Reactie op de motie van de leden Van Dam en Buitenweg over het tijdpad van de ICT-ontwikkeling bij de politie
Politie
Brief regering
Nummer: 2020D39951, datum: 2020-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-974).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -974 Politie.
Onderdeel van zaak 2020Z18485:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-10-14 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-10-15 15:00: Politie (Notaoverleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-11-04 14:30: Procedures en brieven (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-12-03 15:20: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
29 628 Politie
Nr. 974 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2020
Met deze brief informeer ik u over de ICT-ontwikkeling bij de politie, in het bijzonder ten aanzien van het Programma Vernieuwend Registreren (PVR) en het Operationeel Politie Platform (OPP). Dit conform de motie van de Kamerleden Van Dam (CDA) en Buitenweg (GroenLinks)1. In deze motie is verzocht om daarbij in te gaan op het tijdpad, inclusief te bereiken doelstellingen, en beëindiging van de Basisvoorziening Handhaving (BVH). De korpsleiding heeft mij laten weten dat adequate invulling van deze motie meer voorbereidingstijd vergt dan de genoemde termijn van 1 oktober 2020 mij toestaat. Ik zeg toe dat uw Kamer in december 2020 het verzochte tijdspad op hoofdlijnen ontvangt.
Het Programma Vernieuwend Registreren (PVR) komt voort uit het per eind 2017 afgeronde Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie. De huidige registratieve politiesystemen zijn onvoldoende toekomstvast om de door de politie gewenste vernieuwing te realiseren. Door PVR worden de bestaande registratieve politiesystemen vervangen zodat agenten en rechercheurs optimaal worden ondersteund bij het eenmalig vastleggen en meervoudig gebruik van deze gegevens op een eenduidige en gebruiksvriendelijke manier. Daarnaast maakt PVR het mogelijk om nieuwe technieken te integreren zoals het gebruik van multimedia (spraakdata en beeldmateriaal).
In maart 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de navolgingswijze op het BIT-advies aangaande OPP/PVR2. De politie heeft door een externe partij, Deloitte, laten onderzoeken op welke wijze het BIT-advies zo goed mogelijk kan worden geïmplementeerd. Dit onderzoek is begin september afgerond. Met de afronding van dit onderzoek wordt invulling gegeven aan het advies van het BIT de opzet te heroverwegen. Ik stuur u het eindrapport als bijlage van deze brief mee3.
Het advies van Deloitte luidt:
«Wij achten – onder voorwaarde dat OPP zich voor Winkeldiefstal bewijst op functionaliteit, stabiliteit en schaalbaarheid – continuering van OPP op basis van RDF4 het meest aantrekkelijke scenario voor de politie. Wij zien haalbare mitigerende maatregelen voor de geïdentificeerde risico’s en stellen vast dat door de verwevenheid van RDF in OPP het loslaten van deze technologie betekent dat de politie opnieuw moet beginnen. Bij het continueren van OPP op basis van RDF adviseren wij de politie actief beleid te voeren om maatwerk componenten te vervangen door gangbare technologie. Tevens adviseren wij om de huidige complexiteit van OPP te reduceren door de inrichting van «Offline Werken» te vereenvoudigen en richting de toekomst onnodige complexiteit te voorkomen. Ten slotte adviseren wij enkele gerichte verbeteringen door te voeren in het IT-voortbrengingsproces zodat de politie kan profiteren van het productiviteitspotentieel van OMT/ODT5.»
Deloitte adviseert derhalve – mits de geconstateerde risico’s afdoende worden gemitigeerd – door te gaan met de huidige opzet. De ingebruikname van PVR/Winkeldiefstal moet schaalbaarheid, functionaliteit en stabiliteit van de technische opzet achter OPP en PVR bewijzen.
Met dit advies wordt voorkomen dat reeds gedane investeringen in geld en tijd te niet gaan. BIT adviseert juist te stoppen dan wel de aanpak grondig te herzien om mogelijke toekomstige desinvesteringen te voorkomen. In het rapport van Deloitte wordt de aanvullende maatregelenset beschreven die nodig is om het bestaande technische concept OPP/PVR tot een succesvolle afronding te brengen. Momenteel wordt hard gewerkt door de politie om deze benodigde maatregelenset te implementeren.
Op basis van de planning die ik u in december toestuur en de werking van de aanvullende risicobeheersingsmaatregelen zal verdere besluitvorming ten aanzien van de invoer en het gebruik van OPP/PVR plaatsvinden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus