Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over doorontwikkeling en invoering PGB2.0 (Kamerstuk 25657-330)
Persoonsgebonden Budgetten
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D37386, datum: 2020-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.C.R.M. Clemens, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z14140:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-09 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-24 14:00: Doorontwikkeling en invoering PGB2.0 - 25657-330 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-11-11 13:30: Langer Thuis / Dementiezorg / PGB / Wijkverpleging / Wmo (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-11-17 16:30: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-11-18 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-27 10:00: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
25 657 Persoonsgebonden Budgetten Nr. INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ------------------------- In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 17 juli 2020 inzake doorontwikkeling en invoering PGB2.0 (Kamerstuk 25 657, nr. 330). De op 25 september 2020 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van ----- toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Lodders Adjunct-griffier van de commissie, Clemens Inhoudsopgave blz. I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties II. Reactie van de minister I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de minister. Zij hebben hierbij nog enkele vragen. Algemeen De leden van de VVD-fractie zijn erg verheugd over het concept van PGB2.0 en zijn van mening dat de doorontwikkeling en implementatie van het systeem secuur moet gebeuren. Het pgb geeft cliënten de vrijheid om hun eigen zorgomgeving samen te stellen en het geeft hen de regie om hun eigen leven in te richten. Toch maken deze leden zich ook zorgen over de vele vertragingen binnen het traject en wat de minister had kunnen doen om de vertragingen te voorkomen. Genoemde leden willen de minister vragen om voor de verkiezingen alles op alles te zetten om verdere vertragingen te voorkomen. Stand van zaken doorontwikkeling PGB2.0 Op pagina 1 geeft de minister aan dat een deel van de technische aanpassingen inmiddels is gerealiseerd. De leden van de VVD-fractie zouden willen weten welke concrete aanpassingen dat zijn en welke aanpassingen tot aan het huidige overleg nog meer zijn gerealiseerd. De minister spreekt van een vereenvoudiging en standaardisatie met betrekking tot de functionele eisen en wensen van alle ketenpartners. De leden van de VVD-fractie willen graag weten welke concrete functionele eisen en wensen de Programmaraad PGB2.0 sinds 2017 aan de lijst van eisen heeft toegevoegd en welke eisen er daarna ook weer zijn afgehaald en waarom. Welke van de nog te ontwikkelen functionaliteiten zijn direct van meerwaarde voor het PGB ‘gebruik’? De leden van de VVD-fractie zouden ook graag willen weten hoe de (nieuwe) roadmap er nu uitziet. Aansluitstrategie en aanpak invoering De gemeente Westland is de enige aangesloten gemeente. De leden van de VVD-fractie zouden willen weten waarom de gemeenten Rijssen-Holten, Smallingerland en Het Hogeland niet live zijn gegaan. Wat was de oorspronkelijke planning? Graag ontvangen deze leden een concreet antwoord. Wanneer gaan deze gemeenten wel live? Op pagina 3 spreekt de minister van ‘cruciale functionaliteiten’ als een van de redenen waarom andere gemeenten nog niet zijn aangesloten. De leden van de VVD-fractie zouden willen weten welke concrete functionaliteiten dat zijn en hoelang er al gewerkt wordt om die functionaliteiten te realiseren en waarom die functionaliteiten nog niet zijn gerealiseerd. Genoemde leden zouden ook graag willen weten wat voor concrete stappen er tot nu toe, sinds het notaoverleg op 15 juni 2020, zijn gemaakt om zo veel mogelijk work arounds weg te werken en het portaal bruikbaar te maken voor gemeenten. Aangezien de gemeente Westland de enige gemeente is die is aangesloten op het PGB2.0-systeem, vragen de leden van de VVD-fractie of de ervaring die daarmee is opgedaan niet te weinig is om concrete stappen te zetten in de implementatie van het PGB2.0-systeem. Planning invoering PGB2.0 Kan de minister verzekeren dat de proeftuin voor gemeenten geen verdere vertraging meer zal oplopen? Zo niet, waar verwacht de minister dan vertraging en als die vertraging optreedt, wat voor effect heeft dat dan op de rest van de planning van de invoering van het PGB2.0-systeem, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Op pagina 5 geeft de minister aan dat vanaf september 2020 er vierhonderd budgethouders worden aangesloten. In het notaoverleg van 15 juni gaf de minister aan dat het voor de zomer zou gebeuren. Zijn dit dezelfde budgethouders? De minister gaf aan dat om diverse redenen deze 400 budgethouders nog gebruikmaakten van PGB1.0. De leden van de VVD-fractie zouden willen weten wat voor concrete redenen dat waren en wat het ministerie van VWS had kunnen doen om die diverse redenen te verhelpen en het proces te versnellen. Daarnaast zouden deze leden ook willen weten in welk deel van 2021 de impactanalyse precies wordt verwacht. Tot slot De leden van de VVD-fractie zouden graag willen weten wat de ervaringen zijn achter de waardering van een 7.8 van verstrekkers en budgethouders die al gestart zijn met werken met het PGB2.0-systeem. Merken zij verschil met het PGB1.0 systeem? Zo ja, welke concrete verschillen? Deze leden willen ook graag weten of de ervaringen (en eventueel het cijfer) uitgesplitst kan worden voor budgethouders en verstrekkers. Welke negatieve punten aan het PGB2.0-systeem noemen de budgethouders en verstrekkers? Wanneer in het najaar van 2020 kunnen de leden van de VVD-fractie de voortgangsrapportage verwachten? De leden van de VVD-fractie zouden ook willen weten wat nu precies het budget is voor de verdere invoering van het PGB2.0. Is dat door de vertragingen een groter budget geworden? Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie De leden van de PVV-fractie merken op dat zij de ontwikkeling van het PGB2.0-systeem wel erg traag vinden verlopen. Deze leden herinneren zich nog een presentatie van de pilot enkele jaren geleden in de Kamer. Het lijkt erop dat er sinds die tijd niet heel veel doorontwikkeld of ingevoerd is, ook het uiterste go-live-moment staat pas gepland voor over twee jaar. Ondertussen is het terugdringen van administratieve lasten in de zorg wel één van de speerpunten van deze minister. Waarom duurt dit zo lang? Gemeenten zijn de afgelopen jaren meermaals gestart met de voorbereiding van de invoering van het PGB2.0-portaal. Tot op heden is enkel de gemeente Westland aangesloten. Invoering werd uitgesteld omdat de functionaliteit onvoldoende aansloot bij de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Klopt het dat het systeem ook nu nog vooral gericht is op cliënten van zorgkantoren en ontbreken essentiële functionaliteiten om de uitrol van PGB2.0 mogelijk te maken voor gemeenten? Kan de minister toezeggen dat het PGB2.0-portaal binnen de huidige tijdsplanning ook bruikbaar wordt voor gemeenten en zonder verder uitstel kan worden geïmplementeerd? De G4-gemeenten hebben in 2019 aangegeven minstens negen maanden tot een jaar nodig te hebben om de daadwerkelijke implementatie en het go-live moment voor te bereiden. Het uiterste go-live moment voor gemeenten wordt gesteld op Q4 2022. Dit betekent dat de gemeente Rotterdam op zijn laatst in Q4 2021 zal moeten starten met de voorbereidingen op de implementatie. De voorbereiding kan echter alleen