Lijst van vragen over het MIRT Overzicht 2021 (Kamerstuk 35570-A-4)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Lijst van vragen
Nummer: 2020D43075, datum: 2020-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D43075).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. van der Zande, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z16371:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-22 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-30 11:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-10-15 11:30: Besloten (digitale) technische briefing pilots baten-lastenstelsel (Technische briefing), vaste commissie voor Financiën
- 2020-10-29 12:00: MIRT Overzicht 2021 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-12-01 17:00: Water en wadden (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-12-02 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-07 11:00: MIRT (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-12-16 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
2020D43075 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het MIRT Overzicht 2021 (Kamerstuk 35 570 A, nr. 4).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Van der Zande
Nr. | Vraag |
1 | Wat is de rol van de EU in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)? |
2 | Heeft de Europese Commissie invloed op het MIRT? |
3 | Wat is de status van het spoortraject Den Haag-Aken, via Heerlen? |
4 | Wat is de status van het spoortraject Eindhoven-Düsseldorf? |
5 | Wat is de status van de Friesenbrücke? Is deze binnen de termijn klaar? |
6 | Wat is het gevolg van de coronacrisis voor de onderhoudskosten van het spoornetwerk? |
7 | Wat is de geschiedenis van het (nog niet bestaande) spoortraject tussen Maastricht en Luik? |
8 | In hoeverre kunnen de middelen die ProRail heeft gereserveerd voor het onderhoud aan station Dordrecht Zuid, dat zal vervallen bij de aanleg van Dordrecht Leerpark, ingezet worden bij de aanleg van het nieuwe station? Bent u bereid hierover in overleg te treden met de regio? |
9 | Wat is de actuele stand van zaken omtrent de uitvoering van de motie-Van Aalst (Kamerstuk 35 300 A, nr. 92) voor een zo snel mogelijke realisatie van de zeven MIRT-projecten? Heeft u hier al extra versnellingsmogelijkheden, bijvoorbeeld het parallel schakelen van een deel van de planuitwerkingsfase met de aanbestedingsprocedure van projecten, voor gevonden? |
10 | Welke gevolgen hebben de door de stikstofcrisis opgelopen vertragingen bij de realisatie van de MIRT-projecten voor de werkgelegenheid in de bouwsector voor het jaar 2021? |
11 | Waarom wordt voor relatief kleine projecten dezelfde systematiek gehanteerd als voor grotere? Hoe wordt flexibiliteit gewaarborgd? |
12 | Worden projecten die eventueel uit andere fondsen (zoals het Groeifonds) worden bekostigd, ook in de MIRT-systematiek ondergebracht? |
13 | Bent u bereid om een borgstelling af te geven van 14 miljoen euro voor de gelijkvloerse spoorwegovergang van de N221 (Barchman Wuytierslaan), die als onderdeel van het project voor de rondweg Amersfoort veiliger moet worden ingericht? |
14 | In hoeverre bent u bereid de noodzakelijke planvorming van emplacement Dordrecht Vlaakweg, waarvan in 2016 reeds werd aangegeven dat het de meest kosteneffectieve oplossing is voor de capaciteitsknelpunten op het spoor in de Zuidelijke Randstad, op te nemen in het MIRT-traject spoorcapaciteit 2030? |
15 | In hoeverre wordt ook ingezet op verstedelijking vanuit de mix van woningbouw en economie rond bestaande regionale ov-knooppunten zoals Bilthoven en Driebergen-Zeist? |
16 | In hoeverre wordt bij de oplossingen voor het bereikbaarheidsvraagstuk van het Utrecht Science Park (USP) de economische opgave naast de verstedelijkingsopgave meegenomen? |
17 | Hoe wordt een vervolg gegeven aan het adviesrapport van Sybilla Dekker? |
18 | Hoe ziet het vervolgproces van het Zuidasdok eruit? |
19 | Kunt u aangeven waarom de verkenning Oeververbindingen in het MIRT-projectenoverzicht een eigen projectblad heeft en de verkenning CID-Binckhorst, die ook onderdeel uitmaakt van gebiedsprogramma MoVe, Mobiliteit en Verstedelijking, niet? |
20 | Wat is de stand van zaken van de corridor Rotterdam-Antwerpen en wanneer worden plannen van aanpak voor de overige thema’s verwacht? Hoe wordt het spoor hierin meegenomen? |
21 | Waarom is het project voor verbreding van de A4 Haaglanden-N14 op deze wijze vormgegeven? |
22 | Kunt u het te krappe budget voor de A4 verklaren? |
23 | Wat doet u met de inbreng van omwonenden op de plannen voor de A4? |
24 | Hoe wordt dezelfde situatie van weerstand, zoals is ontstaan bij de vorige A4-aanpak, voorkomen? |
25 | Hoe gaat u water compenseren langs het traject van de A4, dat nodig is in verband met de aanleg? |
26 | Wordt Emmen/Coevorden als logistieke hotspot in de context van grootschalige bedrijvigheid buiten deze steden gezien? Of wordt Emmen/Coevorden, zoals omschreven in de uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), gepositioneerd als industriecluster van de Noordelijke stedelijke regio’s? |
27 | Kunt u verklaren waarom op de opgavenkaart bij Emmen Energie (GZI Next), Kennis (Universiteit van het Noorden / Chemiecampus) en High tech systemen en materialen (HTSM) als topsectoren worden gemist, ook gelet op het feit dat in de beschrijving van het Regiospecifiek Project (RSP) Emmen niet meer wordt genoemd, terwijl er op de kaart wel een «project in uitvoering»-symbool staat bij Emmen? |
28 | Waarom wordt er, bijvoorbeeld bij vaarwegen, vastgehouden aan vaste brughoogtes, terwijl de ruimtelijke inpassing in een stedelijke omgeving veel ingewikkelder, duurder en ingrijpender voor omwonenden en weggebruikers is? |