[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitwisseling van duurzame energie met de buurlanden

Duurzame ontwikkeling en beleid

Brief regering

Nummer: 2020D43810, datum: 2020-11-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30196-732).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30196 -732 Duurzame ontwikkeling en beleid.

Onderdeel van zaak 2020Z20392:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 732 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2020

Tijdens de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 en 15 oktober jl. (Handelingen II 2020/21, nrs. 14 en 15, debat over de begroting Binnenlandse Zaken) zijn vragen gesteld en is een motie ingediend over de uitwisseling van hernieuwbare elektriciteit met de buurlanden. Mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, stuur ik u deze reactie op de motie van de leden Paternotte en Sienot (D66) (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 22).

De motie verzoekt de regering, belemmeringen in de wetgeving weg te nemen en bilaterale afspraken met de buurlanden te maken over de uitwisseling van duurzame energie met de buurlanden. Het kabinet moet de motie in deze vorm ontraden. Het achterliggende voorstel om grensoverschrijdend elektriciteit uit te wisselen op middenspanning is in strijd met hoe het Europese energiesysteem is ingericht. Het voorstel draagt ook niet bij aan het efficiënt inzetten en uitbreiden van het elektriciteitsnet en daarmee aan de Nederlandse doelstellingen voor de energietransitie en de bijbehorende infrastructuur. In de praktijk biedt het voorstel ook geen direct financieel voordeel voor de aangesloten partijen, omdat bij de uitwisseling van elektriciteit van buurlanden er non-discriminatoir en onder gelijke voorwaarden toegang moet worden verleend tot de gehele Nederlandse elektriciteitsmarkt. De aangesloten partijen hebben dan geen voordeel boven andere partijen op de Nederlandse elektriciteitsmarkt.

In deze brief zal ik ingaan op de grensoverschrijdende uitwisseling van elektriciteit, de veiling van capaciteit van interconnectoren, het mogelijke effect op de netcongestie, het onderzoek in de regio Emmen en tot slot de Energy Community, zoals die wordt beschreven in de Elektriciteitsrichtlijn (2019/944).

Grensoverschrijdend elektriciteit uitwisselen

De Europese Unie zet zich sinds 1996 in voor het creëren van één Europese energiemarkt, waarbij consumenten vrij kunnen kiezen voor leveranciers van gas en elektriciteit en waarbij de lidstaten grensoverschrijdend elektriciteit en gas uitwisselen. Nederland heeft meerdere grensoverschrijdende verbindingen voor elektriciteit met Duitsland en België. Ook heeft Nederland interconnectoren met Noorwegen, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Via deze weg kunnen alle partijen in Nederland elektriciteit uitwisselen met ons omringende landen, ongeacht of deze partijen zich in de nabijheid van een landsgrens of interconnector bevinden. Dit verhoogt de leveringszekerheid en biedt mogelijkheden bij het balanceren van het aanbod van elektriciteit.

De uitwisseling van elektriciteit vindt plaats via interconnectoren op hoogspanningsniveau. Deze interconnectoren maken deel uit van het landelijk hoogspanningsnet. Interconnecties worden op het hoogspanningsnet aangelegd, omdat op dit spanningsniveau veel meer elektriciteit uit te wisselen is dan op middenspanning. Het is veel minder efficiënt om een interconnectie verbinding aan te gaan op middenspanning, omdat er op dit spanningsniveau veel minder elektriciteit kan worden uitgewisseld. Hier komt bij dat om technische redenen gekozen zou moeten worden voor een gelijkspanningsverbinding, wat complex en daarmee duur en tijdrovend is, wat een extra beslag legt op de toch al schaarse middelen en menskracht van netbeheerders. Hier komt bij dat om technische redenen gekozen zou moeten worden voor een gelijkspanningsverbinding, wat complex en daarmee duur en tijdrovend is en een extra beslag legt op de toch al schaarse menskracht van netbeheerders.

Veiling van capaciteit van interconnectoren

De Noordwest Europese elektriciteitsmarkt is zo ingericht dat binnen zogenaamde regelzones een elektriciteitsprijs tot stand komt en dat handel tussen deze regelzones plaats vindt via interconnectoren. In Nederland is sprake van één markt voor elektriciteit, omdat Nederland een regelzone is. De uitgewisselde elektriciteit en de economische effecten daarvan dienen dan ook ten goede te komen aan de totale Nederlandse markt.

De uitwisseling van elektriciteit via interconnectoren is aan een hele reeks voorwaarden verbonden. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is dat de interconnectiecapaciteit marktconform en non-discriminatoir toegekend moet worden. In de praktijk gaat dat via veilingmechanismen waarbij de hoogste bieders in een regelzone het recht op interconnectiecapaciteit verkrijgen.

Het is hierbij niet wenselijk en niet toegestaan op grond van EU-wetgeving om toevallig nabij gelegen huishoudens of industrieën deze capaciteit op voorhand te gunnen. Gezien deze voorrang niet mogelijk is, valt het voordeel voor lokale overheden, bedrijven en organisaties van een directe verbinding weg.

Gebruik van interconnector tegen congestieproblemen

Het gebruik van een interconnector om congestieproblemen te voorkomen is in de praktijk alleen mogelijk als marktpartijen ook daadwerkelijk, elk kwartier van elke dag van elk jaar, nauwgezet de vraag- en aanbodpatronen op elkaar afstemmen. In de huidige werkwijze is er continu handel in elektriciteit om het net te balanceren en de elektriciteit tegen de laagste kosten te laten leveren aan het net.

Het verzilveren van de kostenvoordelen van decentrale afstemming van vraag en aanbod van elektriciteit over landsgrenzen vraagt dus ook om mogelijke langdurige en forse beperkingen van het elektriciteitsgebruik én elektriciteitsproductie in een geografisch afgebakende regio. Dit lijkt mij onwenselijk en dit perkt rechten van industriële afnemers en hernieuwbare energieproducenten in. Ik zie het aanleggen van een interconnector dus niet als een goede oplossing voor het gebrek aan lokale netcapaciteit.

Voorbeeld regio Emmen

Regionale netbeheerder Enexis en beheerder van het hoogspanningsnet TenneT hebben onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van grensoverschrijdende verbindingen op middenspanning in de regio Emmen. De conclusie hiervan is dat een dergelijke verbinding niet helpt om de lokale problemen op te lossen en deze zelf weer vele problemen veroorzaakt. Een internationale middenspanningsverbinding moet meedraaien in de internationale balanshandhaving, dit stelt onder andere hoge en dure eisen aan de meetinrichtingen. Netbeheer van een interconnector is bijzonder complex als zowel de Nederlandse als Duitse netbeheerder «hun» netgedeelte beheert terwijl dit op middenspanningsniveau aan elkaar verbonden is, bijvoorbeeld op het gebied van schakelplannen, netplanning, onderhoud, storingen, et cetera.

Energy Community

Op verzoek van het lid Paternotte ga ik in op de Energy Community, Energiegemeenschappen van burgers, genoemd in artikel 16 van de Elektriciteitsrichtlijn (2019/944). Dit artikel, zoals de titel doet vermoeden, beoogt het mogelijk te maken dat energiegemeenschappen van burgers kunnen worden opgericht. Het artikel bevat geen bepalingen over grensoverschrijdende uitwisseling van het elektriciteit via het distributienet. Artikel 16 bepaalt wél dat «lidstaten in het ondersteunend regelgevingskader voor energiegemeenschappen van burgers mogen bepalen dat deze openstaan voor grensoverschrijdende deelname». De grensoverschrijdende deelname van burgers is echter een heel ander vraagstuk dan het beheren van een interconnector. Het gaat dan om de deelname van burgers aan bijvoorbeeld een energiecoöperatie in het buurland. Zoals hierboven geschetst, vraagt een interconnector een forse investering en een complexe organisatie.

Conclusie

De uitwisseling van hernieuwbare elektriciteit met de buurlanden door de bouw van interconnectoren op middenspanning is onderzocht en de kosten baten afweging valt niet positief uit. Eventuele lokale voordelen wegen in het groter geheel afgewogen niet op tegen de effecten op het Nederlandse elektriciteitssysteem. Ook levert het in de nabijheid hebben van een lokale grensoverschrijdende verbinding geen andere behandeling op aan partijen en hiermee valt in veel gevallen een eventuele (maatschappelijke) kosten-batenafweging negatief uit. Aanleg van een nieuwe verbinding is ook niet nodig om grensoverschrijdende uitwisseling tussen grensgemeenten, hun inwoners en energiegemeenschappen mogelijk te maken, noch is aanleg van een grensoverschrijdende verbinding op middenspanningsniveau een kosteneffectieve of verstandige manier om beide markten te verbinden.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes