[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Gewijzigd amendement van het lid Van Nispen t.v.v. nr. 8 over expliciteren dat feitelijk bestuurders worden aangemerkt als bestuurder

Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)

Nummer: 2020D38700, datum: 2020-10-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35366-9).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35366 -9 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen .

Onderdeel van zaak 2020Z17895:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 366 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

Nr. 9 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 5 oktober 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 20a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende: «Met een bestuurder wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld degene die het beleid van de rechtspersoon heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder.»

2. In het vierde lid vervalt «en 106d, eerste lid,» en wordt «zijn van overeenkomstige toepassing» vervangen door «is van overeenkomstige toepassing».

Toelichting

Voorkomen moet worden dat iemand die geen bestuurder of commissaris van een rechtspersoon mag zijn, omdat een bestuursverbod is opgelegd, toch feitelijk leiding blijft geven en achter de schermen aan de touwtjes blijft trekken. Om dit te bewerkstelligen verwijst het voorgestelde artikel 2:20a BW naar artikel 106d lid 1 van de Faillissementswet. Het komt echter de leesbaarheid en de duidelijkheid ten goede om in het voorgestelde artikel zelf te expliciteren dat met een bestuurder gelijk wordt gesteld degene die het beleid van de rechtspersoon heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder.


Van Nispen