Nota van wijziging
Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets
Nota van wijziging
Nummer: 2020D33902, datum: 2020-09-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35374-19).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35374 -19 Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets en het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld.
Onderdeel van zaak 2020Z00592:
- Indiener: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderdeel van zaak 2020Z15690:
- Indiener: B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-01-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-21 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-02-12 14:00: Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets - 35374 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-04-07 14:45: Procedurevergadering in verband met behandeling spoedeisende wetsvoorstellen (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-05-12 09:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-05-19 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-03 16:35: Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets (35374) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-09-08 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2020-09-29 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-03-08 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 374 Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets
Nr. 19 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 7 september 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel III wordt na «te bepalen tijdstip» toegevoegd «, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld».
Toelichting
Het ingediende amendement van de leden Peters (CDA) en Bruins (CU) stelt voor om gemeenten, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in de uitvoering van de socialezekerheidswetten de mogelijkheid te bieden om met betrekking tot «fraudevorderingen» (vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht) medewerking te laten verlenen aan minnelijke schuldenregelingen tegen finale kwijting, tenzij er vastgesteld is dat sprake is van opzet of grove schuld.1 De betrokken uitvoeringspartijen (gemeenten, SVB en UWV) zijn nog niet geconsulteerd over de wetswijzigingen die met dit amendement beoogd worden. De impact op de uitvoering is zodoende nog niet in beeld gebracht. Er is dus ook nog niet in beeld wat er in de uitvoering nodig is om de wetswijzigingen goed te kunnen uitvoeren. Dat is in het kader van zorgvuldige implementatie en behoorlijk bestuur wel van belang. Het uitvoeren van gedegen uitvoeringstoetsen kost tijd. De betrokken partijen moeten zich daarnaast ook goed kunnen voorbereiden, zodat de wetswijzigingen doeltreffend kunnen worden uitgevoerd. Daarom wordt met deze nota van wijziging de ruimte geboden om de inwerkingtredingsdatum voor de verschillende artikelen en onderdelen van het wetsvoorstel verschillend vast te stellen.
Indien het amendement wordt aangenomen en meer (of minder) voorbereidingstijd nodig blijkt te zijn om het amendement te kunnen uitvoeren, biedt de inwerkingtredingsbepaling van het wetsvoorstel de mogelijkheid om de inwerkingtredingsdatum voor de verschillende artikelen en onderdelen van het wetsvoorstel verschillend vast te stellen. Vanwege het publieke belang van de beoogde wetswijzigingen, zullen alle artikelen en onderdelen van het wetsvoorstel (inclusief amendement) zo spoedig mogelijk in werking treden, in afwijking van de vaste verandermomenten voor nieuwe regelgeving. De artikelen en onderdelen waar het amendement op ziet, zullen in het belang van betrokkenen zo spoedig mogelijk in werking treden. Hierbij kan worden afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden voor nieuwe regelgeving.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ’t Wout
Kamerstukken II 2019/20, 35 374-11, 2020D33501.↩︎