[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake o.a. de geannoteerde agenda Milieuraad 23 oktober 2020

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D40835, datum: 2020-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D40835).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z18442:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D40835 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de geannoteerde agenda van de Milieuraad d.d. 23 oktober 2020 (Zaaknummer 2020Z18442), het verslag van de informele videoconferentie van EU-milieuministers op 23 juni 2020 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 806), de inbreng van het kabinet in een online consultatie van de Europese Commissie inzake de aankomende Europese strategie over chemicaliën, de Chemicals Strategy for Sustainability (Kamerstuk 22 112, nr. 2883), de kabinetsreactie op de openbare raadpleging Herziening EVOA van de Europese Commissie (Kamerstuk 22 112, nr. 2899) en de consultatie inzake de EU-klimaatadaptatiestrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 2915).

De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman

Inhoudsopgave blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
Inleiding 2
VVD-fractie 2
PVV-fractie 3
CDA-fractie 3
D66-fractie 5
GroenLinks-fractie 6
SP-fractie 9
Partij voor de Dieren-fractie 10
SGP-fractie 12
II Reactie van de bewindspersoon 13

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Milieuraad. Deze leden hebben daar nog een aantal vragen over.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende beleidsbrief en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Milieuraad van 23 oktober 2020 en hebben nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Milieuraad en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de belangrijke onderwerpen die op de agenda staan voor de aankomende Milieuraad op 23 oktober. Hierover hebben deze leden nog wel enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van voorliggende agenda. Deze leden stellen hierbij de volgende vragen.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de agenda en hebben enkele vragen.

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de agenda en hebben hierover enkele vragen.

VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben een aantal vragen over de consultatie over de aanpassing van de regelgeving inzake de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Deze leden lezen dat de Staatssecretaris voorstander is van strengere regelgeving op het gebied van import van buitenlands afval, dat in Nederland verbrand wordt. Deze strengere regelgeving zorgt ervoor dat het afval in het buitenland voornamelijk gestort wordt, omdat in die landen verbranding of recycling (nog) niet mogelijk is. Dit heeft wellicht een gunstig effect op de CO2-uitstoot in Nederland, maar heeft een ongunstig effect op het milieu in andere landen. Deze leden zien dit als een dergelijk «weglekeffect». Kan de Staatssecretaris toelichten waarom zij er toch voorstander is om de import van buitenlands afval te bemoeilijken?

De leden van de VVD-fractie vragen of het klopt dat Nederland voor de eigen afvalverwerking gebruikmaakt van buitenlandse afvalcentrales. Wat vindt de Staatssecretaris van het gebruik van buitenlandse afvalcentrales voor het verwerken van ons eigen (gevaarlijke) afval? Het vigerend Nederlands afvalbeleid (LAP3, B15.4.3) stelt: «Vanuit klimaatperspectief is benutting van de restcapaciteit voor verbranding van restafval uit het buitenland nuttig, omdat momenteel in veel Europese landen storten of verbranden zonder energieterugwinning nog de standaard is. (...) Nederland zet zich in om ervoor te zorgen dat lidstaten met elkaar samenwerken om de beschikbare afvalverbrandingscapaciteit in de regio optimaal te benutten.»

De leden van de VVD-fractie maken hieruit op dat het van belang is dat landen samenwerken. Tegelijkertijd bemoeilijkt Nederland de import van buitenlands afval, terwijl Nederland wel verwacht dat het eigen (gevaarlijke) afval elders verwerkt wordt. Hoe kan het dat de vormgeving van de consultatie in strijd lijkt met het vigerend overheidsbeleid?

De leden van de VVD-fractie constateren dat de doorlooptijd van het afgeven van EVOA-kennisgevingen door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) al vele jaren niet aan de wettelijke termijnen voldoet. Hoe denkt de Staatssecretaris dit te kunnen verbeteren?

De leden van de VVD-fractie delen de opvatting dat het bij de nadere uitwerking van de Biodiversiteitsstrategie van groot belang is dat er rekening gehouden wordt met de nationale omstandigheden. Kan de Staatssecretaris toelichten welke omstandigheden zij hieronder schaart? Deelt zij de opvatting dat hieronder in ieder geval verstaan moet worden de oppervlakte van een lidstaat, de bevolkingsdichtheid, de mate waarin gebieden reeds beschermd worden op basis van Natura 2000-regelgeving en de economische impact van verdergaande beschermingsmaatregelen? Deze leden menen daarnaast dat het van het grootste belang is dat bij de uitwerking van de Biodiversiteitsstrategie geen 30%-norm of een andere minimumnorm voor de oppervlakte beschermd gebied voor iedere individuele lidstaat zal gelden, maar dat iedere afgesproken norm zal gelden voor de EU als geheel. Deelt de Staatssecretaris deze opvatting en zo ja, is zij bereid om dit tijdens het bespreken van de Biodiversiteitsstrategie bij de Milieuraad naar voren te brengen?

PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij in de Milieuraad kan pleiten voor een milieubeleid dat Nederlandse ondernemers niet kapotmaakt door torenhoge extra lasten en Brusselse regeldruk.

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister positief is over het voorstel van de Europese Commissie om het Europese 2030-broeikasreductiedoel naar ten minste 55% op te hogen. Deze leden begrijpen dat heel goed, omdat het kabinet immers zelf heeft gepleit voor een ophoging naar die 55%. Hoe groot schat de Minister de kans in dat de kopgroep die hij wenst uit de hele EU zal bestaan? Wat doet de Minister samen met zijn collegae in de EU om de rest van de wereld te bewegen om ook de ambities te verhogen?

Recentelijk bleek dat een nipte meerderheid van het Europees parlement het Europese CO2-reductiedoel voor 2030 nog verder aan wil scherpen naar 60%. Hoe kijkt de Minister naar deze ambitie van het Europees parlement? Deelt de Minister de mening dat het doel van het verhogen van 40% naar 55% al een enorme stap is? Wat vindt de Minister van de toelichting van Eurocommissaris Timmermans dat het doel van 55% voldoende zou zijn om het doel in 2050 te halen en dat van verdere ophoging geen sprake hoeft te zijn? Is de Minister het daarom ook met de CDA-fractie eens dat ophoging naar 60% op dit moment niet nodig is?

De leden van de CDA-fractie merken op dat uit het onderzoeksrapport van CE Delft blijkt dat hogere Europese doelen voor een belangrijk deel via nationaal beleid geïmplementeerd dienen te worden. Het gaat daarbij onder andere om beleid op het gebied van energiebesparing, hernieuwbare energie, voertuigen, gebouwde omgeving, energiebelasting en ecodesign. Voor deze leden is het van groot belang dat bij de doorvertaling van de verhoogde Europese doelen naar nationaal beleid de haalbaarheid en betaalbaarheid vooropstaat en dat onze inwoners daarbij zoveel mogelijk worden ontzien. Deelt de Minister deze mening en kan hij aangeven op welke manier daar aandacht aan zal worden besteed?

De leden van de CDA-fractie lezen in de Biodiversiteitsstrategie dat de ambitie is om 30% van het land- en zeegebied te beschermen. Kan de Staatssecretaris aangeven wat deze ambitie voor gevolgen heeft voor Nederland? En hoe wordt berekend hoeveel iedere lidstaat bijdraagt? Welke factoren worden hierin meegenomen?

De leden van de CDA-fractie vragen wat er precies wordt gedaan met de conclusies uit het VN-rapport «Global diversity outlook». Worden deze meegenomen in de voorbereidingen voor de inzet van de EU tijdens de conventie van partijen bij het Verdrag inzake biologische Diversiteit? En zijn de strategische doelstellingen uit het rapport ook uitgesplitst naar land, zodat we kunnen zien welke landen het wel of niet goed gedaan hebben?

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de Staatssecretaris voorstander is van de maatregel om de import van niet-recyclebaar restafval naar Nederland te bemoeilijken. Is zij niet bang dat deze maatregel ervoor zorgt dat Europa het afval zelf gaat storten, wat juist voor meer CO2-uitstoot zorgt? Wat gaat zij doen om dit te voorkomen?

De leden van de CDA-fractie lezen in de Waste Shipment Regulation (WSR) Impact Assessment ook dat de Staatssecretaris er voorstander van is om het storten van gevaarlijk afval in het buitenland niet moeilijker te maken, omdat dat goed geregeld zou zijn in de WSR. Echter, de import/export van niet-recyclebaar restafval is ook in de WSR geregeld. Kan de Staatssecretaris aangeven of dit klopt en kan ze ook uitleggen waarom ze de export van gevaarlijk afval niet moeilijker wil maken, terwijl ze de import van niet-recyclebaar afval naar Nederland wel wil bemoeilijken?

De leden van de CDA-fractie ontvangen signalen dat afvalbedrijven in de knel komen, doordat ze lang moeten wachten op toestemming van de ILT om afval te importeren of exporteren. Dit zou ertoe leiden dat deze bedrijven genoodzaakt zijn om afval op een minder hoogwaardige wijze te verwerken. Is de Staatssecretaris hiervan op de hoogte en wat is haar reactie hierop?

D66-fractie

Klimaatwet & Nationally Determined Contributions

De leden van de D66-fractie merken op dat het Europees parlement vorige week heeft ingestemd met een hoger doel van 60% CO2-reductie in 2030. Deze leden vragen de bewindspersonen hoe zij kijken naar de stem van het Europees parlement en of zij de ambitie van het Europees parlement begrijpen. Tevens vragen deze leden hoe andere lidstaten hebben gereageerd op deze stemming. Deze leden vragen om een reflectie op de reactie van Eurocommissaris Timmermans in een interview met de NOS, waarin hij zegt dat een hoger klimaatdoel van 60% in 2030 niet realistisch is.1 Deze leden constateren dat enkele lidstaten zorgen houden over de verhoogde klimaatambitie, met name de centraal- en Oost-Europese landen, wat de besluitvorming voor 55% bemoeilijkt. Deze leden vragen de bewindspersonen hoe zij in gesprekken met collega’s van deze lidstaten hen toch proberen te overtuigen van het belang van een hoger CO2-reductiedoel. Zijn er gesprekken gepland en onder welke voorwaarden is er beweging te verwachten van deze lidstaten?

De leden van de D66-fractie vragen hoe het staat met het Just Transition Fund en of de bewindspersonen aankoersen op een snel besluit hierover, zodat de middelen uit het fonds zo spoedig mogelijk ingezet kunnen worden. Deze leden hebben met verbazing kennisgenomen van het besluit van de Europese Commissie om subsidies aan Nederlandse waterstofprojecten niet goed te keuren vanwege de staatssteunregels. Deze leden vragen de bewindspersonen op dit besluit te reflecteren en vragen hen op welke wijze zij in overleg met de Commissie hier voortgang op willen boeken. Tevens vragen deze leden hoe de bewindspersonen toch mogelijk andere manieren verkennen, zoals in de vorm van een innovatiesubsidie, om zo toch de waterstofprojecten financieel te ondersteunen.

EU-Biodiversiteitsstrategie

De leden van de D66-fractie zijn blij dat de bewindspersonen erkennen dat dringende actie nodig is om het verlies aan biodiversiteit wereldwijd tegen te gaan en de door de Europese Commissie getoonde ambitie steunen. Deze leden zijn tevens verheugd te lezen dat de bewindspersonen in het verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele bijeenkomst van milieu en klimaatministers 30 september en 1 oktober 2020 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 807) bevestigen dat het kabinet streeft naar bindende doelen op VN-niveau. In de geannoteerde agenda lezen deze leden dat Nederland «de voorgenomen ambitieuze rol voor de EU ten aanzien van het in Kunming, China af te spreken nieuwe strategisch raamwerk onder het Biodiversiteitsverdrag» verwelkomt. Dit doet bij deze leden de volgende vraag rijzen: op welke manier hebben de bewindspersonen zich actief ingespannen andere lidstaten te overtuigen om als EU te pleiten voor bindende doelstellingen op de Convention on Biological Diversity (CBD) in Kunming conform de motie-Jetten/De Groot (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1440)? Hoe schatten de bewindslieden het krachtenveld in rondom deze ambitie? Op welke manier gaan de bewindspersonen zich inspannen om meer lidstaten mee te krijgen om bindende doelstellingen af te spreken op de CBD in Kunming? Deze leden merken op dat premier Rutte in zijn speech voor de UN Biodiversity Summit de uitspraak deed: «We can’t let the Global Biodiversity Framework simply be a paper tiger.» Deze leden zijn ervan overtuigd dat de EU-biodiversiteitsstrategie ons de unieke gelegenheid biedt om het wereldwijde biodiversiteitskader geen papieren tijger te laten zijn. Daarom vragen deze leden de bewindspersonen of zij op EU-niveau dezelfde ambitie zullen tonen ten aanzien van biodiversiteitsdoelstellingen als wereldwijd. Kunnen de bewindspersonen bevestigen dat zij de EU-biodiversiteitsstrategie omarmen en samen met de EU echt stappen gaan zetten om de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen?

De leden van de D66-fractie onderschrijven de «Leaders» Pledge for Nature» en zijn blij dat ook Nederland deze intentieverklaring steunt. De intentieverklaring pleit ervoor een «ambitieus wereldwijd biodiversiteitskader» aan te nemen op de CBD in Kunming. Zijn de ondertekenaars er dan ook voorstander van om bindende doelstellingen af te spreken op de CBD? Wat zijn de opvattingen over deze ambitie onder de ondertekenaars? Hoe schatten de bewindspersonen het krachtenveld in? Zullen zij ook bij de ondertekenaars van de «Leaders» Pledge for Nature» het belang van bindende doelstellingen in de context van een wereldwijd biodiversiteitskader onderstrepen? Deze leden hebben vernomen dat in de concept-Raadsconclusies staat dat een heldere definitie nodig is van een aantal van de belangrijkste verbintenissen in de strategie. Het is echter onduidelijk welke doelstellingen of verbintenissen bedoeld worden. Kunnen de bewindspersonen dit nader toelichten? Wat is de Nederlandse inzet met betrekking tot dit punt?

Deze leden hebben tevens vernomen dat de lidstaten de doelstelling steunen om minimaal 30% landoppervlak van de EU en 30% van het EU-zeegebied te beschermen, waarvan een derde strikt beschermd, maar dat lidstaten benadrukken dat dit wel een gezamenlijke doelstelling moet zijn waarbij elke lidstaat een eerlijk deel van de inspanning levert. Deze leden vragen de bewindspersonen of ook Nederland zich achter deze doelstelling schaart. Wordt er door de Commissie gewerkt aan een verdeelsleutel voor de bijdrage van individuele lidstaten aan de doelstelling om minimaal 30% van het land- en zeeoppervlak van de EU te beschermen? Zo ja, kunnen de bewindspersonen hier al iets over mededelen aan de Kamer? Wat is de visie van de bewindspersonen ten aanzien van deze verdeelsleutel? Hoe zien de bewindspersonen die verdeelsleutel het liefst en wat is hun inzet in deze discussie?

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de vijfde Global Biodiversity Outlook. Het baart deze leden grote zorgen dat de Aichi-biodiversiteitsdoelstellingen in het strategisch plan voor biodiversiteit 2011–2020 grotendeels niet zijn gehaald. Vooral met de doelstellingen rondom het terugdringen van het verliespercentage van natuurlijke habitats, degradatie en fragmentatie van natuurlijke habitats, de schadelijke vervuiling van overtollige nutriënten, de achteruitgang van koraalriffen door toedoen van de mens en het verbeteren van de instandhouding van bedreigde soorten en de genetische diversiteit van soorten, is het slecht gesteld. Op welke manier wordt er binnen de Milieuraad gesproken over de conclusies van de Global Biodiversity Outlook? Hoe worden deze conclusies meegenomen in de voorbereidingen voor de inzet van de EU tijdens de CBD in Kunming volgend jaar mei?

Geannoteerde agenda: klimaatonderwerpen

De leden van de GroenLinks-fractie hebben vernomen dat het Europees parlement heeft gestemd voor een ophoging van het klimaatdoel in 2030 naar 60%. Deze leden staan achter deze ophoging en zouden graag zien dat ook Nederland zich hiervoor inzet. Is de Minister hiertoe bereid?

Geannoteerde agenda: biodiversiteit

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de positie van Nederland ten opzichte van de Raadsconclusies over de EU-biodiversiteitsstrategie. Deze leden zijn blij om te lezen dat in de concept-Raadsconclusies het belang van de EU-biodiversiteitsstrategie wordt onderstreept. De lidstaten steunen de doelstelling om minimaal 30% landoppervlak van de EU en 30% van het EU-zeegebied te beschermen. Deze leden hebben eerder in het schriftelijk overleg van de Landbouw- en Visserijraad van 21 en 22 september 2020 al vragen gesteld in hoeverre Nederland aan deze doelstelling kan voldoen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gaf toen aan dat zij zou verkennen of er ook mogelijkheden zijn om lichtere beschermingsregimes in Europees verband mee te tellen als beschermd gebied. Deze leden vinden dit een zorgelijke ontwikkeling. Wat bedoelt het kabinet met lichtere beschermingsregimes? Kan het kabinet toelichten waarom Nederland niet met normale beschermingsregimes de 30% beschermde en 10% strikt beschermde natuur tot stand kan brengen? Is het kabinet het met deze leden eens dat het belangrijk is om deze doelstelling te behalen zonder dat lichtere beschermingsregimes ook mee tellen? Kan het kabinet dit toelichten?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de concept-Raadsconclusies een oproep tot een aantal acties. Zo wordt het belang van goede implementatie van reeds bestaande wetgeving op het gebied van biodiversiteit, natuur en milieu genoemd. In hoeverre heeft Nederland die reeds bestaande wetgeving geïmplementeerd? Als dit nog niet is gebeurd, wanneer staat dit op de planning? Daarnaast staat er dat een heldere definitie nodig is van een aantal van de belangrijkste verbintenissen in de strategie. Dit geldt in ieder geval voor de definitie van «aanvullende beschermde gebieden» en de definitie van «strikte bescherming». Kan de Staatssecretaris toelichten om welke doelstellingen en verbintenissen het nog meer gaat? Wat is hierbij de inzet van het kabinet? Hoe ziet het kabinet dit in het licht van de net gepresenteerde stikstofplannen?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de concept-Raadsconclusies dat er rekening moet worden gehouden met specifieke nationale omstandigheden. De Minister van LNV gaf eerder aan dat het kabinet zich neutraal opstelde tegenover de Biodiversiteitsstrategie, omdat de precieze uitwerking van de voorgestelde aanpak nog onduidelijk was. Daarnaast gaf de Minister aan dat het oordeel positief kon worden als de doorvertaling van de EU-doelstellingen rekening houdt met de specifieke nationale omstandigheden en als er meer duidelijkheid is over de potentiële budgettaire consequenties. Is er al meer duidelijkheid over de potentiële budgettaire consequenties? Waarom wil Nederland differentiatie tussen lidstaten over de mate waarin zij de natuur beschermen? Waarom kan de Minister zich niet inzetten voor een goed beschermde natuur in Nederland? Wordt er door de Commissie gewerkt aan een verdeelsleutel voor de bijdrage van individuele lidstaten aan deze doelstelling? Wat is hierbij de inzet van het kabinet?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met grote zorgen het VN-rapport over de biodiversiteitsdoelstellingen gelezen. Deze leden lezen dat de gestelde biodiversiteitsdoelstellingen in het strategisch plan voor biodiversiteit 2011–2020 grotendeels niet zijn gehaald. Deelt de Staatssecretaris de zorgen over het niet halen van de biodiversiteitsdoelstellingen? Kan zij dit toelichten? Hoe worden de conclusies uit het VN-rapport Global Biodiversity Outlook meegenomen in de voorbereidingen voor de inzet van de EU tijdens de Conventie van Partijen bij het Verdrag inzake Biologische Diversiteit volgend jaar in Kunming? De Minister-President gaf tijdens zijn speech op de VN biodiversiteitstop aan dat er voorkomen moet worden dat het nieuwe verdrag een papieren tijger wordt. Deze leden zijn het daar helemaal mee eens. Mooie woorden en doelen kunnen alleen als ook de daad bij het woord gevoegd wordt, zo vinden deze leden. Is de Staatssecretaris het daarom met deze leden eens dat, juist nu de biodiversiteitsdoelstellingen van de afgelopen jaren grotendeels niet zijn gehaald, het van belang is om in te zetten op bindende doelstellingen wat betreft de Europese Biodiversiteitsstrategie? Hoe kan het kabinet verantwoorden dat het nogmaals gaat praten met de Europese Commissie over het «aanpassen» van Natura 2000-gebieden, zoals uit de gisteren gepresenteerde stikstofplannen blijkt? Naast stikstofplannen moeten er ook andere biodiversiteitsdoelen behaald worden, bijvoorbeeld de Kaderrichtlijn Water. Hoe denkt het kabinet deze te behalen als zij in Europa inzet op afzwakking van de doelstellingen op biodiversiteit? Deze leden zien een ambitie van het kabinet die op internationaal niveau groot lijkt, maar leidt tot weinig concrete actie in eigen land. Deze leden maken zich hier grote zorgen over.

Chemicals Strategy for Sustainability

De leden van de GroenLinks-fractie ondersteunen op hoofdlijnen de doelen die worden gesteld in de nieuwe Chemicals Strategy for Sustainability. Het is van groot belang dat de gezondheid van mensen en het milieu beter beschermd wordt voor gevaarlijke chemicaliën. Deze leden onderschrijven dan ook de opmerking van de Staatssecretaris dat het startpunt moet zijn dat blootstelling aan mensen en het milieu van alle van gevaarlijke stoffen voorkomen moet worden en dat er rekening moet worden gehouden met combinatie-effecten. Deze leden hebben vaak aandacht gevraagd voor dergelijke combinatie-effecten en vinden het dan ook van groot belang dat dat wordt meegenomen in de strategie. Daarnaast vinden deze leden het goed dat er aandacht wordt gevraagd voor het versnellen van de identificatie van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) die op de REACH-kandidatenlijst moeten komen. Denkt de Staatssecretaris dat het doel om alle relevante ZZS dit jaar nog op die lijst te krijgen haalbaar is? In 2018 is de motie-Kröger c.s. aangenomen om aandacht te vragen voor polymeren binnen de evaluatie van REACH. Deze leden zijn blij dat de Europese Commissie zich ten doel heeft gesteld om een aantal polymeren onder de REACH-registratie verplichting te brengen in 2022. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de impactassessment en het voorstel dat daaraan vooraf zou gaan? Deze leden missen in de strategie nog expliciete aandacht van de Staatssecretaris op het volledig uitfaseren van families van zeer zorgwekkende stoffen. Deelt de Staatssecretaris de mening van deze leden dat dat één van de hoofddoelen van de strategie moet zijn om de gezondheid van mensen en het milieu beter te beschermen? Deze leden zijn verheugd dat de Staatssecretaris de noodzaak van een helder actieplan voor hormoonverstorende stoffen erkent. Deze leden hopen dat de initiële voorstellen voor het vernieuwde beleidskader voor hormoonverstorende stoffen in de Chemicals Strategy for Sustainability terechtkomen. Gaat de Staatssecretaris zich op Europees niveau hardmaken voor ambitieuze maatregelen rondom hormoonverstorende stoffen? Zet zij zich daarbij in op de volgende maatregelen: een efficiënt systeem voor identificatie van hormoonverstorende stoffen, harmonisatie en aanscherping van bestaande wetgeving, en transitiemaatregelen om kwetsbare groepen per direct te beschermen? Deze leden zijn tot slot erg verheugd dat de Staatssecretaris aandacht vraagt voor gevaarlijke stoffen in de circulaire economie en dat zij erop aandringt dat materialen en chemicaliën door de gehele keten traceerbaar moet zijn. Kan de Staatssecretaris toelichten op welke wijze zij dat voor zich ziet? Denkt zij dan bijvoorbeeld aan een Europees track-and-tracesysteem voor gevaarlijke stoffen?

EVOA

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de openbare raadpleging herziening EVOA. Deze leden vinden het goed dat de inzet van de Staatssecretaris is dat afval alleen mag worden geëxporteerd als er kan worden aangetoond dat een specifieke afvalstroom op een milieuverantwoorde wijze wordt verwerkt. Deze leden zijn namelijk van mening dat het onacceptabel is dat landen buiten de EU worden opgezadeld met ons afval en daar vervolgens niet meer van afkomen. Daarmee wordt het probleem alleen maar verschoven en wellicht zelfs verergerd. Dat heeft niet alleen een zeer slechte impact op het milieu in de (ontwikkelings)landen van bestemming, maar daarmee gaan ook waardevolle grondstoffen verloren. Hoeveel Nederlands afval wordt op dit moment geëxporteerd en om welke afvalstromen gaat het precies? Is er zicht op de manier waarop deze afvalstromen verwerkt worden in het buitenland? Deze leden zijn van mening dat afval in de regel zo dicht mogelijk bij huis hoogwaardig zou moeten worden verwerkt. Deelt de Staatssecretaris die opvatting? Hoe zien andere lidstaten dat? Gaat de Staatssecretaris er bij andere lidstaten op aandringen dat er binnen de EU voldoende afvalverwerkingscapaciteit nodig is om de afvalstromen hoogwaardig te recyclen en zo min mogelijk te exporteren?

SP-fractie

Geannoteerde agenda

De leden van de SP-fractie vragen wat de reactie en inzet van de Minister gaat zijn op het voorstel van het Europees parlement het reductiedoel verder te verhogen naar 60%. Acht de Minister dit haalbaar en zo ja, op welke wijze? Is de Minister bereid zich aan dit hogere doel te committeren? Kan de afweging worden toegelicht?

De leden van de SP-fractie vragen hoe de uitspraken van de heer Timmermans dat hij niet verder wil gaan dan 55%, zich tot de wens van het Europees parlement verhouden. Deze leden vragen op welke wijze de Europese industriesector gaat bijdragen aan het nu gestelde doel van 55%. Kan concreet worden weergegeven hoe zij de komende tien jaar zodanig gaat verduurzamen dat deze sector zijn eerlijke aandeel levert? Deze leden missen in de impactassessment een duidelijk pad met duidelijke stappen hoe dit vorm gegeven gaat worden. Zij wijzen erop dat het niet realistisch is dit binnen het EU-ETS te verwachten, aangezien dit systeem nu ook onvoldoende effectief is. Zij zien hierop graag een reactie en verdere toelichting. Deze leden vragen de Minister op welke wijze Europese huishoudens moeten gaan verduurzamen. Kan concreet worden weergegeven hoe zij hierbij ondersteund gaan worden? Is de verwachting dat ook in Nederland de energierekening met maar liefst 20% kan gaan stijgen? Hoe gaat dit opgevangen worden, welke stappen gaan genomen worden om energiearmoede niet alleen te voorkomen, maar ook actief tegen te gaan? Ook hier missen deze leden een duidelijk perspectief. Deze leden vragen wanneer zij een kabinetsreactie op de impactassessment kunnen verwachten. Deze leden vragen ook in te gaan op het rapport van CE Delft. Klopt het dat er geen duidelijke reductiestappen van de industrie worden verwacht? Hoe kan het doel worden gehaald zonder een concreet afbouwpad binnen de sector met de grootste uitstoters? Deze leden vragen hier een toelichting op.

De leden van de SP-fractie vragen welke vertraging te verwachten is ten aanzien van de nationally determined contributions (NDC’s). Deze leden dringen erop aan dat er snel een concreet plan wordt ingediend hoe de reductiedoelen te behalen en hiermee aan één van de belangrijkste vereisten van het Akkoord van Parijs te voldoen. Zij merken op dat het kabinet deze urgentie lijkt te delen. Kan een inschatting worden gegeven of tijdige indiening haalbaar is?

Kabinetsreactie op de openbare raadpleging herziening EVOA

De leden van de SP-fractie ondersteunen de inzet van de Staatssecretaris met negen andere landen om de aanpak van zeer zorgwekkende stoffen in Europees verband aan te scherpen. Nu de European Food Safety Authority (EFSA) met aangescherpte normen is gekomen voor vier PFAS-stoffen, willen deze leden weten of ook de European Chemicals Agency (ECHA) hiermee aan de slag gaat en milieunormen gaat aanscherpen. Wat verwacht de Staatssecretaris op dit punt te kunnen bereiken?

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op de openbare raadpleging herziening EVOA van de Europese Commissie en hebben hierover een aantal vragen. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de export van specifiek afval uit de EU en de milieuverantwoorde verwerking daarvan op verantwoorde wijze kan worden gecontroleerd en geborgd? Kan de Staatssecretaris aangeven welk belang Nederland heeft bij het laten voortduren van de export van afval uit de EU? En welke belemmeringen zijn er om de verwerking van dit afval op milieuverantwoorde wijze te verwerken in de EU zelf?

Partij voor de Dieren-fractie

Biodiversiteit

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben ervan kennisgenomen dat het Duits EU-voorzitterschap voornemens is om tijdens de Milieuraad van 23 oktober 2020 Raadsconclusies aan te nemen over de EU-Biodiversiteitsstrategie. Dit is belangrijk, omdat de EU-Biodiversiteitsstrategie de basis vormt voor het standpunt dat Europa gaat aandragen voor het Verdrag inzake Biologische Diversiteit, dat in 2021 in Kunming, China tot stand zal komen. Een gedegen, concreet en ambitieus mondiaal Biodiversiteitsverdrag is essentieel voor het voortbestaan van soorten en van onszelf. Deze leden merken op dat het van groot belang is dat Nederland en ook Europa het goede voorbeeld geven door het vaststellen van een ambitieuze en bindende EU-Biodiversiteitsstrategie. Hiermee worden ook andere landen geïnspireerd om meer te doen voor biodiversiteit en dus voor ons eigen voorbestaan. Op Europees niveau zien deze leden echter dat het risico bestaat dat de ambitieuze plannen uit de Biodiversiteitsstrategie naar beneden worden bijgesteld. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat het van essentieel belang is voor ons eigen voortbestaan dat Europa een concrete, ambitieuze en bindende Biodiversiteitsstrategie aanneemt? Zo nee, waarom niet? Is zij bereid om zich ook in te zetten voor het aangaan van bindende doelstellingen in Europa, conform de wens van een grote Kamermeerderheid? Beaamt zij dat Nederland ook zijn eigen bindende doelstellingen moet opstellen? Kan zij toezeggen dat zij de doelstelling voor minimaal 30% beschermde natuur op land en 30% beschermde natuur op zee overneemt en zal implementeren in Nederland? Zo nee, waarom niet? Is de Staatssecretaris bereid om zich in te zetten voor het formuleren van een gedegen en concrete definitie van strikte bescherming aan de hand van de criteria van de International Union for Conservation of Nature (IUCN)2? Zo nee, waarom niet? Beaamt de Staatssecretaris dat voor de effectiviteit van de EU-Biodiversiteitsstrategie, subsidies die schadelijk zijn voor biodiversiteit, zoals onder andere subsidies op visserij of landbouw, afgebouwd moeten worden?3 Zo nee, waarom niet? Klopt het dat subsidies die schadelijk zijn voor biodiversiteit nog steeds worden voortgezet, ondanks het feit dat Europa in 2013 meldde gecommitteerd te zijn om zulke subsidies in 2020 afgebouwd te hebben? Kan de Staatssecretaris uitleggen waarom schadelijke subsidies nog niet zijn afgebouwd? Is zij bereid om er in de Milieuraad op aan te dringen dat er zo snel mogelijk een afbouwplan komt voor subsidies die schadelijk zijn voor de biodiversiteit? Zo nee, waarom niet?

Daarnaast merken de leden van de Partij voor de Dieren-fractie op dat Europa voorstelt om biodiversiteitsdoelstellingen in relevant Europees en nationaal beleid te integreren. Erkent de Staatssecretaris dat de Monitor Brede Welvaart, waaruit blijkt dat welvaart in zeer belangrijke mate wordt bepaald door andere indicatoren waaronder de biodiversiteit, erg behulpzaam kan zijn bij het integreren van biodiversiteit in het fiscaal-economisch beleid? Zo ja, is zij bereid om in Europa voorop te lopen door een taskforce in te stellen om een Europees equivalent van de Monitor Brede Welvaart op te stellen, gebaseerd op ervaringen uit Nederland?

Biomassa

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat Europa van plan is om de Hernieuwbare Energierichtlijn (RED II) aan te passen in 2021. Volgens de Minister mag houtige biomassa gezien worden als CO2-neutraal. Kan de Minister nogmaals uitleggen op welke bronnen hij dit baseert en deze bronnen ook graag meesturen? Klopt het dat CO2-neutraliteit van biomassa is vastgelegd in de REDII? Zo ja, kan de Minister de passage toesturen? Deze leden willen weten of de Minister het traceren van CO2 nastreeft voor biomassa en dat elk land dit zou moeten bijhouden. Deze leden menen dat het voor de atmosfeer niet uitmaakt of de Minister blijft vasthouden aan de gedachte dat biomassa vanuit de EU als CO2-neutraal wordt gezien. Daarom willen deze leden weten of de Minister het traceren van CO2 van biomassa wil bevorderen, aangezien dit tot een transparante en eerlijke boekhouding zou leiden. Zo nee, willen deze leden weten wat de Minister hierop tegen heeft.

CO2-reductiedoel

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de positie die het Europees parlement op 8 oktober 2020 heeft ingenomen rondom de Europese Klimaatwet. Het Europees parlement vindt het van essentieel belang dat de klimaatmaatregelen verder worden versterkt en met name dat de klimaatdoelstelling van de Unie voor 2030 wordt verhoogd tot een emissiereductie van 60% ten opzichte van de niveaus van 1990. Het Europees parlement gaat hierover in onderhandeling met de milieuministers van de 27 EU-lidstaten.

De leden van de Partij van de Dieren-fractie constateren dat de regering tot nu toe een lagere ambitie heeft ten opzichte van de emissiereductie in 2030, namelijk 55%. Deze leden wijzen erop dat volgens het International Panel on Climate Change (IPCC) een hogere reductie van broeikasgasemissies in 2030 nodig is om klimaatverandering succesvol tegen te gaan. Is de Minister bereid om tijdens de onderhandelingen over de Europese klimaatwet, het Europees parlement te steunen in het streven om een emissiereductie van ten minste 60% vast te leggen in deze wet? Zo nee, kan hij toezeggen zich tijdens de onderhandelingen in elk geval niet actief te verzetten tegen het doel van ten minste 60% emissiereductie in 2030?

SGP-fractie

Geannoteerde agenda

De leden van de SGP-fractie horen graag of de Minister kan bevestigen dat de door de Europese Commissie voorgestelde gedelegeerde handelingen om tussentijdse doelen vast te stellen in de compromistekst van het Duitse voorzitterschap voor de komende Milieuraad worden geschrapt. Deze leden maken zich zorgen over de positieve opstelling van het kabinet ten aanzien van de Europese klimaatwet en het verhogen van de ambitie voor 2030. Het rapport van CE Delft geeft een indruk van de impact op het Nederlandse beleid en de maatschappij. Zo zou de renovatiesnelheid van de gebouwde omgeving moeten verdubbelen, terwijl de verduurzaming van de gebouwde omgeving nu al moeizaam verloopt. Zo moet bovenop de afspraken in het klimaatakkoord de productie van duurzame energie omhoog en is extra inzet nodig om knelpunten in de energie-infrastructuur aan te pakken, terwijl de invulling van de huidige opgave al lastig is en onder meer netbeheerders tijd nodig hebben. Verder is de kritiek van de Kamer op het grootschalig verstoken van biomassa nog niet meegewogen, waardoor het lastiger is om de duurzame energiedoelstelling waar te maken. Is de Minister bereid zich rekenschap te geven van de grote gevolgen van de 55%-doelstelling en zich terughoudender op te stellen als het gaat om de komst van een Europese klimaatwet en het opnemen van ambitieuze doelstellingen daarin, zo vragen deze leden.

De leden van de SGP-fractie constateren dat de Europese Commissie voorstelt om in een Europese klimaatwet een doelstelling van 100% CO2-reductie in 2050 op te nemen, terwijl in de Nederlandse klimaatwet een doelstelling van 95% is opgenomen, omdat de laatste 5% waarschijnlijk alleen tegen hele hoge kosten bereikt kan worden. Is de Minister bereid bij de komende Milieuraad in lijn met de nationale klimaatwet ten minste te pleiten voor bijstelling van de Europese ambitie naar 95%, zo vragen deze leden.

Kabinetsreactie op de openbare raadpleging herziening EVOA van de Europese Commissie

De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de kabinetsreactie met betrekking tot de herziening van de EVOA-richtlijn. De Staatssecretaris is van mening dat het overbrengen van afval voor verbranding veel moeilijker moet worden gemaakt. Is de veronderstelling juist dat er in de Europese Unie juist een tekort aan verbrandingscapaciteit is, waardoor brandbaar afval op de stortplaats terechtkomt met bijbehorende methaanemissies, zo vragen deze leden. Dan zou verdere belemmering van de benutting van de restcapaciteit in Nederland negatief uitpakken in plaats van positief. Deze leden willen erop wijzen dat in het Landelijk Afvalbeheerplan wordt aangegeven dat Nederland zich inzet om ervoor te zorgen dat lidstaten met elkaar samenwerken om de beschikbare afvalverbrandingscapaciteit in de regio optimaal te benutten. Hoe verhoudt deze inzet zich tot de stellingname in de voorliggende kabinetsreactie?

De leden van de SGP-fractie hebben begrepen dat de Europese koepel van recyclingbedrijven (EuRIC) zich heeft uitgesproken tégen het moeilijker maken van het overbrengen van afval voor verbranding, omdat recyclingbedrijven te maken hebben met een residustroom die afgezet moet worden bij afvalverbrandingsinstallaties. Het belemmeren van de export van deze residustroom dreigt recycling en de verwaarding van recyclaat juist minder aantrekkelijk te maken ten opzichte van het gebruik van ruwe grondstoffen. Hoe waardeert de Staatssecretaris dit signaal vanuit de recyclingsector in het licht van de voorliggende kabinetsreactie?

II Reactie van de bewindspersoon


  1. NOS.nl, 12 oktober 2020 (https://nos.nl/artikel/2352072-timmermans-wil-geen-scherpere-klimaatdoelen-we-gaan-al-heel-ver.html)↩︎

  2. IUCN categories: https://www.wwf.eu/?uNewsID=946191

    1a Strict Nature Reserve: Category 1a are strictly protected areas set aside to protect biodiversity and also possibly geological/geomorphical features, where human visitation, use and impacts are strictly controlled and limited to ensure protection of the conservation values. Such protected areas can serve as indispensable reference areas for scientific research and monitoring

    1b Wilderness Area: Category 1b protected areas are usually large unmodified or slightly modified areas, retaining their natural character and influence without permanent or significant human habitation, which are protected and managed so as to preserve their natural condition.

    2 National Park: Category 2 protected areas are large natural or near natural areas set aside to protect large-scale ecological processes, along with the complement of species and ecosystems characteristic of the area, which also provide a foundation for environmentally and culturally compatible, spiritual, scientific, educational, recreational, and visitor opportunities.↩︎

  3. https://ec.europa.eu/environment/efe/news/phasing-out-environmentally-damaging-subsidies-2013-03-01_en↩︎