[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden De Roon, Wilders, Markuszower en Graus over heksenjacht door NVWA

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D36767, datum: 2020-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-159).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z14082:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

159

Vragen van de leden De Roon, Wilders, Markuszower en Graus (allen PVV) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over heksenjacht door NVWA (ingezonden 16 juli 2020).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Medische Zorg (ontvangen 23 september 2020).

Vraag 1

Heeft de regering aan de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) opgedragen of verzocht om het Israël Producten Centrum opnieuw lastig te vallen over de etikettering van wijn uit Judea of Samaria1?

Antwoord 1

Nee. Naar aanleiding van een binnengekomen klacht heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in april 2019 een inspectie uitgevoerd. Bij deze inspectie is een overtreding geconstateerd waarvoor de NVWA een waarschuwing heeft uitgedeeld. In juli 2020 is er door de NVWA een herinspectie uitgevoerd. Daarbij is wederom een overtreding geconstateerd en daarom is er een Rapport van Bevindingen opgemaakt. Een herinspectie is de normale gang van zaken na een waarschuwing bij een eerdere inspectie. Dit is vastgelegd in het interventiebeleid van de NVWA.

Vraag 2, 3

Bent u het eens, dat het onaanvaardbaar is dat Israël anders wordt behandeld dan landen (bij voorbeeld Marokko, Turkije, China, Rusland) die wel moeiteloos producten uit gebieden waarover zij volkenrechtelijk betwist gezag uitoefenen, op de markt kunnen brengen met een etikettering die aangeeft dat die producten uit die landen afkomstig zijn?

Waarom handelt de NVWA in strijd met de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Voordewind2, waarin staat dat Israël niet eenzijdig benadeeld mag worden ten opzichte van andere landen? Waarom voert de NVWA geen actief opsporingsbeleid m.b.t. producten uit die andere landen bedoeld in vraag 2?

Antwoord 2, 3

De EU-wetgeving met betrekking tot juiste en niet-misleidende herkomstaanduiding is algemeen van toepassing, ongeacht het land of gebied waar het product vandaan komt. Er is geen uitzondering voor Israël of de door Israël bezette gebieden, of een ander land of gebied. De NVWA ziet toe op de naleving van deze Europese wetgeving, en handelt conform het staande interventiebeleid. Eventuele klachten kunnen altijd worden gemeld. De NVWA hanteert hierbij de wetgeving en de interpretatieve mededeling van de Europese Commissie, met de uitleg van deze wetgeving voor producten afkomstig uit door de Israël bezette gebieden. De NVWA handhaaft zonder onderscheid te maken tussen landen of gebieden.

Zoals toegezegd in de Kamerbrief van 26 november 2019 (kenmerk 23 432, nr. 475), heeft het kabinet bij andere lidstaten en de Europese Commissie nagevraagd of er behoefte en noodzaak bestaat voor verdere toelichting ten aanzien van de toepassing van EU-wetgeving inzake herkomstaanduiding voor andere landen of gebieden en, indien dat het geval zou zijn, te bepleiten dat extra uitleg wordt gegeven – vergelijkbaar met de interpretatieve mededeling ten aanzien van producten afkomstig uit de door Israël bezette gebieden en Israëlische nederzettingen in die gebieden. Het kabinet heeft zelf hiertoe geen verzoeken ontvangen van bedrijven of consumenten. Uit de navraag bij andere lidstaten en de Commissie is gebleken dat er geen breed gedragen behoefte bestaat voor verdere toelichting over de toepassing van EU-wetgeving inzake herkomstaanduiding in andere gevallen. Het kabinet is van mening dat aanvullende uitleg over de juiste toepassing van bestaande richtlijnen over consumentenbescherming voort zou moeten komen uit een brede, Europees gedeelde behoefte en noodzaak aan verduidelijking. Uit de sondering is dergelijk behoefte niet gebleken. De navraag laat daarmee hetzelfde beeld zien als de eerdere sondering uit 2016 en bevestigt de conclusies die het kabinet daar destijds aan verbond. Zie Kamerstuk 23 432, nr. 420.

