Motie van het lid Van Aalst over de soevereiniteit en beslissingsbevoegdheid van de Nederlandse havens niet in het geding laten komen
Uitvoering van Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiƫle transparantie van havens (PbEU 2017, L 57) (Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening)
Motie
Nummer: 2020D42590, datum: 2020-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35463-7).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.R. van Aalst, Tweede Kamerlid (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35463 -7 Uitvoering van Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiƫle transparantie van havens (PbEU 2017, L 57) (Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening) .
Onderdeel van zaak 2020Z19795:
- Indiener: R.R. van Aalst, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-10-27 18:30: Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening (35463) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-11-03 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 463 Uitvoering van Verordening (EU) 2017/352 van het Europees parlement en de Raad van 15Ā februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiĆ«le transparantie van havens (PbEU 2017, L 57) (Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening)
Nr. 7 MOTIE VAN HET LID VAN AALST
Voorgesteld 27Ā oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er steeds meer Brusselse regelgeving komt die zich bemoeit met de Nederlandse havens;
van mening dat Nederland altijd baas moet zijn over eigen haven;
verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat de soevereiniteit en de beslissingsbevoegdheid van de Nederlandse havens niet in het geding komt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Aalst