[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Monitoring arbeidsmarkt en beroep noodpakket

Noodpakket banen en economie

Brief regering

Nummer: 2020D34034, datum: 2020-09-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35420-108).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35420 -108 Noodpakket banen en economie.

Onderdeel van zaak 2020Z15757:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2020

Inleiding

Hierbij zenden wij uw Kamer de vierde editie van de brief «monitoring arbeidsmarkt en beroep noodpakket». In de derde editie van deze brief1 hebben wij toegezegd uw Kamer in september te informeren over het beroep op SZW-maatregelen uit het noodpakket en over het beeld op de arbeidsmarkt. Met deze brief komen we tegemoet aan deze toezegging.

In het verleden hebben we u geïnformeerd over het beroep op de NOW, Tozo, TOFA en misbruik en oneigenlijk gebruik. Deze brief bevat hiervan een actualisatie. Daarnaast geeft deze brief een beeld van de situatie op de arbeidsmarkt.

Beroep op het noodpakket

Het noodpakket is door het kabinet ingevoerd om werkenden en bedrijven die door de coronacrisis te maken hebben met omzetverlies te ondersteunen. Uw Kamer is op 28 augustus geïnformeerd over de continuering van de steun: het kabinet heeft besloten om de NOW en Tozo voor 9 maanden te verlengen.2

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)

In deze brief gaan we in op het gebruik van de NOW 2, waarvoor bedrijven vanaf 6 juli een aanvraag konden indienen. De aanvraagperiode voor deze tranche liep tot en met 31 augustus en is inmiddels gesloten. In de volgende editie van deze brief wordt u geïnformeerd over de NOW 3. UWV streeft ernaar om werkgevers vanaf 16 november een aanvraag te kunnen laten doen voor het eerste tijdvak van de NOW 3, die op 1 oktober start.

Er zijn 65.203 aanvragen ingediend en 65.129 behandeld. Hiervan zijn er 63.088 goedgekeurd. Daarmee ligt het aantal aanvragen lager dan bij de NOW 1. In totaal vertegenwoordigen deze bedrijven ongeveer 1,3 miljoen werkenden. Er zijn 2.041 aanvragen afgewezen3. De voornaamste reden van afwijzing was dat de loonsom in maart 0 euro bedraagt of dat er geen loonsom in maart en november is.

Op dit moment is er voor 2,13 miljard euro aan voorschotten verstrekt. De eerste reeks betalingen heeft plaatsgevonden, maar de tweede reeks nog niet. Het voorschot is gelijk aan 80% van de aangevraagde subsidie. Het totaalbedrag aan aangevraagde subsidie bedraagt naar inschatting 5,34 miljard euro voor een periode van 4 maanden. Het betreft een voorlopige eindstand op basis van de eerste reeks betalingen. Het bedrag kan nog wat oplopen als eerdere afwijzingen alsnog tot een toekenning leiden. Bovendien geldt dat bij de afrekening de definitieve subsidie nog kan wijzigen, bijvoorbeeld als blijkt dat de loonsom bij werkgevers is afgenomen of als de omzetdaling lager uitvalt dan verwacht.

Het aantal goedgekeurde aanvragen is het grootst in de sector overige commerciële dienstverlening. De sector cultuur heeft het grootste gemiddelde aangegeven omzetverlies, namelijk 62%. De sector horeca en catering vertegenwoordigt het grootste aantal werkenden (ongeveer 230.000). Hierna volgen de sectoren overige commerciële dienstverlening (220.000) en uitzendbedrijven (195.000).

De meeste toekenningen komen toe aan bedrijven met minder dan 10 werknemers (62,1%). Uiteraard is de gemiddelde hoogte van de subsidieaanvraag voor deze groep werkgevers lager dan voor werkgevers met een hoger aantal werknemers. Bijna de helft (45%) van de eerste voorschotverstrekking van de NOW komt toe aan kleine werkgevers met maximaal 50 werknemers. Een kwart (25,3%) komt toe aan werkgevers met 50 tot 250 werknemers. Het overige deel, minder dan een derde (29,7%), komt toe aan werkgevers met 250 of meer werknemers.