Vraag 4

Bent u het eens, dat de aanduiding dat wijn afkomstig is uit een Israëlisch dorp in Judea & Samaria3, voldoende duidelijk is over de geografische herkomst van de wijn en de consument dus niet misleid wordt in de zin van de EU-wetgeving m.b.t. herkomstaanduiding? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

In zijn uitspraak van 12 november heeft het Europese Hof verduidelijkt dat Verordening 1169/2011 vereist dat het land van oorsprong of de plaats van herkomst van een levensmiddel wordt vermeld, indien het weglaten daarvan de consument kan misleiden doordat bij haar of hem de indruk wordt gewekt dat dit levensmiddel een ander land van oorsprong of een andere plaats van herkomst heeft dan zijn werkelijke land van oorsprong of zijn werkelijke plaats van herkomst. Daarnaast mag de vermelding van de oorsprong of de herkomst op dat levensmiddel niet misleidend zijn. Het Hof verduidelijkt dat het Unierecht vereist dat op levensmiddelen die afkomstig zijn uit een door Israël bezet gebied, dit gebied wordt vermeld en wanneer die levensmiddelen afkomstig zijn uit een Israëlische nederzetting binnen dat gebied, daarnaast ook deze herkomst moet worden vermeld.

Het Hof is van oordeel dat de omstandigheid dat een levensmiddel afkomstig is uit een Israëlische nederzetting de aankoopbeslissingen van consumenten kan beïnvloeden. Het weglaten van een dergelijke vermelding kan de consument daarom misleiden. Dat betekent dat de herkomstaanduiding duidelijk moet maken dat het product afkomstig is uit een Israëlische nederzetting in door Israël bezet gebied. Dit is een juridisch bindende uitspraak, die in lijn is met de interpretatieve mededeling van de Europese Commissie.

De door u aangehaalde herkomstaanduiding «afkomstig is uit een Israëlisch dorp in Judea & Samaria» voldoet derhalve niet aan de vereisten van de EU-wetgeving met betrekking tot juiste en niet-misleidende herkomstaanduiding, meer specifiek de bepalingen van Verordening 1169/2011 betreffende verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, zoals uitgelegd door het EU-Hof in zijn uitspraak van 12 november 2019 in Zaak C-363/19.

Vraag 5

Waarom staat u toe dat de NVWA optreedt als loopjongen van de Boycot, Desinvestering en Sancties (BDS)-beweging die een eenzijdige hetze voert tegen Israël? Wilt u daar per direct een einde aan maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Daar is geenszins sprake van. De NVWA handhaaft EU-wetgeving met betrekking tot juiste en niet-misleidende herkomstaanduiding en heeft in 2019 gehandeld op basis van een binnengekomen klacht. Die EU-wetgeving is algemeen van toepassing, ongeacht het land of gebied waar het product vandaan komt. Er is geen uitzondering voor Israël of de door Israël bezette gebieden of voor welk ander land of gebied dan ook. Zoals uw Kamer bekend is het kabinet tegen de internationale oproep tot BDS jegens Israël.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Dik-Faber, Voordewind (beiden ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP), ingezonden 15 juli 2020 (vraagnummer 2020Z14061).


  1. https://www.joods.nl/2020/07/opnieuw-dreigt-de-nvwa-met-boetes-voor-het-israel-producten-centrum-van-christenen-voor-israel/↩︎

  2. Kamerstuk 35 300 V, nr. 36.↩︎

  3. https://christenenvoorisrael.nl/2020/07/nvwa-dreigt-opnieuw-met-boetes-ipc/?fbclid=IwAR1HCHVR2tuZrE0WMKMBAw2pmfGzhbFV0ZdpNmOcpxJD_3Y1n9JMvMjq3k4↩︎