[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Justitieketen Caribisch Nederland

Justitiële Inrichtingen

Brief regering

Nummer: 2020D32865, datum: 2020-08-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24587-783).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24587 -783 Justitiële Inrichtingen.

Onderdeel van zaak 2020Z15221:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

24 587 Justitiële Inrichtingen

29 278 VN-vredesmacht Liberia

Nr. 783 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2020

Via deze brief stel ik u op de hoogte van een tweetal zaken aangaande de justitieketen in Caribisch Nederland. Allereest ga ik in op de Wet tijdelijk huisverbod en vervolgens op mijn besluit ten aanzien van een detentievoorziening op Sint-Eustatius.

Wet tijdelijk huisverbod

In het notaoverleg Rechtshandhaving van 22 juni 2020, heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken van de invoering van het tijdelijk huisverbod op de BES-eilanden.1 Hierbij doe ik deze toezegging gestand.

Huiselijk geweld en kindermishandeling vormen samen een van de grootste problemen van onze samenleving, ook op de BES-eilanden. Het tijdelijk huisverbod is een van de middelen die kunnen bijdragen aan het stoppen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De toegevoegde waarde van dit instrument is dat niet het slachtoffer het huis uit moet, maar de pleger. De kracht van het huisverbod ligt in de combinatie van de inzet van lokaal bestuur, politie en hulpverlening. De aanwezigheid van de hulpverlening is van essentieel belang voor het slagen van het doel van het huisverbod. Als de time-out niet wordt benut ontstaat juist kans op verdere escalatie. Daarom is eind 2018 aan de gezaghebbers van de BES-eilanden voorgesteld om te starten met pilots, zodra er vooruitgang is geboekt in de hulpverlening.

In zijn brief van 14 mei 2020 heeft de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland.2 Daaruit blijkt dat de afgelopen periode gewerkt is aan de versterking van de hulpverlening en stappen zijn gezet.

Op 17 juli 2020 heeft een gesprek met de openbare lichamen, VWS en mijn ministerie plaatsgevonden over het traject van het tijdelijk huisverbod. Er is gesproken over hoe pilots het beste kunnen worden opgezet op de BES-eilanden. Hier zijn ervaringen gedeeld van de pilots die voorafgaand de invoering van de Wet tijdelijk huisverbod in Europees Nederland zijn gedaan. Tegelijkertijd dient rekening gehouden te worden met de grootte, de ligging en de specifieke kenmerken van de individuele BES-eilanden. Met de openbare lichamen is afgesproken dat zij de komende periode zullen bekijken hoe zij de pilots zouden kunnen inrichten en welke partijen in de keten betrokken moeten worden bij het opstellen van een plan van aanpak. Vanuit mijn ministerie is toegezegd een financiële bijdrage te leveren aan de pilots.

Detentiecapaciteit op St. Eustatius

De behoefte aan detentiecapaciteit in Caribisch Nederland is onverminderd hoog. De recidive is relatief hoog en de toename van diverse doelgroepen binnen de gevangenismuren draagt bij aan deze druk. Re-integreren na detentie is extra moeilijk in de kleine gemeenschappen in Caribisch Nederland. Daarom investeer ik actief in de bredere sanctietoepassing in Caribisch Nederland. Binnen het traject veranderende sanctietoepassing zet ik samen met lokale ketenpartners in op het verminderen van recidive. Dit doe ik door de begeleiding van de re-integratie van gedetineerden tijdens en na hun detentieperiode te intensiveren. Daarnaast besteed ik veel aandacht aan het opstellen van samenwerkingsafspraken en werkprocessen om iedereen in staat te stellen om zijn verantwoordelijkheid binnen het proces van re-integratie te nemen. Of dat nu een gedetineerde is of een ketenpartner.

In het najaar van 2019 heb ik besloten na een langlopend traject af te zien van het bouwen van detentiecapaciteit op Sint-Eustatius. In een periode van 10 jaar heeft de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) meerdere opties onderzocht voor het bouwen van een multifunctionele justitiële inrichting op Sint-Eustatius. Uiteindelijk bleek na het verkennen en deels uitwerken van vele locaties alleen bouwen achter het huidige politiebureau op het eiland financieel haalbaar. Deze locatie is zorgvuldig en in goed overleg gekozen. De regeringscommissaris heeft besloten het bestemmingsplan niet te wijzigen. Zonder vergunning is het bouwen van een justitiële inrichting op de voorgestelde plek niet mogelijk. Naar zijn oordeel waren er teveel klachten van burgers over de locatie. Ik heb daarom uiteindelijk besloten af te zien van het bouwen van detentiecapaciteit op Sint Eustatius.

Dit heeft tot gevolg dat gedetineerden vanuit Sint-Eustatius en Saba niet in hun directe omgeving gedetineerd kunnen worden. De status quo blijft gehandhaafd, wat betekent dat Statiaanse en Sabaanse gedetineerden naar de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) worden gebracht. Om Sabaanse en Statiaanse gedetineerden passende voorzieningen te bieden zal re-integratie en resocialisatie in eigen omgeving mogelijk gemaakt. Hiertoe zijn onlangs afspraken gemaakt om verlof vanuit detentie ook op de bovenwinden mogelijk te maken.

Daarnaast heb ik de mogelijkheden voor videobellen vanuit de gevangenis gemoderniseerd en uitgebreid. Hiermee kan de Bovenwindse gedetineerde in contact blijven met zijn of haar sociaal netwerk.

De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker


  1. Kamerstuk 35 300 IV, nr. 67↩︎

  2. Kamerbrief 14 mei 2020, Kamerstukken 28 345 en 31 015, nr. 231↩︎