Achtste editie aan van het door de Europese Commissie jaarlijks gepubliceerde Europees Justitie Scorebord (EJS)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2020D40066, datum: 2020-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-2938).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -2938 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2020Z18548:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-10-27 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-04 14:30: Procedures en brieven (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-11-30 12:00: JBZ-raad 2 december 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-12-01 19:00: JBZ-raad 2 december 2020 (is omgezet in een schriftelijk overleg op 30 november 2020) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-12-10 10:00: De gevolgen van het (dis)functioneren van de rechtsstaat in enkele EU-lidstaten voor de rechtspraktijk in Nederland (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2938 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2020
Hierbij bied ik u de achtste editie aan van het door de Europese Commissie (Commissie) jaarlijks gepubliceerde Europees Justitie Scorebord (EJS), het EJS 2020 (COM (2020) 198/2)1. Het oordeel van de regering ten aanzien van proportionaliteit en subsidiariteit is ook dit jaar positief.
Het EJS is een informatief instrument bestaande uit gegevens over de efficiëntie, kwaliteit en onafhankelijkheid van de rechtsstelsels in alle EU-lidstaten. De gegevens kunnen dienen als hulpmiddel voor een lidstaat bij het constateren van tekortkomingen van het eigen stelsel, mogelijkheden tot verbeteringen en het herkennen van best practices in andere lidstaten. Het EJS is door de onderlinge verschillen in rechtssystemen beperkt geschikt om lidstaten te vergelijken. Het hebben van een goed functionerende rechtstelsel is niet alleen een waarde op zichzelf, maar het is ook van belang voor het goed functioneren van de Europese markt. Burgers en bedrijfsleven zullen met meer vertrouwen in de markt handelen als in de lidstaten sprake is van een goed en onafhankelijk functionerend rechtsstelsel.
Voor de totstandkoming van het EJS 2019 heeft de Commissie, evenals in eerdere Edities, gebruik gemaakt van data van onder andere de Commission for the Efficiency of Justice van de Raad van Europa (CEPEJ), het European Network of Councils for the Judiciary (ENCJ), het Network of the Presidents of the Supreme Judicial Courts of the EU (NPSJC), de Association of the Councils of State and Supreme Jurisdictions of the EU (ACA-Europe), Eurostat en het World Economic Forum (WEF). Ook heeft de Commissie weer experts uit de lidstaten – veelal vertegenwoordigers van ministeries van Justitie en Raden voor de rechtspraak – geraadpleegd.
De achtste editie laat ten opzichte van de vorige edities weinig veranderingen zien in de gebruikte indicatoren. Alleen op het gebied van het openbaar ministerie (OM) zijn er indicatoren toegevoegd. Ik zal verder op in de brief in gaan op een van de nieuwe indicatoren.
In het rapport worden de rechtsstelsels beoordeeld aan de hand van efficiëntie, kwaliteit en onafhankelijkheid. Ook dit jaar laat het EJS over het algemeen een positief beeld zien van het Nederlandse rechtsstelsel.
Met betrekking tot de efficiëntie van de rechtspraak is het beeld voor Nederland vrij constant de afgelopen jaren en onverminderd positief. Het aantal inkomende en afgehandelde zaken vertoont relatief weinig verandering. In de belichte periode, 2012–2018, laat Nederland een lichte daling in het aantal zaken zien. Met betrekking tot de doorlooptijden behoort Nederland tot de lidstaten waar zaken relatief snel worden afgehandeld.
Op het terrein van kwaliteit is aandacht geschonken aan de digitale toegankelijkheid van de uitspraken. Nederland heeft hier nog mogelijkheden voor verbetering. In het kader van het prijsakkoord 2020–2022 zijn afspraken gemaakt over het verhogen van de publicatiegraad. De beperking in de openbaarheid van zittingen ten tijde van de coronacrisis onderstreept het belang van zoveel mogelijk digitaal toegankelijke uitspraken. De Raad voor de rechtspraak onderzoekt momenteel hoe met toepassing van nieuwe technologische mogelijkheden de digitale toegankelijkheid van uitspraken verder kan worden verbeterd.
Ook worden de uitgaven van de lidstaten ten behoeve van de financiering van de rechtspraak weergeven. Nederland geeft per hoofd van de bevolking relatief veel uit en in relatie tot het bruto nationaal product zijn de uitgaven min of meer van hetzelfde niveau als vergelijkbare lidstaten.
Ook dit jaar wordt aandacht besteed aan de structurele en gepercipieerde onafhankelijkheid van de rechtspraak onder burgers en bedrijven. In Nederland is dit vertrouwen onverminderd hoog. In 2020 is zelfs sprake van een lichte stijging; 80% van de burgers geven aan veel vertrouwen te hebben in de onafhankelijkheid van de rechter. De data van het World Economic Forum bevestigen dit beeld.
Wat betreft de structurele onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, behoort Nederland tot de landen waar het opleggen van tuchtrechtelijke maatregelen geheel bij de rechterlijke macht belegd is. De uitvoerende macht heeft hier geen invloed op.
De nieuwe indicatoren zien op de waarborgen voor onafhankelijkheid relaterend aan het OM. In een van de tabellen wordt weergegeven dat Nederland behoort tot het zevental landen waarin de Minister van justitie, naast de procureur-generaal, aanwijzingen kan geven aan een officier van justitie in een specifieke zaak. Evenals in de zes andere landen is dit aan strikte voorwaarden gebonden.
Het is goed om te zien dat de weergave van Nederland in het scoreboard evenals in de voorgaande jaren als positief kan worden beschouwd. Zoals eerder met uw Kamer besproken, maak ik mij wel ernstige zorgen over de situatie in sommige andere lidstaten met betrekking tot de rechtsstaat. Mijn zorgen worden ook bevestigd door het recent gepubliceerde eerste jaarrapport van de Europese Commissie over de rechtsstaat in de Unie en haar lidstaten. Dit rapport zal u binnenkort worden aangeboden door het kabinet voorzien van een reactie. Het Duits Voorzitterschap heeft laten weten voor de JBZ-Raad van december een bespreking van de justitiële aspecten van rechtsstatelijkheid te voorzien, waarbij zowel het EJS als ook het nieuwe jaarrapport over de rechtsstaat in de EU aan bod kunnen komen.
Dit biedt mij nogmaals de mogelijkheid om mijn zorgen onder de aandacht te brengen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