[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda informele OJCS-Raad (onderwijs) 16 en 17 september (Kamerstuk 21501-34-344)

Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D34294, datum: 2020-09-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D34294).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z15210:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D34294 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over:

• de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 31-08-2020 inzake de geannoteerde agenda informele OJCS-Raad (onderwijs) 16 en 17 september (Kamerstuk 21 501-34, nr. 344);

• de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake het verslag informele ministeriële videoconferentie onderwijs d.d. 07-07-2020 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 342);

• de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 25-06-2020 inzake verslagen van de videoconferentie van onderwijsministers van 18 mei 2020 en van de videoconferentie van cultuur- en mediaministers op 19 mei 2020 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 340).

De voorzitter van de commissie,
Tellegen

Adjunct-griffier van de commissie,
Arends

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties 2
• Inbreng van de leden van de VVD-fractie 2
• Inbreng van de leden van de D66-fractie 2
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 3

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen in het BNC-fiche beroepsonderwijs1 dat het kabinet als doel heeft om meer mbo2-studenten vanuit het buitenland naar Nederland te laten komen voor bijvoorbeeld een stage of onderwijsuitwisseling. Op welke manier voert het kabinet beleid om in bepaalde sectoren deze uitwisseling aan te jagen, zoals bijvoorbeeld de zorg in onze grensregio’s? Hoe verhoudt zich deze uitwisseling tot het beleid om het tekort aan stageplaatsen terug te dringen? Is er sprake van verdringing op de stagemarkt? Evenzo vragen de leden op welke manier het kabinet dan ook de stay rate van deze mbo-studenten verhoogt, zodat we ook daadwerkelijk mbo-studenten opleiden voor onze economie. Om zo een vergelijkbare situatie als in het hoger onderwijs te voorkomen, waarbij er geen controle is op welke studenten er naar Nederland komen en we hierbij dus veelal studenten opleiden voor buitenlandse markten, zo vragen de bovengenoemde leden.

De leden lezen dat er in de voorgestelde collegiale toetsingen van onderwijskwaliteit, beschreven in het BNC-fiche beroepsonderwijs, sprake is van «lidstaten leren van elkaar» als het gaat om studentenmobiliteit. Wat bedoelt het kabinet hier precies mee? Daarnaast vragen de leden op welke manier de Minister, tijdens het overleg, aandacht vraagt voor de negatieve kanten van studentenmobiliteit in de huidige vorm binnen de EER3-zone.

De leden lezen eveneens in het BNC-fiche beroepsonderwijs dat het kabinet op langere termijn overweegt om modularisering, zoals mbo-certificaten, ook te bekostigen. Kan de Minister hier nader uitleg over geven? In hoeverre komt dit overeen met de beloftes, gedaan tijdens de invoering van het mbo-certificaat, dat instellingen hiervoor expliciet geen bekostiging zouden krijgen en er dus niet afgestapt zou worden van diplomabekostiging? Is de Minister bereid om in dat licht de Nederlandse inzet hierop te verduidelijken, zo vragen de leden van de eerdergenoemde fractie.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de OJCS-Raad van 16 en 17 september en willen de Minister nog enkele (kritische) vragen voorleggen.

Gevolgen covid-19 voor onderwijs

De leden vragen de Minister om deze Raad aan te grijpen om kennis te delen met andere EU-lidstaten over het omgaan met de gevolgen van COVID-19 in het onderwijs.

Aanbevelingen van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding

De leden lezen dat de aanbevelingen van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding gekwantificeerde doelstellingen bevatten. Deze leden vragen de Minister de huidige stand van zaken te geven van de gekwantificeerde aanbevelingen en hoe we de aanbevelingen 2025 willen verwezenlijken. Deze leden vragen de Minister specifiek in te gaan op de positie van jongeren in de entree-opleiding, mbo 1 en 2. Hoe gaat de Minister de positie van deze groep studenten op het gebied van arbeidsmarktkansen en doorstroom versterken?

De leden van de bovengenoemde fractie vragen de Minister naar de aanbeveling rond een buitenlandervaring. Hoe hangt dit samen met de ontwikkelingen van COVID-19? Kan de Minister nader toelichten wat er op dit moment gebeurt met het Erasmus-programma? Tot slot vragen zij of er uitwisselingen zijn en wat er gebeurt met middelen die dit jaar niet kunnen worden ingezet vanwege COVID-19.

II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


  1. Parlisnr. 2020Z15659, brief Minister van Buitenlandse Zaken – Fiche: Raadsaanbeveling beroepsonderwijs↩︎

  2. mbo: middelbaar beroepsonderwijs↩︎

  3. EER: Europese Economische Ruimte↩︎