Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 22 en 23 oktober 2020
NAVO
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2020D41574, datum: 2020-10-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28676-346).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie (VVD)
- Mede ondertekenaar: F.H. Mittendorff, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -346 NAVO.
Onderdeel van zaak 2020Z19274:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2020-10-27 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-10-29 14:15: Procedurevergadering (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2020-11-19 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
28 676 NAVO
Nr. 346 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 20 oktober 2020
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 7 oktober 2020 over de geannoteerde agenda van de bijeenkomst van NAVO-Ministers van Defensie op 22 en 23 oktober 2020 (Kamerstuk 28 676, nr. 345).
De vragen en opmerkingen zijn op 15 oktober 2020 aan de Minister van Defensie voorgelegd. Bij brief van 19 oktober 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Aukje de Vries
De adjunct-griffier van de commissie,
Mittendorff
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister
Algemeen
De leden van de GroenLinks-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda en hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.
Vraag 1
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister de mening deelt dat, zelfs nu door de Coronacrisis het BNP is gedaald en de relatieve uitgaven aan Defensie daarmee hoger uitvallen, een groei naar 2% BNP simpelweg niet langer realistisch is. Indien zij deze mening niet deelt, vragen deze leden om een concrete uiteenzetting van welke plannen er zijn om te groeien naar 2% BNP. Deze leden hebben dergelijke concrete plannen de afgelopen kabinetsperiode immers niet langs zien komen.
Antwoord
We worden geconfronteerd met een verder verslechterende veiligheidssituatie. De geopolitieke verhoudingen verharden en dreigingen nemen toe in aantal, variëteit en complexiteit. Bovendien is er sprake van toenemende vraag naar Defensie-inzet, waardoor de kloof tussen taken en middelen wordt vergroot. Met de huidige inrichting en staat van de defensieorganisatie zijn we nog niet adequaat toegerust voor de toekomstige (en sommige huidige) dreigingen.
Dit kabinet heeft fors geïnvesteerd in Defensie; 1,7 miljard incidenteel in de periode tot en met 2024 en 1,7 miljard structureel. Volgende kabinetten zullen zich buigen over eventuele vervolgstappen. Daarvoor is transparantie nodig van Defensie, zodat duidelijk is hoe de organisatie ervoor staat en welke opties en dilemma’s voorliggen. Die opties en dilemma’s staan in de onlangs gepubliceerde Defensievisie (Kamerstuk 34 919, nr. 71). De Defensievisie is bedoeld om volgende kabinetten te ondersteunen bij het stellen van beleidsprioriteiten in het spanningsveld van behoeften en budget.
Vraag 2
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het bespreken van de lastenverdeling op het gebied van te leveren capaciteiten niet een goede aanleiding is om in te zetten op een meer capaciteit-gerichte lastenverdeling tussen de bondgenoten. Deze leden vragen of de Minister hun standpunt deelt dat de toegevoegde waarde aan het bondgenootschap niet enkel in een budgettaire norm is uit te drukken, en dat er tevens voldoende prikkels moeten zijn voor bondgenoten om hun uitgaven efficiënt en doelmatig te doen, in plaats van te streven naar een zo hoog mogelijk budget. De leden van de GroenLinks-fractie wijzen in deze context bijvoorbeeld naar de door de Minister aangehaalde nieuwe Nederlandse bijdrage aan de Command and Control capaciteit ten aanzien van special forces.
Antwoord
Lastenverdeling bij de NAVO bestaat uit drie aspecten; de hoogte van de defensie-uitgaven (cash, de 2%-norm), de investeringen in capaciteiten (capabilities) en de bijdragen van bondgenoten aan NAVO-missies, -operaties en -activiteiten (contributions). Van alle bondgenoten wordt verwacht dat zij op alle drie deze onderdelen hun fair share bijdragen. Er is sprake van een onderling verband tussen deze onderdelen; defensie-uitgaven stellen bondgenoten in staat te investeren in capaciteitendoelstellingen en daarmee eenheden die kunnen bijdragen aan missies, operaties en activiteiten.
Om te zorgen dat de capaciteiten van de bondgenoten elkaar aanvullen, werkt de NAVO met het zogenoemde NAVO-defensieplanningsproces (NDPP). In dit proces buigt de NAVO zich over wat er speelt in de wereld en wat het bondgenootschap wil bereiken. Op basis hiervan, de ambitie en hoofdtaken van het bondgenootschap (collectieve verdediging, crisismanagement en coöperatieve veiligheid), wordt bepaald welke capaciteiten hiervoor nodig zijn en worden capaciteitendoelstellingen verdeeld over en geaccepteerd door de bondgenoten.
Elk land heeft een natuurlijke focus op bepaalde capaciteiten en type inzet. Van die respectievelijke meerwaarde moeten we in de toekomst meer gebruik maken om gezamenlijk meer effecten te bereiken en de kwaliteit van ons optreden te verhogen. Daar zetten we als Defensie op in, zoals ook verwoord in de Defensievisie.
Het leveren van een Special Operations Component Command (SOCC) is één van de capaciteitendoelstellingen die Nederland heeft geaccepteerd in het kader van het NDPP. Nederland geeft gedeeltelijk invulling aan deze doelstelling, door samen met België en Denemarken een samengesteld ofwel Composite SOCC te leveren.
Tijdens de bijeenkomst op 22 en 23 oktober wordt het Defence Capability Review Report door de Ministers vastgesteld. In dit rapport wordt de status van de implementatie van de capaciteitendoelstellingen beschreven en wordt ook een beeld geschetst van de capaciteiten waaraan nog een tekort bestaat en wat daar de risico's van zijn. De overview van het aan Nederland gewijde hoofdstuk uit de bijlage bij dit rapport wordt na afloop van de bijeenkomst met uw Kamer gedeeld.
Vraag 3
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat op de NAVO-ministeriële het Civic Preparedness Report voorligt, waarin een analyse wordt gegeven van de civiele paraatheid van de NAVO-landen in tijden van militaire agressie. Deze leden vragen hoezeer de digitale beveiliging van kritische infrastructuur in dit onderzoek is meegenomen. Indien dit niet het geval is, vragen deze leden of dit voor de Minister niet aanleiding is om een aparte analyse te verzoeken.
Antwoord
Het NAVO State of Civil Preparedness rapport 2020 – waarvan de titel door de NAVO inmiddels is veranderd in Resilience Assessment 2020 – is de uitkomst van een evaluatie naar de vraag in hoeverre bondgenoten invulling geven aan de aanbevelingen om de nationale weerbaarheid te versterken. De aanbevelingen zijn in 2016 vastgelegd in zeven zogenoemde Baseline Requirements. Dit zijn richtlijnen op het gebied van de continuïteit van bestuur, energie, civiele communicatie, transport, ongecontroleerde verplaatsing van mensen, grootschalige slachtofferopvang en voedsel- en watervoorzieningen1.
Digitale beveiliging is in algemene zin in de verschillende Baseline Requirements opgenomen. Deze zeven Baseline Requirements zullen daar waar nodig in 2021 verder worden aangepast, onder meer na een evaluatie van de COVID-19-crisis.
Digitale bescherming van vitale infrastructuur wordt op EU-niveau, via EU-wetgeving, geregeld. Nederland dringt er binnen de NAVO op aan zo veel mogelijk samenwerking met de EU te zoeken.
Vraag 4
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de Minister nadrukkelijk de optie openhoudt om Defensiepersoneel uit Afghanistan terug te trekken, gelet op de COVID-pandemie en onzekerheid over de toekomst. Hoewel deze leden hier begrip voor hebben, hopen zij wel dat de veiligheid en de toekomst van het Afghaanse volk niet met het spreekwoordelijke badwater worden weggegooid, nu COVID-19 de missie bemoeilijkt. Deze leden vragen of er bij de NAVO een strategie bestaat waarmee zoveel als mogelijk wordt tegengegaan dat de Taliban van de COVID-pandemie profiteert. Indien dit het geval is, vragen de leden van de GroenLinks-fractie wat deze strategie inhoudt.
Antwoord 4
Ondanks de COVID-19-uitbraak blijven Nederlandse militairen zich inzetten voor de veiligheid in Afghanistan. Dit doen zij vanwege de pandemie weliswaar in aangepaste vorm, maar de kern van hun inspanningen richt zich – in lijn met die van de NAVO-missie – onverminderd op het trainen, assisteren en adviseren van het Afghaanse veiligheidsapparaat. Gezien de voortdurende pandemie en de onzekerheid over de toekomst van de missie wordt er inderdaad rekening mee gehouden dat in ieder geval een deel van het teruggetrokken Nederlandse personeel definitief niet zal terugkeren. Als dit het geval is, zal uw Kamer daarover worden geïnformeerd.
De NAVO-bondgenoten bespreken tijdens de bijeenkomst de ontwikkelingen in Afghanistan en mogelijke gevolgen voor de Resolute Support-missie. Nederland zal daarbij blijven benadrukken dat de vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt behouden blijft en dat er recht wordt gedaan aan de gedane inspanningen van de Afghanen en de internationale gemeenschap. In het kader van de operationele veiligheid kan ik uw Kamer geen inhoudelijke mededelingen doen over de strategie die de NAVO-missie tegenover de Taliban hanteert.
Vraag 5
De leden van de GroenLinks-fractie delen de opvatting van de Minister dat een goede uitvoering van VN-resolutie 1325 over het nadrukkelijk betrekken van vrouwen bij vredesprocessen implicaties heeft voor alle terreinen van de NAVO. Deze leden zijn blij dat de NAVO nu een zero tolerance beleid tegen seksueel wangedrag binnen de organisatie heeft vastgesteld, maar zij vragen wel of er ook noemenswaardige concrete plannen zijn geformuleerd om vrouwen meer aan de knoppen te krijgen bij operaties en missies van de NAVO. Indien deze er zijn, vragen de leden van de GroenLinks-fractie of de Minister die kan toelichten en kan voorzien van een appreciatie. Indien deze er niet zijn, vragen deze leden of de Minister bereid is te bepleiten dat deze plannen alsnog worden geformuleerd.
Antwoord
Het betrekken van vrouwen is voor zowel de NAVO als voor Nederland een prioriteit. Genderperspectieven worden meer en meer geïncorporeerd in operaties, missies en activiteiten van de NAVO. Er is een groeiend besef dat deze aanpak de NAVO in staat stelt om in de praktijk beter te functioneren. Dit volgt onder meer uit het NAVO Actieplan met betrekking tot Vrouwen, Vrede en Veiligheid. De meerwaarde van deelname van vrouwen aan NAVO-missies, zoals in Afghanistan (ISAF), staat onomstotelijk vast. Zo ontstaat een verbeterde toegang tot informatie en zijn er minder spanningen in de relatie met de lokale bevolking. In 2020 is het aantal vrouwen in de nationale krijgsmachten van de bondgenoten verdubbeld ten opzichte van 20 jaar geleden. Binnen het NAVO-hoofdkwartier waren bovendien nog nooit zoveel vrouwen actief in leidinggevende posities als nu. In Nederland wordt momenteel gewerkt aan een Defensie Actieplan 1325 dat in brede zin bijdraagt aan genderintegratie. Eén van de actiepunten uit het actieplan is een grotere deelname van vrouwen in operaties en missies. Nederland zal zich binnen de NAVO blijven inzetten voor een genderbeleid dat tot concrete resultaten leidt.
Vraag 6
De leden van de SP-fractie zijn verbaasd over de inhoud van de agenda. Op de vorige NAVO-Defensieraad werd uitvoerig gesproken over de gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht en de stabiliteit van de wereldpolitiek. In de eerste maanden van het jaar bleken diverse Amerikaanse bases zowel in de VS als wereldwijd en marineschepen wereldwijd onderweg getroffen te zijn door de pandemie. Andere NAVO-landen gaven geen informatie, de leden van de SP-fractie waarderen de openheid van de VS. Over Rusland verschenen toen berichten in de gespecialiseerde militaire pers over dat ook de noordelijke marine getroffen werd. Van andere landen is deze leden weinig of niets bekend.
Inmiddels zitten we in Europa in de tweede pandemische golf, in de VS lijkt er niets verbeterd te zijn in de zomer. Diverse krijgsmachtonderdelen worden daar (wereldwijd) nog steeds geraakt door het virus. De tweede golf treft momenteel ook de Nederlandse marine. Op dit moment zijn er besmettingen op vier schepen. Dat leidt de leden van de SP-fractie tot de vraag of de COVID-pandemie tijdens de raad wordt besproken. Zo nee, waarom niet, gezien de ernst van de ontwikkelingen? Zo ja, welke bijzondere maatregelen zullen worden genomen? Het gaat deze leden daarbij niet om de marine maar ook om de landmacht, zeker ook in het licht van de besmetting bij de Nederlandse landmacht in Litouwen in het voorjaar.
Antwoord
De prioriteit van de NAVO ligt tijdens de COVID-19-uitbraak onverminderd bij het uitvoeren van de drie hoofdtaken (collectieve verdediging, coöperatieve veiligheid en crisismanagement). De crisis heeft desalniettemin impact op het werk van de NAVO en dit zal aan bod komen tijdens de bijeenkomst. Er zijn reeds geldende maatregelen voor missies en oefeningen, waarover uw Kamer regelmatig is geïnformeerd (o.a. Kamerstukken 35 300 X en 25 295, nr. 64 en Kamerstukken 29 521 en 25 295, nrs. 402 en 404). Er is op dit moment geen aanleiding om de maatregelen te herzien, maar zowel nationaal als binnen de NAVO wordt de situatie nauwlettend in de gaten gehouden.
Vraag 7
Ten aanzien van de passage in de geannoteerde agenda over het weerbaarheidsbeleid vragen de leden van de SP-fractie wie de bondgenoten zijn die de Resilience Pledge in 2021 willen vernieuwen. Wat willen zij precies vernieuwen? Wat wordt in het licht van de corona-epidemie bedoeld met het dreigingslandschap? Is er reden te veronderstellen dat er niet wordt samengewerkt voor de bestaande zeven Baseline Requirements? Zo ja, wat zijn die redenen?
Antwoord
Op werkniveau zijn alle bondgenoten overeengekomen dat er in 2021 een hernieuwde Resilience Pledge wordt aangenomen. Deze zal in aanloop naar de nog te plannen NAVO-top in 2021 worden uitgewerkt.
De Resilience Plegde uit 2016 is in stappen uitgewerkt tot de zeven Baseline Requirements. Deze aanpassingen zullen worden meegenomen in een vernieuwde Resilience Pledge. De evaluatie die de NAVO uitvoert op basis van de COVID-19-crisis zal ook tot aanpassingen leiden. Hierbij zullen kwetsbaarheden en strategische afhankelijkheden zoals op het gebied van cybersecurity en desinformatie, die zich ook tijdens de COVID-19-crisis hebben gemanifesteerd, worden meegenomen.
Het kabinet heeft geen reden te veronderstellen dat er niet wordt samengewerkt op het gebied van civiele weerbaarheid en meer in het bijzonder de zeven Baseline Requirements.
Vraag 8
De tweede verbazing van leden van de SP-fractie over de agenda is het ontbreken van het onderwerp over de herschikking van Amerikaanse troepen in Europa. Kort na de vorige Raad besloot de Amerikaanse regering troepen uit Duitsland terug te trekken, gedeeltelijk door overplaatsing naar België en Italië, maar ook gedeeltelijk terug naar de VS. Deze leden vragen of kan worden bevestigd dat deze plannen doorgang krijgen en of dit onderwerp niet wordt besproken tijdens de Defensieraad en waarom dan niet. Verplaatsing heeft immers militaire consequenties. Deze leden vragen of de Minister de opvatting deelt dat het hier om een Amerikaanse politieke maatregel tegen Duitsland gaat. Indien dat niet het geval is, vragen de leden van de SP-fractie wat het dan is en wat de militaire gevolgen van het doorzetten van deze beslissing zijn.
Antwoord
De in Europa aanwezige Amerikaanse troepen leveren een belangrijke bijdrage aan onze veiligheid. Binnen de NAVO is voortdurend contact tussen bondgenoten onderling, inclusief de VS, over de force posture. De NAVO-bondgenoten zijn door de VS vooraf op hoofdlijnen geïnformeerd over de plannen. Er is momenteel nog geen sprake van een concrete tijdlijn en financiële onderbouwing voor het uitgesproken voornemen troepen te verplaatsen. Het kabinet kan niet speculeren over mogelijke militaire gevolgen van een eventuele troepenverplaatsing. Het is aan de VS en Duitsland om dit onderwerp te berde te brengen, zodra er sprake is van concrete ontwikkelingen op dit onderwerp.
Vraag 9
Deze leden vragen wat de politieke consequentie van de fusie van het Amerikaanse EUcom en Africom is en of de Minister dit beschouwt als een afschaling van Europese prioriteit voor het Amerikaanse beleid. Zij vragen een toelichting op het antwoord2.
Antwoord
Het aangehaalde artikel beschrijft een fusie tussen United States Army Europe (USAREUR) in het Duitse Wiesbaden en United States Army Africa (USARAF) in Vicenza, Italië. Deze samenvoeging vindt plaats om de verdeling van schaarse middelen van het Amerikaanse leger (US Army) in Europa beter te coördineren. Aan de fusie lag een rapport van het Amerikaanse Ministerie van Defensie ten
grondslag. Het kabinet beschouwt deze ontwikkeling niet als een afname van Amerikaanse betrokkenheid bij de Europese veiligheid.
Vraag 10
De leden van de SP-fractie stellen dat de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie onoverzienbaar zijn, maar geen gevolgen heeft voor het streven van Nederland en de bondgenoten naar de norm om te komen tot 2% van het BBP. De krimp van de Nederlandse economie heeft het percentage al aanzienlijk verhoogd. De pandemie bewijst de graad van willekeurigheid van de 2%»s-eis. Het is een kwestie van tijd, als de pandemie doorwoekert, dat zelfs de 2% van het BBP wordt gehaald, aldus deze leden. Zij vragen of de Minister die opvatting deelt.
Vraag 11
De pandemie bewijst volgens deze leden ook dat de druk op sociale uitgaven groter is dan op Defensie. Dat is in de ogen van de leden van de SP-fractie ongewenst. De druk wordt groter op de maatschappij met het verdiepen van de pandemie. Deze leden vragen of de Minister de opvatting deelt dat Defensie daaraan zou moeten bijdragen door een pas op de plaats te maken met het streven naar verhoging van de Defensie-uitgaven? Dat geldt voor alle lidstaten en zeker voor de VS die zo graag rekeningen van de eigen wapenindustrie in Europa declareren om hun lasten te delen. De leden van de SP-fractie vragen of de Minister de opvatting deelt dat dat tot meer politieke of sociale spanningen kan leiden, spanningen die bovendien die tot een verdieping van de crisis in het NAVO-bondgenootschap zullen leiden. Zij vragen de Minister hierop in te gaan. De leden van de SP-fractie juichen de actuele pogingen in de Amerikaanse Democratische Partij toe om het Defensiebudget te verlagen en zij hopen dat deze pogingen slagen en tot een heroverweging zullen leiden in de besteding van militaire uitgaven, wereldwijd en in de NAVO. Deze leden hoe de Minister dergelijke ontwikkelingen waardeert3.
Antwoord vraag 10 en 11
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag één, is de defensieorganisatie op dit moment niet adequaat toegerust om de verder verslechterende veiligheidssituatie het hoofd te bieden. De coronacrisis leidt tot een versnelling van bestaande geopolitieke trends en dus tot een verdere verharding van de verhoudingen. In deze crisis is het belang van Defensie daarmee juist extra zichtbaar geworden.
Veiligheid is geen luxe. Het is een harde voorwaarde voor welvaart en democratie. Defensie is daarmee een belangrijke randvoorwaarde voor het verdienvermogen van ons Koninkrijk. Zonder veiligheid is er geen goed functionerende economie en samenleving.
In het bondgenootschap wordt van alle bondgenoten verwacht dat zij op alle drie de aspecten van lastenverdeling (cash, capabilities en contributions) hun fair share bijdragen. Over het beleid van individuele bondgenoten doet Nederland geen uitspraken.
Vraag 12
De leden van de SP-fractie vragen wat concreet bedoeld wordt met de zinsnede; «vooralsnog niet de bedoeling dat de NAVO eigenstandige ruimte-capaciteiten ontwikkelt, noch wordt militarisering van de ruimte nagestreefd». Daarbij gaat het om het begrip «vooralsnog» en vragen de leden van de SP-fractie de reden waarom dat begrip hier wordt opgevoerd. Ten tweede roept de zinsnede bij hen de vraag op wanneer er in de ogen van de Minister sprake is «van militarisering van de ruimte is» en ook waarom dat nu niet het geval is in het licht van de ontwikkelingen die er momenteel zijn.
Antwoord
De NAVO heeft geen eigen ruimtemiddelen, dat blijft een nationale competentie. Wel zullen als uitvloeisel van het nieuwe NAVO-ruimtebeleid ruimteaspecten de komende jaren veel nadrukkelijker worden meegenomen bij de uitvoering van de NAVO-hoofdtaken en zullen ontwikkelingen op het gebied van de ruimte onderdeel zijn van de politiek-militaire consultaties en informatie-uitwisseling tussen bondgenoten. Nederland erkent het belang van de ruimte voor militair optreden binnen de bestaande internationale kaders die van toepassing zijn op militair gebruik van de ruimte. Nederland staat daarmee onverminderd achter het principe van het voorkomen van een wapenwedloop in de ruimte.
Vraag 13
De leden van de SP-fractie vragen of het juist is dat Duitsland plannen heeft om in de Noordzee een mobiel lanceerplatform voor de ruimtevaart te bouwen ten bate van de nationale veiligheid. Er zou sprake zijn van meerdere platforms die aan de NAVO en de EU aangeboden kunnen worden. Deze leden vragen of het ook juist is dat de NAVO een voorstander van dit concrete plan is. Voorts vragen zij of het juist is dat zowel Duitsland als Frankrijk het SPACE-programma wensen uit te bouwen. Deze leden vragen hoe de Minister dergelijke plannen en dit concrete plan in het bijzonder waardeert4.
Antwoord
De plannen om in de Noordzee een mobiel lanceerplatform voor de ruimtevaart te bouwen, zijn voorgesteld door een Duitse vereniging voor de defensie en veiligheidsgerelateerde industrie. De Duitse overheid bestudeert de plannen. Duitsland en Frankrijk zien het belang dat de ruimte speelt in (toekomstig) NAVO-optreden en in dat kader worden stappen gezet om een NAVO Center of Excellence (CoE) op het terrein van de ruimte op te richten. Nederland volgt de ontwikkelingen met betrekking tot een CoE met belangstelling.
Vraag 14
De leden van de SP-fractie vragen de Minister aan te geven op welke termijn en in welk gebied de operatie in Irak wordt uitgebreid, alsmede wat de definitie van uitbreiding is. Deze leden vragen de Minister aan te geven hoe de institutionele advisering vorm zal krijgen en in welk opzicht die verschilt van tactische training.
Antwoord
Deze aspecten zijn onderdeel van de nadere uitwerking die op dit moment binnen de NAVO plaatsvindt in aanloop naar deze ministeriële bijeenkomst. De Kamer zal over de uitkomst daarvan in het verslag van de ministeriële bijeenkomst in meer detail worden geïnformeerd. De Ministers van Defensie zullen naar verwachting instemmen met het verder concretiseren van de plannen, met als doel om deze tijdens de bijeenkomst van NAVO-Minister van Defensie in februari 2021 formeel af te kunnen ronden.
De focus van de toekomstige NATO Mission Iraq (NMI) is in lijn met de wens van de Iraakse autoriteiten. Er is een behoefte aan meer institutionele advisering en minder aan tactische training. Dit sluit ook aan bij de ontwikkeling van de Iraakse veiligheidssector, die in toenemende mate in staat is om de dreiging die van ISIS uitgaat het hoofd te bieden. Advisering op institutioneel niveau was reeds de focus van NMI. Daarom krijgt deze missie nu een grotere omvang, een bredere geografische focus en een verbreding naar meer Iraakse partners.
Trainingen op tactisch niveau werden tot nu toe in Irak verzorgd door de anti-ISIS coalitie. De Kamer is onlangs geïnformeerd dat ook de nadruk van de anti-ISIS coalitie in de komende periode in toenemende mate zal komen te liggen op Security Sector Reform (SSR) en capaciteitsopbouw op institutioneel niveau van de Iraakse veiligheidssector.
Vraag 15
De leden van de SP-fractie gaan er zonder meer van uit dat de aankondiging van de VS, om in het voorjaar (mei) van 2021 hun troepen terug te trekken, serieus is. Zij vragen of de regering deze veronderstelling deelt. Indien dat niet het geval is, vragen deze leden waarom dat niet zo is. De leden van de SP-fractie zien in de terugtrekkingsplannen van de VS ook een erkenning van het mislukken van de oorlog, of beter de diverse operaties, die sinds oktober 2001 zijn begonnen. Dat geldt ook voor de onderhandelingen met de Taliban, inderdaad ook naar het oordeel van de leden van de SP-fractie een historische stap, die in het najaar van 2001 uit de macht van Afghanistan zijn verjaagd. Het is naar de analyse van deze leden, al in het najaar van 2001 gesteld, een heilloze weg zou zijn om een grote oorlog te beginnen. De onderhandelingen zijn onvermijdelijk, terugtrekking ook. Deze leden vragen wat dat voor de andere NAVO-bondgenoten betekent en of de NAVO-leden de VS in het voorjaar van 2021 volgen. Indien dat niet geval is, vragen de leden van de SP-fractie waarom dat niet zo is en wat de voorwaarden zijn om te blijven en ook om te vertrekken.
Antwoord
Zoals in de voortgangsrapportage over de Nederlandse inzet in Afghanistan van 20 mei jl. (Kamerstukken 29 521 en 25 295, nr. 407) met uw Kamer is gedeeld, voorziet het akkoord tussen de VS en de Taliban in een volledige terugtrekking van de Amerikaanse militaire aanwezigheid en buitenlandse troepen binnen veertien maanden na dagtekening van het akkoord. Deze tijdlijn voor terugtrekking is erg ambitieus en zoals eerder beschreven aan voorwaarden gebonden. De NAVO spreekt in het kader van prudent planning over de manier waarop een eventuele terugtrekking zou kunnen gebeuren. Daarbij wordt in acht genomen dat (volledige) redeployment tijd kost en beslag legt op schaarse logistieke capaciteiten. Eveneens wordt in acht genomen dat bondgenoten van elkaar afhankelijk zijn voor de uitvoering van hun operaties. Zo is Nederland afhankelijk van Amerikaanse enablers en van de samenwerking met Duitsland, dat framework nation is van Train Advise Assist Command – North (TAAC-N). Nederland onderhoudt hierover nauw contact met Duitsland en andere bondgenoten.
Nederland blijft in NAVO-verband aandringen op conditions-based besluitvorming over de missie. Dit hangt van veel factoren af, waarbij wordt benadrukt dat naast de afspraken over contraterrorisme ook voortgang op het politieke proces een belangrijke overweging moet zijn. Een politiek akkoord tussen de partijen biedt de beste kans op een vredig en stabiel Afghanistan. Daarom is het van belang dat eventuele besluiten zoveel mogelijk bijdragen aan de kans van slagen van het vredesproces. Het besluit over de toekomst van Resolute Support moet door de NAVO als geheel worden genomen en alle bondgenoten hebben daarin een stem. Het NAVO-adagium is in together, adjust together, out together en daar blijft ook Nederland aan vasthouden. Daarbinnen benadrukt Nederland dat de vooruitgang van de afgelopen jaren behouden moet blijven en dat eventuele vervolgstappen recht doen aan de inspanningen van de Afghanen en de internationale gemeenschap.
Vraag 16
De leden van de SP-fractie blijven verontrust over het verlagen van de drempel voor het gebruik van kernwapens. Dat geldt niet alleen naar aanleiding van de laatste berichten over een testvlucht met een hypersonische Zircon-raket van Rusland5. Diezelfde verontrusting geldt ook de oefeningen «Steadfast Noon» en «Resilient Guard» in het gebruik van atoomwapens. De Duitse pers meldt 13 oktober 2020 dat deze week wordt geoefend, onder andere in het veilig transport van kernwapens. Daarbij wordt gemeld dat ook Nederlandse, Belgische en Italiaanse vliegtuigen deelnemen. De leden van de SP-fractie vragen of de Minister dat kan bevestigen. Voorts vragen deze leden wat de rol is van ieder van de deelnemende landen en of het juist is dat daarbij procedures voor het vervoer en gebruik van atoomwapens worden geoefend. De leden van de SP-fractie zijn onverminderd van mening dat zowel Russische als NAVO-stappen in het gebruik van atoomwapens of het verlagen van de atoomdrempel regelrecht tegen de belangen van de gehele Europese bevolking (van de Atlantische Oceaan tot aan de Oeral) ingaat. Zij achten openbaarheid hierover zeer gewenst, net zozeer als het beëindigen van dit beleid. Deze leden vragen wat hierover in de komende NAVO-raad wordt besloten, alsmede een toelichting hierop6.
Antwoord
De NAVO houdt momenteel een internationale oefening, waarbij wordt gevlogen boven West-Europa en de Noordzee. Aan de oefening doen ongeveer 40 vliegtuigen van verschillende bondgenoten mee, waaronder uit Nederland. De oefening draagt bij aan de interoperabiliteit van de geallieerde strijdkrachten. Het betreft een reguliere oefening die jaarlijks plaatsvindt en bijdraagt aan de veiligheid, effectiviteit en geloofwaardigheid van nucleaire afschrikking door de NAVO. De details van deze puur defensieve oefening, inclusief het oefenscenario, zijn geclassificeerd.
Bij de komende DMM wordt gesproken over diverse aspecten van afschrikking door en verdediging van de NAVO. De ontwikkelingen in de veiligheidssituatie hebben de afgelopen jaren geleid tot de noodzaak voor een versterking van de capaciteiten ter afschrikking van potentiële tegenstanders als ook voor de verdediging van het NAVO-verdragsgebied. De NAVO streeft onverminderd naar een wereld zonder nucleaire wapens, maar zo lang er nucleaire wapens bestaan, blijft de NAVO een nucleaire alliantie en maken nucleaire wapens deel uit van de afschrikking. Tegelijkertijd zijn wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie essentieel voor de NAVO, omdat deze een fundamentele rol spelen in het behouden van vrede in de Euro-Atlantische regio.
Vraag 17
Naar aanleiding van het verslag van de vorige bijeenkomst zijn de leden van de D66-fractie ten eerste benieuwd naar de stand van zaken rondom de desinformatiecampagnes van Russische en Chinese zijde over COVID-19. Zij vragen of de NAVO in staat is om de invloed van deze desinformatiecampagnes te beperken en of hier ook offensieve informatie en desinformatiecampagnes tegenover worden gezet. Attendeert de NAVO een bondgenoot actief als duidelijk wordt dat deze slachtoffers is geworden van een desinformatiecampagne?
Antwoord
Desinformatie wordt verspreid door statelijke en niet-statelijke actoren en ondermijnt de effectiviteit, stabiliteit en solidariteit van onze multilaterale samenwerkingsverbanden zoals de NAVO en de EU, ook tijdens COVID-19. NAVO erkent daarbij desinformatiecampagnes van Russische en Chinese zijde7.
Ook in breder internationaal verband worden Russische heimelijke activiteiten in het informatielandschap steeds vaker opgemerkt. Zo berichtten diverse internationale media en EU Disinfolab over de door Rusland bestuurde mediaoutlet InfoRos. Hoewel waarschijnlijk beperkt qua impact op het publiek, zijn de daarin beschreven activiteiten voorbeelden van de assertieve en georkestreerde beïnvloedingsactiviteiten van Rusland gericht op Westerse democratieën8.
De NAVO kondigde in het Action Plan on NATO’s Response to Disinformation on COVID-19 aan in te zetten op een beter begrip van desinformatiecampagnes door tijdige monitoring, signalering en duiding. De uitkomsten hiervan rapporteert de NAVO regelmatig aan haar bondgenoten. Tevens vindt informatie-uitwisseling plaats tussen de NAVO en haar bondgenoten. Het actieplan gaat tevens in op actievere communicatie vanuit de NAVO. Zo adresseert de NAVO desinformatie door in bepaalde gevallen misleidende narratieven en onjuiste berichten over haar optreden actief te ontkrachten9. Wanneer de desinformatie specifiek gericht is op een NAVO bondgenoot, hebben de bondgenoten ook zelf een verantwoordelijkheid in het adresseren van desinformatie.
Tot slot is strategische communicatie essentieel om de impact van desinformatie te verkleinen. NAVO zet daarom in op proactieve, heldere en feitelijke strategische communicatie, om zo bij te dragen aan een beter begrip en positieve beeldvorming over de rol van de NAVO in de bestrijding van COVID-19. Om deze strategische communicatie vorm te geven publiceerde de NAVO het Strategic Communications Framework on NATO’s Response to COVID-19.
Vanwege de expertise van beide organisaties, werkt de NAVO nauw samen met de EU op dit thema.
Vraag 18
Met betrekking tot de aan Oekraïne verleende status Enhanced Opportunities Partner vragen de leden van de D66-fractie hoe heeft Rusland hierop heeft gereageerd en of hier risico’s aan zijn verbonden aangaande de gevoelige relatie met Rusland.
Antwoord
Zoals bekend ziet Rusland de NAVO als een bedreiging. Moskou kijkt dan ook met argusogen naar het partnerschap met Oekraïne.
NAVO en Rusland kwamen in de NATO Russia Founding Act van 1997 overeen dat het aan landen zelf is om te beslissen over hun verdediging. Dat betekent dat het aan Oekraïne is om te beslissen hoe het zich wil verhouden tot de NAVO.
Het partnerschap van de NAVO met Oekraïne is niet gericht tegen welk land dan ook. De Enhanced Opportunity Partner status is een status die op zichzelf staat en geen voorbode is van of een relatie heeft met toetreding tot het bondgenootschap.
Vraag 19
Met betrekking tot de lastenverdeling lezen de leden van de D66-fractie dat de NLD SOCOM sinds 2 oktober Full Operational Capable (FOC) is verklaard. Zij vonden het goed om te lezen dat de NLD SOCOM na twee jaar voorbereiding nu gereed is. Deze leden vragen of de NAVO-certificeringsoefeningen van het C-SOCC ook hinder ondervinden van het coronavirus. Aansluitend vragen deze leden vragen of de militairen van de NLD SOCOM opereren vanuit Nederland of dat ze uitgezonden worden naar een NATO locatie. Tot slot vragen deze leden op dit punt of de EU defensietak ook bezig is met het ontwikkelingen van capaciteiten op het gebied van SOF Command & Control (c2)- capaciteit. Indien dat het geval is, vragen de leden van de D66-fractie of de NAVO op dit gebied ook informatie met de EU deelt.
Antwoord
Het opwerkprogramma van het C-SOCC is aangepast naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak. De NAVO-certificeringsoefeningen die verspreid over het gehele jaar 2020 zouden plaatsvinden, worden in de periode van september tot en met december doorlopen. Hierbij is het de verwachting dat het C-SOCC in december door de NAVO gecertificeerd zal worden.
Het C-SOCC is voor volgend jaar aangeboden ten behoeve van de NATO Response Force (NRF). Wanneer er in dat kader wordt besloten tot inzet zullen de medewerkers van NLD SOCOM die een functie bekleden binnen het C-SOCC vanuit een locatie buiten Nederland opereren.
Er is in Brussel bij de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) of het Military Planning and Conduct Capability (MPCC) geen sprake van de ontwikkeling van command & control (C2) capaciteiten op het gebied van SOF. Wel is er een door Griekenland geleid PESCO-project, waar op dit moment verder alleen Cyprus aan deelneemt (naast Portugal als zogenoemde observer), dat als doel heeft te komen tot een verplaatsbare tactische SOF C2 capaciteit die ingezet kan worden bij kleine missies. Nederland is geen deelnemer aan dit project en het is daardoor niet bekend of er sprake is van informatie-uitwisseling tussen dit project en de NAVO.
Vraag 20
De leden van de D66-fractie zijn content met het feit dat Nederland haar weerbaarheid volgens de zeven Baseline Requirements goed op orde heeft. Zij vragen in welk opzicht de Resilience Pledge volgend jaar zal worden gewijzigd ten opzichte van de editie uit 2016.
Antwoord
De NAVO voert thans een evaluatie uit naar aanleiding van de COVID-19-crisis. Op basis daarvan zullen de zeven Baseline Requirements en de Pledge worden aangepast.
Vraag 21
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de ontwikkelingen op het gebied van ruimtevaart. Deze leden vragen op welke concrete vlakken Nederland hier kan bijdragen en of het conform de Nederlandse inzet is om de samenwerkingsverbanden met ruimtevaartorganisaties zoals de ESA en de NASA en de NAVO te verstevigen.
Antwoord
Vanuit het toegenomen belang van het gebruik van de ruimte(vaart) zal Nederland de bestaande samenwerking binnen de EU en de NAVO en ook met ruimtevaartorganisaties zoals met name ESA, verder voortzetten. In de EU gaat het onder andere om de deelname aan het PESCO-project EU Space Situational Awareness Network (EU-SSA-N). In dit project wordt samen met Italië, Frankrijk en Duitsland gewerkt aan gezamenlijke doctrines en standaarden voor een Europees SSA netwerk. Daarnaast neemt Nederland deel aan het PESCO-project Timely Warning and Inception with Space-based TheatER surveillance (TWISTER). Dit project heeft als doel het versterken van de capaciteit om dreigingen vanuit de ruimte beter op te sporen en tegen te gaan. Hiermee kan ook een bijdrage worden geleverd aan de Ballistic Missile Defense (BMD) van de NAVO. Binnen de NAVO is de ruimte vorig jaar als één van de acht Emerging and Disruptive Technologies aangenomen. Nederland neemt in dat kader actief deel in de Science & Technology Organization.
Vraag 22
Met betrekking tot operaties en missies vragen de leden van de D66-fractie of Defensie al zicht heeft op de mogelijke Nederlandse inzet bij een uitbreiding van de NAVO missie in Irak.
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 14.
Vraag 23
Voorts zijn de leden van de D66-fractie benieuwd naar het intra-Afghaanse vredesproces. Zij vragen of er al iets meer uit de onderhandelingen is gekomen en of dit invloed op de Resolute Support missie in Afghanistan heeft.
