Inbreng verslag van een schriftelijk over o.a. de geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen 18 september 2020 (Kamerstuk 21501-30-497)
Raad voor Concurrentievermogen
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D33982, datum: 2020-09-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D33982).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.T. Renkema, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: I. van Tilburg, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z15420:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-07 12:00: Raad voor Concurrentievermogen (formeel) 18 september 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-08 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-08 16:30: Procedurevergadering (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
2020D33982 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen (formeel) van 18 september 2020 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 497), het verslag van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 21 juli 2020 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 498), de antwoorden op vragen van de commissie over onder andere de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen over onderzoek en innovatie van 21 juli 2020 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 496), het verslag van de videoconferentie Raad voor Concurrentievermogen van 12 juni 2020 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 495), het fiche met mededeling over een lange-termijnactieplan betere implementatie en handhaving interne-marktregels (Kamerstuk 22 112, nr. 4864) en het fiche met mededeling over de Europese mkb-strategie (Kamerstuk 22 112, nr. 2863).
De voorzitter van de commissie,
Renkema
De adjunct-griffier van de commissie,
Van Tilburg
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord/Reactie van de Staatssecretaris | 8 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen op 18 september. Aan de hand hiervan hebben zij nog enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Commissiemededeling over belemmeringen op de interne markt geen concrete voorstellen voor vervolgstappen bevat. Deze leden vragen hoe het formuleren van concrete acties vorm gaat krijgen, aan welke acties gedacht worden en welke rol Nederland hierin gaat vervullen. Op welke termijn verwacht de Staatssecretaris dat er concrete acties kunnen worden genomen om de belemmeringen weg te nemen? Zal dit voornamelijk op nationaal of Europees niveau plaatsvinden? In hoeverre verwacht de Staatssecretaris dat de uitdagingen te overkomen zijn?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de lidstaten worden opgeroepen om internet-marktregels te handhaven, belemmeringen weg te nemen, en maatregelen te nemen die bijdragen aan economisch herstel. In hoeverre voldoet Nederland aan deze oproep? Is er sprake van bepaalde noodzakelijke hervormingen in Nederland die bijdragen aan het beter functioneren van de interne markt? Verder lezen deze leden dat de Staatssecretaris de komende maanden zal werken aan de beïnvloeding van het proces aangaande het formuleren van vervolgacties. Op welke manier geeft de Staatssecretaris hier vorm aan?
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre maatregelen rondom circulaire en een duurzame economie in de weg staan van de groei van het midden- en kleinbedrijf (mkb). Zij benadrukken dat maatregelen omtrent duurzaamheid voor het mkb moeten zijn gericht op stimulering in plaats van bestraffing. In hoeverre is de Staatssecretaris dit met deze leden eens? Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om dit standpunt door te voeren? Hoe staan andere lidstaten hiertegenover?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris zeer positief tegenover het witboek staat en van mening is dat, om een weerbare industrie en de uitdagingen van nu en de toekomst aan te kunnen, de Europese Unie (EU) gezamenlijk moet optrekken. Wordt dit sentiment gedeeld onder andere lidstaten? Welke bevoegdheden heeft de EU om eventuele regels die uit het witboek voortvloeien af te dwingen of te kunnen handhaven?
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van de Staatssecretaris dat maatregelen om weerbaarheid te versterken proportioneel moeten zijn, waarbij elk probleem een eigen oplossing nodig heeft en waarbij niet onnodig tot schadelijke protectionistische maatregelen wordt overgegaan. Deze leden vragen hoe er op het gebied van klimaatmaatregelen en maatregelen voor de circulaire economie rekening wordt gehouden met het feit dat veel van deze maatregelen grote investeringen vragen en zorgen hoge kosten voor mkb’ers. Zij benadrukken dat klimaatmaatregelen vooral gericht moeten zijn op het stimuleren zoals quick wins en subsidie, en niet op bestraffende maatregelen zoals een hogere energierekening. Daarnaast vragen zij of de Staatssecretaris het tijdpad kan schetsen van het pakket aan voorstellen die onderdeel zijn van een nieuwe industriestrategie voor Europa.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd met het actief uitdragen van de beleidsinzet in gesprekken met de Europese Commissie. Deze leden hebben met betrekking tot de poortwachtersplatforms en de Nederlandse situatie nog enkele vragen. Is de Staatssecretaris van mening dat platformen die bedrijven en/of apps zomaar verwijderen de noodzaak van ex ante maatregelen voor dit soort platformen onderschrijft? Tot slot vragen zij of de Staatssecretaris kan aangeven wanneer het onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) naar de poortwachtersplatformen gepresenteerd zal worden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
Deze leden kunnen zich vinden in de prioriteiten voor de interne markt, zoals het kabinet die heeft geïdentificeerd:
• het verbeteren van de implementatie en handhaving van interne-marktregels;
• het verbeteren van de informatievoorziening over geldende verplichtingen en over mogelijke partners, marktkansen en netwerken;
• het verminderen van administratieve lasten.
Zij zijn benieuwd welke knelpunten worden ervaren in het kader van de meldplicht onder de herziene Detacheringsrichtlijn. Wat kan de Staatssecretaris hierover melden?
De leden van de CDA-fractie willen aandacht vragen voor producten uit derde landen die, al dan niet via platforms, op de Europese markt komen. Producten die aantrekkelijk zijn in prijs, maar niet altijd voldoen aan de hoge (veiligheids-)eisen die in de Europese Unie worden gehanteerd. Met grote gevolgen voor de rechten/bescherming van consumenten en het gelijke speelveld voor bedrijven. Hoezeer komt ook dit onderwerp tijdens deze Raad voor Concurrentievermogen ter sprake? Ziet de Staatssecretaris het ook als een prioriteit? Wat is de reactie van de Staatssecretaris op het onlangs gepubliceerde advies «Directe import van buiten de EU» van de Sociaal Economische Raad (SER), Commissie voor Consumentenaangelegenheden (CCA)1? Neemt de Staatssecretaris de aanbevelingen van de CCA over?
De leden van de CDA-fractie zien dat in de Commissiemededeling over interne-marktbelemmeringen géén concrete voorstellen voor vervolgstappen worden gedaan. Welke acties, voor het wegnemen van belemmeringen en het verbeteren van de handhaving, zouden de Europese Commissie en lidstaten wat de Staatssecretaris betreft als eerste moeten oppakken?
Ook lezen deze leden dat de inzet is om ongewenste exportrestricties te voorkomen; dat delen zij. Heeft de Staatssecretaris beeld bij of, en zo ja, in welke mate of in welke sectoren en/of exportlanden Nederlandse ondernemers zich hiermee geconfronteerd zien?
De leden van de CDA-fractie lezen over de raadsconclusies dat deze er onder andere toe oproepen om de Taskforce Interne-markthandhaving een sterk mandaat te geven, zodat alle Commissiediensten hun medewerking zullen moeten verlenen. Wat zal dit mandaat gaan inhouden, zo vragen deze leden? Een jaarlijks strategisch rapport over de interne markt achten de leden verder een goed idee. Op welke manieren zal de Staatssecretaris de komende maanden het proces rondom de interne markt verder proberen te beïnvloeden?
De leden van de CDA-fractie verwelkomen het witboek van de Europese Commissie over buitenlandse subsidies op de interne markt. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe er in de Raad voor Concurrentievermogen tegen het witboek wordt aangekeken en hoe het vervolg eruitziet?
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling het pleidooi van het kabinet voor een «weerbare industrie» gelezen. Hoe zou dit volgens de Staatssecretaris gestalte kunnen krijgen? Aan welke proportionele, en zo min mogelijk schadelijke/protectionistische, maatregelen denkt zij?
De leden van de CDA-fractie vragen of een nadere invulling van Europees aanbestedingskader hier ook behulpzaam bij zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld om nadere opdrachtverlening binnen de Europese interne markt te faciliteren, in plaats van binnen de gehele markt die onder de Government Procurement Agreement (GPA) valt?
De leden van de CDA-fractie vragen ten aanzien van de rechtsbescherming van modellen in de EU hoe de Staatssecretaris verwacht dat de raadpleging opvolging krijgt en/of herziening van bestaande dan wel nieuwe wetgeving nodig is? Tevens vernemen deze leden graag van de Staatssecretaris wat het Nederlandse standpunt is voor wat betreft intellectueel eigendom en het Actieplan Intellectueel Eigendom?
De leden van de CDA-fractie ondersteunen de Nederlandse inzet voor ex ante-toezicht op poortwachtersplatforms. Deze leden zijn daarnaast benieuwd naar de uitvoering van de motie-Palland/Aartsen over consumentvriendelijke gebruikersvoorwaarden voor digitale platforms2. Hoe heeft de Staatssecretaris uitvoering gegeven aan deze motie?
Voorts begrijpen de leden dat de Staatssecretaris niet zelf reageert op de consultatie. In hoeverre brengt de Staatssecretaris de consultatie en mogelijkheid tot deelname wel bij specifieke daartoe betrokken of geraakte partijen in Nederland onder de aandacht?
In antwoord op de vraag van de leden van de CDA-fractie (verslag van het schriftelijk overleg over de Raad voor Concurrentievermogen op 21 juli 2020 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 496)) over het versterken van het aanbestedingsinstrumentatrium om oneerlijke én ongewenste mededinging tegen te gaan, wijst de Staatssecretaris deze leden erop dat dit tot op zekere hoogte met het bestaande instrumentarium binnen de aanbestedingsregelgeving kan. In het witboek over buitenlandse subsidies op de interne markt concludeert de Commissie dat de bestaande instrumenten niet toereikend zijn om het probleem van verstorende effecten van overheidsondersteuning uit derde landen op de interne markt aan te pakken. Voorgesteld wordt een nieuw aanbestedingsinstrument te ontwikkelen om marktverstoring door overheidssteun uit derde landen tegen te gaan. Deze leden kijken uit naar de uitwerking van dit voorstel.
Eerder hebben de leden van de CDA-fractie vragen gesteld over Apple en de regels die het bedrijf hanteert voor appontwikkelaars/-aanbieders ten aanzien van het distribueren van apps die de mededinging beperken. Recent oordeelde de rechter in een voorlopige uitspraak dat Apple gameproducent Fortnite uit haar appstore mag verwijderen, nadat het bedrijf Apples regels had overtreden. Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen deze ontwikkeling, namelijk het weren van bedrijven en apps uit appstores, met consequenties voor bedrijven en consumenten? Vindt de Staatssecretaris dat de casus Fortnite de noodzaak voor ex ante regulering onderstreept, inclusief gedragsregels voor «systemic digital platforms»? Hoezeer staat dit onderwerp op de Europese agenda?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er lidstaten zijn die ervoor pleitten dat bedrijven uit derde landen zich aan de in de EU geldende regels houden, terwijl andere lidstaten juist voorstander zijn van sterke strategische autonomie en een herindustrialisatie van de EU. Welke positie heeft Nederland in dit debat?
In het fiche: Mededeling lange-termijnactieplan betere implementatie en
handhaving interne-marktregels schrijft de Minister dat het streven naar betere implementatie, uitvoering en handhaving door lidstaten breed wordt gedeeld, maar dat naarmate de voornemens concreter worden de standpunten in de praktijk meer uiteen beginnen te lopen (onder andere ten aanzien van transparantie). Voorziet de Staatssecretaris dat dit adequate besluitvorming in de toekomst in de weg zal staan?
De Mededeling heeft ook betrekking op productregelgeving bij verkoop via online platforms. Dat lijkt de leden van de CDA-fractie heel goed, maar schuilt hierin ook een risico dat in de praktijk hier aanvullende regels gaan gelden voor Europese platforms en het gelijke speelveld met platforms van buiten de EU onvoldoende is/wordt geborgd.
De leden van de CDA-fractie willen de Staatssecretaris bedanken voor de inspanningen van het kabinet voor het mkb, start- en scale-ups in Europa. Deze leden onderschrijven het belang van: Duurzaamheid en digitalisering; Vermindering van de regeldruk en verbetering van de markttoegang en Verbetering van de toegang tot financiering.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Europese mkb-strategie erop is gericht dat het aantal mkb-bedrijven dat zich committeert aan duurzame bedrijfspraktijken, alsook het aantal mkb-ondernemingen dat gebruikmaakt van digitale technologieën aanzienlijk toeneemt. Verbreding naar het (traditionele) mkb-peloton vinden ook de leden van wezenlijk belang. Deelt de Staatssecretaris een dergelijk brede aanpak van de mkb-strategie? Hoe moet deze strategie gaan landen bij Nederlandse mkb-ondernemers?
De Overijsselse gedeputeerde Van Hijum is namens het Comité van de Regio’s rapporteur en adviseur over de nieuwe mkb-strategie van de Europese Commissie. Hij stelt dat Europa meer kan doen om het mkb te ondersteunen, bijvoorbeeld door:
• rechtstreeks toegang voor mkb-bedrijven tot Europese middelen via regionale hubs;
• mkb-vriendelijk aanbesteden;
• betere bescherming van het bedrijfsleven tegen oneerlijke concurrentie van buiten de EU, door afspraken in handelsverdragen;
• een Europese variant van de Nederlandse mkb-toets.3
Wat vindt de Staatssecretaris van deze conclusies en welke punten is zij bereid in Europees verband in te brengen? Passen de conclusies in de Nederlandse inzet voor het mkb in Europa?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet geen voorstander is van harmonisatie van de visumprocedures voor ondernemend talent uit derde landen, omdat dit mogelijk negatief uitpakt voor de Nederlandse start- en scale-ups, én dat de Commissie vooralsnog geen gehoor heeft willen geven aan het Nederlandse verzoek om transparantie van de verschillende regels door middel van publicatie op een website. Hoe ziet voor deze twee onderwerpen het Europese krachtveld eruit?
De leden van de CDA-fractie lezen met instemming over het verlengen van het mandaat van mkb-gezanten en ondernemers direct plaats te laten nemen in de dialoog. Kan dit ook worden gezien als een vorm van een mkb-toets op Europees niveau? Zo nee, zou iets dergelijks volgens de Staatssecretaris alsnog wenselijk zijn?
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de uitvoering van de motie-Palland c.s. (Kamerstuk 21 501-30, nr. 475) over erkenning dat intracommunautaire maatregelen uit het EU-mededingings- en staatssteunkader niet of onvoldoende werken voor de maritieme maakindustrie. Kan de Staatssecretaris een actuele stand van zaken geven?
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Kamerbrief «Kabinetsappreciatie Witboek buitenlandse subsidies op de interne markt» (Kamerstuk 22 112, nr. 2902). Vooruitlopend op de consultatie op het witboek hebben zij, in lijn met de hiervoor genoemde motie-Palland c.s., een aantal vragen/opmerkingen. De Commissie stelt een nieuw juridisch horizontaal instrument voor om buitenlandse subsidies te kunnen aanvechten. Kan de Staatssecretaris zich voorstellen dat er daarnaast ook sectorspecifiek instrumenten worden ontwikkeld om buitenlandse subsidies aan te vechten? Zo ja, binnen welke termijn? Hoe beziet de Staatssecretaris de huidige World Trade Organization (WTO) en EU «Trade Defence Instruments» (TDI’s)? In hoeverre bieden deze de Nederlandse maakindustriesectoren, zoals de scheepsbouw, voldoende effectieve bescherming tegen oneerlijke concurrentie uit (derde)landen? Wil de Staatssecretaris toezeggen dat zij het aspect van sectorspecifieke maatregelen meeneemt in de consultatie van het witboek op 23 september 2020?
Tot slot willen de leden van de CDA-fractie de Staatssecretaris vragen of er een lijst bestaat van technologische (maak)industriesectoren die voor Nederland van strategisch belang zijn. Zo nee, ziet de Staatssecretaris meerwaarde in het samenstellen van een dergelijke lijst?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken horende bij het schriftelijk overleg Raad van Concurrentievermogen van 7 september 2020. Deze leden willen hierover nog een aantal vragen stellen.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat er een brede overeenstemming bestaat tussen de lidstaten over de conceptconclusies over het versterken en verdiepen van de interne markt en dat de Europese Commissie wordt opgeroepen tot het vormen van een agenda en analyse van de interne markt in respectievelijk januari en maart volgend jaar. Deze leden vragen de Staatssecretaris na uitkomst van deze rapporten de Kamer spoedig te informeren over de bevindingen.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat door het toenemend economisch belang van de bescherming van modellen voor de bevordering van innovatie en de ontwikkeling van nieuwe producten, er steeds meer behoefte is aan consistente rechtsbescherming van modellen in de EU. Deze leden kijken daarom uit naar de conclusies van de Commissie over het functioneren van de modelbeschermingsstelsels in de EU. Zij vragen de Staatssecretaris op welke termijn de opvolging van deze raadpleging verwacht wordt. Ook vragen zij de Staatssecretaris of de verwachting is dat deze raadpleging leidt tot aanpassingen in bestaande wetgeving.
De leden van de D66-fractie kijken uit naar het actieplan voor Intellectueel Eigendom volgend op de routekaart. Deze leden vragen de Staatssecretaris om na presentatie van het actieplan de Kamer te informeren over het standpunt van het kabinet op het actieplan en de door de Commissie gesignaleerde uitdagingen.
