Amendement van het lid Terpstra over een hardheidsclausule
Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet
Amendement
Nummer: 2020D42803, datum: 2020-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35517-6).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.H. Terpstra, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35517 -6 Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen.
Onderdeel van zaak 2020Z19890:
- Indiener: J.H. Terpstra, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 517 Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet
Nr. 6 AMENDEMENT VAN HET LID TERPSTRA
Ontvangen 28 oktober 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel TT, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
TTa
Artikel 119 komt te luiden:
Artikel 119
Onze Minister kan in bepaalde gevallen van deze wet afwijken of afwijking daarvan toestaan als strikte toepassing van het bepaalde in deze wet zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard of voor de volkshuisvesting ter plaatse onwenselijke uitkomst.
Toelichting
Indiener wil bewerkstelligen dat de flexibiliteit bevorderd wordt door een algemene hardheidsclausule. In de Woningwet, het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) en de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (RTIV) is zeer veel tot in detail geregeld, wat kan leiden tot starheid en een (te) rigide uitleg van de wet. De vaak limitatief en dwingend geformuleerde bepalingen bieden de Minister c.q. de Autoriteit woningcorporaties ook geen mogelijkheden tot afwijking. Indien de wet een onbedoeld gevolg heeft, moet er de mogelijkheid bestaan daarvan af te wijken zodat er geen negatief gevolg optreedt voor de volkshuisvesting.
Terpstra