Reactie op de motie van het lid Van Meenen over eenzelfde behandeling van kinderopvangmedewerkers bij de uitvoering van de moties over het testen
Infectieziektenbestrijding
Brief regering
Nummer: 2020D35929, datum: 2020-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-578).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -578 Infectieziektenbestrijding.
Onderdeel van zaak 2020Z16607:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-09-24 11:15: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-09-29 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-10-28 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 578 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2020
Aanleiding
Op verzoek van uw Kamer ontvangt u bij deze een brief met een appreciatie op de motie met Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 216 die is ingediend bij het VAO Onderwijs en corona (primair en voortgezet onderwijs) (Handelingen II 2019/20, nr. 100, VAO Onderwijs en corona (primair en voortgezet onderwijs)). Minister Slob heeft deze doorgeleid. Inzake dit verzoek treft u bijgaand mijn reactie, mede namens de Staatssecretaris van SZW.
Appreciatie motie
In mijn brief van 11 september jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 537) heb ik aangegeven waarom zorgmedewerkers en leraren in het (basis- en speciaal) primair en voortgezet onderwijs tijdelijk voorrang krijgen bij het testen. Zorgmedewerkers zijn essentieel voor het bestrijden en onder controle houden van corona en voor de continuïteit van zorg. Bovendien werken deze professionals met kwetsbare mensen. Voor het onderwijs geldt dat het een grote maatschappelijke impact heeft als leerlingen niet naar school kunnen, terwijl alle kinderen verplicht zijn om onderwijs te volgen (leerplicht). Daarnaast heeft het naar huis sturen van klassen niet alleen gevolgen voor de ontwikkeling van de leerlingen in de leerplichtige leeftijd, maar ook voor de ouders die daardoor niet naar hun werk kunnen. Hoewel dit laatste ook geldt voor kinderen die naar de kinderopvang gaan, is ervoor gekozen om de pedagogisch medewerkers niet toe te voegen aan het testbeleid. Dat heeft te maken met het niet-verplichte karakter van de kinderopvang, ten opzichte van de leerplicht van de leerlingen in het onderwijs en de grotere groepsgrootte van het onderwijs ten opzichte van de kinderopvang, waardoor bij uitval van personeel meer kinderen naar huis worden gestuurd.
Ik begrijp de wens van een deel van uw Kamer om de sector kinderopvang ook voorrang te verlenen bij het laten testen op het coronavirus. Het kabinet kiest daar op dit moment echter niet voor. Het vergt al veel van de GGD’en om de voorrangsregeling voor zorgmedewerkers en leraren eind deze week in te voeren. Het toevoegen van meer doelgroepen is op korte termijn (organisatorisch) niet haalbaar.
Overigens is de voorrangsregeling een tijdelijke maatregel die slechts enkele weken van kracht zal zijn. Verwacht wordt dat binnen enkele weken voldaan kan worden aan de testvraag door de verruimde levering van testmaterialen en opschaling van laboratoria. Hiermee zetten wij erop in dat begin oktober iedereen met klachten weer snel getest kan worden. Dit is tevens een logisch moment om te bezien of er nog testen met voorrang nodig is en voor wie.
Op basis van deze overwegingen ontraad ik deze motie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge