Gewijzigd amendement van de leden Hijink en Van der Staaij ter vervanging van nr. 6 over het nadrukkelijker in de wettekst vastleggen van de antimisbruikbepaling
Tijdelijke bepalingen in verband met de inzet van een notificatieapplicatie bij de bestrijding van de epidemie van covid-19 en waarborgen ter voorkoming van misbruik daarvan (Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2020D33223, datum: 2020-09-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35538-7).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35538 -7 Tijdelijke bepalingen in verband met de inzet van een notificatieapplicatie bij de bestrijding van de epidemie van covid-19 en waarborgen ter voorkoming van misbruik daarvan (Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19).
Onderdeel van zaak 2020Z15365:
- Indiener: H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 538 Tijdelijke bepalingen in verband met de inzet van een notificatieapplicatie bij de bestrijding van de epidemie van covid-19 en waarborgen ter voorkoming van misbruik daarvan (Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19)
Nr. 7 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN HIJINK EN VAN DER STAAIJ TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 6
Ontvangen 1 september 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 6d, achtste lid, een zin toegevoegd, luidende: Onder dit verbod valt in ieder geval het gebruik van de applicatie of het middel, het delen van informatie daarvan, of het meedelen van het al dan niet hebben ontvangen van notificaties daarvan, als voorwaarde te stellen voor de toegang tot een gebouw of voorziening, het uitoefenen van arbeid, het gebruik maken van een dienst, de deelname aan enige vorm van intermenselijk contact, of het verkrijgen van enig voordeel.
Toelichting
In het wetsvoorstel is een antimisbruikbepaling vastgelegd waarmee voorkomen wordt dat iemand verplicht kan worden de notificatieapp te gebruiken. Deze bepaling is van belang omdat het gebruik van de Coronamelder te allen tijde dient te gebeuren op basis van vrijwilligheid.
Indieners zijn van mening dat de reikwijdte van de huidige formulering van de antimisbruikbepaling te beperkt is. Het gebruik van de app kan niet verplicht worden maar de huidige bepaling biedt geen bescherming voor mensen die formele of informele druk ervaren om informatie over het gebruik van de app te delen met derden. Immers, ook zonder formele verplichting kan binnen afhankelijkheidsrelaties druk ontstaan om de app te gebruiken of om informatie over het appgebruik te delen.
Indieners willen voorkomen dat gebruik van de app of het geven van informatie over gebruik van de app voorwaardelijk wordt gesteld aan de toegang tot een gebouw of voorziening, deelname aan het arbeidsproces of ieder ander gebeurtenis waarbij sprake is van intermenselijk contact, of het verkrijgen van enig voordeel. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven of instellingen die geen mensen willen ontvangen die een melding hebben gehad en derhalve mensen hier naar vragen of voor laten tekenen als voorwaarde om binnen te komen. Ook kan gedacht worden aan een werkgever die aan een uitzendbureau vraagt om alleen mensen te sturen die aangeven dat zij recent geen melding van CoronaMelder hebben gehad. Dergelijke verzoeken voldoen niet expliciet aan de antimisbruikbepaling zoals deze nu is vastgelegd maar zijn, in de ogen van de indieners, toch ongewenst omdat mensen die geen gebruik van de app willen óf kunnen maken worden uitgesloten.
Met dit amendement wordt de bestaande antimisbruikbepaling nadrukkelijker in de wettekst zelf vastgelegd zodat het artikel ook beter in overeenstemming is met de memorie van toelichting bij onderhavige wet. Niet alleen is het verboden om een ander te verplichten tot gebruik van de app, het is ook verboden om het gebruik van de app of het delen van informatie van de app, of het meedelen van het al dan niet hebben ontvangen van notificaties via de app, als voorwaarde te stellen voor toegang of deelname aan welke maatschappelijke activiteit dan ook, of voor het verkrijgen van enig voordeel.
Hijink
Van der Staaij