[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van den Berg en Van Toorenburg over het bericht ‘'Terrorbuurman' slaat opnieuw toe, Kees D. zorgt dagelijks voor angst en overlast’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D35220, datum: 2020-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-4118).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z14510:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

4118

Vragen van de leden Van den Berg en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht ««Terrorbuurman» slaat opnieuw toe, Kees D. zorgt dagelijks voor angst en overlast» (ingezonden 5 augustus 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 14 september 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3762.

Vraag 1

Kent u het bericht ««Terrorbuurman» slaat opnieuw toe, Kees D. zorgt dagelijks voor angst en overlast»1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat meerdere aangiftes zijn gedaan tegen de heer D. maar dat op basis daarvan geen actie wordt ondernomen? Wat is daarvan de reden?

Antwoord 2

Nee, er zijn bij de politie geen aangiften bekend. Verder doen ik, zoals gebruikelijk, geen uitspraken over individuele zaken.

Vraag 3

Klopt het dat de rechter bij zijn uitspraak ambulante zorg heeft opgelegd maar dat de heer D. deze weigert? Wat is de normale gang van zaken als een gerechtelijk vonnis niet wordt uitgevoerd? Wie dient dan actie te ondernemen?

Antwoord 3

Zoals gezegd kan ik geen uitspraken doen over individuele zaken. Wel merk ik op dat – indien door de rechter bijzondere voorwaarden zijn opgelegd – de reclassering toezicht houdt op de naleving daarvan. In het geval dat een onder toezicht gestelde zich niet houdt aan de hem opgelegde voorwaarden, kan de reclassering het Openbaar Ministerie (OM) verzoeken een vervolgbeslissing te nemen. Het OM beslist vervolgens of de zaak aan de rechter wordt voorgelegd en kan dan besluiten de rechter te vragen om het voorwaardelijke deel van de straf alsnog ten uitvoer te leggen. De rechter beslist vervolgens of er een sanctie volgt, zoals bijvoorbeeld de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk deel van de straf.

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat mensen zijn ondergedoken omdat ze bedreigd zijn en dat een opgelegd contactverbod niet wordt nageleefd, maar dat de gemeente zegt niets te kunnen doen?

Antwoord 4

In zijn algemeenheid kan ik aangeven dat, indien de politie of reclassering een overtreding constateert van een gerechtelijk contactverbod, het OM hierover wordt geïnformeerd. Zoals toegelicht onder vraag 3 beslist het OM vervolgens of de zaak aan de rechter wordt voorgelegd. Zo ja, dan beslist de rechter op zijn beurt of een sanctie volgt, zoals bijvoorbeeld de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk deel van de straf. De gemeente heeft hierin geen rol.

Vraag 5

Deelt u de mening dat in dit soort situaties in de geestelijke gezondheidszorg beter geluisterd moet worden naar mensen uit de omgeving van betrokkene? Is dat met Thijs H. en Abdallah A. niet evident geworden?

Antwoord 5

In zijn algemeenheid geldt dat het van belang is dat familie en naasten voldoende inspraak hebben bij de zorg van hun naaste. Om deze reden hebben familie en naasten met de invoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), die per 1 januari 2020 in werking is getreden, meer mogelijkheden tot inspraak en betrokkenheid gekregen. Dit zowel bij de voorbereiding en de uitvoering als bij de beëindiging van verplichte zorg. Ook kan eenieder, zoals een bezorgde buurtbewoner, een melding doen bij de gemeente om de mogelijke noodzaak voor gedwongen zorg te onderzoeken. Dit kan leiden tot een verkennend onderzoek naar de persoon in kwestie. Zie ook ons antwoord op vraag 8.

Ik vind het echter ook van groot belang dat naasten en omwonenden hun zorgen op een laagdrempelige wijze kenbaar kunnen maken en dat op basis hiervan gehandeld wordt. We merken echter dat naasten of omwonenden vaak (nog) niet weten waar ze in dit soort gevallen met hun zorgen over een kwetsbaar en/of verward persoon terecht kunnen. Daarom is per 1 juli 2020 het Landelijk Meldnummer niet-acuut beschikbaar, met het telefoonnummer 0800–1205. Dit telefoonnummer is bedoeld voor het op een laagdrempelige wijze delen van zorgen over kwetsbare en/of verwarde personen. Het landelijk nummer schakelt door naar de regio. Op basis van de melding kan door het regionale of gemeentelijke meldpunt worden onderzocht of en, zo ja, welke hulp kan worden ingezet om de persoon, waarover zorgen bestaan, te helpen. Dat is van belang, omdat zodoende de juiste zorg voor een kwetsbaar persoon in de eigen regio wordt opgepakt.

Vraag 6 en 7

Deelt u de mening dat het opkopen van een huis door de gemeente het vermijden van een probleem is in plaats van het oplossen? Wat was overigens de werkelijke waarde van het huis?

Deelt u de mening dat het niet kan zijn dat gedrag waarbij iemand zich niet aan de wet houdt, beloond wordt?

Antwoord 6 en 7

Het is aan de betreffende gemeente om te beslissen welke acties en stappen het beste passend zijn in een dergelijke situatie. Het is daarbij niet gebruikelijk om gedetailleerd in te gaan op een individuele casus.

Vraag 8

Deelt u de mening dat in dit geval alle mogelijkheden van dwangzorg en zonodig opname in een kliniek opgepakt moeten worden? Kunt u aangeven welke wegen daartoe in dit geval bewandeld kunnen worden?

Antwoord 8

In de eerste plaats moet iedereen de zorg krijgen die hij of zij nodig heeft, laat dat duidelijk zijn. Gedwongen zorg behoort daarbij ook tot het palet aan mogelijkheden dat onderzocht kan worden en, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, als uiterst middel ingezet kan worden. Ik kan, zoals eerder aangegeven, niet ingaan op deze specifieke casus, maar schetsen hieronder wel de wettelijke mogelijkheden en de wegen die hierbij bewandeld kunnen te worden.

Wat betreft gedwongen zorg kennen we op dit moment de Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet forensische zorg (Wfz). Beide bieden de mogelijkheid om gedwongen zorg aan een persoon met een psychische stoornis te op te leggen. Daarnaast is er voor personen met een psychogeriatrische aandoening, zoals dementie, of een verstandelijke beperking de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd). Voor deze doelgroepen is dit het wettelijke kader voor het toepassen van gedwongen zorg. Hieronder ga ik in op de twee wetten die relevant zijn indien er sprake is van een psychische aandoening zoals in de betreffende casus, de Wvggz en de Wfz.

De Wvggz biedt instrumentarium om verplichte zorg te kunnen verlenen aan een betrokkene die vanwege zijn psychische stoornis (dreigend) ernstig nadeel voor zichzelf of anderen veroorzaakt indien er geen mogelijkheden (meer) zijn om vrijwillige zorg te verlenen. De officier van justitie kan ambtshalve of op verzoek van een geneesheer-directeur, een beroepsmatig zorgverlener, een forensische zorgaanbieder of een ambtenaar van de politie een verzoekschrift voor een zorgmachtiging voorbereiden. Ook kan eenieder, zoals een bezorgde buurtbewoner, een melding doen bij de gemeente om de mogelijke noodzaak voor gedwongen zorg te onderzoeken. Dit kan leiden tot een verkennend onderzoek.

Als het college van burgemeester en wethouders na een dergelijk verkennend onderzoek tot de conclusie komt dat de noodzaak tot verplichte zorg aangewezen is, kan het een verzoek indienen bij de officier van justitie. Vervolgens kan de officier van justitie de procedure in gang zetten, hetgeen ten slotte kan leiden tot de afgifte van een zorgmachtiging door de rechter. Hierbij moet vanzelfsprekend voldaan worden aan de vereisten van proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid. Overigens geldt dat in een crisissituaties de burgemeester de bevoegdheid heeft om een crisismaatregel op te leggen, op grond waarvan verplichte zorg, zoals een opname, kan worden verleend. Een dergelijke crisismaatregel kan door de rechter worden verlengd en aansluitend daarop kan ook een zorgmachtiging worden afgegeven.

Ook is het mogelijk om via de Wfz – als onderdeel van een (voorwaardelijke) straf of maatregel – gedwongen zorg op te leggen. De strafrechter kan daarbij verschillende vormen van zorg opleggen, zoals ambulante zorg met behandeling, begeleiding en dagbesteding, beschermd wonen met begeleiding en ondersteuning, of klinische zorg, waarbij de dader behandeld en opgenomen wordt in een instelling. De strafrechter kan met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg, een zorgmachtiging opleggen.


  1. Omroep Gelderland, 4 augustus 2020, «Terrorbuurman» slaat opnieuw toe, Kees D. zorgt dagelijks voor angst en overlast» https://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2458788/Terrorbuurman-slaat-opnieuw-toe-Kees-D-zorgt-dagelijks-voor-angst-en-overlast↩︎