Hieronder staat de belangrijkste informatie samengevat en aangevuld met informatie omtrent de NOW1 uit vorige edities van de monitoringsbrief:

Aanvragen 148.335 65.203
Toekenningen 139.399 63.088
Afwijzingen 8.963 2.041
Werknemers 2.653.041 1.332.904
Totaal voorschotten € 7.906.178.977 € 2.136.795.399
Subsidiebedrag € 9.882.723.721 € 5.341.988.498

Als losse bijlage bij deze brief wordt een factsheet van het UWV meegezonden4. Hierin zijn onder andere cijfers opgenomen over de toekenningen naar arbeidsmarktregio, het gemiddeld opgegeven omzetverlies per sector en de verstrekte voorschotbedragen per sector.

Tijdens het debat over de derde suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie 2.0 is de motie van het lid Tielen5 ingediend over onderzoek om inzicht te krijgen in resterende schrijnende gevallen. De motie ziet erop te identificeren of er nog resterende knelpunten in de NOW zijn die ervoor zorgen dat er afwijzingen op de aanvraag om NOW plaatsvinden vanwege administratieve redenen. Met de indiener van de motie zijn wij van oordeel dat dergelijke knelpunten zoveel mogelijk in kaart gebracht moeten worden, ook om te weten of er eventueel aanleiding is om de NOW-regeling aan te passen. UWV monitort dan ook de binnengekomen klachten en vragen over de NOW (via het klantcontactcentrum) en de ingediende bezwaarschriften. UWV gaat daarbij na of er patronen en rode draden te ontwaren zijn in casussen die daar aan de orde zijn die blijk geven van administratieve knelpunten in regeling. Eventuele structurele tekortkomingen in de NOW die aanleiding geven tot schrijnende gevallen worden op die manier door UWV aan het Ministerie van SZW gemeld.

In dat kader willen we u vermelden dat ons gevallen bekend zijn geworden van bedrijven die zich niet gerealiseerd hebben dat zij onderdeel zijn van een groep zoals gedefinieerd in de NOW, en dus een aanvraag hebben gedaan zonder hier rekening mee te houden.6 Dit komt doordat het bijvoorbeeld Nederlandse bedrijven betreft die via een internationale structuur met elkaar verbonden zijn (maar verder niets met elkaar te maken hebben), of omdat zij zichzelf niet afficheren als een groep en dus ook geen geconsolideerde jaarrekening hebben (bijvoorbeeld participatiemaatschappijen). Om dit te herstellen zouden deze bedrijven hun omzetdaling op het niveau van de groep moeten rapporteren, maar dit kan betekenen dat zij hierdoor niet meer in aanmerking komen voor NOW-subsidie, omdat zij als groep geen 20% omzetdaling realiseren. Omdat zij soms al in maart en april aanvragen hebben gedaan, komen zij niet in aanmerking voor de bijzondere regeling voor werkmaatschappijen die ik op verzoek van Uw Kamer heb gerealiseerd.

Wij achten het onwenselijk dat deze bedrijven geen beroep kunnen doen op de NOW-regeling, omdat zij een aanvraag hebben gedaan voordat de voor hen gunstigere regeling voor werkmaatschappijen werd gerealiseerd. Daarom zijn wij voornemens het mogelijk te maken dat bedrijven die een NOW-subsidie hebben aangevraagd bij de aanvraag tot subsidievaststelling kunnen verzoeken de subsidie op werkmaatschappij niveau vast te stellen. De subsidie zal in dat geval op werkmaatschappijniveau worden vastgesteld. Voorwaarde blijft wel dat de groep waarvan ze deel uitmaken als geheel geen 20% omzetverlies heeft. Is dat wel het geval dan kan een vaststellingsaanvraag niet worden ingediend. De huidige in de NOW geldende voorwaarde dat een aanvraag op werkmaatschappij alleen gedaan kan worden als de NOW-aanvraag is gedaan op of na 5 mei vervalt dan ook. Ook hoeft aan een tweetal voorwaarden pas bij de aanvraag tot subsidievaststelling te worden voldaan, in plaats van bij de initiële aanvraag. Het gaat om de voorwaarde dat een aanvrager dient te beschikken over een verklaring dat er op het niveau van de groep geen dividend/bonus wordt uitgekeerd of eigen aandelen worden ingekocht over 2020 op het niveau van het groepshoofd/de moeder van de werkmaatschappij tot aan de datum van vaststelling van de jaarrekening. Daarnaast gaat het om de voorwaarde dat de aanvrager dient te beschikken over een overeenkomst van de vakbond of andere vertegenwoordiging van werknemers over werkbehoud. Natuurlijk moet ook aan de overige eisen van een aanvraag op werkmaatschappijniveau (artikel 6a van de NOW-1 en 2) worden voldaan. Een ander probleem, gerelateerd aan het bovenstaande, is dat bedrijven soms aanlopen tegen het feit dat zij bij de subsidieaanvraag voor de NOW-regeling niet dezelfde referentieperiode hebben gekozen voor hun omzetdaling als andere onderdelen van de groep. Dit is echter wel noodzakelijk voor de definitieve vaststelling van de subsidie; de NOW schrijft dit dan ook voor. Ik ben nu de uitvoeringstechnische consequenties van een herstelmogelijkheid voor bedrijven op dit punt in kaart aan het brengen.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

Eerder hebben we uw Kamer geïnformeerd over de snelle monitoring die vanuit SZW is opgezet om een indicatie te geven van het gebruik van de Tozo.

Op basis van de gestratificeerde schatting verwachten we tot nu toe ongeveer 103.000 aanvragen binnen de Tozo 2 regeling. Dit zijn aanvragen voor ondersteuning in levensonderhoud of voor een lening voor bedrijfskapitaal. Op dit moment leveren binnen de snelle monitoring ongeveer 130 gemeenten cijfers aan over het aantal Tozo 2 aanvragen.

Het merendeel van de Tozo 2 aanvragen betreft verlenging van inkomensondersteuning. In de monitorgegevens maakt ongeveer 70% van het aantal gemeenten onderscheid tussen verlengingsaanvragen en «nieuwe» aanvragen en ongeveer 85% van het aantal gemeenten maakt onderscheid tussen ondersteuning van levensonderhoud en lening bedrijfskapitaal. Binnen deze gemeenten betreft ongeveer 90% van de (Tozo 2) aanvragen verlengingsaanvragen van Tozo 1. Ruim 90% van alle aanvragen (Tozo 1 en Tozo 2) betreft inkomensondersteuning.

Bij de gestratificeerde schatting wordt er rekening gehouden met de grootte van de gemeenten (klein, middelgroot, groot en G4) en de daarbij horende verschillen. Dat vergroot de betrouwbaarheid van de cijfers. Net zoals twee maanden geleden is er een relatief groter beroep op de Tozo 2 in de G4 dan in kleinere gemeenten. Door een schatting per type gemeente te maken wordt rekening gehouden met dergelijke verschillen.

Hieronder staan de schattingen samengevat en aangevuld met informatie omtrent de Tozo1 uit vorige edities van de monitoringsbrief:

Totaal aantal aanvragen 374.000 103.000
% inkomensondersteuning Ongeveer 90% Ruim 90%

Naast de schatting van het aantal aanvragen die wij zelf monitoren, heeft het CBS op 20 augustus zogeheten registratiecijfers gepubliceerd7 waarmee we een voorlopig beeld krijgen van het gebruik van de Tozo. Het aantal geregistreerde uitkeringen levensonderhoud (Tozo en Bbz) is gedaald van ruim 179.240 in mei naar 64.510 in juni. Een dergelijke afname sluit aan bij de overstap van Tozo 1 naar Tozo 2. Daarnaast registreerden gemeenten in juni 5.510 en in mei 4.710 verstrekkingen bedrijfskapitaal (Tozo en Bbz).

Deze voorlopige CBS-cijfers kunnen niet zonder meer vergeleken worden met de geschatte aantallen aanvragen uit de snelle monitoring. De cijfers verschillen omdat er verwerkingstijd nodig is voordat een aanvraag een daadwerkelijke uitkering wordt of dat bedrijfskapitaal wordt verstrekt. Ook hebben diverse gemeenten voorschotten verstrekt aan ondernemers, die nog niet als uitkering voor levensonderhoud op grond van de Tozo zijn verwerkt. Daarnaast zullen er ook aanvragen zijn die afgewezen of teruggetrokken worden en dus niet leiden tot een uitkering of lening.

In de CBS-tabellen over het gebruik van Tozo wordt met ingang van de registratiemaand mei ook een uitsplitsing van aantal uitkeringen en bedrijfskredieten naar gemeenten gemaakt. Hoewel nog niet alle gemeenten in de tabel op basis van voorlopige registratie opgenomen kunnen worden, wordt hiermee de regionale spreiding van het beroep op de Tozo regeling inzichtelijker.

Een aanvullende analyse van het CBS geeft tevens inzicht in de sectoren waarin de bedrijven van personen met een Tozo- of Bbz-uitkering voor levensonderhoud actief zijn. Zowel in mei onder Tozo 1 als in juni onder Tozo 2 betreft het vooral bedrijven in de sectoren specialistische zakelijke diensten, overige dienstverlening, handel, cultuur sport en recreatie, horeca en onderwijs.

Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA)

Het loket voor de TOFA is op 27 juli gesloten. In totaal er zijn 23.563 aanvragen ontvangen. Hiervan zijn er tot nu toe 10.780 toegekend. Op 27 augustus waren er ongeveer 23.279 beschikkingen gestuurd en bedraagt de verwerkte betaling ongeveer 17,4 miljoen euro. Er zijn 12.585 aanvragen afgewezen, voornamelijk omdat het inkomen dat de aanvrager in april ontving hoger is dan 550 euro (28%) of dat het ontvangen inkomen in februari lager is dan 400 euro (27,7%).

Hieronder staan de belangrijkste cijfers samengevat:

Aanvragen 23.563
Toekenningen 10.780
Afwijzingen 12.585
Verwerkte betaling € 17,4 miljoen

Misbruik en oneigenlijk gebruik

In de derde editie van de monitoringsbrief hebben we uw Kamer geïnformeerd over de aanpak van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) omtrent de SZW-noodregelingen en hebben we enkele beheersmaatregelen uiteengezet8. De snelheid waarmee de regelingen tot stand zijn gekomen impliceert dat mogelijk zaken over het hoofd zijn gezien en dat de regelingen onvoorziene consequenties kunnen hebben9. In deze brief brengen we u graag verder op de hoogte van de ontwikkelingen in de M&O-aanpak. We zullen misbruik en oneigenlijk gebruik op de voet volgen en zullen uw Kamer hierover en over onze aanpak blijven informeren. Zo wordt uw Kamer bijvoorbeeld spoedig geïnformeerd over het accountantsprotocol in de NOW.

Om fraude en misbruik omtrent de NOW effectief te kunnen bestrijden is een samenwerkingsverband opgezet tussen UWV, Belastingdienst, Inspectie SZW en FIOD. Op dit moment ontvangen UWV en de Inspectie SZW meldingen over het vermoeden van regelovertreding door werkgevers die NOW ontvangen. Het gaat hier om het mogelijk manipuleren van de loonsom en het uitstellen van omzet om een hogere subsidie te kunnen ontvangen. De Inspectie SZW onderzoekt de eigen ontvangen meldingen (die deels afkomstig zijn van UWV). Dat betreft de meldingen die een strafrechtelijk component kennen en de meldingen waarbij overtreding van de arbeidswetten in het geding is. Tevens voorziet de Inspectie SZW, UWV van informatie (meldingen) die van belang is in het kader van de vaststelling. Op dit moment heeft een aantal meldingen tot een opsporingsonderzoek geleid. Deze opsporingsonderzoeken worden onder het gezag van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie uitgevoerd.

Het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik is ook bij de Tozo van groot belang. Gemeente zijn zelf verantwoordelijk voor hun M&O-beleid en zijn inmiddels gestart met de eerste controles omtrent de Tozo 1 en Tozo 2 om eventueel misbruik op te sporen. Deze controles worden veelal steekproefsgewijs en/of signaalgestuurd vormgegeven. Sinds kort verstrekt Stichting Inlichtingenbureau (IB) op verzoek van SZW signalen aan gemeenten. Deze zijn erg nuttig voor de controles die gemeenten uitvoeren. Gemeenten, VNG, Divosa en SZW blijven nauw met elkaar in gesprek om de gezamenlijke M&O-aanpak te versterken. Er is op dit moment nog geen beeld van de uitkomsten van deze controles. Bij de Inspectie SZW zijn tot nu toe een beperkt aantal fraudemeldingen ontvangen die op de Tozo betrekking hebben. Ook bij VNG zijn vooralsnog een beperkt aantal signalen van eventuele fraude bekend.

Beeld op de arbeidsmarkt

Uit CBS-cijfers over de maanden juni10 en juli11 blijkt dat de situatie op de arbeidsmarkt in deze periode is verslechterd. Het aantal werklozen nam van mei tot en met juli toe met 89.000. De toename was het grootst van mei op juni, namelijk 74.000. Het aantal werkenden nam van mei tot en met juli ook toe, namelijk met 49.000, waarvan 45.000 van mei op juni. De toename van het aantal werkenden van juni op juli (4.000) was dus beperkt. Daarmee is het aantal werkenden over de gehele periode februari tot en met juli met 152.000 gedaald. Het aantal werklozen is in die periode met 145.000 gestegen. Van mei tot en met juli traden meer mensen toe tot de arbeidsmarkt: de beroepsbevolking (het aantal werkenden en werklozen) steeg van mei tot en met juli namelijk met 139 duizend personen

Het aantal WW-uitkeringen is in juni en juli stabiel gebleven12. Het aantal lopende WW-uitkeringen bedraagt eind juli 300.800. In juli is zowel de instroom als de uitstroom gestegen ten opzichte van juni. Dit wordt voor een groot deel verklaard doordat juli uit vijf weken bestaat. Aangezien de instroom min of meer gelijk was aan de uitstroom blijft het aantal WW-uitkeringen in beide maanden stabiel. De toename in de uitstroom komt voornamelijk door een stijging van het aantal beëindigde uitkeringen vanwege het bereiken van de maximale WW-duur. Dit betreft relatief veel jongeren (15–25 jaar).

Het aantal bijstandsuitkeringen en het aantal personen met een bijstandsuitkering blijft stijgen. Eind juni stonden in de voorlopige cijfers van het CBS 366.540 algemene bijstandsuitkeringen geregistreerd13 en waren er volgens de ramingscijfers van het CBS 427.000 mensen met een algemene bijstandsuitkering14. Het verschil tussen het aantal algemene bijstandsuitkeringen en het aantal mensen met een algemene bijstandsuitkering komt hoofdzakelijk door uitkeringen die verstrekt worden aan paren. Beide partners tellen mee als bijstandsgerechtigde. Het aantal algemene bijstandsuitkeringen ligt ruim 3.000 hoger dan eind mei en ruim 12.500 hoger dan eind maart. Het aantal personen met een algemene bijstandsuitkering ligt 2.000 hoger dan juni vorig jaar en 12.000 hoger dan in december vorig jaar.

Gegevens uit de Divosa benchmark Werk & Inkomen15 laten zien dat het aantal aanvragen voor bijstand in mei, juni en juli afneemt ten opzichte van april, maar nog wel hoger ligt dan voor de crisis. In april lag het aantal aanvragen 83% hoger dan in februari. In mei, juni en juli was dit respectievelijk 34%, 29% en 20%.

Divosa meldt ook dat de uitstroom uit de bijstand weer aantrekt16.

Analyse van type contract, sector en onderwijsniveau

In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen betreffende de derde incidentele suppletoire begroting17 is toegezegd uw Kamer te informeren over het type contract dat mensen hadden die sinds het begin van de coronacrisis werkloos zijn geworden. Deze informatie was nog niet beschikbaar ten tijde van de vorige editie van deze brief, maar is nu wel beschikbaar.

Uit cijfers van het UWV en van het CBS blijkt dat vooral mensen met een flexcontract hun baan zijn verloren. Volgens het CBS18 is het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie in het tweede kwartaal van 2020 met 148.000 gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal van 202019. Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie is in diezelfde periode zeer beperkt gestegen (2.000). Volgens het UWV20 stroomden in maart met name jonge oproepkrachten en uitzendkrachten de WW in. In april bestond de instroom daarnaast ook uit nieuwe WW-uitkeringen vanuit tijdelijke contracten. De instroom vanuit oproepcontracten komt vooral uit de sector horeca en catering, detailhandel en overige commerciële dienstverlening. Jongeren hebben een groot aandeel in de WW-instroom vanuit flexibele contracten in maart en april. Van de instroom vanuit oproepcontracten is 42% 15–25 jaar en 28% 25–35 jaar.

Uit de kwartaalcijfers van het CBS volgt verder dat het baanverlies samenhangt met het onderwijsniveau van werkenden en de sector waarin iemand werkt. Het aantal werkenden met een laag of middelbaar onderwijsniveau is namelijk in het tweede kwartaal van 2020 afgenomen ten opzichte van het eerste kwartaal (–132.000 en –91.000), terwijl het aantal werkenden met een hoog onderwijsniveau is gestegen (+86.000). Uit de kwartaalcijfers van het CBS volgt dat het aantal banen in de bedrijfstak uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling is gedaald, namelijk met 130.000 van het eerste op het tweede kwartaal. Ook in de sectoren vervoer en horeca en zakelijke dienstverlening was de daling fors. Enkel de sectoren overheid en informatie en communicatie kenden nog een lichte groei.

Jongeren zijn hard geraakt, maar kunnen wel vaker terugvallen op ander huishoudinkomen en veren sneller terug als de economie aantrekt. Het CPB heeft op verzoek van SZW een aanvullende analyse gepubliceerd die dieper ingaat op de rol van jongeren en studenten in hun onderzoek naar welke groepen geraakt worden door de coronacrisis21. De aanvullende analyse bevestigt vooral het huidige beeld van de positie van jongeren: jongeren vallen vaker in de risicogroep en hebben daarmee een grotere kans op ontslag. Zij hebben ook vaker een oproepcontract en zijn vaker student. Bij veel jongeren in de risicogroep, vooral bij degenen met lage inkomens, beslaat het inkomensrisico slechts een klein deel van het huishoudinkomen. Zij hebben binnen hun huishouden dus nog andere bronnen van inkomen om op terug te vallen. Uit ander onderzoekt blijkt dat jongeren bij een crises het eerst werkloos raken, maar dat zij relatief snel een baan vinden als de economie aantrekt. 22

Vooruitblik

Het CPB verwacht dat de werkloosheid de komende maanden fors oploopt, maar deze stijging is minder groot dan eerder geraamd. In de basisraming van het CPB23 loopt de werkloosheid op tot gemiddeld 4,4% in 2020 en gemiddeld 6,5% in 2021. Aan het einde van 2020 ligt het werkloosheidspercentage naar verwachting boven de 6%. De werkloosheidsraming ligt lager dan eerder in de juniraming werd voorspeld.24

De vooruitzichten zijn echter onzeker. Het economische herstel en de stijging van de werkloosheid hangt namelijk nauw samen met internationale ontwikkelingen en met het verloop van de pandemie. Naast de basisraming heeft het CPB een scenario gepubliceerd met een tweede golf en nieuwe grootschalige contactbeperkingen. In dit scenario verwacht het CPB een sterke krimp die langer aanhoudt. De werkloosheid loopt in dat scenario op tot 10% in 2021 (zie figuur 1 in de bijlage)25.

De gevolgen van het coronavirus voor de arbeidsmarkt zullen nog lang voelbaar blijven. Het CPB26 verwacht de komende vijf jaar schade op de arbeidsmarkt, waarbij de werkloosheid pas na ongeveer vijf jaar is teruggekeerd naar het lange termijn (evenwichts)niveau. Mensen die langdurig zonder baan zitten verliezen daarnaast mensen kapitaal. Dit kan de werknemer voor lange tijd beschadigen. Mensen zullen ontmoedigd raken en daardoor niet meer naar een baan zoeken. Deze ontmoediging, de gezondheidsklachten door corona en het later afstuderen van studenten zorgt ervoor dat potentiële werkenden zich pas later of niet aanbieden op de arbeidsmarkt. Tot slot kan door een veranderende arbeidsvraag de mismatch op de arbeidsmarkt op korte termijn toenemen.

Tot slot

De gevolgen van de coronacrisis en de contactbeperkende maatregelen zijn nog direct voelbaar in de arbeidsmarkt. De situatie vraagt om een aanpak die werkgelegenheid en bedrijvigheid beschermt, en daarbij ook rekening houdt met de verschillen tussen bedrijven en werkenden. Daarbij is er behoefte aan perspectief en duidelijkheid. Daarom heeft het kabinet besloten de steunmaatregelen te verlengen met negen maanden. Ondanks deze inzet, kan in de huidige situatie niet worden voorkomen dat mensen hun baan verliezen en dat bedrijven omvallen. Het kabinet blijft de situatie op de arbeidsmarkt en het beroep

op het noodpakket op de voet volgen en u hierover via deze brief informeren. De volgende editie van de monitoringsbrief staat gepland voor eind november. Dat sluit aan bij de openstelling van de aanvragen voor de NOW 3 en het verschijnen van nieuwe arbeidsmarktinformatie van het CBS.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ’t Wout


  1. Kamerstuk 35 420, nr. 74.↩︎

  2. Kamerstuk 35 420, nr. 105.↩︎

  3. Dit zijn bruto afwijzingen, in sommige gevallen kunnen deze bij vaststelling leiden deze alsnog tot een toekenning. Dat is bijvoorbeeld het geval als de loonsom in januari en november 0 is, maar in maart niet (door het verschuiven van de referentiemaand in de derde wijziging van de NOW).↩︎

  4. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  5. Kamerstuk 35 473, nr. 13.↩︎

  6. Dit is ook in de Kamervragen van het lid Palland aan de orde gesteld, ingezonden 28 augustus 2020. Deze vragen zullen conform binnen de gebruikelijke vier weken beantwoord worden.↩︎

  7. Het CBS publiceerde deze op https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2020/34/gebruik-tozo-in-juni-2020.↩︎

  8. In de brief over het accountantsprotocol NOW 1 is uw Kamer ook geïnformeerd over misbruik en oneigenlijk gebruik.↩︎

  9. Bij de NOW hangt dit samen met de noodzaak van het op zeer korte termijn beschikbaar stellen van voorschotten en het gegeven dat de definitieve subsidie achteraf wordt vastgesteld. Dit is niet zonder risico op misbruik en oneigenlijk gebruik. Voor zover mogelijk worden de risico’s geadresseerd met beheersmaatregelen. Het is echter realistisch te verwachten dat er nog onvolkomenheden in de aanpak zullen zijn waarbij meer restrisico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik moeten worden aanvaard dan bij reguliere omstandigheden gebruikelijk zou zijn.↩︎

  10. Het CBS publiceerde op 16 juli cijfers over juni. Link: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/29/aantal-werklozen-in-juni-gestegen-tot-404-duizend.↩︎

  11. Het CBS publiceerde op 20 augustus cijfers over juli. Link: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/34/verdere-stijging-werkloosheid-in-juli.↩︎

  12. Het UWV publiceerde op 20 augustus cijfers over juli. Link: https://www.uwv.nl/overuwv/Images/nieuwsflits-arbeidsmarkt-juli-2020.pdf.↩︎

  13. Deze cijfers volgen uit de eerdergenoemde tabellen omtrent de Tozo, te vinden op https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2020/34/gebruik-tozo-in-juni-2020.↩︎

  14. Het CBS heeft op maandag 31 augustus ramingscijfers gepubliceerd over het aantal personen met een algemene bijstandsuitkering in het tweede kwartaal van 2020. Link: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82016NED/table?fromstatweb.↩︎

  15. De Divosa Benchmark Werk & Inkomen bevat gegevens van 134 gemeenten omtrent bijstandsaanvragen. Link: https://www.divosa.nl/nieuws/nog-steeds-veel-bijstandsaanvragen-groei-loonkostensubsidies-afgeremd.↩︎

  16. Zie hiervoor https://www.divosa.nl/nieuws/nog-steeds-veel-bijstandsaanvragen-uitstroom-trekt-iets-aan.↩︎

  17. Kamerstuk 35 473, nr. 8.↩︎

  18. Het CBS heeft op 14 augustus cijfers gepubliceerd van het tweede kwartaal van 2020. Link: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/33/272-duizend-flexwerknemers-minder-in-tweede-kwartaal-2020.↩︎

  19. Deze cijfers zijn te vinden op https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/82646NED?dl=3E8BC.↩︎

  20. Op 6 augustus heeft het UWV een studie gepubliceerd over het type arbeidscontract dat mensen hadden voorafgaand aan instroom in de WW. Link: https://www.uwv.nl/overuwv/pers/nieuwsberichten/2020/corona-steeds-meer-mensen-met-flexibel-contract-in-ww.aspx.↩︎

  21. Dit onderzoek is op 26 juni gepubliceerd. Link: https://www.cpb.nl/crisis-op-de-arbeidsmarkt-wie-zitten-in-de-gevarenzone.↩︎

  22. Dit onderzoek is te vinden op https://www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie/arbeidsmarkt/ontwikkelingen/coronacrisis/waarom-de-jeugdwerkloosheid-zo-snel-stijgt/index.aspx.↩︎

  23. Maandag 17 augustus heeft het CPB de augustusraming gepubliceerd. Link: https://www.cpb.nl/augustusraming-2020-2021.↩︎

  24. De juniraming is op 16 juni gepubliceerd. Link: https://www.cpb.nl/juniraming-2020.↩︎

  25. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  26. Het CPB heeft op 25 augustus de studie «Langdurige effecten van de coronacrisis voor de arbeidsmarkt» gepubliceerd. https://www.cpb.nl/langdurige-effecten-van-de-coronacrisis-voor-de-arbeidsmarkt.↩︎