De leden van de D66-fractie verwelkomen de fiches over de Europese mkb-strategie en de specifieke aandacht die hiermee wordt gegeven aan de rol van het mkb in de transitie naar een duurzame en digitale economie naast haar belangrijke rol in economische groei, werkgelegenheid en innovatie. Deze leden vragen de Staatssecretaris om een toelichting op de specifieke inzet van Nederland in het overleg en de visie van de Staatssecretaris op deze Europese mkb-strategie. Ook vragen de voorgenoemde leden de Staatssecretaris naar een toelichting op de mkb-strategie in relatie tot de coronacrisis en de economische gevolgen daarvan voor het mkb.
De leden van de D66-fractie stellen in dit schriftelijk overleg geen vragen over het Witboek buitenlandse subsidies, deze zullen de leden inbrengen tijdens het aparte schriftelijk overleg op 11 september.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de documenten ter voorbereiding van de Raad voor Concurrentievermogen die op 18 september gehouden zal worden.
De leden van de GroenLinks-fractie willen als eerste wat zeggen over het Actieplan voor Intellectueel Eigendom. Kan de Staatssecretaris al wat zeggen over wanneer dit Actieplan gepresenteerd wordt? Deze leden begrijpen dat het voor innovatie belangrijk is dat we ons echt inzetten voor bescherming van intellectueel eigendom. Wel vinden deze leden het ontzettend belangrijk dat dit op een eerlijke manier gebeurd, juist ook wereldwijd. Is de Staatssecretaris het met de deze leden eens dat de economische ontwikkeling in armere delen van onze wereld mag hier niet onder te komen lijden? Wat is het Nederlandse standpunt als het gaat om Intellectueel Eigendom?
De leden van de GroenLinks-fractie willen ook nog aandacht vragen voor de rechtszaak die op dit moment in de VS gaande is tussen Epic Games en Apple. Epic Games heeft Apple aangeklaagd vanwege hun dominante marktpositie. Als reactie hierop heeft Apple hun populaire app Fortnite uit hun App Store verwijderd. De rechtbank in Californië heeft besloten dat Apple dit mag doen totdat in de rechtszaak een conclusie getrokken is. Wat vindt de Staatssecretaris van deze ontwikkeling? Is zij net als deze leden bezorgd over de negatieve effecten van de verwijdering van bedrijven of apps van appstores voor app-ontwikkelaars en consumenten? Wat kan de Staatssecretaris op dit moment doen om app-ontwikkelaars en consumenten hier in Nederland voor te beschermen? Denkt zij dat deze rechtszaak het belang van ex ante-regelgeving en een zwarte lijst van ongewenst gedrag van systemic digital platforms zoals voorgesteld door Eurocommissaris Vestager onderstreept? Is de Staatssecretaris bereid dit ook naar voren te brengen in de aanstaande Raad voor Concurrentievermogen?
De leden van de GroenLinks-fractie kijken uit naar het onderzoek van ACM over Apple’s misbruik van hun dominante marktpositie via hun App Store. Neemt ACM het verwijderen van Fortnite uit de Appstore ook mee in het onderzoek? Komt ACM met hun bevindingen naar buiten zodra zij hun onderzoek hebben afgerond? Kan de Kamer hiervan op de hoogte worden gehouden?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook vragen over de twee fiches die op de agenda staan. Het is van groot belang dat het mkb goed door deze crisis heen geholpen wordt en voorbereid wordt op de verschillende crisissen waar we de komende jaren naast de coronacrisis mee te maken krijgen. Deze leden horen dan ook graag wat de Nederlandse inzet is tijdens de gedachtewisseling over een toekomstgericht EU-beleid voor het mkb. Kan de Staatssecretaris hierbij toelichten hoe deze EU-strategie zich verhoudt tot de coronacrisis en de economische crisis? Ook zijn zij benieuwd hoe dit mkb-plan past binnen de Green Deal, het actieplan circulaire economie en de digitaliseringsstrategie. Kan de Staatssecretaris dit toelichten?
II Antwoord/Reactie van de Staatssecretaris
Sociaal Economische Raad (SER), 22 juni 2020, «Directe import van buiten de EU» (https://www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2020/direct-import-buiten-eu.pdf?la=nl&hash=6D373BBF9C9FB405E84F920B2C431D49)↩︎
Kamerstuk 35 134, nr. 10↩︎
Provincie Overijssel, 8 juni 2020, «Kapitaalsteun Europa voor Midden- en Kleinbedrijf cruciaal voor economisch herstel uit coronacrisis» (https://www.overijssel.nl/@225677/eddy-hijum-kapitaalsteun-europa-midden/)↩︎