Antwoord op vragen van de leden Wilders en Agema over de uitspraak van de directeur van het RIVM gedaan tijdens de technische briefing van 11 augustus 2020 dat de besmettingen met corona in Dokkum “evident“ buiten gebeurd zouden zijn
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D36467, datum: 2020-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-109).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2020Z15063:
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: G. Wilders, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Agema, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
109
Vragen van de leden Wilders en Agema (beiden PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitspraak van de directeur van het RIVM gedaan tijdens de technische briefing van 11 augustus 2020 dat de besmettingen met corona in Dokkum «evident» buiten gebeurd zouden zijn (ingezonden 26 augustus 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van de directeur van het RIVM, de heer Van Dissel, tijdens de technische briefing van 11 augustus 2020 dat de besmettingen met corona in Dokkum «evident» buiten gebeurd zouden zijn?1
Antwoord 1
Ja. De heer van Dissel is overigens directeur van het centrum voor infectieziektebestrijding (Cib) van het RIVM.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de directeur van het RIVM zijn uitspraak slechts baseerde op mediaberichten en niet op wetenschappelijke, peer reviewed onderzoeken?2
Antwoord 2
Nee.
Vraag 3, 4, 5, 6
Bent u bekend met het feit dat GGD Fryslan geen «evident» bewijs hiervoor had, temeer omdat de jongeren ook samen binnen in de kroeg waren geweest?3
Deelt u de mening dat de directeur van het RIVM deze casus eerst had moeten onderzoeken alvorens hij de conclusie trok dat de jongeren buiten waren besmet?
Waarom moeten van de directeur van het RIVM anderen (wetenschappers van over de hele wereld) altijd eerst hun zaakjes op orde hebben zoals peer reviewed onderzoeken en kan hij feitenvrij de verkeerde conclusies trekken?
Deelt u de mening dat de directeur van het RIVM deze conclusie niet zomaar had mogen trekken? Zo ja, wat zijn de consequenties voor hem? Zo nee, waar zijn de wetenschappelijk peer reviewed bewijzen voor deze uitspraken van de directeur van het RIVM?
Antwoord 3, 4, 5, 6
In het door u aangehaalde mediabericht stelt de GGD Fryslan dat het zeer aannemelijk is dat de infectie buiten, op het terras kan zijn overgedragen, omdat de jongeren onvoldoende afstand hielden tot elkaar. Helemaal zeker is het niet, omdat de jongeren ook binnen zijn geweest. De heer van Dissel heeft deze casus als illustratie gebruikt dat overdracht ook buiten wel degelijk mogelijk is.