Motie van het lid Helder over in het vonnis rekening houden met de verklaring van het slachtoffer
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten)
Motie
Nummer: 2020D38886, datum: 2020-10-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35349-12).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van kamerstukdossier 35349 -12 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten).
Onderdeel van zaak 2020Z17984:
- Indiener: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-10-05 19:00: Wet uitbreiding slachtofferrechten (35349) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-10-13 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 349 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten)
Nr. 12 MOTIE VAN HET LID HELDER
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 5 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de rechter niet verplicht is om met de uitlatingen van de slachtoffers of nabestaanden rekening te houden en ook niet gehouden is om in het vonnis een overweging aan de verklaring van het slachtoffer of de nabestaanden te wijden;
overwegende dat dit bij slachtoffers en nabestaanden kan leiden tot onbegrip over bijvoorbeeld de straftoemeting en hierdoor het effect van het spreekrecht geheel dan wel gedeeltelijk teniet wordt gedaan;
verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de rechter gehouden is om in het vonnis een passage op te nemen waaruit blijkt op welke wijze rekening is gehouden met de verklaring van het slachtoffer of de nabestaande(n) zonder hiermee de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht aan te tasten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Helder