Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

35 570 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021

Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2020

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft mij op 2 september jl. gevraagd een reactie te geven op de open brief van de Stichting Federatie Zorginstellingen (SFZ).

Ik begrijp de zorgen van de ondertekenaars van de brief. Er komt veel op de zorgverleners af en er is veel onzeker. Om te voorkomen dat bezuinigingen door de Curaçaose overheid ten koste gaan van vitale processen, zoals de zorg, stelt Nederland aan de 3^e tranche liquiditeitssteun expliciet de voorwaarde dat de landen de continuïteit van deze processen borgen. Nederland heeft Curaçao daarnaast in de RMR van 10 juli jl. een aanbod gedaan om het land te ondersteunen om (economisch) weerbaarder te worden. Onderdeel daarvan is het doorvoeren van hervormingen op het gebied van de zorg.

De kosten voor de zorg worden steeds hoger. Daarmee wordt de zorg op den duur onbetaalbaar. Juist de meest kwetsbaren in de samenleving worden hierdoor getroffen. Het is daarom van belang dat Curaçao hier stappen zet en beleid inzet waarmee de zorg in de toekomst betaalbaar blijft. Ten behoeve van goede en toegankelijke zorg op termijn is het van belang dat op basis van gedegen analyses het zorgstelsel wordt versterkt en waar nodig hervormd. In hoeverre en hoe dit de zorginstellingen zal raken, is op voorhand niet goed te overzien. Dit zal uitgewerkt moeten worden zodra er akkoord is met Curaçao over het pakket van 10 juli.

In de brief wordt ook aandacht gevraagd voor de korting op de arbeidsvoorwaarden. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 35 420, nr. 75), betreft één van de voorwaarden van de 2^e tranche liquiditeitssteun een korting van 12,5% op het totale arbeidsvoorwaardenpakket van alle medewerkers in de (semi)publieke sector. Hiertoe is besloten vanwege de hoge druk op de begroting van de personeelskosten van de publieke en semipublieke sector van de landen en in het kader van solidariteit met de werknemers buiten de (semi)publieke sector. Hoe Curaçao deze voorwaarden invult, is aan Curaçao zelf.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops