbestrijding

Brief regering

Nummer: 2020D31780, datum: 2020-08-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-501).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -501 Infectieziektenbestrijding.

Onderdeel van zaak 2020Z14779:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 501 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 augustus 2020

Met deze brief informeer ik uw Kamer over een aantal actuele ontwikkelingen met betrekking tot de app voor digitale aanvulling van het regulier bron- en contactonderzoek, genaamd «CoronaMelder». In mijn brief van 16 juli jl. heb ik u beschreven welke stappen ik tot dan toe had gezet in de ontwikkeling van CoronaMelder en heb ik u geïnformeerd over de tests en checks die ik tot dan toe uit had laten voeren1. Ik heb u daarbij ook toegezegd nog meerdere tests en checks uit te voeren en uw Kamer hierover half augustus te informeren. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.

In mijn brief van 16 juli jl. heb ik u mijn voornemen aangekondigd CoronaMelder op 1 september landelijk te introduceren. Ik heb daarbij een voorbehoud gemaakt op het vinden van een alternatieve partij voor de hosting van de backend, het invullen van een aantal randvoorwaarden van de GGD en een positief advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Voor de hosting van de backend is besloten het beheer te laten plaatsvinden door CIBG en de hosting onder te brengen bij KPN. Met de GGD zijn goede afspraken gemaakt over het onderzoeken van de uitvoeringsgevolgen van CoronaMelder.

De AP heeft mij echter laten weten explicitering van de bestaande wettelijke grondslag om de gegevens te verwerken noodzakelijk te vinden voor de inzet van CoronaMelder2. De al voorgenomen explicitering van deze grondslag in aparte wetgeving is volgens de AP noodzakelijk voor landelijke introductie. Hoewel dit standpunt van de AP vatbaar is voor discussie, wil ik de explicitering van de wettelijke grondslag regelen voorafgaand aan de landelijke introductie. Gezien het toenemende aantal besmettingen en de bijdrage die CoronaMelder kan leveren bij het beheersen van de verspreiding van het virus, ben ik een spoedwetprocedure gestart om de benodigde wettelijke grondslag te realiseren voor de beoogde invoeringsdatum van 1 september dan wel zo snel mogelijk daarna. Onderzoek wijst steeds vaker op een mogelijk belangrijke bijdrage van apps als CoronaMelder in het bestrijden van de epidemie3. Ik wil er daarom voor zorgen dat CoronaMelder zo snel mogelijk landelijk beschikbaar komt en verzoek u derhalve het wetsvoorstel zodra het bij u is ingediend in spoedige behandeling te nemen.

Naast de door de AP geadviseerde wettelijke grondslag, stel ik zelf nog twee voorwaarden voor de landelijke introductie, te weten: positieve uitkomsten van het vervolg van de praktijktest (waarover ik u in mijn brief van 16 juli informeerde) en positieve uitkomsten van een gezamenlijke uitvoeringstoets met de GGD-en op de effecten van de introductie van CoronaMelder (zoals in mijn brief van 6 augustus gemeld4).

Ik ga hierover graag op korte termijn met uw Kamer in gesprek. Ik ben uiteraard bereid dit vooraf te laten gaan door een technische briefing waarin u zich door de inhoudelijk experts over de (technische) keuzes en uitwerking van CoronaMelder kunt laten informeren.

Vervolg praktijktest

Zoals in mijn brief van 16 juli aangekondigd, is vandaag (17 augustus 2020) het vervolg van de praktijktest gestart. Deze praktijktest zal lopen tot de landelijke introductie van CoronaMelder. In vijf GGD-regio’s5 wordt de werking van de app in de praktijk van de GGD getest. De GGD-en kunnen zo ervaring op doen met het implementeren van het nieuwe werkproces. Zo wordt de werkwijze getest en kunnen verbeterpunten worden aandragen voorafgaand aan landelijke introductie. In die zin is de praktijktest ook een «publieke beta». Er kunnen nog zaken aan het licht komen die tot aanpassing van bijvoorbeeld werkprocessen of de app zelf kunnen leiden.

In mijn vorige brief liet ik u weten voornemens te zijn het vervolg van de praktijktest in twee regio’s te houden, te weten Twente en Rotterdam-Rijnmond. Gezien de grote toename in het aantal besmettingen in Rotterdam-Rijnmond heeft de GGD mij gevraagd de test elders te houden. Om toch invulling te geven aan de adviezen, van onder andere de Begeleidingscommissie, om te testen met een aanzienlijk aantal besmettingen, heb ik er in goed overleg met de GGD-en voor gekozen daarom in de vijf regio’s te testen. Hiermee wordt een grotere populatie bereikt, maar een vergelijkbaar aantal besmettingen verwacht.

Ten behoeve van het vervolg van de praktijktest is CoronaMelder vandaag beschikbaar gekomen in de appstores. Daarmee kan iedereen de app nu in principe downloaden. Hiervoor is gekozen omdat het enkel gebruiken van de testomgevingen van Apple en Google (zoals tot nu toe is gebeurd) leidt tot een kleiner aantal mogelijke gebruikers (slechts enkele duizenden). Daarmee zou het doel van de test, het opdoen van ervaring met CoronaMelder bij de GGD-en in het begeleiden van mensen bij het invoeren van positieve besmettingen in de app, onvoldoende worden behaald. Bovendien is het gebruik van de testomgeving een voor de gebruiker complex proces. Alleen in de testregio’s kunnen gedurende de testperiode mensen positieve testen melden via de app en invulling geven aan het advies om zich 7 dagen na het laatste risicovolle contact te laten testen.

Uitvoeringstoets GGD

CoronaMelder vult het reguliere bron- en contactonderzoek aan, omdat daarmee mensen sneller bereikt worden en ook contacten worden gevonden die mensen niet kennen of zich niet herinneren. De introductie van CoronaMelder heeft gevolgen voor de (werkprocessen van de) GGD. Zij zullen positief geteste mensen moeten kunnen begeleiden bij het vrijwillig melden daarvan in de app. Ook is er mogelijk een toenemende vraag naar testen. Daarom zal ik tijdens de praktijktest ook de uitvoeringsgevolgen voor de GGD in kaart laten brengen, zodat een goed beeld verkregen wordt van wat de GGD nodig heeft. Ter ondersteuning heb ik samen met de GGD een online training ontwikkeld voor alle BCO-medewerkers.

Advies Autoriteit Persoonsgegevens

Op 6 augustus heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) advies uitgebracht op de privacyaspecten van CoronaMelder. De AP laat mij weten met genoegen te constateren dat de app is ontworpen volgens de «privacy-by-design»-standaard en dat dataminimalisatie onderdeel is van de ontwikkeling van CoronaMelder. De AP adviseert dat de bestaande wettelijke grondslag om de gegevens te verwerken onvoldoende is en (de al voorgenomen) explicitering van deze grondslag nodig is om te kunnen starten met de app. Bovendien schrijft de AP dat het voorafgaand aan die wettelijke grondslag werken op basis van expliciete toestemming wat hen betreft «theoretisch denkbaar maar minder passend» is voor CoronaMelder.

Ik deel de conclusie van de AP dat explicitering van de al bestaande huidige wettelijke grondslag wenselijk is. Ik ben echter van mening dat, bij gebrek aan een geëxpliciteerde wettelijke grondslag, expliciete toestemming wel degelijk een goede oplossing is voor CoronaMelder. In de andere Europese landen die een vergelijkbare app hebben geïntroduceerd (of gaan introduceren) is dezelfde privacywetgeving (AVG) van toepassing en daar wordt voor gegevensverwerking ook gebruik gemaakt van expliciete toestemming. Ook het Europees Comité voor gegevensbescherming (de «European Data Protection Board») onderkent toestemming als mogelijk rechtsgeldige grondslag6. Tot slot heeft de Landsadvocaat aan mij een advies uitgebracht waarin zij stelt dat »In de huidige context en gezien de instellingen van de app, komt het ons voor dat uitdrukkelijke toestemming wel degelijk een toereikende wettelijke grondslag kan bieden voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens, zowel in het kader van de aanstaande proef als de landelijke uitrol van de app» (zie bijlage)7.

Ik wil echter tegemoetkomen aan het advies van de AP. Onder voorbehoud van het te verwachten advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het wetsvoorstel en het op te stellen nader rapport, zal ik de Koning verzoeken het wetsvoorstel daarna met de grootst mogelijke spoed naar uw Kamer te zenden. Naast explicitering van de wettelijke grondslag, beoog ik met deze wet ook nadrukkelijk het borgen dat gebruik van de app vrijwillig is en dus door niemand mag worden afgedwongen.

De concept DPIA die eerder met uw Kamer is gedeeld, zal op basis van het advies van de AP worden aangepast en zo spoedig mogelijk openbaar gemaakt worden. In de aangepaste DPIA zal ook uitgebreider beschreven worden op welke wijze voor CoronaMelder is geborgd dat wordt aangesloten bij de beginselen van rechtvaardigheid/noodzakelijkheid en proportionaliteit, waarmee onder anderen ook invulling wordt gegeven aan de overwegingen van het Rathenau Instituut zoals aan uw Kamer gestuurd. Over de aangepaste DPIA zal ik advies vragen van de Functionarissen Gegevensbescherming (FG) van zowel de GGD als VWS voordat CoronaMelder landelijk wordt geïntroduceerd. Voorafgaand aan de proef in de vijf regio’s is dit reeds besproken met de functionarissen gegevensbescherming van de hierbij betrokken GGD-en. Ook zal er op de aangepaste DPIA nog een second opinion plaats vinden door Privacy Management Partners.

Ik hecht er aan u te melden dat CoronaMelder zeer beperkt persoonsgegevens bevat en verwerkt en dat deze gegevens slechts zeer beperkt herleidbaar tot personen zijn. CoronaMelder is bovendien ontworpen met «privacy by design» als uitgangspunt. Er worden zo weinig mogelijk persoonsgegevens verwerkt, gegevens zijn zeer beperkt herleidbaar en worden zo kort mogelijk bewaard. CoronaMelder maakt elk kwartier willekeurige codes aan en deze willekeurige codes worden uitgewisseld en opgeslagen op de telefoon. Wanneer iemand besmet blijkt, zal deze persoon deze codes, na uitwisseling van een validatiecode met de GGD, uploaden naar een centrale server. Op het moment van het uploaden van de aangemaakte willekeurige codes van een besmette persoon naar de centrale server, zal voor korte tijd het IP-adres bekend zijn. Dit is nodig voor de werking van internetverkeer. Dit IP-adres kan onder omstandigheden gezien worden als een herleidbaar gegeven. Bij aankomst op de server wordt het IP-adres afgevangen en niet samen opgeslagen van de andere gegevens. Het IP-adres wordt enkel bewaard voor beveiligingsdoeleinden en na maximaal 7 dagen vernietigd. Met het oog op maximale zorgvuldigheid behandel ik alle gegevens van CoronaMelder alsof het persoonsgegevens zijn.

Tests en checks

Bij de ontwikkeling van CoronaMelder heb ik een aantal randvoorwaarden gesteld waar ik geen concessies aan doe. Het gaat hierbij om waarborgen voor privacy, informatieveiligheid, grondrechten, nationale veiligheid en toegankelijkheid en vrijwillig gebruik. Dit heb ik vertaald in eisen zoals «het niet herleidbaar zijn van informatie naar een persoon», «de app moet makkelijk en veilig te downloaden zijn», er is «geen centrale opslag van persoons- of locatiegegevens». Ook heb ik als eis opgenomen dat de app «open source» moet zijn. (Zie onder andere mijn brieven van 15 april en 21 april8).

Om te borgen dat CoronaMelder aan alle eisen voldoet, wordt de app zorgvuldig getest voor, tijdens en na de introductie. Zo test ik bijvoorbeeld of CoronaMelder gebruiksvriendelijk is, voldoet aan privacywetgeving en of informatieveiligheid en nationale veiligheidsrisico’s voldoende zijn afgedekt. Eerder informeerde ik u al over een belangrijk deel van deze testen en adviezen9. Hieronder vindt u de resultaten van een aantal afrondende tests die ik uit heb laten voeren.

Informatieveiligheid

Er vinden continu onderzoeken plaats naar de informatieveiligheid van CoronaMelder en deze zullen ook na introductie doorlopen. De huidige onderzoeken hebben tot op heden geen blokkerende issues aan het licht gebracht. Wat wel is geconstateerd is opgelost of zal nog worden opgelost. Rapportages van dergelijke onderzoeken zal ik, ook na introductie van CoronaMelder, openbaar blijven maken.

De afgelopen weken hebben daarnaast ook Apple en Google hun broncode vrij gegeven. De Europese Commissie laat namens de lidstaten onderzoek uitvoeren naar deze broncode, waar CoronaMelder ook gebruik van maakt. Daarnaast geeft het vrijgeven van de broncode de zogenaamde «community» van vrijwilligers de gelegenheid om de broncode te toetsen en waar nodig voorstellen te doen voor verbetering. Daarnaast wordt voortdurend op nationaal en Europees niveau overleg gevoerd met Apple en Google om de werking van de app én de waarborgen voor de privacy te borgen.

Grootschalige veldtest

In de periode van 8 tot en met 13 juli is in Twente een veldtest uitgevoerd. In mijn brief van 16 juli heb ik u de eerste beelden van de test al gegeven. Dit betrof een onderzoek onder 1.500 mensen uit de regio Twente. Daarnaast hebben 500 mensen uit heel Nederland meegedaan. Zij hebben CoronaMelder een aantal dagen getest in de normale thuissituatie en op de eigen telefoon. Het bijgevoegde onderzoeksrapport beschrijft de resultaten van de gebruikerstesten met de app10.

Uit de veldtest blijkt dat CoronaMelder gebruikersvriendelijk is. Ouderen, jongeren, hoger en lager opgeleid, kunnen zelfstandig de app bedienen.

De testers vinden de informatie in de app duidelijk en de meeste deelnemers zijn positiever over de app na het gebruik ervan. Ook kwam er een aantal verbeterpunten naar voren. Het blijkt bijvoorbeeld dat testers niet altijd begrijpen wat ze precies moeten doen als ze een melding krijgen of als ze besmet blijken te zijn. De onderzoekers hebben aanbevelingen voor verbetering gedaan die zijn betrokken bij de doorontwikkeling van de app en bij de communicatie. Zo wijzen de bevindingen erop dat het individuele en maatschappelijke nut van CoronaMelder redenen zijn om de app te downloaden. In de voorgenomen campagne staat die boodschap ook centraal.

Naar aanleiding van mijn vorige brief heeft u van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) een beschouwing ontvangen met een aantal vragen en opmerkingen over CoronaMelder. Ik ben het KIVI erkentelijk dat ook zij hun kennis en expertise hebben ingezet om te helpen CoronaMelder zo goed mogelijk te maken. In de bijlage heb ik ter informatie een brief aan KIVI met uitgebreide antwoorden op elk van hun vragen opgenomen11.

Naar aanleiding van de beschouwing van KIVI wil ik in de brief nog het volgende verduidelijken over de nauwkeurigheid van de app. Tussen de 70% en 75% van de contacten binnen 1,5 meter worden door CoronaMelder gevonden en gesignaleerd. Dit is het gevolg van de werking van bluetooth (en het geval in alle landen die een dergelijke app introduceren). CoronaMelder vult het bestaande bron- en contactonderzoek aan en waarschuwt dus al automatisch ongeveer 75% van de risicovolle contacten. In overleg met alle landen die een dergelijke app introduceren en met Apple en Google zijn aanpassingen doorgevoerd om dit te verbeteren. Ik blijf in overleg met de andere landen en Apple en Google om de detectie te blijven verbeteren. Hiermee wordt al een waarschuwing gegeven nog voor het reguliere bron- en contactonderzoek echt is gestart. Dat is belangrijk, want elke voorkomen infectieketen helpt de verspreiding te beperken. In een aantal gevallen zal iemand juist een melding krijgen die niet binnen 1,5 meter was. Deze persoon was dan meestal wel binnen 3 meter afstand en altijd binnen 10 meter. Daarmee is de werking van de app niet veel anders dan het reguliere bron- en contactonderzoek, waarin ook niet alle contacten kunnen worden opgespoord en waarbij soms ook contacten worden opgespoord die op meer dan 1,5 meter zaten van de besmette persoon (denk bijvoorbeeld aan een restaurant waarbij getracht wordt met alle bezoekers contact te krijgen).

Vijfde, zesde, zevende en achtste advies Begeleidingscommissie (zie bijlagen12)

Het vijfde advies van de Begeleidingscommissie richt zich op de in eerdere brieven al genoemde tweede app ter ondersteuning van het reguliere bron- en contactonderzoek van de GGD. Dit advies zal worden betrokken bij de voorbereiding van de mogelijke ontwikkeling van deze app waarover ik u na de zomer zal informeren.

Het zesde advies ziet op de voorgenomen wetgeving die op dit moment bij de Raad van State ligt. Dit zesde advies zal ik betrekken bij de verwerking van de adviezen van de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad van State alvorens de wetgeving aan uw Kamer aan te bieden.

Op 5 augustus jl. heeft de Begeleidingscommissie haar zevende advies uitgebracht. De commissie benadrukt hierin als eerste de noodzaak om gebruikers die een notificatie hebben ontvangen, op te roepen om zich direct te melden om zich te laten testen vóór het moment dat ze het meest besmettelijk zijn. Ten tweede wordt geadviseerd om de app te laten testen in een regio met een hoge besmettingsdichtheid en de testresultaten te verwerken voorafgaand aan een «publieke» uitrol. Dit advies is ook gericht aan het OMT. Tevens stelt de commissie dat een toets uitgevoerd in een gebied met hoge besmettingsgraad (en tijd te nemen om de bevindingen te verwerken) de slagingskans van de app sterk zal bevorderen. In de toets is het volgens de Begeleidingscommissie van belang om in ieder geval het volgende te onderzoeken: (i) handelingen die cruciaal zijn voor melden en (ii) rol van CoronaMelder in de keten van contactopsporing door de GGD. Daarom adviseert de Begeleidingscommissie om pas ná een dergelijke toets en aanpassingen naar bevindingen de app publiekelijk beschikbaar te stellen.

Het advies om CoronaMelder gebruikers die een notificatie hebben ontvangen, op te roepen om zich direct te melden om zich te laten testen vóór het moment dat ze het meest besmettelijk zijn, neem ik over. Vandaag is het vervolg van de praktijktest met CoronaMelder bij de vijf GGD regio’s gestart. Daar zal gedurende de testperiode de mogelijkheid om 7 dagen na het risicovolle contact te testen, ook als er geen klachten zijn, aangeboden worden. Het OMT is gevraagd om te adviseren over deze specifieke termijn. Bij de landelijke invoering van CoronaMelder wordt met betrekking tot testen na notificatie aangesloten bij de protocollen die volgen uit het dan geldende landelijke testbeleid inzake asymptomatisch testen.

Het advies van de Begeleidingscommissie om de app te testen in een regio met een hoge besmettingsdichtheid bleek lastig over te nemen. De GGD’en in regio’s met een hoge besmettingsdichtheid hebben gevraagd om de proef te doen in regio’s waar meer ruimte is om bevindingen die, gezien de benodigde aanpassing in de werkprocessen en ICT van de GGD mogelijk tijdens de proef worden gedaan, op te vangen. Gelukkig zijn de vijf GGD regio’s bereid gevonden om de werking van de app binnen de werkprocessen te testen gedurende vervolg van de praktijktest. Hiermee wordt alsnog ervaring opgedaan met voldoende mensen en ook met mensen die positief zijn getest. Deze proef richt zich vooral op de werkprocessen zoals deze zijn ontworpen voor de GGD medewerkers. De effectiviteit van de app kan pas goed worden onderzocht bij grootschalige introductie. De opzet van deze doorlopende evaluatie van de werking van CoronaMelder is, met betrokkenheid van de Begeleidingscommissie, reeds in gang gezet.

Op 8 augustus jl. heeft de Begeleidingscommissie haar achtste advies uitgebracht. De Begeleidingscommissie adviseert hierin een taalkundige toets uit te voeren op de app voorafgaand aan de lancering. Hierbij is het vooral van belang om te focussen op taalgebruik bij handelingen die cruciaal zijn voor de meldprocedure en taalgebruik waar de werking van CoronaMelder uiteen wordt gezet en toegelicht.

Het advies om aandacht te besteden aan taalgebruik heb ik overgenomen. Mede naar aanleiding van het veldonderzoek in Twente is het handelingsperspectief grondig herschreven en meer instructief en actiegericht gemaakt. Ook de teksten rondom de meldprocedure zijn sterk vereenvoudigd. Na de tests in Twente is deze versimpelde instructie met zo’n 700 respondenten getoetst, ook met lagere taal- of digitale vaardigheid. Daarbij is ook de interactie met de telefonisten van de GGD en het webportal dat zij gebruiken om de meldingen te autoriseren meegenomen. Ook is de tekst over de werking van de app op punten verder aangescherpt om misvattingen die naar voren kwamen in het onderzoek te ontkrachten. In CoronaMelder is daarnaast een extra pagina toegevoegd met uitleg over de (technische) werking van de app, ondersteund met illustraties. De teksten zullen telkens als dat nodig blijkt ook worden aangepast.

CIO-advies

Het is gebruikelijk dat de Chief Information Officer van een departement adviezen geeft bij trajecten als deze. Aangezien de CIO van mijn ministerie gedelegeerd opdrachtgever is van CoronaMelder, is de CIO van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bereid gevonden advies te geven. Deze concludeert dat het programma dat verantwoordelijk is voor onder andere CoronaMelder voldoende heeft geïnvesteerd in het in kaart brengen van de impact op de belangrijkste betrokken partijen en in de voorbereiding van de toekomstige appgebruikers. Daarnaast is de conclusie dat ten aanzien van informatiebeveiliging en privacy voor CoronaMelder op een gedegen manier aandacht is besteed aan het verantwoord kunnen verwerken van gegevens.

Aanloop naar landelijke introductie

Communicatiecampagne

Vanaf vandaag zal ik, samen met de betrokken GGD’en, in de regionale media aandacht vragen voor de praktijktesten. Daarbij vertellen we meer over het waarom van de app en zullen we burgers in de testregio’s uitnodigen om CoronaMelder te downloaden. Ook op de website CoronaMelder.nl wordt verwezen naar de appstores waar de app te downloaden is.

De voorbereidingen voor de massamediale publiekscampagne zijn gestart, zodat op het moment van landelijke introductie zoveel mogelijk mensen worden uitgenodigd CoronaMelder te downloaden. De mediamix zal bestaan uit de inzet van een tv-commercial, radioreclame, buitenreclame, print en ook een online campagne (zoals met banners en via social media). In de campagne wordt vooral:

– opgeroepen om CoronaMelder te downloaden en dan te gebruiken

– benoemd dat iedereen wel iemand kent voor wie zij de app willen downloaden, om zo te voorkomen dat ze onbewust een ander besmetten

– duidelijk gemaakt dat gebruik van de app vrijwillig is en

– dat de app niet weet wie je bent en waar je bent.

Ter ondersteuning worden animaties gemaakt die antwoord geven op vragen als: waarom zou ik de app downloaden, hoe is mijn privacy gewaarborgd en wanneer krijg ik een melding? Ik heb hierbij speciaal ok oog voor specifieke groepen, zoals jongeren gezien hun aandeel in de besmettingen op dit moment. Met een gespecialiseerd jongerencommunicatiebureau kijk ik hoe de campagneboodschap vertaald kan worden naar deze doelgroep. Ook wordt een speciale animatie gemaakt voor Steffie.nl, een website voor mensen met een verstandelijke beperking, ouderen en laaggeletterden.

Helpdesk

In Duitsland bleek dat na introductie van de corona-app de lokale gezondheidsdiensten veel vragen kregen over de werking van de app. Daarom heb ik een aparte helpdesk ingericht waarnaar in CoronaMelder verwezen wordt. De helpdeskmedewerkers zijn getraind in de werking en veiligheid van CoronaMelder en zijn telefonisch bereikbaar om alle vragen rondom het gebruik en de werking van CoronaMelder te beantwoorden. De helpdesk is flexibel op- en af te schalen. Daarnaast onderzoek ik de inzet van de «digihulplijn», een initiatief van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dat zich richt op de digitale toegankelijkheid van de overheid.

Doorlopende evaluatie van werking

Op advies van de voorzitters van de Begeleidingscommissie, de Taskforce Digitale Ondersteuning Bestrijding COVID-19 en de Taskforce Gedragswetenschappen, evalueer ik doorlopend de opbrengsten en effecten van het gebruik van CoronaMelder om te leren van de opgedane ervaringen. Deze evaluatie kan zo nodig leiden tot aanpassingen en bijstellingen van de app, werkprocessen of de informatievoorziening over CoronaMelder.

Op 16 juli heb ik uw Kamer laten weten dat een evaluatieprotocol wordt opgesteld om te bekijken of er met CoronaMelder daadwerkelijk sprake is van breder, sneller en efficiënter opsporen van besmette mensen en of er wellicht niet beoogde neveneffecten zijn die om bijsturing vragen. Een eerste onderzoek samen met RIVM en GGD heeft geleid tot een set aan indicatoren die gebruikt kunnen worden bij het meten van de effecten en bij het toetsen van succes- en faalcriteria. Deze indicatoren zijn geclusterd in de volgende vijf onderzoeksgebieden:

1. Adoptie (zoals het aantal downloads)

2. Gebruik (zoals het aantal aangevraagde tests na notificatie)

3. Directe beoogde effecten (worden handelingsperspectieven uit de app opgevolgd?)

4. Indirect beoogde effecten (leidt het gebruik van de app tot een daling van de besmettingsgraad? Het RIVM ontwikkelt hiertoe een rekenmodel)

5. Niet beoogde effecten (leidt de app bijvoorbeeld tot verslapping van navolging van andere Coronamaatregelen?)

6. Deze gegevens worden verzameld aan de hand van surveys en niet automatisch via CoronaMelder. Het waarborgen van de privacy betekent namelijk dat er in de app zo weinig mogelijk gegevens geregistreerd worden.

De indicatoren zullen ook gebruikt worden als input bij het bepalen wanneer de app niet meer noodzakelijk is. Ik zal hierover te zijner tijd op advies van onder anderen de begeleidingscommissie en de taskforces besluiten. Uiteraard houd ik uw Kamer op de hoogte van de uitkomsten van de doorlopende evaluatie.

Overgang hosting backend van Belastingdienst naar CIBG

Zoals in mijn brief van 16 juli aangegeven, heeft de Staatssecretaris van Financiën mij, gezien de grote uitdagingen waarvoor de Belastingdienst staat, verzocht om te onderzoeken of een andere landingsplek mogelijk is voor de «backend» van de app dan het datacenter van de Belastingdienst. In overleg met CIBG is besloten dat het beheer kan plaatsvinden door het CIBG en de hosting van de backend bij KPN.

Beveiligingsmaatregelen die in de omgeving van de Belastingdienst standaard aanwezig waren, zijn ook getroffen in de nieuwe omgeving. De transitie heeft enige weken vertraging opgeleverd. Maar ik ben blij om te kunnen vermelden dat door de bijzondere inzet van alle betrokkenen dit een landelijke introductie niet in de weg hoeft te staan.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge


  1. Kamerstuk 25 295, nr. 460.↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  3. Zie bijvoorbeeld https://www.recover-europe.eu/wp-content/uploads/2020/05/Time_is_of_the_essence_15052020.pdf.↩︎

  4. Kamerstuk 25 295, nr. 469.↩︎

  5. GGD Drenthe, GGD IJsselland, GGD Twente, GGD Noord- en Oost-Gelderland en GGD Gelderland-Zuid.↩︎

  6. Zie https://edpb.europa.eu/sites/edpb/files/files/file1/edpb_guidelines_20200420_ contact_tracing_covid_with_annex_nl.pdf.↩︎

  7. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  8. Kamerstuk 25 295, nrs. 249 en 277.↩︎

  9. Kamerstuk 25 295, nr. 460.↩︎

  10. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  11. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  12. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