Gefaseerd weer aanzetten van de verlichting op de autosnelwegen
Maatregelen verkeersveiligheid
Brief regering
Nummer: 2020D32277, datum: 2020-08-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29398-847).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -847 Maatregelen verkeersveiligheid.
Onderdeel van zaak 2020Z14987:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-08 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-09 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-10-12 14:00: Verkeersveiligheid met minister IenW (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-10-14 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 847 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 augustus 2020
Zoals toegezegd in mijn brief van 16 december 20191 informeer ik uw Kamer hierbij over de voortgang van het aanzetten van de verlichting op de autosnelwegen. In die brief gaf ik aan dat op ca. 80 kilometer autosnelweg de verlichting weer aanblijft tussen 23 en 5 uur en kondigde ik aanvullende veldonderzoeken aan voor de locaties waar een potentieel knelpunt niet valt uit te sluiten.
Het voornemen was om de veldonderzoeken in 2020 uit te voeren. Vanwege de actualiteiten rond het stikstofdossier en COVID-19, is er beperkte capaciteit in de markt om de onderzoeken uit te voeren en is het niet gelukt om dit voorjaar te starten. De Wet Natuurbescherming kent voor de uitvoering van dit veldonderzoek strikte voorschriften: er dient onderzoek te worden gedaan naar alle diersoorten in alle verschillende vast voorgeschreven periodes, waaronder het voorjaar. Hiervan kan niet worden afgeweken, omdat anders niet de vereiste informatie beschikbaar is voor besluitvorming.
Daarom is ervoor gekozen om het veldwerk in zijn geheel door te schuiven naar 2021 (start april). Er is volgend jaar voldoende onderzoekscapaciteit beschikbaar, de planning is stabieler en het werk kan efficiënter als één pakket worden uitgevoerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Kamerstuk 29 398, nr. 782↩︎