Motie van het lid Van den Berge c.s. over een onderzoek naar georganiseerd sadistisch misbruik van kinderen
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten)
Motie
Nummer: 2020D38889, datum: 2020-10-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35349-15).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
- Mede ondertekenaar: A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35349 -15 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten).
Onderdeel van zaak 2020Z17987:
- Indiener: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-10-05 19:00: Wet uitbreiding slachtofferrechten (35349) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-10-13 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 349 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten)
Nr. 15 MOTIE VAN HET LID VAN DEN BERGE C.S.
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 5 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de commissie-Hulsenbek in de jaren negentig onderzoek deed naar ritueel misbruik en dat dit ondertussen ruim 25 jaar geleden is;
overwegende dat er mensen zijn die naar eigen zeggen «overlevers zijn van ritueel seksueel misbruik» en dat deze mensen zich niet serieus genomen voelen door de overheid, politie en justitie;
constaterende dat sadistische kinderporno bestaat en herhaaldelijk is aangetroffen bij pedoseksuelen;
constaterende dat in Duitsland in opdracht van de Nationaal Commissaris tegen Kindermisbruik onafhankelijk onderzoek gedaan wordt naar ritueel seksueel kindermisbruik;
verzoekt de regering, een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de aard en omvang van georganiseerd sadistisch misbruik van kinderen en daarbij ervaringen van overlevenden van ritueel misbruik en hun therapeuten te betrekken zodat de uitkomsten betrokken kunnen worden bij een effectieve opsporing van deze netwerken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Berge
Van Nispen
Kuiken