[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Evaluatie van de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) 2009-2018

Noodpakket banen en economie

Brief regering

Nummer: 2020D42691, datum: 2020-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35420-154).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35420 -154 Noodpakket banen en economie.

Onderdeel van zaak 2020Z19837:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 154 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2020

Eind 2019 heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan Dialogic opdracht gegeven de GO-regeling te evalueren. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode januari-mei 2020. De formele vervaldatum van de GO-regeling was 1 juli 2020. Vooruitlopend op de afronding en de uitkomsten van het evaluatieonderzoek is de GO-regeling, al kort na de uitbraak van corona, met instemming van de Kamer verlengd tot 1 april 2021.1 In de coronahectiek van de afgelopen periode heeft het ministerie andere zaken prioriteit moeten geven. Met deze brief bied ik u alsnog het onderzoeksrapport aan2 en geef ik daarop een reactie.

GO-regeling

De toegang van het mkb en middelgrote bedrijven tot financiering is een belangrijk aandachtspunt van dit kabinet en heeft door de coronacrisis een extra dimensie gekregen. Het is van vitaal belang voor de veerkracht en het innoverend vermogen van de economie dat bedrijven toegang tot financiering hebben. Wanneer levensvatbare bedrijven onvoldoende financiering ter beschikking hebben om groei, innovatie en/of continuïteit te realiseren en te borgen, remt dit de groei van de economie. In een open markteconomie is daarbij het uitgangspunt dat bedrijfsfinanciering in beginsel een taak is van de markt. Daar waar de markt niet goed of beperkt werkt, kan de overheid met haar beleid een randvoorwaardelijke dan wel stimulerende rol vervullen. Mijn beleidsvisie op de mkb-financieringsmarkt heb ik op 5 november 2019 met uw Kamer gedeeld.3 Eén van de financieringsregelingen uit het garantie-instrumentarium dat ik daarbij inzet is de Garantie Ondernemingsfinanciering, ofwel de GO-regeling.

Sinds 2009 biedt de GO-regeling 50% staatsgarantie op bancaire leningen en bankgarantiefaciliteiten vanaf 1,5 miljoen euro tot – op dit moment – 150 miljoen euro per onderneming. Het doel van de GO-regeling is kredietverlening aan het mkb en (middel)grote bedrijven te stimuleren, die zonder garantie niet, gedeeltelijk of slechts moeizaam tot stand zou komen. Voorwaarden zijn dat de onderneming (in de kern) gezond is en voldoende continuïteits- en rentabiliteitsperspectief heeft. Uit de analyse blijkt dat zowel door «zwakkere» ondernemingen als financieel gezonde ondernemingen de GO-faciliteit wordt aangevraagd.

Hierbij wordt door de bank en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) beoordeeld of de onderneming in de toekomst, ook in wat mindere tijden, in staat is de rente- en aflossingsverplichtingen op de GO-lening te voldoen. Recent is de GO-coronamodule (GO-C) toegevoegd aan de regeling, voor ondernemingen die liquiditeitsproblemen ondervinden als gevolg van corona. De GO-C biedt 90% staatsgarantie op bancaire leningen aan het mkb (< 250 fte) en 80% op bancaire leningen aan grotere bedrijven (>250 fte) en heeft een tijdelijk plafond van 150 miljoen euro, bij de reguliere GO blijkt 61% van de bedrijven een financieringsbehoefte te hebben van 1,5 – 5,0 miljoen euro.

De werkwijze van de GO-regeling is dat, als een bank bij de financiering van een onderneming de GO-regeling wil toepassen, de bank daarvoor een aanvraag met alle onderliggende bedrijfsinformatie en kredietdocumentatie ter goedkeuring voorlegt aan RVO.nl. Dit is een belangrijke waarborg voor de staat om te kunnen bepalen of een GO-aanvraag past bij het doel en voorwaarden van de regeling. De aanvraag wordt door een adviseur van RVO.nl getoetst op formele en inhoudelijke aspecten, en vervolgens beoordeeld in een adviescommissie. De leden van de adviescommissie zijn externe onafhankelijke deskundigen. Zij hebben, net als de adviseurs van RVO.nl, een zeer ruime ervaring op gebied van krediet- en risicobeoordeling van mkb en grootbedrijf, ook in situaties van herstructurering. Voor iedere aanvraag staat een wettelijke behandelingstermijn bij RVO.nl van maximaal 3 weken, in de praktijk bedraagt deze termijn meestal 1–2 weken. In voorkomende situaties geldt een spoedprocedure.

Uitkomsten evaluatie

De hoofdconclusie van Dialogic is dat de GO-regeling heeft bewezen, vooral in tijden van de economische crisis, van toegevoegde waarde te zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven. De GO-regeling is in de onderzoeksperiode 2009–2018 efficiënt en professioneel uitgevoerd. De GO-regeling is per saldo overwegend doeltreffend. De Europese Commissie heeft vastgesteld dat de GO-regeling geen staatssteun bevat.

Het onderzoek betreft de periode vanaf de start van de GO-regeling in 2009 tot en met 2018. Hoewel een 5-jaars evaluatie gebruikelijk is en de GO-regeling in 2013 voor het eerst is geëvalueerd, is dit keer gekozen voor een 10-jaars periode. De reden hiervoor is dat de periode 2009–2018 zowel een fase van recessie als van groei kende en het onderzoek daarmee een volledige conjuncturele cyclus omvat.

De belangrijkste bevindingen van het onderzoek zijn:

– De GO-regeling heeft bewezen in de kern gezonde ondernemingen met kwalitatief goede plannen op een overwegend doeltreffende wijze te helpen met het verkrijgen van financiering, wat waarschijnlijk zonder de GO-regeling niet of in onvoldoende mate zou zijn gelukt;

– In de periode 2009–2018 is met GO-garantie voor 2,8 miljard euro aan 316 ondernemingen krediet verstrekt. De staatsgarantie daarop bedroeg 50% (1,4 miljard euro);

Van de 316 ondernemingen behoorde in het jaar van de kredietaanvraag 92% tot het mkb, waarvan 56% kleinbedrijf tot 50 werknemers en 36% middelgrote bedrijven met 50–250 werknemers, en 8% tot het grootbedrijf met meer dan 250 werknemers.

– In de eerste jaren na het uitbreken van de kredietcrisis is de GO-regeling vooral ingezet in situaties van herstructurering, in de latere jaren meer bij groei- en spronginvesteringen met een hoger risicoprofiel. Over de hele periode bezien is de GO-regeling intensiever gebruikt in de fase van recessie dan in de fase van hoogconjunctuur;

– Er was in de periode 2009–2018 geen sprake van marktverstoring of staatssteun; uit de door de banken aan de staat afgedragen garantieprovisies zijn de verliesdeclaraties en de uitvoeringskosten gedekt;

– Circa 10% van de GO-ondernemingen haalt het niet en gaat failliet. De overheid heeft nauwelijks invloed op de samenstelling van het portfolio. Dit is echter inherent aan de generieke aard van de regeling.

– De rol van RVO.nl en de adviescommissie is in de evaluatie door Dialogic positief beoordeeld. De GO-regeling is professioneel uitgevoerd.

Het onderzoeksrapport geeft daarnaast een aantal overwegingen voor mogelijke aanpassingen van de GO-regeling, waaronder het toelaten van alternatieve (non-bancaire) financiers tot de GO, net als bij de BMKB. Daarnaast adviseert Dialogic het garantieplafond flexibel te houden, hoger in tijden van crisis en lager in tijden van hoogconjunctuur. Verder geeft Dialogic in overweging te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is bij de beoordeling van GO-aanvragen sterker te sturen op financieringen met een maatschappelijke meerwaarde. Andere aanbevelingen en parameteraanpassingen betreffen meer technische veranderingen in de regeling waarop ik zal terugkomen in een formeel voorstel aan de Kamer voor eind 2020, nadat hierover is gesproken met de banken. Dan ga ik ook in op de verlenging.

Reactie op het onderzoek

De evaluatie toont aan dat de GO-regeling een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de kredietverlening aan het mkb en (middel)grote bedrijven. De GO-regeling wordt steeds doelmatiger uitgevoerd en leidt tot beperkte administratieve lasten voor financiers en ondernemingen. RVO.nl en de adviescommissie toetsen bij iedere GO-aanvraag of het gaat om een in de kern gezonde onderneming met een bevredigend rentabiliteits- en continuïteitsperspectief. Mede daardoor is de GO-regeling in de onderzoeksperiode 2009–2018 kostendekkend geweest. Nadelig is dat met de regeling waarschijnlijk een lichte bias ontstaat richting bancaire kredieten ten koste van andere vormen van bancaire (inclusief clubdeals) en niet-bancaire financiering.

Inzake de verlenging en mogelijke andere aanpassingen van de GO-regeling zal ik voor eind 2020 een formeel voorstel aan de Kamer voorleggen, zodra het evaluatierapport van Dialogic is besproken met de banken en overige betrokkenen. Dan ga ik ook in op de verlenging.

De verruimde GO-coronamodule (GO-C) is gebaseerd op het tijdelijke corona-staatssteunkader van de Europese Commissie, dat oorspronkelijk een looptijd heeft tot 31 december 2020, maar onlangs is verlengd tot 30 juni 2021. In dit verband zal in overleg met alle betrokkenen worden bezien of en in welke vorm de GO-C module wordt verlengd.

Ik zal laten onderzoeken welke behoefte er bij alternatieve financiers is om, naast de BMKB, voor grotere financieringen ook de GO-regeling voor hen open te stellen.

Voor wat betreft financieringen met een maatschappelijke meerwaarde zijn er de afgelopen jaren talrijke GO-aanvragen goedgekeurd, o.a. ten behoeve van investeringen in waterzuivering, zonne-energie, mestverwerking, aanleg van glasvezelnetwerken, patiëntendossiers in de zorg, hoogwaardige voedingssupplementen en recycling van banden, kunststoffen en metalen. Op de aanbevelingen van Dialogic inzake mogelijke aanpassingen van de GO-regeling zal ik terugkomen nadat ik hierover verder met RVO.nl, de banken en non-bancaire financiers heb gesproken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer


  1. Kamerstuk 35 420, nr. 20↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  3. Kamerstuk 32 637, nr. 386↩︎