Amendement van het lid Stoffer over ongedaan maken van de lastenverhoging voor afnemers van elektriciteit
Wijziging van de Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie in verband met de vaststelling van tarieven voor de jaren 2021 en 2022
Amendement
Nummer: 2020D42493, datum: 2020-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35579-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
Onderdeel van kamerstukdossier 35579 -8 Wijziging van de Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie in verband met de vaststelling van tarieven voor de jaren 2021 en 2022.
Onderdeel van zaak 2020Z19745:
- Indiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (ð origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 579 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Wijziging van de Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie in verband met de vaststelling van tarieven voor de jaren 2021 en 2022)
Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER
Ontvangen 27Â oktober 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, derde lid, wordt «â¬Â 0,0225 in 2021 en â¬Â 0,0229 in 2022» vervangen door «â¬Â 0,0100 in 2021 en «â¬Â 0,0100 in 2022».
Toelichting
Dit amendement zorgt voor een tariefverlaging in 2021 en 2022 van de derde schijf in de opslag duurzame energie (ODE-heffing) van 2,25Â cent/KWh respectievelijk 2,29Â cent/KWh naar 1,00Â cent/KWh. Daarmee wordt de lastenverhoging in de opslag duurzame energie voor afnemers van elektriciteit van 2021 en 2022 geheel en van 2020 ten dele ongedaan gemaakt. Als het oorspronkelijke plan doorgaat, zorgt dit voor een enorme, nog verdere stijging van de ODE-heffing in de derde schijf. En dus ook voor een nog grotere stijging van energiekosten voor bedrijven, nadat deze kosten in 2020 al explosief zijn gestegen. Met name bij glastuinbouwbedrijven hebben de verhogingen van de lasten met tienduizenden euroâs grote gevolgen voor de bedrijfsvoering.
Vorig jaar is de motie Heerma c.s. (Kamerstuk II, 32 813, nr. 360) aangenomen. Deze motie wijst ook op de cumulatie van (klimaat)regelen en de gevolgen hiervan voor bedrijven. De indiener van het amendement acht het, in lijn met de aangenomen motie, verstandig om de geplande tariefverhoging in de derde schijf te beperken. Vorig jaar was er ook al discussie over de enorme stijging van de heffing. Mede op basis daarvan is er een compensatie aangeboden van twee keer 25 miljoen. Volgens de indiener doet dit geen recht aan de lastenverzwaring voor de gewenste elektrificatie.
De insteek van het Klimaatakkoord is dat bedrijven overstappen van gas naar stroom (elektrificatie). In het Klimaatakkoord zijn hier ook afspraken over gemaakt, onder meer met de glastuinbouw. Door de beoogde stijging in de derde schijf van de ODE-heffing wordt deze ontwikkeling geremd, en worden bedrijven die al in hoge mate overgegaan zijn op het gebruik van stroom in plaats van gas gestraft.
De derving als gevolg van deze maatregel bedraagt â¬Â 428 miljoen in 2021 en â¬Â 437 miljoen in 2022. Deze derving komt ten laste van de Begrotingsreserve Duurzame Energie.
Stoffer