De geestelijke gezondheidszorg in ontwikkelingslanden
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D39787, datum: 2020-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z18410).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.J.H. van den Nieuwenhuijzen, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z18410:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: T.J.H. van den Nieuwenhuijzen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z18410
Vragen van het lid Van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de geestelijke gezondheidszorg in ontwikkelingslanden (ingezonden 9 oktober 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Jaren aan de ketting door eigen familie»?1
Vraag 2
Wat is uw appreciatie van het rapport «Living in Chains: Shackling of People with Psychosocial Disabilities Worldwide» van Human Rights Watch?2
Vraag 3
Bent u bereid om uw terechte aandacht voor psychosociale zorg in noodsituaties te verbreden naar bredere aandacht in het Nederlandse ontwikkelingsbeleid voor geestelijke gezondheidszorg in ontwikkelingslanden? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Bent u daarnaast bereid om in het Nederlandse en Europese ontwikkelingssamenwerkingsbeleid specifiek in te zetten op het beëindigen van de mensonterende situatie waarin mensen met psychologische problemen geketend worden en met lokale partners te werken aan de juiste zorg voor deze groep, zodat ze een menswaardig bestaan kunnen hebben?
Vraag 5
Kunt u uitsluiten dat er Nederlandse financiering terechtkomt bij religieuze instellingen waar mensen met psychologische problemen gevangengezet worden en kruidenmengsels en bijbelliederen krijgen als «behandeling»? Hoe apprecieert u deze behandelingswijze? Op welke manier voorkomt u dat Nederlandse financiering bij dergelijke instellingen terechtkomt?
Vraag 6
Deelt u de mening dat een gebrek aan kennis over geestelijke gezondheidsproblemen aan de basis ligt van deze problematiek en dat de internationale gemeenschap ontwikkelingslanden zou kunnen helpen bij het opbouwen van kennis op dit onderwerp en het opzetten van opleidingen voor geestelijke gezondheidswerkers?
Vraag 7
Deelt u de inschatting dat mentale gezondheidszorg in ontwikkelingslanden lange tijd een blinde vlek is geweest van de internationale gemeenschap en dat eigenlijk nog altijd is?
Vraag 8
Kunt u een overzicht geven van de belangrijkste inspanningen van relevante multilaterale instellingen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Wereldbank op het gebied van het verbeteren van geestelijke gezondheidszorg in ontwikkelingslanden?
Vraag 9
Hoeveel geld gaat er jaarlijks vanuit de WHO naar het verbeteren van geestelijke gezondheidszorg wereldwijd? Welk percentage is dat van het totale budget?
Vraag 10
Bent u bereid om de Nederlandse invloed bij relevante multilaterale instellingen, zoals de WHO, aan te wenden om hen aan te sporen tot extra aandacht en middelen voor geestelijke gezondheidszorg? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?