Het voldoen aan artikel 68 van de Grondwet
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D41305, datum: 2020-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z19145).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.E. Diertens, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z19145:
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: A.E. Diertens, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z19145
Vragen van de leden Diertens en Van Weyenberg (beiden D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het voldoen aan artikel 68 van de Grondwet. (ingezonden 16 oktober 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u bij uw installatie tot Minister de eed (of gelofte) heeft afgelegd, waarvan een deel luidt:
«Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet»?
Vraag 2
Bent u op de hoogte van artikel 68 van de Grondwet, dat luidt: «De Ministers en de Staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de staat»?
Vraag 3
Herinnert u zich dat de Kamer op 20 februari 2020 unaniem de motie Omtzigt c.s.1 heeft aangenomen, waarvan het dictum luidt: «verzoekt de regering te bevestigen dat op grond van artikel 68 een individueel Kamerlid specifieke documenten binnen een redelijke termijn moet kunnen ontvangen, tenzij het belang van de Staat zich hiertegen verzet»?
Vraag 4
Wat is de voornaamste reden dat de verslagen van de OMT (Outbreak Management Team)-overleggen vertrouwelijk zijn?
Vraag 5
Bent u het eens met de stelling dat media-uitingen van verscheidene leden van het OMT over de OMT-overleggen en de daar spelende meningsverschillen bijdragen aan de transparantie van de wetenschappelijke adviezen van het OMT? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt het verslag van het tweede OMT-overleg de Kamer doen toekomen, aangezien op 27 februari jl., op dezelfde dag dat de eerste besmetting met het coronavirus gemeld werd, dit tweede OMT-overleg omtrent het coronavirus plaatsvond, waarin specifiek de persoonlijke beschermingsmiddelen werden besproken? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Vraag 7
Bent u bereid alle verslagen van de vergaderingen van het OMT te delen met de Kamer zodat de transparantie van de wetenschappelijke adviezen nog verder wordt vergroot? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Vraag 8
Waarop was het advies aan het kabinet gebaseerd van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO van 28 januari jl.2 – waarvan het verslag beschikbaar is gekomen naar aanleiding van een Wob-verzoek – om de beschikbaarheid van persoonlijke beschermingsmiddelen voor de verschillende beroepsgroepen te inventariseren?
Vraag 9
Kunt u het verslag van het daaropvolgende BAO, dat plaatsvond op 28 februari jl. en waarin wederom werd geadviseerd om de vraag naar persoonlijke beschermingsmiddelen te inventariseren en om de eerstelijnszorg hierin te versterken, de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Vraag 10
Kunt u het verslag van het BAO van 28 januari jl., dat leidde tot dit advies, de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Bent u bereid alle verslagen en alle adviezen van het BAO sinds januari 2020 te delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Vraag 11
Kunt u in een tijdlijn per dag aangeven welke acties u tussen 27 januari en 28 februari 2020 heeft ondernomen ten aanzien van (1) de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen en (2) de inventarisatie van persoonlijke beschermingsmiddelen in de intra- en extramurale setting?
Vraag 12
Kunt u voor de periode van 27 januari tot 28 februari 2020 een overzicht geven van de overleggen aangaande de inkoop en inventarisatie van persoonlijke beschermingsmiddelen waarbij uw ministerie betrokken was? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bij welke van deze overleggen was u zelf ook aanwezig?
Vraag 13
Heeft u in de periode van 27 januari tot 28 februari 2020 ook overleggen gevoerd met brancheorganisaties binnen de verpleeghuiszorg en thuiszorg aangaande het coronavirus en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen? Zo ja, wanneer vonden deze overleggen plaats? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Wat is de reden dat het OMT en het BAO tussen 27 januari en 27 februari 2020 niet bijeen zijn gekomen?
Vraag 15
Wanneer bent u op de hoogte gebracht van de eerste besmetting in België, die door de media op 3 februari jl. gemeld werd, en welke acties heeft u ingezet nadat u hiervan op de hoogte was gesteld?
Vraag 16
Waarom was de eerste coronabesmetting in België geen aanleiding voor u om direct van het OMT en het BAO een nieuw advies te vragen omtrent het coronavirus?
Vraag 17
Kunt deze vragen ieder afzonderlijk en vóór de behandeling van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 beantwoorden?