[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35353, eindtekst

Wijziging van de Huisvestingswet 2014 in verband met de aanpak van ongewenste neveneffecten van toeristische verhuur van woonruimte (Wet toeristische verhuur van woonruimte)

Eindtekst

Nummer: 2020D37833, datum: 2020-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2019Z23809:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

22 september 2020



	Wijziging van de Huisvestingswet 2014 en de Gemeentewet in verband met
de aanpak van ongewenste neveneffecten van toeristische verhuur van
woonruimte en de aanpak van woonoverlast (Wet toeristische verhuur van
woonruimte)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de gemeente
ter bevordering van de uniformiteit en de handhaafbaarheid nieuwe
instrumenten te geven voor het toezicht op en de handhaving van de
ongewenste neveneffecten van de toeristische verhuur van woonruimte en
de aanpak van woonoverlast;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Huisvestingswet 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt “Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst”
vervangen door “Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties”.

2. Onder verlettering van de onderdelen a tot en met g tot b tot en met
h en de onderdelen h tot en met j tot j tot en met l, worden twee
onderdelen ingevoegd, luidende:

a. digitaal platform: degene die een dienst van de
informatiemaatschappij verleent gericht op het publiceren van
aanbiedingen voor toeristische verhuur;

i. toeristische verhuur: in een woonruimte tegen betaling bieden van
verblijf aan personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven met een
adres in de gemeente in de basisregistratie personen;

B

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

2. De gemeenteraad kan van zijn bevoegdheden op grond van:

a. de artikelen 12 en 13, alsmede, voor zover daartoe noodzakelijk, van
die op grond van artikel 7, of 

b. de artikelen 23a tot en met 23c, voor zover dit noodzakelijk is voor
het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving, 

ook gebruik maken indien daartoe geen noodzaak is vanuit het oogpunt van
het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van
schaarste aan woonruimte.

C

Het opschrift van paragraaf 1 van hoofdstuk 4 komt te luiden: 

§ 1. Woonruimtevoorraadbeheer

D

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. In het eerste lid (nieuw) wordt “aangewezen categorie gebouwen”
vervangen door “aangewezen categorie woonruimte” en wordt “wijk”
vervangen door “gebied”.

	3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening gevallen aanwijzen
waarvoor een vrijstelling geldt of waarin een ontheffing kan worden
verleend van een verbod als bedoeld in het eerste lid. Aan een
vrijstelling of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden
verbonden.

Da

	In artikel 22 wordt onder vernummering van het tweede tot derde lid een
lid ingevoegd, luidende:

	2. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening gevallen aanwijzen
waarvoor een vrijstelling geldt of waarin een ontheffing kan worden
verleend van het verbod, bedoeld in het eerste lid. Aan een vrijstelling
of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

E

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet
bestuursrecht, stellen burgemeester en wethouders de elektronische weg
open voor de aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 21 of
22.

F

Na artikel 23 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1a. Toeristische verhuur van woonruimte

Artikel 23a

1. Het is verboden om een woonruimte, behorend tot een met het oog op
het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad of het behoud
van de leefbaarheid van de woonomgeving door de gemeenteraad in de
huisvestingsverordening aangewezen categorie woonruimte en gelegen in
een in die verordening aangewezen gebied, voor een in die verordening
omschreven vorm van toeristische verhuur aan te bieden zonder het
registratienummer van die woonruimte te vermelden bij iedere aanbieding
van die woonruimte voor toeristische verhuur.

2. Een registratienummer als bedoeld in het eerste lid, wordt
aangevraagd door degene die een woonruimte aanbiedt voor toeristische
verhuur.

3. Voor zover de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan het eerste
lid, is het verboden om een aanbod tot het gebruik van een woonruimte,
als bedoeld in het eerste lid, voor een in de huisvestingsverordening
omschreven vorm van toeristische verhuur te publiceren zonder dat
daarbij een registratienummer is vermeld.

Artikel 23b

1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a, kan
hij in die huisvestingsverordening tevens bepalen dat het verboden is
een op basis van dat artikel aangewezen categorie van woonruimte die
gelegen is in een in die verordening aangewezen gebied voor een in de
verordening omschreven vorm van toeristische verhuur meer dan een in die
verordening bepaald aantal nachten per jaar in gebruik te geven voor
toeristische verhuur. 

2. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan het eerste lid,
kan hij in de huisvestingsverordening bepalen dat het verboden is de
woonruimte in gebruik te geven voor toeristische verhuur, zonder deze
verhuring vooraf te melden bij burgemeester en wethouders.

3. Een melding als bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan door degene
die de woonruimte in gebruik geeft voor toeristische verhuur.

Artikel 23c

1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a, kan
hij in die huisvestingsverordening tevens bepalen dat het verboden is
een op basis van dat artikel aangewezen categorie van woonruimte die
gelegen is in een in de verordening aangewezen gebied voor een in de
verordening omschreven vorm van toeristische verhuur in gebruik te geven
indien daarvoor geen vergunning is verleend door burgemeester en
wethouders.

2. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening gevallen aanwijzen
waarvoor een vrijstelling geldt of waarin een ontheffing kan worden
verleend van het verbod, bedoeld in het eerste lid. Aan een vrijstelling
of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

3. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan het eerste lid,
kan hij in de huisvestingsverordening bepalen dat een vergunning als
bedoeld in dat lid, slechts wordt afgegeven voor een in die verordening
aangegeven termijn.

4. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid, wordt aangevraagd door
degene die de woonruimte in gebruik geeft voor toeristische verhuur.

Artikel 23d

Voor zover de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a,
eerste lid, of artikel 23b, eerste of tweede lid, informeert degene die
een dienst verleent gericht op het publiceren van aanbiedingen voor
toeristische verhuur van woonruimte, degene die een woonruimte aanbiedt
voor toeristische verhuur over de verboden, bedoeld in artikel 23a,
eerste lid en artikel 23b, eerste en tweede lid. 

Artikel 23e

Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23b, eerste
en tweede lid, kan hij in die huisvestingsverordening tevens verbieden
dat degene die een dienst verleent gericht op het publiceren van
aanbiedingen voor toeristische verhuur van woonruimte een aanbieding
voor toeristische verhuur toont gedurende de rest van het jaar, indien
diegene door burgemeester en wethouders ervan in kennis is gesteld dat
de woonruimte die wordt aangeboden reeds voor het in de
huisvestingsverordening bepaald aantal nachten in dat jaar in gebruik is
gegeven voor toeristische verhuur.

Artikel 23f

1. In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet
bestuursrecht kan het registratienummer, bedoeld in artikel 23a,
uitsluitend via elektronische weg worden aangevraagd.

2. Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de inrichting
van het systeem ten behoeve van het afgeven van het registratienummer,
bedoeld in artikel 23a, en voor de verwerking van persoonsgegevens in
dit systeem. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden
nadere regels gesteld omtrent de inrichting van dit registratiesysteem.

3. De persoonsgegevens die verwerkt worden in het kader van de aanvraag
van het registratienummer, bedoeld in artikel 23a, kunnen ook verwerkt
worden voor:

a. het toezicht op de naleving van de krachtens artikel 2 van de
Woningwet gegeven voorschriften vanuit het oogpunt van veiligheid,
gezondheid en bruikbaarheid van de woonruimte, en

b. de heffing en invordering van de toeristenbelasting, bedoeld in
artikel 224 van de Gemeentewet.

Artikel 23g

1. In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet
bestuursrecht kan de melding, bedoeld in artikel 23b, tweede lid,
uitsluitend via elektronische weg worden gedaan.

2. Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de inrichting
van het systeem ten behoeve van de melding, bedoeld in artikel 23b,
tweede lid, en voor de verwerking van persoonsgegevens in dit systeem.

3. De persoonsgegevens die verwerkt worden in het kader van de melding,
bedoeld in artikel 23b, tweede lid, kunnen ook verwerkt worden voor de
heffing en invordering van de toeristenbelasting, bedoeld in artikel 224
van de Gemeentewet.

Artikel 23h

In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet
bestuursrecht, stellen burgemeester en wethouders de elektronische weg
open voor de aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 23c,
eerste lid.

G

In de artikelen 24, 25 eerste en derde lid, 26 eerste lid, aanhef en
tweede lid, wordt “bedoeld in artikel 21 of 22” vervangen door
“bedoeld in artikel 21, artikel 22, eerste lid, of artikel 23c, eerste
lid”.

H

Artikel 26, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: 

a. de houder van die vergunning niet binnen een jaar nadat die
vergunning onherroepelijk is geworden is overgegaan tot:

1°. onttrekking als bedoeld in artikel 21, onderdeel a;

2°. samenvoeging als bedoeld in artikel 21, onderdeel b;

3°. omzetting als bedoeld in artikel 21, onderdeel c;

4°. verbouwing als bedoeld in artikel 21, onderdeel d;

5°. onderscheidenlijk tot inschrijving in de openbare registers van de
akte van splitsing in appartementsrechten, bedoeld in artikel 109 van
Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, of tot het verlenen van deelnemings-
of lidmaatschapsrechten, of

6°. toeristische verhuring als bedoeld in artikel 23c, eerste lid; 

I

Aan artikel 33 wordt een lid toegevoegd luidende:

3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot oplegging van een last
onder bestuursdwang ter handhaving van artikel 5:20, eerste lid, van de
Algemene wet bestuursrecht, voor zover het betreft de verplichting tot
het verlenen van medewerking aan de krachtens het eerste lid aangewezen
ambtenaren.

Ia

	Na artikel 33 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 33a

	De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat
burgemeester en wethouders: 	

a. een verbod tot het in gebruik geven van een woonruimte voor
toeristische verhuur kunnen opleggen voor ten hoogste een jaar aan een
aanbieder indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de
constatering door een ambtenaar als bedoeld in artikel 33, eerste lid,
van een overtreding van de bij de huisvestingsverordening aan
toeristische verhuur gestelde eisen, ten minste twee maal een
bestuurlijke boete is opgelegd voor overtreding van de bij de
huisvestingsverordening aan toeristische verhuur gestelde eisen;

b. een aanwijzing kunnen geven aan een digitaal platform om de
aanbieding voor toeristische verhuur van de aanbieder aan wie een verbod
tot het in gebruik geven van een woning voor toeristische verhuur als
bedoeld in het eerste lid is opgelegd te blokkeren. 

Ib

Na artikel 33a wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 33b

De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat
burgemeester en wethouders een verbod tot het in gebruik geven van een
woonruimte voor toeristische verhuur kunnen opleggen voor ten hoogste
een jaar aan een aanbieder indien binnen een tijdvak van vijf jaar
voorafgaand aan de constatering door een ambtenaar als bedoeld in
artikel 33, eerste lid, van een overtreding van de bij de
huisvestingsverordening aan toeristische verhuur gestelde eisen, ten
minste twee maal een bestuurlijke boete is opgelegd voor overtreding van
de bij de huisvestingsverordening aan toeristische verhuur gestelde
eisen.

J

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “bedoeld in de artikelen 8, 21 of 22”
vervangen door “bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, artikel
21, artikel 22, eerste lid, artikel 23a, eerste of derde lid, artikel
23b, eerste en tweede lid, artikel 23c, eerste lid, artikel 23d of
artikel 23e”.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder vervanging van “, en” aan het slot van onderdeel a door een
puntkomma en verlettering van onderdeel b tot onderdeel c wordt een
onderdeel ingevoegd, luidende:

b. het bedrag dat is vastgesteld voor de derde categorie, bedoeld in
artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, voor overtreding
van het verbod, bedoeld in de artikelen 23a, eerste of derde lid, 23b,
tweede lid, 23d of 23e;

b. In onderdeel c (nieuw) wordt “bedoeld in de artikelen 8, tweede
lid, 21 of 22” vervangen door “bedoeld in artikel 8, tweede lid,
artikel 21, artikel 22, eerste lid, artikel 23b, eerste lid, of artikel
23c, eerste lid” en wordt de puntkomma aan het slot vervangen door
“, en”.

c. Na onderdeel c (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. het bedrag dat is vastgesteld voor de vijfde categorie, bedoeld in
artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, voor overtreding
van een verbod als bedoeld in artikel 8, tweede lid, artikel 21, artikel
23b, eerste lid, of artikel 23c, eerste lid, indien binnen een tijdvak
van vier jaar voorafgaand aan de constatering door een ambtenaar als
bedoeld in artikel 33, eerste lid, van die overtreding een bestuurlijke
boete is opgelegd voor overtreding van hetzelfde verbod.

K

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a,
geldt voor aanbieders die hun woonruimte al voor de inwerkingtreding van
het verbod aanboden voor toeristische verhuur het verbod bedoeld in dat
artikel niet eerder dan zes maanden na de inwerkingtreding ervan.

2. Het tweede lid komt te luiden: 

	2. Indien in de huisvestingsverordening voor het tijdstip van
inwerkingtreding van de wet van [datum] tot wijziging van de
Huisvestingswet 2014 in verband met de aanpak van ongewenste
neveneffecten van toeristische verhuur van woonruimte (Wet toeristische
verhuur van woonruimte) regels zijn opgenomen over toeristische verhuur
van woonruimte met toepassing van artikel 21: 

	a. vervallen deze regels Ă©Ă©n jaar na het tijdstip, bedoeld in de
aanhef;

	b. kan de gemeenteraad bepalen dat een vergunning voor toeristische
verhuur verleend met toepassing van artikel 21, voor het tijdstip van
inwerkingtreding van de huisvestingsverordening waarin toeristische
verhuur van woonruimte wordt geregeld op basis van hoofdstuk 4,
paragraaf 1a, wordt gelijkgesteld met een vergunning die is verleend met
toepassing van artikel 23c.

3. Het derde en zesde lid vervallen onder vernummering van het vierde en
vijfde lid tot derde en vierde lid.

L

Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst. 

2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Onze Minister zendt binnen vijf jaar na het tijdstip van
inwerkingtreding van de wet van [datum] tot wijziging van de
Huisvestingswet 2014 in verband met de aanpak van ongewenste
neveneffecten van toeristische verhuur van woonruimte (Wet toeristische
verhuur van woonruimte) aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van die wet in de praktijk.

ARTIKEL IA

	In artikel 151d, eerste lid, van de Gemeentewet vervalt  “aan een
persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de
basisregistratie personen is ingeschreven”.

ARTIKEL II

Indien artikel 4.3 van de Omgevingswet in werking treedt of is getreden
komt artikel 23f, derde lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet 2014 te
luiden:

a. het toezicht op de naleving van de krachtens artikel 4.3 van de
Omgevingswet gegeven voorschriften vanuit het oogpunt van veiligheid,
gezondheid en bruikbaarheid van de woonruimte, en.

ARTIKEL III

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 10 juli 2019 ingediende
voorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele
andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en
nadeelcompensatierecht (35 256) tot wet is of wordt verheven en artikel
1, onderdeel C van die wet eerder is getreden of treedt dan artikel I,
onderdeel H, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel H, van deze wet.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 10 juli 2019 ingediende
voorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele
andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en
nadeelcompensatierecht (35 256) tot wet is of wordt verheven en artikel
1, onderdeel C, van die wet later in werking treedt dan artikel I,
onderdeel H, van deze wet, vervalt het derde lid van artikel 33 van de
Huisvestingswet 2014.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.



Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   8