Reactie op het eerste verslag van de Europese Commissie over EuropeesPlatform ter bestrijding van zwartwerk
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2020D35430, datum: 2020-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-2911).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -2911 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2020Z16400:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-09-22 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-29 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-10-01 14:00: Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 13 oktober 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-01-27 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2911 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2020
In 2016 is besloten (besluit EU 2016/344) tot oprichting van een Europees Platform voor de intensivering van de samenwerking bij de aanpak van zwartwerk.
De Europese Commissie heeft over de uitvoering van het besluit verslag gedaan.
Op 13 mei 2020 heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzocht om een reactie op het verslag van de Europese Commissie.
Hierbij voldoe ik aan dat verzoek.
Het Verslag geeft een overzicht van de werkzaamheden van het Platform en de resultaten die daarbij zijn geboekt sinds de oprichting van het Platform in 2016. In de bevindingen en conclusies die de Europese Commissie op basis daarvan heeft getrokken, kan ik mij goed vinden.
Het Platform richt zich op de vele verschijningsvormen van zwartwerk die er zijn. Deze lopen uiteen. Van werkzaamheden die zich volledig aan het zicht van de autoriteiten onttrekken door het ontbreken van enig document tot vormen zoals te weinig gemelde uren. Evenals vormen zoals het deels zwart uitbetalen van loon, schijnzelfstandigheid en postbusondernemingen. Bestrijding van zwartwerk is voornamelijk een zaak van de nationale autoriteiten. Oprichting van het platform drukt uit dat dit hardnekkige probleem ook een belangrijke grensoverschrijdende component heeft. Zoals bijvoorbeeld de aanpak van postbusondernemingen. Gegeven de Europese arbeidsmarkt heeft de bestrijding, naast de nationale, ook een Europese dimensie. Oprichting van het platform en de vorming in 2019 van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) drukken uit dat dit nu breed onderkend wordt.
De strategische prioriteiten van het Platform zijn onderverdeeld in drie pijlers namelijk samenwerken en gezamenlijk optreden, wederzijds leren en kennis uitbreiding. Een breed scala aan activiteiten, uiteenlopend van seminars, workshops, studies, onderlinge werkbezoeken en projecten voor onderlinge bijstand (Mutual Assistance Programs) is daartoe ingezet. De waardering voor de verschillende activiteiten door de deelnemers zelf en de betrokken organisaties is groot.
De Europese Commissie concludeert dat mede dankzij het Platform de strijd tegen zwartwerk meer prioriteit heeft gekregen en er een grotere overeenstemming bestaat over een doeltreffende aanpak. Er is een meer holistische aanpak van de bestrijding van zwartwerk ontwikkeld waarbij een effectieve handhaving en grensoverschrijdende samenwerking van toezichthouders centraal staan en er tegelijkertijd aandacht is voor belangrijke initiatieven en beleidsmaatregelen van de EU, in het kader van bijvoorbeeld het Europees semester en de Europese pijler van sociale rechten.
Recent heeft het Platform zijn meerwaarde laten zien door snel na het uitbreken van de Covid-19 epidemie virtueel informele bijeenkomsten van toezichthouders te organiseren waar informatie is uitgewisseld over hoe de toezichthouders onder die omstandigheden hun werkzaamheden uitvoerden.
De activiteiten van het Platform hebben ook bijgedragen aan een groter onderling begrip voor elkaars problemen, mogelijkheden en beperkingen. Sinds 2016 is voortuitgang geboekt maar de Europese Commissie ziet nog veel mogelijkheden voor verdere verbetering. De operationele capaciteit van het Platform waaronder het organiseren van gezamenlijke of afgestemde inspecties, kan worden versterkt. Er is nog veel ruimte om het wederzijds leren te verdiepen met name door de uitwisseling van gegevens, analyse van gegevens, risicobeoordeling en grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren.
Een belangrijke ontwikkeling is dan ook de oprichting in 2019 van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) en de integratie van het Platform in de ELA als een permanente werkgroep die in 2021 zijn beslag zal krijgen. Ik verwacht dat de activiteiten van het Platform kunnen profiteren van het bredere handhavings- en preventieperspectief van de ELA zoals het ondersteunen van de nationale autoriteiten bij het uitvoeren van gezamenlijke en gecoördineerde inspecties en capaciteitsopbouw. Doordat deze taken door de organisatie van de ELA kunnen worden opgepakt kan de permanente werkgroep zich focussen op de inhoudelijke thematiek van zwartwerk.
Het oprichten van het Platform en de ELA zijn stevige stappen geweest om de grensoverschrijdende aanpak te versterken. De aankomende jaren zal de ELA haar activiteiten verder gaan ontplooien. Ik kijk uit naar de resultaten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees