Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 november 2020
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D43664, datum: 2020-11-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D43664).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. de Roon, voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (PVV)
- Mede ondertekenaar: E.A.M. Meijers, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z20176:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2020-11-02 16:00: Raad Buitenlandse Zaken Handel (Inbreng schriftelijk overleg), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-11-05 16:00: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-11-10 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D43664 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over o.a. de brief inzake Geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 november 2020 (Kenmerk 2020Z20176).
De voorzitter van de commissie,
De Roon
De adjunct-griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
Algemeen | 2 | |
Stand van zaken herziening EU-handelsbeleid en toekomst van de WTO | 2 | |
Handelsrelaties met China | 5 | |
Handelsrelaties met VS | 6 | |
Stand van zaken EU staalvrijwaringsmaatregelen | 6 | |
Stand van zaken lopende wetgevingsdossiers | 7 | |
Voortgangsrapportage handelsakkoorden | 7 | |
Verslag Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel 20 en 21 september 2020 | 8 | |
Fiche: Verordening afschaffing douanerechten op bepaalde producten | 8 | |
Overig | 8 | |
II | Antwoord/Reactie van de Minister | 9 |
III | Volledige agenda | 9 |
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de aan de Kamer toegezonden stukken. Voorgenoemde leden hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken voor het schriftelijk overleg Raad Buitenlandse Zaken Handel. Deze leden willen hierover nog enkele vragen voorleggen aan de Minister.
De leden van de GroenLinks-fractie danken de Minister voor het toezenden van de geannoteerde agenda. Zij hebben de nodige vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de inzet van de Minister in de geannoteerde agenda en hebben nog een aantal aanvullende vragen.
Stand van zaken herziening EU-handelsbeleid en toekomst van de WTO
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de geannoteerde agenda. Zij hebben hier nog enkele vragen over. Voorgenoemde leden onderschrijven de noodzaak van het versterken van een mondiaal gelijk speelveld. In dit verband zijn onder andere het herzien van achterhaalde handelsvoordelen voor bijvoorbeeld China en het vaststellen van het International Procurement Instrument (IPI) bijzonder belangrijk. Is de Minister bereid om toe te zeggen dat zij deze punten bij de Nederlandse inzet duidelijk naar voren zal brengen? Kan de Minister toelichten hoe het krachtenveld ten opzichte van het IPI op dit moment is en welke belemmeringen of discussiepunten er op dit moment nog op tafel liggen? Wat is de reden dat de vaststelling van de herziening van het Europese handelsbeleid vertraagd is en op welke termijn kan dit verwacht worden?
Inzake de Kabinetsinzet in de EU Trade Policy Review hebben de leden van de VVD-fractie nog enkele vragen. Zij delen het belang van een open en op regels gebaseerd internationaal handelsstelstel. Kan de Minister toelichten wat zij in dit verband als de grootste bedreigingen ziet voor dit handelsstelsel en op welke wijze de herziening van het Europese handelsbeleid hier op in moet spelen? Voorts delen zij het belang van een gelijk speelveld als het op internationale handel aankomt. Kan de Minister in dit verband toelichten op welke termijn de herziening van de Verordening handhaving van internationale handelsregels vastgesteld en van kracht zal worden? Kan de Minister toelichten wat de kabinetsinzet is bij de onderhandelingen over het gemoderniseerde raamwerk van afspraken over staatsgesteunde exportfinanciering binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)? Kan uit het feit dat de Minister een oproep voor een EU-actieplan op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) heeft opgenomen in de kabinetsinzet opgemaakt worden dat zij de mening van de voorgenoemde leden deelt dat het enige geëigende verband voor het maken van verplichtende regelgeving inzake IMVO het Europese verband is?
De leden van de D66-fractie benadrukken het belang van de modernisatie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Zodoende kan een mondiaal gelijk speelveld worden bevorderd en duurzame handel worden gestimuleerd. De aankondiging van de Verenigde Staten om de benoeming van dr. Ngozi Okonjo-Iweala te blokkeren dreigt dit proces nog verder te vertragen. Hoe beoordeelt de Minister deze aankondiging? Hoe zal de opstelling van de VS de handelsagenda tussen de EU en de VS beïnvloeden? Welke stappen zullen er in EU-verband worden genomen in reactie op de aangekondigde veto?
De leden van de GroenLinks-fractie zien dat vormen van investeringsgeschillenbeslechting die buiten de nationale rechtsgang omgaan, dus ook het Investment Court System (ICS), weinig tot geen steun genieten onder de Nederlandse bevolking en daarmee het draagvlak voor handelsverdragen ondermijnt. De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe de Minister dit weegt. Vindt zij dat de EU moet blijven vasthouden aan aparte investeringsgeschillenbeslechting ten koste van het draagvlak voor handelsverdragen, en zo ja, waarom?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de EU Trade Policy Review niet tevens aanleiding geeft om te pleiten voor effectieve controlemechanismen ten aanzien van de naleving van IMVO-standaarden. De effectiviteit van passages over duurzaamheid, milieu, dierenwelzijn en sociale standaarden staat of valt immers met controle op de naleving. De leden van de GroenLinks-fractie of de Minister voornemens is hier concrete suggesties voor te doen, en zo nee, waarom niet.
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister in de geannoteerde agenda stelt dat de bevordering van duurzaamheid binnen de WTO van groot belang is. Zij delen de analyse dat duurzaamheid een grotere rol dient te spelen binnen het handelsbeleid, maar vragen zich wel af hoe deze uitspraak zich verhoudt tot de Nederlandse steun aan de vele handelsverdragen die door de EU worden gesloten. Deze verdragen hebben immers als doel om de internationale handel te bevorderen, waardoor er meer CO2-uitstoot plaats zal vinden als gevolg van de transport van deze goederen. Bovendien maken deze verdragen vaak de verplaatsing van productie naar landen met slechtere klimaatstandaarden mogelijk. Hoe kijkt de Minister aan tegen deze tegenstelling?
De Minister geeft in haar brief over de kabinetsinzet in de EU Trade Policy Review aan dat handelsbeleid niet opereert in een vacuüm. De leden van de SP-fractie onderschrijven dit punt, aangezien handelsbeleid grote effecten heeft op de economie, het klimaat, voedselveiligheid en de democratie. Grote handels- en investeringsverdragen, zoals het handelsakkoord tussen de EU en Canada (CETA), bedreigen bijvoorbeeld de democratie door het introduceren van ICS-mechanismes, waarmee bedrijven overheden kunnen aanklagen wanneer zij democratisch besluiten nemen die in hun nadeel zijn. Is de Minister het eens met de leden van de SP-fractie dat het om deze reden van belang is om het handelsbeleid van de EU te democratiseren, met name op het gebied van handelsverdragen, zodat mensen inspraak hebben op akkoorden met zulke effecten? Is zij bijvoorbeeld bereid om nationale parlementen een grotere rol te geven bij het sluiten van handelsakkoorden?
De leden van de SP-fractie lazen dat het kabinet de Commissie steunt in haar streven om internationale afspraken te maken om de handel in medische goederen tijdens gezondheidscrises zo open mogelijk plaats te laten vinden in de hoop op die manier de toegang tot deze goederen te versterken. De leden van de SP-fractie stellen vraagtekens bij de effectiviteit van deze aanpak. Is versterking van het marktmechanisme wel het antwoord op de chaos die kan ontstaan in medische crisissituaties? Zit het probleem niet meer in het gebrek aan productiecapaciteiten voor deze goederen? Is de Minister het eens met de leden van de SP-fractie dat de oplossing van de chaos omtrent de aankoop van medische goederen tijdens medische crises ook deels te vinden is in meer eigen productie van deze goederen?
De Minister geeft aan dat Nederland samen met Frankrijk pleit voor een mechanisme op Europees niveau dat het maatschappelijk middenveld de mogelijkheid geeft om een klacht in te dienen, wanneer derde landen zich niet houden aan de duurzaamheidsafspraken in bilaterale handelsakkoorden. De leden van de SP-fractie staan positief tegenover het versterken van de positie van maatschappelijke organisaties en van duurzaamheidsafspraken binnen deze akkoorden, maar hebben nog wel wat vragen over de uitwerking hiervan. Hoe ziet de Minister dit mechanisme precies voor zich? Wat verwacht zij dat de gevolgen zullen zijn van dit soort klachten? Zouden daar net zoals bij Investor State Dispute Settlement- en ICS-mechanismes grote schadevergoedingen uit voort kunnen komen?
Daarnaast vragen zij zich af of dit mechanisme enkel zou gelden voor derde landen of dat Europese landen hiermee ook kunnen worden aangeklaagd. De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat de Europese landen en de verdragspartners een gelijkwaardige positie krijgen binnen dit mechanisme. Hoe ziet de Minister dit voor zich? Zou dit mechanisme enkel toegankelijk zijn voor maatschappelijke organisaties uit Europa, of ook voor organisaties uit de landen waarmee de EU bilaterale verdragen heeft gesloten?
De Minister benadrukt het belang «dat handelsakkoorden aansturen op ambitieuze afspraken op belangrijke gebieden als dierenwelzijn, het gebruik van pesticiden en de strijd tegen antimicrobiële resistentie». Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot de verzwakking van zaken als dierenwelzijn en voedselveiligheid door de wederzijdse erkenning van standaarden die is opgenomen in reeds gesloten handelsakkoorden, zoals CETA?
De leden van de PvdA-fractie merken op dat deze Minister in haar beleid een extra inzet heeft als het gaat om vrouwen en jongeren. Vaak is er in handelsbeleid en in handelsakkoorden tot nu toe weinig oog voor de positie van vrouwen en jongeren. Zou het voor een genderrechtvaardig beleid kunnen bijdragen wanneer voorafgaand aan handelsovereenkomsten en na het sluiten ervan een impact assessment wordt gedaan op mensenrechten, milieu én de positie van vrouwen en jongeren om ervoor te zorgen dat handelsovereenkomsten huidige ongelijkheden niet verergeren of nieuwe creëren? Hoe denkt de Minister over het betrekken van stakeholders, waaronder vrouwen, jongeren, vrouwenrechten- en jongerenorganisaties in de relevante besluitvormingsprocessen als onderdeel van een dergelijke impact assessment? Is de Minister bereid dit aanvullend bij de kabinetsinzet bij de herziening EU-handelsbeleid mee te nemen?
Handelsrelaties met China
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voortgang van de onderhandelingen over het Europees-Chinese investeringsverdrag. Zij wensen te onderstrepen dat reciprociteit met betrekking tot markttoegang een absolute voorwaarde is. Onderstreept de Minister deze opvatting? Kan zij toelichten in hoeverre het sluiten van een investeringsverdrag met China eventuele mogelijkheden ontneemt die Nederland of de Europese Unie nu toekomen om unilateraal maatregelen te nemen teneinde het versterken van het gelijke speelveld tussen de EU en China als het om investeringen gaat?
De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat omtrent de onderhandelingen over de EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI) China voor sommige sectoren meer bevredigendere toegang biedt dan anderen. Welke sectoren zijn dit? Kan de Minister toelichten welke Chinese sectoren prioriteit dienen te hebben bij het verkrijgen van markttoegang?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat tijdens de Raad zal worden gesproken over de stand van zaken van de onderhandelingen tussen de EU en China over een handels- en investeringsakkoord.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben er een wrang gevoel bij dat de EU en China onderhandelen over een handelsverdrag, terwijl China op een weergaloze schaal de Oeigoerse minderheid van de Chinese burgerbevolking in strafwerkkampen detineert, en daarbij marteling en hersenspoeling niet schuwt. Deze leden vragen waarom de Europese Commissie er niet voor kiest de onderhandelingen op te schorten zolang China geen einde maakt aan het systematisch opsluiten en tewerkstellen van Oeigoeren in detentiekampen. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister bereid is om ervoor te pleiten dat de Europese Commissie dit alsnog gaat doen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen ook specifiek of de Minister bereid is om tijdens de raad aan te geven dat Nederland niet zal instemmen met een handels- en investeringsakkoord zolang de weerzinwekkende mensenrechtenschendingen jegens Oeigoeren in China voortduren, en zo nee, waarom niet.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het, gelet op de gruwelijke mensenrechtenschendingen door de Chinese regering, niet eerder voor de hand ligt om sanctionerende handelsbeperkingen jegens China in te zetten. Deze leden vragen of de Minister een inschatting kan maken van welke handelsmaatregelen mogelijk effectief kunnen zijn om de druk op China om een einde te maken aan de onderdrukking van Oeigoeren te verhogen, en of zij bereid is voor deze maatregelen te pleiten bij de Raad.
In het kader van de Comprehensive Agreement on Investment tussen de EU en China noemt de Minister de inzet van de Commissie op «afspraken over de bescherming van arbeidsrechten, naleving van de multilaterale milieuverdragen en de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen». De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat een eventueel akkoord met China zulke afspraken zou bevatten. Echter hechten zij er hierbij wel veel belang aan dat er op dit gebied harde en bindende afspraken worden gemaakt. Is de Minister het op dit punt eens met de leden van de SP-fractie dat een eventueel akkoord met China bindende afspraken op dit gebied zou moeten bevatten?
Zij lezen ook dat maatschappelijke organisaties via adviesgroepen een rol dienen te krijgen in het controleren of deze afspraken nageleefd worden. Zij zien dit als een hoopgevend initiatief, aangezien de leden van de SP-fractie al langer pleiten voor een grotere rol voor het maatschappelijk middenveld bij handels- en investeringsverdragen. Echter hebben zij nog wel enkele vragen over de invulling hiervan. Wat zouden bijvoorbeeld de consequenties zijn als deze adviesgroepen aangeven dat China zich niet aan deze afspraken houdt? Zou dit kunnen leiden tot het opschorten van het verdrag totdat de afspraken wel worden nageleefd? Wat is de visie van de Minister hierop?
Tijdens de Raad zal gesproken worden over de stand van zaken in de onderhandelingen over het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI). De leden van de PvdA-fractie waarderen de inzet op Europees niveau en de steun van het kabinet aan deze inzet.
Met betrekking tot duurzame ontwikkeling zet de Europese Commissie in op een niveau zoals gebruikelijk in EU-handelsakkoorden, met daarin afspraken over de bescherming van arbeidsrechten, naleving van de multilaterale milieuverdragen en de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Is hierbij ook bijzondere aandacht voor de situatie van de Oeigoerse dwangarbeid en andere vormen van dwangarbeid of gedwongen omscholing zoals in Tibet en Binnen-Mongolië?
Handelsrelaties met VS
Met betrekking tot de handelsrelatie tussen de EU en de VS delen de leden van de VVD-fractie het belang van handelspolitiek in de trans-Atlantische waarde. In dit verband vragen zij of de Minister kan toelichten of er reeds gesprekken gevoerd worden of gepland staan om inzake de geschillen rondom staatssteun aan Boeing en Airbus tot een vergelijk te komen.
Aangaande de handelsrelatie tussen de EU en de VS steunen de leden van de CDA-fractie het standpunt van de Minister dat de geschillen zo veel mogelijk aan de onderhandelingstafel opgelost moeten worden. Deze leden vragen de Minister hoe deze onderhandelingen er praktisch uitzien. Zijn er bijvoorbeeld verschillende ronden, of wordt er per onderwerp gesproken wanneer zich een geschil voordoet, of is er sprake van een permanente dialoog over handelsgeschillen? De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tevens aan te geven of de 4 miljard aan handelsbeperkingen die toegezegd zijn door de WTO ook betrekking hebben op producten die vooral de Nederlandse markt en de Nederlandse economie raken of dat dit aan de luchtvaartindustrie gerelateerde producten zijn.
Stand van zaken Europese staalvrijwaringsmaatregelen
Mondiale handelsstromen zijn door de COVID-pandemie veranderd. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven hoe de mondiale handelsstromen van staal zijn veranderd als gevolg van de pandemie en daarin specifiek in te gaan op het handelsvolume van staal tussen de EU en China ten opzichte van pre-corona tijd. Deze leden vragen de Minister bovendien aan te geven welke gevolgen de huidige crisis heeft op de Europese vrijwaringsregels voor staal. Eurocommissaris Dombrovskis gaf tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Handel in september aan welke maatregelen de EU neemt om de staalindustrie te ondersteunen, zoals antidumpingmaatregelen en vrijwaringsmaatregelen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister dit nader toe te lichten. Medio 2021 lopen de vrijwaringsmaatregelen op staal af, deze leden vragen de Minister aangeven of dat wenselijk is en wanneer de beslismomenten hierover zijn. Deze leden vragen de Minister bovendien om aan te geven hoe de balans gevonden wordt tussen de belangen van de staalproducerende industrie en de staalverwerkende industrie.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister om een update van hoe de door de VS afgedankte beademingsapparaten inmiddels terecht zijn gekomen.
Stand van zaken lopende wetgevingsdossiers
Ten aanzien van de Dual Use-verordening vragen de leden van de GroenLinks-fractie of het aangepaste Raadsmandaat, waarin cybersurveillance is opgenomen, ook strekt tot software voor gezichtsherkenning, en zo nee, waarom niet.
Voortgangsrapportage handelsakkoorden
Inzake de voortgangsrapportage handelsakkoorden hebben de leden van de VVD-fractie nog enkele vragen. Kan de Minister uitspreken wat haar ambitieniveau is als het aankomt op de genoemde handelsakkoorden? Wat is de reden dat er op dit moment niet met Indonesië (CEPA) en Maleisië (MEUFTA) gesproken wordt of een onderhandelingsronde gepland staat inzake het CEPA respectievelijk het MEUFTA? Wat is de voortgang van de gesprekken met de Verenigde Staten inzake conformiteitsbeoordelingen? Wordt er al gesproken uit hoofde van het mandaat voor onderhandelingen over tariefverlaging voor industriële goederen? Zo nee, waarom niet?
Het Economisch Partnerschap Centraal Afrika is alleen ondertekend door Kameroen, de onderhandelingen met de andere landen lopen erg moeizaam. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven hoe het komt dat de onderhandelingen zo moeizaam verlopen en waarom bij de partnerschappen met de andere delen van Afrika zich wel meer landen aansluiten. Tevens vragen deze leden hoe de EU Kameroen kan laten profiteren van het wel ondertekenen van het partnerschap zodat andere landen de voordelen zien en eventueel volgen. Tevens vragen deze leden de Minister waarom de laatste onderhandelingsrond in februari 2019 was en wanneer de volgende staat gepland.
De leden van de GroenLinks-fractie brengen de Minister ten overvloede in herinnering dat de Kamer de regering heeft opgeroepen niet in te stemmen met het EU-Mercosur handelsverdrag in de vorm die nu voorligt. Deze leden vragen de Minister te bevestigen dat zij begrijpt dat deze oproep niet komt te vervallen indien door de Mercosur-landen vrijblijvende toezeggingen worden gedaan over de bescherming van het regenwoud en de participatie in het klimaatakkoord van Parijs.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister bereid is te pleiten voor een nieuw verdrag, waarin de bescherming van het regenwoud, bescherming van mensenrechtenactivisten en participatie in het klimaatakkoord van Parijs juridisch afdwingbaar is opgenomen, en zo nee, waarom niet.
In aansluiting op hun vragen over de handelsrelaties met China merken de leden van de PvdA-fractie op dat er in een andere belangrijke handelspartner een (mogelijk) zorgelijke ontwikkeling gaande is. Over de voorgestelde nieuwe wetgeving in Indonesië welke tot doel heeft meer investeerders aan de trekken en zo meer banen te creëren, hebben veel Nederlandse en Indonesische maatschappelijke organisaties de zorg geuit dat deze wet ten koste kan gaan van de bescherming van landrechten van lokale gemeenschappen, dat de lonen hieronder zullen lijden, dat de rechten van werknemers worden ingeperkt en dat het behoud van bos en biodiversiteit verder onder druk komen te staan. Deelt de Minister deze zorgen?
De EU is nog altijd in onderhandeling met Indonesië over het EU-Indonesië Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA). Een aantal kritieke punten in deze onderhandelingen zijn nog altijd de afspraken aangaande palmolie en duurzaamheidshoofdstukken waarin arbeidsrechten en milieurechten geborgd zijn. Wat is de invloed van de nieuwe wet in Indonesië op de onderhandelingen van CEPA? Is er een aangepaste inzet van het kabinet en zo ja, wat is de inzet van het kabinet ten aanzien van CEPA op basis van de recente ontwikkelingen in Indonesië?
Verslag Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 20 en 21 september 2020
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor het verslag van de afgelopen Raad Buitenlandse Zaken Handel. Zij hebben hier nog enkele vragen over. Voorgenoemde leden lezen dat de Europese Commissie voornemens is om per sector bezien een beleid te vormen om het handelsbeleid weerbaarder te maken. Kan de Minister toelichten wat hier concreet mee bedoeld wordt? Welke sectoren worden hierbij het eerst bediend? Hoe is de verhouding tussen dit voornemen en het traject dat op dit moment loopt inzake de strategische autonomie van de Europese Unie?
De Minister geeft in het verslag van de Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel aan dat er wat betreft strategische afhankelijkheden case-by-case moet worden bezien hoe dit moet worden aangepakt. De leden van de SP-fractie vinden in dit kader met name de aanpak van strategische afhankelijkheden op medisch vlak belangrijk, zeker in de context van de COVID-pandemie. Daarom vragen zij de Minister hoe zij denkt over de aanpak van de strategische afhankelijkheid op het gebied van medicijnen en andere medische producten. Is zij het met de leden van de SP-fractie eens dat de problemen bij de aanpak van de COVID-pandemie aantonen dat het noodzakelijk is om meer zelfvoorzienend te worden in de productie van deze zaken?
In de context van de Europese staalindustrie wordt in het verslag gesproken over de mogelijkheid van een zogeheten carbon border adjustment mechanism. Er wordt echter niet duidelijk gemaakt of Nederland de oproep om zo’n mechanisme in te stellen steunt. De leden van de SP-fractie staan in principe positief tegenover het beoogde doel van zo’n mechanisme, omdat op deze wijze in ieder geval de Europese staalindustrie dezelfde duurzaamheidsstandaarden kan voeren. Wat is de positie van de Minister ten opzichte van dit mechanisme?
Fiche: Verordening afschaffing douanerechten op bepaalde producten
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over de Verordening afschaffing douanerechten op bepaalde producten. Zij vragen de Minister of zij inzichtelijk kan maken en kan kwantificeren op welk deel van de handelsstroom tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten deze verordening van toepassing is.
Overig
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister welke consequenties de Turkse boycot van Franse goederen en producten heeft voor de Nederlandse maakindustrie. Zo kunnen deze leden zich voorstellen dat in de keten van Franse producten ook Nederlandse bedrijven betrokken zijn en zij verzoeken de Minister dit in kaart te brengen.
Tijdens de EU-Canada digital leaders meeting was men verheugd over de positieve resultaten van CETA en merkte op dat de bilaterale handel tussen de EU en Canada eind 2019 met meer dan 20% was gestegen voor goederen en diensten boven het niveau van vóór CETA. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister deze cijfers te specificeren voor de handel tussen Nederland en Canada. De leiders kwamen overeen nieuwe concrete maatregelen te nemen om de implementatie van CETA te bevorderen op het gebied van handel en gender, handel en klimaatverandering, en handel en het midden- en kleinbedrijf (MKB). De leden van de CDA-fractie vragen de Minister om dit toe t te lichten en aan te geven wat deze nieuwe concrete maatregelen betekenen, in het bijzonder voor Nederland.
Nederlandse ondernemers hebben zorgen over oneerlijke concurrentie en een ongelijk speelveld in Europa als de Britten na de Brexit gaan werken met afwijkende standaarden. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister hoe dit zo veel mogelijk beperkt kan worden bij een no deal. Voorts vragen de leden van de CDA-fractie de Minister naar een update van de motie Amhaouch/Veldman uit 2018 (Kamerstuk 23 987, nr. 233) waarin de regering wordt verzocht zich er in Europa voor in te zetten dat versproducten ook na de Brexit met zo min mogelijk vertraging geëxporteerd kunnen worden naar het Verenigd Koninkrijk en erover te rapporteren welke maatregelen genomen zijn. De leden vragen de Minister om een korte rapportage. Tevens vragen deze leden de Minister specifiek om een update over de voorbereidingen op de greenlines. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister bovendien om aan te geven waar op dit moment de grote handelsknelpunten liggen en welke rol de Minister pakt om deze knelpunten weg te nemen.
Vorige week bereikte de EU een akkoord om de instrumenten van de EU ter handhaving van internationale handelsregels te herzien. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister dit akkoord toe te lichten en te appreciëren. Tevens vragen deze leden wat dit akkoord betekent voor de toekomstige handelsrelatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
II. Antwoord/Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda informele RBZ/Handel d.d. 20 en 21 september 2020.2020Z16201 – Brief regering d.d. 11-09-2020, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 november 2020. 2020Z20176 – Brief regering d.d. 30-10-2020, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Verslag Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel 20 en 21 september 2020. 21 501-02, nr. 2206 – Brief regering d.d. 30-09-2020, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Kabinetsinzet in de EU Trade Policy Review. 21 501-02, nr. 2197 – Brief regering d.d. 04-09-2020, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Fiche: Verordening afschaffing douanerechten op bepaalde producten.2020Z19185 – Brief regering d.d. 16-10-2020, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok