Antwoord op vragen van de leden Voordewind en Bisschop over de handreiking levensbeschouwing van het COA
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D42262, datum: 2020-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-550).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van zaak 2020Z16038:
- Gericht aan: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
550
Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Bisschop (SGP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de handreiking levensbeschouwing van het COA (ingezonden 10Â september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26Â oktober 2020). Zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020â2021, nr. 247.
Vraag 1
Hoe definieert het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) het begrip religieuze neutraliteit?
Antwoord 1
Het COA is een politiek en religieus neutrale organisatie. Dit is reeds toegelicht in verschillende antwoorden op vragen uit uw Kamer.1 De beleving van religie en levensovertuiging is een persoonlijke aangelegenheid voor alle bewoners van COA-locaties en vindt plaats in de kleine setting van de privésfeer (zoals in gezinsverband). Vanuit die gedachte bevoordeelt het COA geen religie of levensovertuiging en onthouden COA-medewerkers zich van het uitdragen van een religie of geloofsovertuiging aan bewoners. Daarbij komt dat het COA zich niet bemoeit met de persoonlijke beleving van religie en levensovertuiging van bewoners, zolang deze geen inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van andere bewoners of de belangen van andere bewoners schaadt. Omdat bewoners van COA-locaties diverse politieke en (non-)religieuze voorkeuren hebben en mogelijk vanwege deze voorkeuren naar Nederland zijn gevlucht, kan confrontatie met de collectieve belijdenis van een religie of levensovertuiging een inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van bewoners. Daarom zijn politieke en religieuze groepsbijeenkomsten, buiten de kleine setting van de privésfeer (zoals het gezinsverband) niet toegestaan binnen COA-locaties.
Vraag 2
Deelt u de mening dat religieuze neutraliteit niet betekent dat het houden van bijbelstudies op verzoek van bewoners op hun kamer verboden zou moeten worden, maar dat COA juist de plicht heeft de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging voor alle bewoners van alle geloven en overtuigingen op de centra te bewaken?
Antwoord 2
Bewoners van een COA-locatie staat het vrij om in de kleine setting van de privésfeer (bijvoorbeeld in gezinsverband) een Bijbel- of Koranstudie te houden. Daarnaast is het ook mogelijk voor bewoners om individueel een religieus gesprek te houden met een bezoeker. Het COA heeft als politiek en religieus neutrale organisatie een taak om de persoonlijke levenssfeer van alle bewoners te bewaken en de leefbaarheid en veiligheid op de opvanglocaties te borgen. Inherent hieraan is dat politieke en religieuze activiteiten die mogelijk een inbreuk plegen op de persoonlijke levenssfeer van anderen niet zijn toegestaan. Daarom worden bewoners voor collectieve belijdenis van religie of levensbeschouwing, buiten de kleine privé setting (zoals het gezinsverband), verwezen naar (religieuze) instellingen in de omgeving.
Vraag 3
Kunt u aangeven krachtens welke wet u meent politieke en religieuze groepsbijeenkomsten op de kamer van de bewoner thans te kunnen verbieden2, aangezien de Handreiking Levensbeschouwing van juni 2018 (in het vervolg de Handreiking), p. 4, de Grondwet en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) de overheid ruimte bieden om de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging alleen bij wet en in specifieke gevallen te beperken en aangezien het volgens de Handreiking, p. 6, niet wenselijk is het te weigeren of te controleren als een bewoner op zijn eigen kamer met andere bewoners samen wil bidden?
Antwoord 3
De Handreiking Levensbeschouwing omvat handvatten voor medewerkers hoe om te gaan met situaties waarin sprake is van de uiting van religie en levensbeschouwing door bewoners op een COA-locatie. Op dit moment vindt een evaluatie plaats van deze handreiking. Uitgangspunt voor de handreiking is de eerbiediging van artikel 6 van de Grondwet, tegen de achtergrond van het feit dat het COA tot taak heeft de leefbaarheid op iedere locatie en de veiligheid en persoonlijke levenssfeer van iedere bewoner, ongeacht diens religie of levensbeschouwing, te waarborgen.
Vraag 4, 5
Kunnen alle bewoners van asielzoekerscentra (azcâs) in de praktijk inderdaad terecht bij religieuze instellingen van hun keuze in de buurt om deel te nemen aan gebedsdiensten, Bijbelstudie of andere activiteiten in groepsverband? Welke normen ten aanzien van reismogelijkheden en reistijd houdt u daarbij aan?
Klopt het dat het COA actief mee kan helpen een ruimte buiten het azc te vinden, en worden bewoners ook op deze mogelijkheid gewezen? Gebeurt het ook in de praktijk dat bewoners geholpen worden met het vinden van een ruimte en zo ja, hoe?3
Antwoord 4, 5
Het COA ondersteunt bewoners wanneer zij buiten de locatie een religieuze bijeenkomst willen bijwonen of een religieuze instelling willen bezoeken. In het geval een bewoner onvoldoende aansluiting vindt bij een bestaande religieuze instelling, bijvoorbeeld vanwege de taal of omdat een religieuze instelling niet in de nabijheid aanwezig is, dan helpt het COA, wanneer een bewoner daarom verzoekt, met het zoeken naar een ruimte buiten de COA-locatie voor het organiseren van een religieuze bijeenkomst. Ik kan bevestigen dat bewoners in de praktijk daadwerkelijk gebruik maken van deze ondersteuningsmogelijkheden vanuit het COA.
Vraag 6
Bent u bekend met conceptversie 0.2 van de Handreiking van 14Â december 2016 (verder het Concept) en de daarin gestelde kanttekeningen en rechtsvragen (geel gemarkeerd) aangaande de rechtmatigheid van de voorgestelde beleidslijn?4
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Kunt u reageren op de in het Concept op p. 4 gemaakte opmerking dat het voorgestelde COA-beleid op het eerste gezicht botst met de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing, op de vraag in Concept, p. 5, hoe ver het COA mag gaan in de regulering om buitenproportioneel optreden door locatiemanagers te voorkomen, en op de opmerking bij het Concept, p. 7â8, dat er geen juridische basis lijkt te bestaan om religieuze bijeenkomsten en feesten te verbieden? Wat is er gedaan met deze vraag en opmerking en op welke wijze heeft dit doorgewerkt in de definitieve vaststelling van de Handreiking?
Antwoord 7
Het zou de definitieve Handreiking Levensbeschouwing van juni 2018 te kort doen om deze te beoordelen aan de hand van opmerkingen in een zeer vroege conceptversie. In deze conceptfase van het proces wordt er nog vrijuit van gedachten gewisseld over mogelijke denkrichtingen en dient er ruimte te zijn om alle kritische vragen te stellen en opmerkingen te maken die men noodzakelijk acht om tot een weloverwogen handreiking te komen. Gedurende het proces zijn alle relevante vragen en opmerkingen in overweging genomen en verwerkt, dit heeft geleid tot de definitieve Handreiking Levensbeschouwing van juni 2018. Zoals ik in mijn antwoord op vraag drie heb aangegeven, vindt momenteel een evaluatie plaats van de Handreiking Levensbeschouwing.
Bijlage bij Handeling II, 2018/19, nr. 27, item 7, p. 63â64.
Handeling II, 2018/19, nr. 27, item 14, p. 23.
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018â2019, nr. 3699.â©ïž
«COA wil voorkomen dat bewoners geconfronteerd worden met politieke of religieuze uitingen van andere bewoners. Politieke en religieuze groepsbijeenkomsten zijn in het azc dan ook niet toegestaan. Ook niet in de eigen kamer. De activiteiten mogen alleen plaatsvinden in een kleine setting in de privĂ©sfeer. Denk aan een Bijbel- of Koranstudie in gezinsverband. Of een religieus gesprek met een bezoeker. Bewoners kunnen naar religieuze instellingen in de buurt om deel te nemen aan gebedsdiensten, Bijbelstudie of andere activiteiten in groepsverband. De vrijheid van godsdienst is daardoor niet in het geding»; https://www.coa.nl/nl/levensbeschouwing-het-azcâ©ïž
Gezien hetgeen in de Handreiking op p. 6 gesteld wordt, namelijk dat het kan «voorkomen dat een bewoner onvoldoende aansluiting vindt bij bestaande religieuze instellingen. Bijvoorbeeld vanwege de taal of omdat een bepaalde religieuze stroming niet aanwezig is in de regio. Het is belangrijk dat het COA een goed beeld krijgt van de redenen voor onvoldoende aansluiting. Daarna kan het COA â op verzoek van een bewoner â helpen met het zoeken naar een ruimte buiten de COA-locatie voor het organiseren van een religieuze bijeenkomst/feest.»â©ïž
https://www.coa.nl/nl/wob/wob-verzoek-van-stichting-gave-inzake-handreiking-levensbeschouwingâ©ïž