[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Hijink over compensatie van mutatiedagen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D40091, datum: 2020-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-418).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z15897:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

418

Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over compensatie van mutatiedagen (ingezonden 9 september 2020).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 12 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 245.

Vraag 1

Klopt het dat de compensatie van mutatiedagen alleen kan worden aangevraagd door zorgaanbieders met zorg in natura en dat deze compensatie dus niet geldt voor zorgaanbieders met een pgb-indicatie (met 24-uurs verblijf)?1

Antwoord 1

Het klopt dat in de sector Verpleging en Verzorging (VV) de compensatie van mutatiedagen alleen kan worden aangevraagd door zorgaanbieders die verblijfszorg leveren via zorg in natura. Zorgaanbieders die via het pgb zorg leveren aan cliënten met een Wlz indicatie kunnen dat niet.

Vraag 2

Kan precies toegelicht worden wie voor een dergelijke compensatie in aanmerking komen en welke uitzonderingssituaties er zijn?

Antwoord 2

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt vast op welke wijze naturazorg bekostigd wordt. De hoofdlijn is daarbij dat zorgaanbieders alleen voor geleverde verblijfszorg kunnen declareren. De NZa stelt vast welke uitzonderingen daarop zijn. Zo bestaan er uitzonderingen voor het geval van tijdelijke afwezigheid van een bewoner van een natura instelling. Zorginstellingen in de VV sector kunnen gebruik maken van een mutatieregeling die dient om de bekostiging te regelen indien een plaats voor verblijf leeg is achtergelaten ten gevolge van overlijden of verhuizen van een bewoner.

Voorwaarden om voor deze regeling in aanmerking te komen zijn:

Het betreft een kalenderdag waarop de plaats voor verblijf leeg is achtergelaten ten gevolge van overlijden of verhuizing van een bewoner;

Indien een cliënt verhuist van locatie A naar locatie B binnen dezelfde zorgaanbieder (rechtspersoon), kan één mutatiedag gedeclareerd worden. Hetzelfde geldt wanneer een cliënt binnen een locatie van kamer verandert;

Bij overlijden of verhuizing naar een andere zorgaanbieder (rechtspersoon) van een bewoner van een éénpersoonskamer kunnen maximaal 13 mutatiedagen voor de overleden of vertrekkende cliënt worden gedeclareerd. De declaratie betreft uitsluitend het werkelijke aantal mutatiedagen;

Bij overlijden of verhuizing van een bewoner van een tweepersoonskamer kunnen mutatiedagen worden gedeclareerd voor elke kalenderdag dat de overblijvende bewoner de kamer alleen heeft bewoond. Hiervoor geldt een maximum van 26 mutatiedagen. De declaratie betreft uitsluitend het werkelijke aantal mutatiedagen. Dit maximum geldt ook indien de overgebleven bewoner niet verhuist naar een éénpersoonskamer.

In geval van deeltijdverblijf kunnen er geen mutatiedagen gedeclareerd worden.

Vraag 3

Zou het niet logisch zijn als ook de zorgaanbieders met een pgb (met 24-uurs verblijf) recht zouden hebben op mutatiedagen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het is met een pgb niet mogelijk verblijf in te kopen. Wel zijn er instellingen waar cliënten met een pgb samenwonen. Het verblijf wordt dan uit eigen middelen bekostigd. Uit een pgb kan alleen daadwerkelijk geleverde zorg worden betaald. Dit betekent dat wanneer een persoon overlijdt het pgb niet langer kan worden ingezet. Wanneer iemand verhuist en geen zorg meer ontvangt van de instelling kan het pgb ook niet langer worden ingezet.

Daarbij komt dat de NZa geen regels kan stellen over pgb-zorg. De budgethouder is verantwoordelijk voor het afsluiten van een zorgovereenkomst met de zorgverlener. Op basis van deze overeenkomst kan daadwerkelijk geleverde zorg worden gedeclareerd. De NZa regels omtrent mutatiedagen passen bij instellingsbekostiging waarbij de instelling door het zorgkantoor is gecontracteerd, niet bij pgb-gefinancierde zorg. Bij naturazorg via het modulair pakket thuis (MPT) en volledig pakket thuis (VPT) is ook geen sprake van mutatiedagen.

Wel zijn er dit jaar in verband met de gevolgen van de coronapandemie maatregelen getroffen om budgethouders tegemoet te komen. Zo hebben budgethouders van maart tot en met juli (en in uitzonderingsgevallen tot en met augustus) niet-geleverde zorg kunnen declareren. Tot en met 31 december 2020 bestaat daarnaast de mogelijkheid extra budget aan te vragen bij het zorgkantoor via de regeling «Extra Kosten Corona». Wanneer er in een pgb-wooninitiatief in de periode maart tot en met augustus sprake is geweest van leegstand en een wooninitiatief hierdoor in financiële nood is geraakt is er ook de mogelijkheid gecreëerd om via het zorgkantoor voor extra budget in aanmerking te komen.


  1. Casus onderhands meegestuurd↩︎