Rapport RIVM en NZa over integrale geboortezorg
Zorg rond zwangerschap en geboorte
Brief regering
Nummer: 2020D34257, datum: 2020-09-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32279-203).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Ark, minister voor Medische Zorg (Ooit VVD kamerlid)
- Experiment integrale bekostiging van de geboortezorg. Evaluatie over de periode 2017-2019
- Toekomst bekostiging integrale geboortezorg
- Integrale bekostiging van de geboortezorg: ervaringen na drie jaar en de eerste zichtbare effecten
- Advies toekomst bekostiging integrale geboortezorg
- Aanbieding rapport 'Integrale bekostiging van de geboortezorg: ervaringen na drie jaar en de eerste zichtbare effecten'
Onderdeel van kamerstukdossier 32279 -203 Zorg rond zwangerschap en geboorte.
Onderdeel van zaak 2020Z15862:
- Indiener: T. van Ark, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-17 14:45: Aanvang middagvergadering: Extra regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-23 11:30: Procedurevergadering VWS (LET OP: afwijkend tijdstip) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-12-10 15:30: Zwangerschap en geboorte (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-12-17 15:10: Extra Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-27 10:00: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 203 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2020
Op 1 september 2020 heb ik van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een rapport en evaluatie met advies ontvangen over de bekostiging van de integrale geboortezorg. In de brief van 25 november 20191 heeft mijn ambtsvoorganger al aangekondigd dat deze stukken zouden verschijnen. Vanwege de uitbraak van COVID-19 hebben de stukken vertraging opgelopen. Hierbij bied ik u deze stukken ter kennisgeving aan2. Ik zal voor het einde van dit jaar met een beleidsinhoudelijke reactie op bijgevoegde stukken komen.
Bekostigingsadvies NZa en evaluatie experiment
De NZa adviseert mij om het experiment met de integrale bekostiging onder de Beleidsregel integrale geboortezorg per 2022 onderdeel te maken van de reguliere bekostiging naast de monodisciplinaire bekostiging. De evaluatie van het experiment leert dat de samenwerking in de regio’s met een integrale geboortezorgorganisatie (igo) verder verbetert en dat een sterkere gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt ervaren. Tegelijkertijd levert de overstap naar integrale bekostiging grote administratieve lasten op, omdat alle administratieve systemen zijn ingericht op monodisciplinaire zorg. Desondanks willen de experimenteerregio’s door met integrale bekostiging. Een aanzienlijk deel van de verloskundige samenwerkingsverbanden geeft aan de overstap (nog) niet te willen maken omdat zij meer nadelen dan voordelen zien. Ook een gebrek aan toekomstperspectief speelt in sommige gevallen een rol.
Daarnaast adviseert de NZa om per 2028 helemaal over te gaan op integrale bekostiging van de geboortezorg. Hiermee wordt volgens de NZa een duidelijker toekomstperspectief gegeven aan partijen. Een integrale bekostiging zet de zwangere centraal en stimuleert samenwerking tussen zorgaanbieders. Het legt financiële verantwoordelijkheid bij de zorgaanbieders voor een optimale en doelmatige inrichting van het integrale zorgtraject (Juiste Zorg op de Juiste Plek). Monodisciplinaire bekostiging belemmert de samenwerking. Een belangrijke voorwaarde is dat integrale bekostiging niet leidt tot een vermindering van de kwaliteit van zorg. De NZa geeft aan dat met het behouden van de monodisciplinaire bekostiging tot 2028 de sector de tijd krijgt om de uitvoeringsvraagstukken bij het leveren van integrale geboortezorg op te lossen, onder andere het ontwikkelen van een integraal, digitaal patiëntdossier. Ook geeft dit de NZa tijd om samen met de sector de integrale bekostiging door te ontwikkelen. De NZa adviseert om een sectorbrede taskforce op te richten waarin de betrokken partijen binnen de integrale geboortezorg periodiek bijeenkomen om samen aan de slag te gaan met uitvoeringsvraagstukken.
Rapport RIVM
De afgelopen jaren heeft het RIVM de ontwikkelingen in de geboortezorg met betrekking tot de experimentele invoering van integrale bekostiging gemonitord. De monitor beschrijft ervaringen van betrokken actoren en eerste analyses om het effect van integrale bekostiging op het zorggebruik, zorguitgaven en gezondheidsuitkomsten van de geboortezorg.
Hieruit blijkt dat zorgprofessionals, bestuurders van de igo’s en de zorgverzekeraars positief zijn over de samenwerking en dat deze samenwerking geïntensiveerd, meer gestructureerd en minder vrijblijvend is dan voorheen. Aangegeven wordt dat de igo en de integrale bekostiging hebben bijgedragen aan de eerste stappen naar een cultuuromslag naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wel worden de administratieve lasten van integrale bekostiging genoemd als het grootste ervaren knelpunt, dit werd in het vorige rapport ook genoemd en is nog niet opgelost.
Eerste data-analyses laten kleine effecten zien op zorggebruik en zorguitgaven, waarbij het soms onduidelijk is of die gewenst zijn of niet. Zo zijn er iets meer poliklinische bevalling geweest en minder ziekenhuisbevallingen. Het percentage geplande keizersneden was iets lager en het percentage niet-geplande keizersneden iets hoger. Er zijn geen effecten gevonden op gezondheidsuitkomsten zoals geboortegewicht en vroeggeboorte.
Het RIVM concludeert dat de invoering van integrale bekostiging een kwestie van lange adem is, omdat dit onder andere gepaard gaat met het doorbreken van bestaande structuren maar ook bestaande culturen. Er is behoefte aan een duidelijke toekomstvisie na afloop van het experiment integrale bekostiging van de geboortezorg, waarbij aandacht moet zijn voor de vereenvoudiging van de administratieve afhandeling. Het RIVM geeft aan dat voor de huidige analyse de follow-up duur beperkt was en dat er geen variabelen voor ervaringen van zwangere vrouwen en hun partners alsook de kwaliteit van de kraamzorg beschikbaar zijn. Verder geeft het RIVM aan dat het essentieel is om de effecten van integrale bekostiging te blijven monitoren zodat er de komende jaren een breder beeld verkregen kan worden om te kunnen bepalen of de beoogde doelstellingen van integrale bekostiging gerealiseerd kunnen worden.
Reactie VWS en vervolgtraject
Op 10 september 2020 is er een bestuurlijk overleg onder leiding van het Ministerie van VWS met alle belanghebbende partijen binnen de integrale geboortezorg om door te praten over het vervolg van de bekostiging van de integrale geboortezorg. Ik zal mij daarna beraden op het advies van de NZa, het rapport van het RIVM en de standpunten van partijen.
Voor het einde van dit jaar zal ik uw Kamer informeren over mijn besluit en het vervolgtraject van de bekostiging van de integrale geboortezorg.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark