De bewoonbaarheid van verhitte woningen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D32546, datum: 2020-08-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z15106).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Nijboer, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z15106:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z15106
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de bewoonbaarheid van verhitte woningen (ingezonden 27 augustus 2020).
Vraag 1
Welke binnentemperaturen acht u aanvaardbaar voor een woning om nog bewoonbaar te zijn? Gedurende welke duur zijn overschrijdingen daarvan aanvaardbaar?
Vraag 2
Kunnen oververhitte woningen aangemerkt worden als gebrek dat de verhuurder dient te herstellen en op grond waarvan huurverlaging mogelijk is? Zo ja, aan welke normen moet worden voldaan?
Vraag 3
Kunnen verhuurders worden gedwongen tot het nemen van verkoelende maatregelen?
Vraag 4
Acht u het wenselijk dat bewoners met een zorgbehoefte of ouderen gedurende langere periodes worden blootgesteld aan te hoge binnentemperaturen? Welke maatregelen neemt u om dit te voorkomen?
Vraag 5
Indien huurders zelf wensen over te gaan tot het installeren en bekostigen van aanpassingen in of aan de woning voor de noodzakelijke verkoeling, kunnen verhuurders dit weigeren? Acht u dat wenselijk?
Vraag 6
Wat gaat u doen om deze problemen op te lossen, nu we vaker met lange periodes van droogte en hitte zullen kampen en dit risico’s vormt voor ouderen en mensen met gezondheidsproblemen?