Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

27 830 Materieelprojecten

Nr. 318 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 oktober 2020

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Defensie over de brief van 15 september 2020 inzake het Defensie Projectenoverzicht 2020 (Kamerstuk 27 830, nr. 313).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 15 oktober 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,
Aukje de Vries

De adjunct-griffier van de commissie,
Mittendorff

1

Wordt het DMP proces zelf ook periodiek geëvalueerd?

Het Defensie Materieelproces (DMP) wordt elke vijf jaar geëvalueerd (o.a. Kamerstuk 27 830, nr. 117). Het huidige DMP is in 2017 van kracht geworden (Kamerstuk 27 830, nr. 197), waardoor een nieuwe evaluatie uiterlijk in 2022 is voorzien. Het streven om deze evaluatie eerder uit te voeren, namelijk gelijktijdig met het opzetten van het Defensiematerieelbegrotingsfonds, is niet gehaald. Daarbij speelde een belangrijke rol dat het «DMP bij de tijd» pas in 2018 voor het eerst echt in praktijk is gebracht. Omdat DMP-plichtige projecten veelal enkele jaren duren, duurt het opbouwen van voldoende gegevens voor een evaluatie ook enige jaren. Op basis van deze evaluatie kan het DMP worden herzien. Uiteraard wordt, zoals ook eerder toegezegd, in dat geval uw Kamer hierbij betrokken.

2

Bij welke fase van het DMP proces loopt Defensie tegen de meeste problemen aan?

3

Bij welke tak van de krijgsmacht lopen de materieelprojecten het stroefst?

Elke fase in het DMP en elk project heeft zijn eigen bijzonderheden en het DMP kent zelf verschillende mogelijke trajecten, zoals bijvoorbeeld gemandateerd of niet-gemandateerd, en met of zonder onderzoeksfase (B-fase) of vervolgonderzoeksfase (C-fase). Defensie werkt hard aan het realiseren van materieel, IT en vastgoedprojecten om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken zoals aangegeven in de Defensienota 2018. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de stijgende investeringsquote van 18,9% over 2018 naar 23,9% over 2019 en een voorziene verdere stijging ervan in 2020. Ook nemen de aangegane verplichtingen toe en is het totaal aantal DMP-projecten in onderzoek sterk toegenomen. Alle DMP-plichtige materieelprojecten worden uitgevoerd binnen de Defensie Materieel Organisatie.

Of een project wel of niet stroef loopt, hangt niet aanwijsbaar samen met het toepassingsgebied (maritiem, land, lucht of defensiebreed). De kenmerken van een project zijn hierbij meer bepalend, zoals omvang, complexiteit, mate van ontwikkeling die nodig is om het product beschikbaar te krijgen, beschikbaarheid van intern en extern benodigde kennis en capaciteit, producteigenschappen en marktomstandigheden.

3

Bij welke tak van de krijgsmacht lopen de materieelprojecten het stroefst?

Zie het antwoord op vraag 2.