Antwoord
De Afghanistan Peace Negotiations gingen op 12 september in Doha van start. De onderhandelaars hebben inmiddels Doha verlaten voor een korte onderbreking. Tot nu toe bespraken zij de agenda en de code of conduct voor de onderhandelingen. Naar verluidt zijn er nog geen inhoudelijke onderwerpen aan bod gekomen. De Afghaanse regering blijft inzetten op een staakt-het-vuren en de Taliban geven aan de (islamitische) regeringsvorm, de internationale aanwezigheid in Afghanistan en de verdere vrijlating van gevangenen te willen bespreken. De NAVO-bondgenoten zullen tijdens de bijeenkomst de ontwikkelingen in Afghanistan en mogelijke gevolgen voor de Resolute Support-missie bespreken.
Vraag 24
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het feit dat de Ministers tijdens de tweede werksessie stilstaan bij het twintig jarig bestaan van resolutie 1325. Tegelijkertijd zijn deze leden niet tevreden met de voortgang die in die twintig jaar is gemaakt. Volgens deze leden zijn er nog steeds te weinig vrouwen gepositioneerd op hoge functies binnen de krijgsmacht en het bondgenootschap. De leden van de D66-fractie kijken dan ook uit naar het rapport dat is aangekondigd. Zij vragen of het mogelijk is om de implementatie van het Policy and Action Plan met betrekking tot Vrouwen, vrede en veiligheid naar voren te halen en of het mogelijk is om dit eerder dan in juni 2021 in werking te laten treden.
Antwoord
Tijdens de NAVO-top in 2018 is het Policy and Action Plan voor Vrouwen, vrede en veiligheid voor de periode 2018–2021 aangenomen. Afronding van de implementatie van het actieplan was voorzien voor 2020. In maart van dit jaar is besloten om de implementatieperiode met een jaar te verlengen. Dit is ingegeven door het feit dat veel geformuleerde actiepunten nog moeten worden gerealiseerd en zo op een duurzame wijze in beleid kunnen worden verankerd. Voorts is dit een goede manier om vooruitgang op dit onderwerp te beoordelen. Het naar voren halen van de implementatie van het actieplan ligt dan ook niet voor de hand. Begin 2021 wordt een begin gemaakt met het opstellen van een nieuw actieplan.
Vraag 25
De leden van de D66-fractie vinden het jammer te lezen dat het nodig is om een actieplan tegen seksuele uitbuiting op te stellen. Zij vragen of het mogelijk is om de Kamer de cijfers te doen toekomen over de gevallen van seksuele uitbuiting en misbruik binnen de NAVO organisatie en of hier voldoende onafhankelijke meldingsmogelijkheden voor zijn.
Antwoord
Navraag bij de NAVO heeft uitgewezen dat er momenteel geen meldingen van seksuele uitbuiting en misbruik binnen de organisatie bekend zijn.
Op het gebied van seksuele uitbuiting en misbruik ziet de NAVO erop toe dat er voldoende onafhankelijke meldingsmogelijkheden zijn. Zo wordt er onderzoek gedaan naar de geleerde lessen omtrent meldingsmogelijkheden van andere internationale organisaties. Ook wordt onderzocht of de bestaande procedures binnen de NAVO zo nodig moeten worden aangepast aan het specifieke karakter van meldingen van seksuele uitbuiting en misbruik. Dit alles met het oog op een toegankelijke en eerlijke procedure waarin indieners van klachten zich beschermd weten.
In NAVO-terminologie zijn dit: 1) continuity of goverment and essential goverment services, 2) resilient energy supply, 3) ability to deal with uncontrolled massive movement of people, 4) resilient food and water resources, 5) ability to deal with mass casualties, 6) resilient civil communication systems en 7) resilient civil transport systems.↩︎
Bron: https://reader.defensenews.com/2020/10/08/us-army-europe-and-us-army-africa-to-merge-as-commander-pins-on-fourth-star/content.html.↩︎
Bron: https://reader.defensenews.com/2020/10/07/democrats-face-internal-fight-on-defense-spending-says-smith/content.html.↩︎
Bron: German industry pushes for space launch site in the North Sea, https://www.defensenews.com/global/europe/2020/10/08/german-industry-pushes-for-space-launch-site-in-the-north-sea/.↩︎
Bron: Russia reports successful test launch of hypersonic missile. Bron: https://reader.defensenews.com/2020/10/07/russia-reports-successful-test-launch-of-hypersonic-missile/content.html.↩︎
Bron: Deutsche Luftwaffe trainiert offenbar den Atomkrieg. https://www.t-online.de/nachrichten/deutschland/militaer-verteidigung/id_88743142/bericht-deutsche-luftwaffe-trainiert-offenbar-heimlich-den-atomkrieg.html.↩︎
Zo refereerde Secretaris-Generaal van de NAVO Jens Stoltenberg meermaals aan de desinformatieactiviteiten van Rusland en China, zie bijvoorbeeld:https://www.nato.int/cps/en/natohq/opinions_176197.htm en https://www.rferl.org/a/nato-s-stoltenberg-blasts-chinese-russian-disinformation-about-coronavirus/30579874.html.↩︎
Zie: https://www.disinfo.eu/publications/how-two-information-portals-hide-their-ties-to-the-russian-news-agency-inforos/ en https://www.washingtonpost.com/world/europe/how-russias-military-intelligence-agency-became-the-covert-muscle-in-putins-duels-with-the-west/2018/12/27/2736bbe2-fb2d-11e8–8c9a-860ce2a8148f_story.html https://www.nytimes.com/2020/07/28/us/politics/russia-disinformation-coronavirus.html.↩︎
Zie bijvoorbeeld de webpagina «NATO-Russia: Setting the record straight», https://www.nato.int/cps/en/natohq/115204.htm.↩︎