starten als het systeem voldoende is uitontwikkeld en vrijwel geen ‘work arounds’ meer nodig zijn. Voor een gemeente als Rotterdam met circa 5.000 budgethouders is dit namelijk niet werkbaar en een belangrijke voorwaarde om überhaupt tot het nieuwe systeem toe te treden. Kan de minister toezeggen dat het systeem inmiddels voldoende is uitontwikkeld (en er dus vrijwel geen work arounds meer nodig zijn) waardoor implementatie ook voor grote steden met duizenden budgethouders verantwoord is? Ambtenaren van een aantal gemeenten (waaronder Rotterdam) leveren al sinds 2017 een aanzienlijke bijdrage aan het verder uitdenken en vormgeven van het PGB2.0-portaal. Hoe zorgt de minister ervoor dat de input die gemeenten hebben gegeven in 2017, 2018 en 2019 ter verbetering van het systeem, niet verloren is gegaan? Oftewel, hoe wordt voorkomen dat men in 2020 niet dezelfde exercitie gaat uitvoeren zoals in de jaren ervoor al is gedaan? Kan de minister toezeggen dat de bijdrage die gemeenten in de afgelopen jaren hebben geleverd aan de ontwikkeling van het PGB2.0-systeem niet verloren gaat? Zorgkantoren hebben de arbeidsrechtelijke toets (toets op recht) overgenomen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Een aantal gemeenten zou dit ook willen kunnen doen omdat daarmee het aantal schakels voor de cliënten afneemt. Een besluit hierover is echter nog niet genomen. Wat vindt de minister van het voorstel om de arbeidsrechtelijke toets ook bij gemeenten te beleggen en welke voordelen ziet de minister in het beleggen van de toets bij gemeenten? De invoering van PGB2.0 heeft een aanzienlijke impact op - en vraagt een forse inspanning van - gemeenten. Over de implementatiekosten zijn echter tot nu toe geen afspraken gemaakt. Heeft de minister het voornemen om een implementatiebudget beschikbaar te stellen aan gemeenten? De leden van de PVV-fractie willen graag weten hoeveel pgb-houders er zijn. Bij het opstellen van de huidige roadmap wordt prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van functionaliteiten die nodig zijn om deze work arounds op te lossen om zo grotere aantallen budgethouders en zorgverleners aan te kunnen sluiten op het PGB2.0-systeem. Om welke aantallen budgethouders en zorgverleners gaat het? Voorafgaand aan de aansluiting van grotere aantallen verstrekkers sluiten voorlopers aan. Wie of wat zijn de voorlopers en hoeveel voorlopers zijn er op dit moment eigenlijk, zo willen de leden van de PVV-fractie weten. Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie Naar aanleiding van de brief van de minister over de invoering en doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem willen de leden van de CDA-fractie graag enkele verduidelijkende vragen stellen. De minister heeft in eerdere brieven over het PGB2.0 de regie meer naar het ministerie van VWS toe getrokken. Hoe ziet de minister de rol als regisserend ministerie voor het komende jaar? Uit de roadmap blijkt dat zorgkantoren eerder aan het PGB2.0-systeem kunnen deelnemen dan gemeenten. Kan de minister toelichten waarom zorgkantoren hier eerder klaar voor zijn? Volgens de gemeenten ontbreken er functionaliteiten om de uitrol van PGB2.0 mogelijk te maken voor gemeenten. Kan de minister binnen de huidige tijdsplanning toezeggen dat het PGB2.0-portaal daadwerkelijk bruikbaar wordt voor gemeenten? Waar hangt dit precies vanaf? Het programma van eisen voor PGB2.0 is in 2017 vastgesteld en vormt nog steeds het uitgangspunt voor de doorontwikkeling van het systeem. De Programmaraad PGB2.0 hanteert in het verlengde daarvan een procedure voor het afhandelen van eventuele verzoeken tot aanpassing. Kan de minister globaal uiteenzetten aan welke aanpassingen moet worden gedacht? Blijft het uitgangspunt van een gebruiksvriendelijk portaal voor budgethouders de basishouding van alle