Verzoek spoedige behandeling wetsvoorstel tot verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken (Kamerstuk 35604)
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de tijdelijke verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken
Brief regering
Nummer: 2020D41450, datum: 2020-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35604-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van kamerstukdossier 35604 -5 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de tijdelijke verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken.
Onderdeel van zaak 2020Z19210:
- Indiener: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-10-27 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-04 14:30: Procedures en brieven (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-11-18 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 604 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de tijdelijke verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken
Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2020
Vandaag is het wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de tijdelijke verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken, bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 35 604).
Dit wetsvoorstel strekt tot verlenging met vijf jaar van de in artikel 106a van de Vw 2000 geregelde nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken (de Wet biometrie vreemdelingenketen). Deze bevoegdheid maakt het mogelijk om de identiteit van een vreemdeling eenduidig vast te stellen en daarna ook eenvoudig en betrouwbaar te verifiëren. Om dit te verwezenlijken kunnen van een vreemdeling tien vingerafdrukken en een gezichtsopname worden afgenomen. Deze biometrische gegevens kunnen op grond van de nationale bevoegdheid centraal worden opgeslagen in de vreemdelingenadministratie en gekoppeld worden aan één identiteit. De ervaringen van partijen binnen de vreemdelingenketen laten ondubbelzinnig zien dat deze bevoegdheid in belangrijke mate bijdraagt aan een goede uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000.
Op grond van artikel 115 van de Vreemdelingenwet 2000 vervalt de nationale bevoegdheid uit de Wet biometrie vreemdelingenketen op 1 maart 2021 en moeten alle gezichtsopnames en vingerafdrukken, die op basis hiervan in de vreemdelingenadministratie zijn opgenomen, op die datum worden vernietigd. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de bevoegdheid voorlopig te handhaven en de vernietiging te voorkomen. Wegvallen van deze bevoegdheid en vernietiging van de verzamelde gegevens zou de uitvoeringspraktijk ernstig hinderen bij het vaststellen en verifiëren van de identiteit van vreemdelingen, fraude en misbruik in de hand kunnen werken en ingrijpende consequenties kunnen hebben.
Gezien de dringende noodzaak om deze bevoegdheid zo snel mogelijk en uiterlijk op 1 maart aanstaande te verlengen, verzoek ik uw Kamer graag de behandeling van dit wetsvoorstel met voorrang ter hand te nemen. Uiteraard zal ik van mijn kant ook al het mogelijke doen om u hierbij van dienst te zijn. Dit wetsvoorstel is opgenomen op de lijst van wetsvoorstellen waarvan het kabinet het wenselijk acht dat deze met spoed door uw Kamer worden behandeld. Deze lijst is bij brief van 27 maart 2020 aan uw Kamer en de Eerste Kamer gezonden (Kamerstuk 35 300 VI, nr. 118).
De regering heeft het advies van de Raad van State opgevolgd. Zoals aangegeven in de memorie van toelichting onderkent de regering dat een empirische motivering op basis van kwantitatieve gegevens van effectiviteit, nut en noodzaak van de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken, niet kan worden gemist bij het nemen van een beslissing over het al dan niet definitief voortzetten daarvan. Daarom is in het wetsvoorstel gekozen voor verlenging van de nationale bevoegdheid met vijf jaar in plaats van een definitieve invoering daarvan. Deze periode zal worden gebruikt om alsnog een duidelijk kwantitatief beeld te verkrijgen van de te bestrijden problematiek op het gebied van onregelmatigheden met betrekking tot identiteit en de mate waarin de nationale bevoegdheid uit de Wet biometrie vreemdelingenketen hierin ondersteuning kan bieden. De regering zal daartoe in de processen in de vreemdelingenketen een registratiefaciliteit invoeren voor onregelmatigheden en fraudegevallen.
Ontwikkelingen die al in gang zijn gezet, worden daarbij betrokken. Zoals in de evaluatie van de Wet biometrie vreemdelingenketen is aangegeven zullen, vanwege het ontbreken van een nulmeting vóór de inwerkingtreding daarvan, de daadwerkelijke effecten van de Wet biometrie vreemdelingenketen niet op basis van een voor- en nameting van kwantitatieve gegevens kunnen worden gemeten. Daarom zullen de uitkomsten van de registratie betrekking hebben op de periode vanaf de aanvang van deze registratie, uiterlijk het moment van inwerkingtreding van onderhavige verlengingswet. Het doel van deze registratie zal in ieder geval moeten zijn dat een uniform ketenbreed beeld ontstaat.
Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de onderhavige verlengingswet zal aan de Staten-Generaal worden medegedeeld hoe deze registratiefaciliteit in de vreemdelingenketen is ingeregeld. Daarna zal de regering de Staten-Generaal vervolgens jaarlijks een overzicht zenden van de registratie van de voornoemde kwantitatieve gegevens.
Door invoering van de registratiefaciliteit zullen er ten behoeve van de voorgestelde hernieuwde evaluatie drie jaar na inwerkingtreding van de onderhavige verlengingswet, minstens twee overzichten met kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn. De regering zal op basis van de uitkomsten van de voorgestelde hernieuwde evaluatie, die dan zowel op kwalitatieve als kwantitatieve gegevens gebaseerd kan worden, een afweging maken over effectiviteit, nut en noodzaak van definitieve voortzetting van de nationale bevoegdheid over vijf jaar.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol