Antwoord op vragen van de leden Voordewind en Dik-Faber over het besluit Nr. 1/2020 van het Associatiecomité EU-Marokko van 16 maart 2020
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D37564, datum: 2020-09-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-201).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Ooit D66 kamerlid)
- Mede namens: T. van Ark, minister voor Medische Zorg (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z14247:
- Gericht aan: T. van Ark, minister voor Medische Zorg
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
201
Vragen van de leden Voordewind en Dik-Faber (beiden ChristenUnie) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en voor Medische Zorg over het besluit Nr. 1/2020 van het Associatiecomité EU-Marokko van 16 maart 2020 (ingezonden 22 juli 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Minister voor Medische Zorg (ontvangen 28 september 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3694.
Vraag 1
Bent u bekend met het besluit Nr. 1/2020 van het Associatiecomité EU-Marokko van 16 maart 2020 betreffende de informatie-uitwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko met het oog op de effectbeoordeling van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling over de wijziging van de Protocollen nrs. 1 en 4 van de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds [2020/468]?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat met dit besluit is overeengekomen dat de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko jaarlijks in het kader van het associatiecomité onderling informatie uitwisselen, teneinde de partijen in staat te stellen de effecten van de in vraag 1 genoemde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tijdens haar looptijd te beoordelen vanuit het oogpunt van duurzame ontwikkeling?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat de in vraag 1 genoemde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling op 19 juli 2019 in werking is getreden en dat door die overeenkomst in de vorm van een briefwisseling de producten van oorsprong uit de Westelijke Sahara die zijn onderworpen aan controle door de douaneautoriteiten van het Koninkrijk Marokko, dezelfde handelspreferenties genieten als die welke door de Europese Unie zijn toegekend aan de producten die vallen onder de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Zijn er sinds deze afspraken producten uit de Westelijke Sahara via Marokko geëxporteerd naar de Europese Unie en naar Nederland in het bijzonder?
Antwoord 4
Ja. Sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Marokko1 over de uitbreiding van de geografische reikwijdte van de protocollen bij het Associatieakkoord tot de Westelijke Sahara zijn producten van oorsprong uit de Westelijke Sahara die bij uitvoer onderhevig zijn aan controle door Marokkaanse douaneautoriteiten geëxporteerd naar de Europese Unie, waaronder naar Nederland.
Vraag 5
Bent u, in samenwerking met de Minister voor Medische Zorg, er alert op dat, indien er producten uit de Westelijke Sahara via Marokko worden geëxporteerd naar de Europese Unie en naar Nederland in het bijzonder, deze correct gelabeld worden conform bestaande Uniewetgeving inzake de vermelding van de oorsprong van producten, en niet gelabeld worden als «afkomstig uit Marokko»?
Antwoord 5
EU-wetgeving met betrekking tot juiste en niet-misleidende herkomstaanduiding is algemeen van toepassing, ongeacht waar het product vandaan komt. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor toezicht en de handhaving van de geldende etiketteringswetgeving. De NVWA handelt conform het staande interventiebeleid. Eventuele klachten kunnen altijd worden gemeld.
Vraag 6
Bent u bereid om namens de Nederlandse regering te verzoeken dat in het kader van de jaarlijkse overeengekomen informatie-uitwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, deze informatie-uitwisseling ook een lijst met producten omvat die uit de Westelijke Sahara via Marokko worden geëxporteerd naar de Europese Unie en naar Nederland in het bijzonder?
Antwoord 6
Onderdeel van de overeengekomen informatie-uitwisseling tussen de EU en Marokko is dat Marokko gegevens over de uitvoer van producten van oorsprong uit de Westelijke Sahara naar de EU deelt met de EU. Dit mechanisme is sinds 1 oktober 2019 operationeel.2 Front Polisario heeft op 23 juni 2020 een verzoek tot nietigverklaring ingediend bij het EU-hof over het besluit van de Raad over het namens de EU in te nemen standpunt in het associatiecomité over de informatie-uitwisseling.3
Vraag 7
Bent u bereid om de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) opdracht te geven op basis van de jaarlijkse informatie-uitwisseling te handhaven op correcte labeling van producten die uit de Westelijke Sahara via Marokko worden geïmporteerd in Nederland?
Antwoord 7
De NVWA heeft als opdracht toe te zien op voedselveiligheid, waaronder etikettering van levensmiddelen. Hierbij zet de NVWA in op risicogericht toezicht en handhaving en kunnen eventuele klachten worden gemeld. Informatie die wordt verkregen uit de jaarlijkse informatie-uitwisseling tussen de EU en Marokko is bedoeld om effecten van de overeenkomst te beoordelen, in het bijzonder op de duurzame ontwikkeling, met name wat betreft de voordelen voor de betrokken bevolking en de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in de betreffende gebieden. Deze informatie kan enkel voor deze doeleinden worden gebruikt.4
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko over de wijziging van de Protocollen nrs. 1 en 4 van de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, Publicatieblad van de Europese Unie van 6.2.2019 L34, blz. 4–7.↩︎
Zie https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6222-2020-INIT/en/pdf, p. 8.↩︎
Zaaknummer T-393/20 over het besluit (EU) 2020/462 van de Raad van 20 februari 2020 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het associatiecomité dat is ingesteld bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, betreffende de uitwisseling van informatie met het oog op de effectbeoordeling van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling over de wijziging van die overeenkomst. Zie http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=230356&pageIndex=0&doclang=NL&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=17725967.↩︎
Zie hiervoor ook https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6222-2020-INIT/en/pdf, p. 8.↩︎