deelnemende partijen? De minister stelt dat vanaf september 2020 als eerste 400 budgethouders van de drie reeds aangesloten zorgkantoren aansluiten. Onderhavige inbreng is op 23 september 2020. Kan de minister aangeven of dit gelukt is, hoe de eerste ervaringen zijn, waar men tegen aanloopt? Hoeveel gemeenten doen mee aan de eerdergenoemde leer- en voorbereidingsomgeving en het uitvoeren van de jaarafsluiting 2020? Gemeenten stellen dat de voorbereiding alleen kan starten als het systeem voldoende is uitontwikkeld en vrijwel geen ‘work arounds’ meer nodig zijn. Voor grotere gemeenten zoals Rotterdam (ongeveer 5.000 budgethouders) is dit een belangrijke voorwaarde om tot het nieuwe systeem toe te treden. Kan de minister aangeven wanneer het systeem voldoende is uitontwikkeld waardoor implementatie ook voor grote steden met een grote groep budgethouders verantwoord is? Vragen en opmerkingen van de D66-fractie De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister over doorontwikkeling en invoering van het PGB2.0-systeem, maar maken zich zorgen over de voortgang. Daarom hebben deze leden nog enkele vragen. De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de waardering van PGB2.0 door de gebruikers zelf. Zijn de ervaringen nog steeds positief en zijn er recente onderzoeken naar gedaan? Kan de minister dat nader uiteenzetten en daarbij expliciet aandacht besteden aan de administratieve lasten? De leden van de D66-fractie hebben zorgen ten aanzien van de governance van het PGB2.0. Kan de minister ingaan in hoeverre dit op de lange termijn is geregeld? Klopt het dat ICTU slechts tijdelijk de ondersteuning levert? Zo ja, is er al zicht op een oplossing voor de definitieve beheersorganisatie in de periode daarna? Is de minister bereid om advies hiervoor te vragen aan het Bureau ICT-toetsing (BIT)? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet? Door deze ontwikkelingen hebben genoemde leden zorgen ten aanzien van de planning. Kan de minister reflecteren op het feit dat PGB2.0 dus niet tijdens deze kabinetsperiode volwaardig in gebruik kan worden genomen? Kan de minister in het antwoord daarop ingaan op zijn eerdere uitspraak in het algemeen overleg van 4 april 2019 dat PGB2.0 zou gaan vliegen voor 1 januari 2021? Wat is de huidige verwachting? De leden van de D66-fractie lezen dat de minister nauw samenwerkt met de VNG bij de uitrol van PGB2.0. Op de website van de VNG lezen genoemde leden dat de overstap naar PGB2.0 onder andere nodig is om fouten en fraude te voorkomen, en goedkopere uitvoering van het pgb-trekkingsrecht te bewerkstelligen. Deze leden vragen of de minister een berekening kan geven, dan wel een schatting kan maken, van de kosten die de overheid bespaart dankzij de invoering van het nieuwe systeem. Tevens vragen deze leden hoeveel de vertraging in het uitroltraject en de gehele ontwikkelkosten hebben gekost. Zijn deze kosten in proportie met de besparingen die ze opleveren? En in hoeverre slaagt het nieuwe systeem erin om effectiever fraude te kunnen opsporen, zonder dat dit ten koste gaat van administratieve lasten voor budgethouders? In het notaoverleg van 15 juni 2020 hebben de leden van de D66-fractie de minister horen zeggen dat hij ‘back to basic’ wilde gaan en hij zou stoppen met het verwerken van nieuwe wensen voor PGB2.0. Tevens lezen deze leden dat nu helder is welke technische aanpassingen en functionaliteiten gerealiseerd moeten worden. Genoemde leden lezen echter ook dat de Programmaraad PGB2.0 een strikte procedure voor het afhandelen van eventuele verzoeken tot aanpassing hanteert. Wil de minister hiermee zeggen dat het nog altijd mogelijk is om wensen door te geven en dat aanpassingen nog steeds mogelijk zijn? Of wordt er nu alleen nog gekeken naar wat echt noodzakelijk is? Indien wensenlijstjes doorgeven nog steeds mogelijk is, kan de minister dan aangeven of dat overeenkomt met de doelstelling om PGB2.0 zorgvuldig, op tijd, en binnen de budgettaire perken uit te rollen? De leden van de D66-fractie onderschrijven dat het werken in een keten vergt dat de voorbereidende activiteiten van alle ketenpartners ten aanzien van inhoud, proces en moment van uitvoering volledig op elkaar zijn afgestemd. Is er op dit moment al een goede ketenarchitectuur voor PGB2.0? Zo ja, op basis waarvan beargumenteert de minister die stelling? Zo nee, wat gaat de minister doen om dat zo spoedig mogelijk voor elkaar te krijgen? De leden van de D66-fractie lezen dat de minister in de brief verwijst naar het najaar van 2019, waarin hij de Kamer heeft geïnformeerd over de voortgang van de uitrol van PGB2.0. Verder lezen de leden dat VWS in de afgelopen periode samen met ketenpartijen alle nog te ontwikkelen functionaliteiten en benodigde technische aanpassingen in kaart heeft gebracht. Daarnaast merken deze leden op dat de brief waar dit schriftelijk overleg op reageert dateert van 17 juli. Kan de minister een tijdlijn geven waaruit helder wordt wanneer wat precies gebeurd is? En kan de minister aangeven hoe het komt dat er tussen het najaar van 2019 en de brief van 17 juli zoveel tijd zit? De leden van de D66-fractie lezen dat het ontbreken van gegevens bij budgethouders en zorgverleners tot gevolg heeft dat een budgethouder niet kan worden overgezet naar PGB2.0. Worden deze twee groepen hierover tijdig en juist geïnformeerd, met het oog op de communicatie die volgens de minister zelf zorgvuldig, tijdig en juist uitgevoerd moet worden? De leden van de D66-fractie vragen daarnaast of de minister ook heeft overwogen om een kleiner deel van de taken bij de SVB te beleggen. Is het bijvoorbeeld een optie om alleen het beheer en uitbetalen van de middelen bij de SVB te beleggen? Kan de minister ingaan op de voor- en nadelen van eventuele alternatieve organisatievormen voor taken als de arbeidsrechtelijke toets, het sluiten van zorgovereenkomsten en de controle op de declaraties? Kan de arbeidsrechtelijke toets bijvoorbeeld ook verantwoord plaatsvinden bij gemeenten? De leden van de D66-fractie lezen dat voor gemeenten cruciale functionaliteiten enerzijds en aansluiting op het Gemeentelijk Gegevens Knooppunt anderzijds nog niet zijn gerealiseerd. Kan de minister aangeven waarom dat nog niet het geval is en wanneer dat wel gaat gebeuren? Verder lezen genoemde leden dat gemeenten door het bovenstaande nog geen ervaring kunnen opdoen met het aansluitproces en daarom worden aangesloten op een ‘leer- en voorbereidingsomgeving’. Daarnaast lezen de leden van de D66-fractie dat deze omgeving voor gemeenten in hetzelfde jaar wordt opgericht als de voorbereiding op de grootschalige aansluiting van de gemeenten. Kan de minister aangeven of en hoeveel extra administratie en regeldruk de oprichting van deze omgeving gaat kosten? En weegt dit op tegen de baten die het heeft om gemeenten mee te laten draaien terwijl de cruciale functionaliteiten nog niet in orde zijn? Kan de minister verder inschatten of het realistisch is om in hetzelfde jaar zowel de oprichting van de leer- en voorbereidingsomgeving als de voorbereiding van de aansluiting van gemeenten te plannen? Welke conclusies trekt de minister eruit dat veel gemeenten de cruciale functionaliteiten nog niet gerealiseerd hebben? Heeft de minister hierover onvoldoende afspraken gemaakt met de gemeenten? Komt de genoemde leer- en voorbereidingsomgeving niet te laat, aangezien de ontwikkeling van PGB2.0 al zo lang bezig is en nog steeds op zeer beperkte schaal gebruikt kan worden? Wat verstaat de minister onder de leer- en voorbereidingsomgeving en kan de minister toezeggen dat deze op korte termijn gerealiseerd wordt? Kan de minister tevens toezeggen dat de bijdrage die gemeenten hieraan hebben geleverd niet verloren gaat? Verder lezen de leden van de D66-fractie dat er 400 budgethouders bij drie reeds aangesloten zorgkantoren om diverse redenen nog gebruikmaakten van PGB1.0 en nu alsnog overstappen naar PGB2.0. Kan de minister aangeven wat die ‘diverse redenen’ waren? En wat kan het leren over mogelijke knelpunten bij latere aansluitingen? Tot slot lezen de leden van de D66-fractie dat uitvoerders van de Zorgverzekeringswet alleen per 1 januari van een jaar kunnen aansluiten op PGB2.0. Kan de minister aangeven waarom dat het geval is? Kan de minister ook aangeven waarom die groep budgethouders die alleen in één keer kunnen worden aangesloten, per se op 1 januari en niet bijvoorbeeld op 1 juli kunnen overstappen? Vragen en opmerkingen van de SP-fractie De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief en hebben naar aanleiding daarvan de onderstaande opmerkingen en vragen. De leden van de SP-fractie vinden het verstandig dat wordt gekozen voor zorgvuldigheid boven snelheid. Omdat het nieuwe systeem sneller, veiliger en eenvoudiger zal werken en een beter inzicht kan geven is het van belang dat alle budgethouders en betrokken partijen op termijn op dit systeem worden aangesloten. Maar deze zorgvuldigheid heeft ook negatieve gevolgen; zo moeten voor langere tijd verschillende systemen in de lucht gehouden worden. Wat zijn de totale verwachte kosten voor het gehele proces? Daarnaast, heeft de aanpak soms tot gevolg dat partijen die aan zouden sluiten en hier voorbereidingen voor treffen geconfronteerd worden met een uitgestelde aansluiting. Genoemde leden vragen hoe vaak dit voorkomt en wat dit precies betekent voor de betreffende partijen. Kan daarbij worden aangegeven wat de verwachtingen zijn met betrekking tot de beschreven tijdsplanning en in hoeverre deze tijdsplanning voorkomt dat partijen alsnog geconfronteerd worden met uitstel? Zijn er garanties te geven over de haalbaarheid van eind 2022? Welke rol heeft het PGB2.0-systeem als het gaat om het aanvragen van een pgb? In hoeverre wordt dit aanvraagproces ook vergemakkelijkt met dit systeem of op andere wijze? In dit kader en breder als het gaat om het pgb, welke ontwikkelingen spelen er nog meer, naast de ontwikkeling van het PGB2.0-systeem? Wat is de reactie op de constatering dat alles zo lang duurt, omdat alles in één keer wordt aangepakt, zo vragen de leden van de SP-fractie. Wat zijn de ervaringen met het feit dat bij het pgb er meer dan 400 bazen in meer dan 400 organisaties en vier wettelijke kaders betrokken zijn, met daarbij een verscheidenheid aan regels. Wat zijn de ervaringen met het verwezenlijken van al deze verschillende werkwijzen en voorkeuren in één keer tegelijkertijd in één systeem? De leden van de SP-fractie begrijpen dat er op verschillende punten work arounds nodig zijn geweest. In hoeverre zijn dergelijke work arounds momenteel nog nodig en wanneer zouden deze niet langer nodig zijn? Ten slotte hebben de leden van de SP-fractie nog een aantal vragen. Op welke wijze wordt gegeven input van gemeenten uit voorgaande jaren ter verbetering van het systeem gebruikt en wordt voorkomen dat deze informatie verloren gaat? Wat is de reactie op het voorstel van de gemeente Rotterdam om de arbeidsrechtelijke toets ook bij gemeenten te beleggen en welke voordelen ziet de minister in het beleggen van de toets bij gemeenten? Heeft de minister het voornemen om een implementatiebudget beschikbaar te stellen aan gemeenten? II. REACTIE VAN DE MINISTER Kamerstuk 34 104, nr. 298 Kamerstuk 25 657, nr. 318 HYPERLINK "https://www.vngrealisatie.nl/producten/ontwikkeling-en-implementatie-pg b20" https://www.vngrealisatie.nl/producten/ontwikkeling-en-implementatie-pgb 20 Kamerstuk 34 104, nr. 298 PAGE PAGE 1