Antwoord op vragen van het lid Weverling over de handelsbetrekkingen met Suriname
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D32231, datum: 2020-08-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-3844).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z14133:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: A. Weverling, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3844
Vragen van het lid Weverling (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de handelsbetrekkingen met Suriname (ingezonden 17 juli 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 24 augustus 2020).
Vraag 1
Deelt u de mening dat, nu er in Suriname een nieuwe president benoemd is, het zaak is dat naast de diplomatieke relatie tussen Nederland en Suriname ook de handelsrelatie een nieuwe impuls krijgt?
Antwoord 1
Ja, de handelsrelatie tussen Nederland en Suriname zou in de nieuwe politieke context een nieuwe impuls kunnen krijgen. Ik heb op korte termijn een gesprek met de Surinaamse Minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Internationale Samenwerking en zal ook de handelsrelatie met hem bespreken.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de omvang is van de handelsstromen tussen Nederland en Suriname, wat de grootste import- en exportstromen zijn, hoe groot de Nederlandse investeringen in Suriname en vice versa zijn en hoe deze zaken zich over de afgelopen jaren hebben ontwikkeld?
Antwoord 2
Er werd in 2019 voor 29 mln. euro geïmporteerd vanuit Suriname, dit is een daling t.o.v. de jaren daarvoor. Het betreft voornamelijk vis en schaaldieren. Er werd in 2019 voor 223 mln. euro geëxporteerd naar Suriname, dit is een stijging t.o.v. de jaren daarvoor.1 Belangrijke productgroepen zijn voedingsmiddelen, machines en industriële fabricaten. Nederlandse directe investeringen in Suriname bedroegen in 2017 58 mln. euro, recentere cijfers zijn nog niet beschikbaar.2 Er zijn geen cijfers over Surinaamse directe investeringen in Nederland.
Vraag 3
Op welke wijze kan Nederland bijvoorbeeld bijdragen aan het benutten van de natuurlijke hulpbronnen in Suriname en het wederzijds versterken van internationale waardeketens waarvan de in Suriname ontgonnen natuurlijke hulpbronnen onderdeel zijn?
Antwoord 3
Het is aan de Surinaamse overheid om te besluiten of en zo ja, welke buitenlandse deskundigheid en buitenlandse ondernemingen het bij de ontwikkeling van de natuurlijke hulpbronnen en de daarbij behorende waardeketens betrekt. Op een aantal sectoren is deze deskundigheid ook in Nederland te vinden, de ambassade werkt samen met Nederlandse bedrijven om te zorgen dat deze gevonden wordt. Er is in de afgelopen tien jaar voor 6,45 mln. euro aan projecten gesubsidieerd of gefinancierd in Suriname, gemiddeld drie projecten per jaar.
Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u op korte en langere termijn om de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Suriname te verbeteren en om relaties tussen Surinaamse en Nederlandse ondernemingen te versterken?
Antwoord 4
Het is belangrijk dat de Surinaamse regering erin slaagt het ondernemingsklimaat aanzienlijk te verbeteren, dit zal ongetwijfeld een positieve uitwerking hebben op de onderlinge handels- en investeringsstromen tussen beide landen. Voor de steun vanuit Nederland zie antwoord vraag 9.
Vraag 5
Hoe zijn de contacten tussen Nederlandse organisaties die zich bezighouden met handelsbevordering en vergelijkbare Surinaamse organisaties, zoals de Surinaams-Nederlandse Kamer van Koophandel?
Antwoord 5
Het handelsbevorderende netwerk gericht op Suriname onderhoudt goede onderlinge contacten. De Nederlandse ambassade in Paramaribo vervult daarbij een centrale rol en vormt de verbinding met het netwerk in Nederland.
Vraag 6
Zijn er voldoende regioadviseurs met specialistische kennis over zakendoen en handeldrijven met Suriname werkzaam bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)? Worden zij voldoende bereikt door geïnteresseerde ondernemers?
Antwoord 6
Ja, er zijn thans voldoende regioadviseurs met kennis over Suriname. Ook kan een beroep worden gedaan op de economische afdeling van de Nederlandse ambassade in Paramaribo.
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de Nederlandse inzet is bij de vijfjaarlijkse monitoring, gepland voor het einde van dit jaar, van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Caribische Gemeenschap (Caricom), waar Suriname eveneens lid van is?
Antwoord 7
De Europese Commissie heeft opdracht gegeven voor een evaluatiestudie van de impact van het Cariforum-EU Economic Partnerschip Agreement van de afgelopen 10 jaar. Deze studie zal binnenkort worden gepubliceerd. Mede aan de hand van de bevindingen van deze evaluatie zal het kabinet zijn inzet bepalen inzake het akkoord voorafgaand aan de vijfde bijeenkomst van de Joint Cariforum-EU Council, nu gepland voor eind 2020.
Vraag 8
Bent u bereid bij deze en andere gelegenheden aandacht te besteden aan het belang van het versterken van de economische betrekkingen tussen Nederland en Europa enerzijds en Suriname anderszijds?
Antwoord 8
Ja, de Europese Unie vormt voor Suriname een afzetmarkt met veel potentie.
Vraag 9
Op welke wijze kan Nederland een bijdrage leveren aan het versterken van het ondernemersklimaat in Suriname, bijvoorbeeld door middel van kennisdeling?
Antwoord 9
Versterking van het ondernemingsklimaat gebeurt veelal vanuit programma’s gefinancierd uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Hierover is met uw Kamer afgesproken deze middelen vooral aan te wenden binnen de focusregio’s: Midden-Oosten en Noord-Afrika, Sahel en Hoorn van Afrika. Omdat Suriname geen deel uitmaakt van deze focusregio’s zijn de mogelijkheden beperkt. Wel kan verkend worden of er mogelijkheden zijn op het gebied van verbetering van wet- en regelgeving en kennisoverdracht gericht op versterking van economische en overheidsinstituties. Om daarmee de voorwaarden voor een gunstig Surinaams-Nederlandse handelsrelatie te verbeteren. Het reguliere handelsbevorderende instrumentarium is beschikbaar voor ondernemers t.b.v. activiteiten en projecten in Suriname. Hiervan is in de afgelopen jaren sporadisch gebruikgemaakt.
Vraag 10
Bent u van mening dat Nederland, vanwege de gedeelde taal en de Surinaamse diasporagemeenschap in Nederland, een uniek voordeel heeft als het aankomt op het versterken van de handelsbetrekkingen met Suriname?
Antwoord 10
Ja, de gedeelde taal en diasporagemeenschap zorgen voor een goede uitgangspositie om aan een versterking van de handelsbetrekkingen met Suriname te werken.
Vraag 11
Kunt u aangeven wat het belang is van de genoemde diasporagemeenschap bij de economische ontwikkeling van Suriname, bijvoorbeeld door het doen van investeringen in ontwikkelingsprojecten of ondernemerschap? Op welke wijze kunnen Nederlandse organisaties die zich bezighouden met handelsbevordering deze betrokkenheid versterken?
Antwoord 11
Het is aan de Surinaamse overheid en/of de diasporagemeenschap zelf om te besluiten of en zo ja, welke rol de gemeenschap bij de economische ontwikkeling van Suriname zal hebben. Daarover zal ik met deze gemeenschappen in gesprek gaan om de mogelijkheden in kaart te brengen. De gemeenschap kan ook nu reeds beroep doen op het handelsbevorderende instrumentarium en de expertise van het economisch netwerk.